Van het ingevolge artikel 1, aanhef en onder f, van het Mandaatbesluit hoofden taakorganisaties Ministerie
van Justitie en Veiligheid aan de algemeen directeur van de Dienst JUSTIS verleende ondermandaat wordt ten aanzien
van de aangelegenheden die hun dienstonderdeel betreffen ondermandaat verleend aan:
-
a. de plaatsvervangend directeur;
-
b. de afdelingsmanagers van de lijnorganisatie:
-
1° de afdelingsmanager Verlening en Toetsing (V&T);
-
2° de afdelingsmanager Centraal Orgaan Verklaring Omtrent het Gedrag (COVOG);
-
3° de afdelingsmanager Landelijk Bureau Bibob (LBB);
-
4° de afdelingsmanager Toezicht Rechtspersonen, Analyse, Controle en Kennisgeving (TRACK);
-
5° de afdelingsmanager Klant Contact Centrum (KCC).
-
c. de afdelingsmanagers van de staforganisatie:
-
1° de afdelingsmanager Juridische Zaken en Uitvoeringsbeleid (JZU);
-
2° de afdelingsmanager Stafbureau, Innovatie en Organisatie (SIO);
-
3° de afdelingsmanager Control, Kwaliteit en Auditing (CKA);
-
4° de afdelingsmanager Informatievoorziening (IV).
Als werkgever als bedoeld in de CAO Rijk, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd
in kolom 1 van bijlage 1 bij dit besluit, voor zover het betreft de uitoefening van de bevoegdheden, vermeld
in kolom 2 van die bijlage.
Als bevoegd om te beschikken over bedragen voor het aangaan van verplichtingen en
voor het verrichten van uitgaven, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom
1 van bijlage 2 bij dit besluit voor zover het betreft de bedragen, genoemd in kolom 2 van die bijlage.
Aan de algemeen directeur van de Dienst JUSTIS blijft voorbehouden de bevoegdheid
tot inhuur van interim-management, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies
en beleidsadvies.
Als bevoegd, in verband met de uitvoering van de Garantstellingsregeling Curatoren
2012, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 3 bij dit besluit voor zover het betreft de bedragen, genoemd in kolom 2 van die bijlage,
tot:
-
1. het aangaan van een overeenkomst tot het garantstellen in een faillissement;
-
2. het verhogen van het bedrag waarvoor de garantstelling is aangegaan door middel van
een addendum bij de overeenkomst onder 1 genoemd;
-
3. het besluit tot uitbetalen van het geheel of een deel van de garantstelling bij de
afwikkeling van het faillissement.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de
Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 1 januari 2020.
Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Dienst JUSTIS 2020.