3.2. Het bepalen van interventies bij een overtreding
[Regeling vervallen per 13-01-2024]
Sanctionerende interventie
De Wod stelt in artikel 25 vele overtredingen strafbaar. De meeste overtredingen zijn tevens als misdrijf aangemerkt.
Overtredingen van de artikelen die in artikel 25, lid 2 van de Wod als ‘misdrijf’
worden aangemerkt, zijn ingedeeld in overtredingsklasse B. Ook pogingen tot misdrijven
zijn strafbaar. Door de aard van instellingsvergunninghouders en de veelal open wettelijke
normen, die daarnaast soms ook nog onderling strijdig zijn en tegen elkaar moeten
worden afgewogen (de 3 V’s van vervanging, vermindering en verfijning), wordt toepassing
van het strafrecht in overleg met het OM bepaald.
Bij verdenking op misdrijven en overtredingen sensu stricto (s.s.) wordt de algemene
interventieklasseindeling meegenomen in de keuze van de passende interventie. Dit
betekent dat ook omstandigheden (bijv. t.a.v. incidenteel vs. structureel vóórkomen,
weging van de gevolgen van de overtreding en de typering van de normadressaat zoals
mogelijke opzet, aanwijzingen voor onvoldoende effectief intern toezicht) meegewogen
worden.
Wordt bij verdenking van misdrijven na overleg met het OM besloten om toch over te
gaan tot het opmaken van een SW, dan dient de SW tevens om bij herhaalde overtreding
opzet aannemelijk te maken.
Een afschrift van de SW gaat naar het OM en -indien relevant – ook naar de CCD.
Uiteindelijk beslist het OM of het overgaat tot strafrechtelijke afdoening.
In alle gevallen geldt overigens dat een strafrechtelijke sanctionerende interventie
(een Proces-Verbaal) of een schriftelijke waarschuwing kan worden gecombineerd met
een bestuursrechtelijke corrigerende interventie. Door de complexiteit van de regelgeving
is het bieden van nalevingshulp in de meeste gevallen gewenst.
Schriftelijke waarschuwing:
Overtredingen s.s. met gering risico op ongerief met een meer dan incidentele karakter
en/of in combinatie met andere overtredingen s.s. worden ingedeeld in overtredingsklasse
C. Er wordt een schriftelijke waarschuwing opgemaakt. Indien bij een volgende (her-)inspectie
blijkt dat de overtreding niet is opgeheven of wederom gemaakt is, kan aanpak conform
overtredingsklasse B volgen.
Mededeling ter plaatse of via schriftelijke terugkoppeling van inspectieresultaten:
Bij constatering van een enkele overtreding s.s. met gering risico op ongerief wordt
bij een incidenteel karakter van deze overtreding mededeling gedaan en vastgelegd
in het dossier. Indien bij een volgende reguliere inspectie blijkt dat de geringe
overtreding niet is opgeheven of wederom gemaakt is, kan aanpak conform overtredingsklasse
C volgen.
N.B. Een schriftelijke waarschuwing is een schrijven van NVWA als de toezichthouder
waarin gesteld wordt dat er een overtreding is geconstateerd bij de geïnspecteerde.
Het is geen besluit waartegen bezwaar of beroep kan worden aangetekend.
Corrigerende interventie
Corrigerende interventies kunnen naast of in plaats van sanctionerende interventies
worden ingezet. Ze zijn proportioneel en hebben veelal als doel te bevorderen dat
de overtreder zijn bedrijfsprocessen blijvend verbetert zodat bestaande overtredingen
worden beëindigd en nieuwe risico’s voor de proefdieren zoveel mogelijk worden voorkomen.
Voor welke corrigerende interventie gekozen wordt verschilt van geval tot geval. Voorbeelden
hiervan zijn:
-
• Een last onder bestuursdwang ter handhaving van de bij artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht gestelde verplichting.
-
• Een bestuursrechtelijke herstelmaatregel zoals bedoeld in Wod artikel 7 t.a.v. de instellingsvergunninghouder i.e. intrekking of beperking van de instellingsvergunning
(bijv t.a.v. locatie, tijd, aard van de proefdieren of dierproeven, projecten).
Bij constatering van herhaling van overtredingen kan opnieuw een corrigerende interventie
ingezet worden. Zo nodig samen met ingrijpendere maatregelen als het opmaken van een
PV.
De NVWA behoudt zich het recht voor om de vergunningverlener of andere relevante betrokkenen
te informeren over geconstateerde misstanden.