Artikel 1. Definitiebepaling
In dit besluit wordt verstaan onder:
-
a)
Rijksvastgoedbedrijf: het baten-lastenagentschap Rijksvastgoedbedrijf bedoeld in artikel 8, derde lid, onder a, van het Organisatiebesluit BZK 2016;
-
b)
andere ministers: ministers niet zijnde de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
-
c)
materieelbeheer: de zorg voor het onderhoud en de instandhouding van onroerende zaken vanaf het moment
van inbeheer- of ingebruikneming tot aan het moment van afstoting;
-
d)
beperkt zakelijk recht: recht van vruchtgebruik op onroerende zaak, mandeligheid, erfdienstbaarheid, erfpacht,
opstal en appartementsrecht;
-
e)
vaststellingsovereenkomst: vaststellingsovereenkomst met betrekking tot onroerende zaak;
-
f)
grondrente: het recht om van de eigenaar van een onroerende zaak in diens hoedanigheid van eigenaar
periodiek een vaste geldsom of een vaste waarde in de voortbrengselen te ontvangen;
-
g)
grensregeling: regeling met betrekking tot eigendomsgrenzen van een onroerende zaak;
-
h)
zakelijke lasten: belastingen en heffingen verschuldigd door de Staat als eigenaar van of beperkt zakelijke
gerechtigde met betrekking tot een onroerende zaak;
-
i)
ondersteuning van de verwezenlijking van nationale beleidsdoelen voor de fysieke leefomgeving:
-
1°. het ondersteunen en uitvoeren van taken van de verantwoordelijke minister op het gebied
van woningbouw en ruimtelijke ontwikkeling, en
-
2°. het deelnemen, in voorkomend geval in overeenstemming met andere ministers die het
aangaat, in processen gericht op het toedelen van een nieuwe functie aan een of meer
locaties in een gebied en het realiseren van die functie, in gevallen waarin in een
omgevingsvisie of programma van het Rijk als bedoeld in de Omgevingswet of een ander door een bestuursorgaan van het Rijk openbaar gemaakt document:
-
– een nieuwe functie is toegedacht aan de betrokken locaties, of
-
– een nationaal belang voor de fysieke leefomgeving is aangegeven dat met de toedeling
en realisatie van de nieuwe functie is gediend en de Staat eigenaar is van benodigde
gronden in het gebied.
Artikel 2. Huisvesting Rijk
-
2 Het Rijksvastgoedbedrijf is tevens belast met het in gebruik geven van onroerende
zaken aan andere organisaties dan bedoeld in het eerste lid, op verzoek van een van
de andere ministers, indien aan de nadere voorwaarden voor deze ingebruikgeving, gesteld
door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, is voldaan.
-
3 De taak, bedoeld in het eerste en tweede lid, omvat ook het zo nodig daarvoor in eigendom
verwerven van, het verkrijgen van beperkt zakelijke rechten op, en het aanhuren van
onroerende zaken, het bouwen, verbouwen en inrichten daarvan en het uitbrengen van
adviezen met betrekking tot het in het eerste en tweede lid bedoelde in gebruik geven
van onroerende zaken.
Artikel 3. Huisvesting Koninklijk Huis
-
3 De taak, bedoeld in het tweede lid, omvat ook het zo nodig daarvoor in eigendom verwerven
van, het verkrijgen van beperkt zakelijke rechten met betrekking tot en het aanhuren
van onroerende zaken als bedoeld in dit lid, het bouwen, verbouwen en inrichten daarvan
en het adviseren hieromtrent.
Artikel 4. Materieelbeheer van onroerende zaken
Artikel 5. Zorg voor architectuur, stedenbouwkundige inpassing, beeldende kunst en
duurzaamheid
Het Rijksvastgoedbedrijf is belast met de bevordering en bewaking van de kwaliteit
van de architectuur, van de stedenbouwkundige inpassing, van de beeldende kunst en
van de duurzaamheid bij de uitvoering van de taken genoemd in de artikelen 2, eerste en tweede lid, 3, eerste en tweede lid, 4, eerste lid, onderdelen a, b, c, d, e en g, en tweede lid, en 7.
Artikel 6. Privaatrechtelijk beheer van onroerende zaken
Het Rijksvastgoedbedrijf is belast met:
-
a. het vervreemden, belasten met beperkt zakelijke rechten, verpachten, verhuren en op
andere wijze aan derden in gebruik geven van onroerende zaken;
-
b. het vervreemden en belasten met beperkt zakelijke rechten van aan de Staat verleende
beperkt zakelijke rechten;
-
c. het aangaan van vaststellingsovereenkomsten en grensregelingen en het afkopen van
grondrenten met betrekking tot onroerende zaken;
-
d. de behandeling en betaling van zakelijke lasten met betrekking tot onroerende zaken;
-
e. het nemen van maatregelen tegen inbreuken op het eigendomsrecht met betrekking tot
onroerende zaken, en
-
f. het verrichten van alle andere privaatrechtelijke rechtshandelingen die voortvloeien
uit de positie van de Staat als eigenaar van onroerende zaken of als beperkt zakelijk
gerechtigde,
voor zover daarmee niet bij of krachtens de wet een van de andere ministers is belast.
Artikel 7. Inzet onroerende zaken met het oog op nationale beleidsdoelen voor de fysieke
leefomgeving
-
2 Het Rijksvastgoedbedrijf is in het kader van het deelnemen in processen ter ondersteuning
van de verwezenlijking van nationale beleidsdoelen voor de fysieke leefomgeving, bedoeld
in artikel 1, onder i, aanhef en onder 2°, tevens belast met andere handelingen die voor het welslagen van de wijziging van
de toedeling van functies aan locaties en het verzekeren van de realisatie van de
nieuwe functie noodzakelijk zijn, daaronder in elk geval begrepen:
-
a. het doen opstellen van ruimtelijke plannen;
-
b. het sluiten van samenwerkings- en realisatieovereenkomsten;
-
c. het investeren in het geschikt maken van onroerende zaken voor de nieuwe functie;
-
d. het participeren in entiteiten die gericht zijn op realisatie van de nieuwe functie,
en
-
e. het vervreemden van onroerende zaken aan gemeenten of provincies naar aanleiding van
een daartoe strekkend verzoek, voor zover aan de nadere voorwaarden voor deze vervreemding,
gesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, is voldaan.
Artikel 8. Bodemmaterialen, nalatenschappen en historische scheepswrakken
Het Rijksvastgoedbedrijf is belast met:
-
a. de vervreemding van de bodemmaterialen die uit de onroerende zaken van de Staat afkomstig
zijn;
-
b. het verrichten van alle privaatrechtelijke rechtshandelingen bij de bevordering van
de afwikkeling van onbeheerde nalatenschappen en de afwikkeling van nalatenschappen
waarvoor de Staat als erfgenaam is benoemd, en
-
c. het verrichten van alle privaatrechtelijke rechtshandelingen die voortvloeien uit
de positie van de Staat als eigenaar van de scheepswrakken en lading van de voormalige
Verenigde Oost-Indische Compagnie, West-Indische Compagnie en Admiraliteit.
Artikel 9. Dienstverlening aan derden
Het Rijksvastgoedbedrijf is belast met het op verzoek van een van de andere ministers,
ondersteunen van organisaties als bedoeld in artikel 2, tweede lid, bij:
-
a. het in eigendom verwerven van onroerende zaken;
-
b. het verwerven van beperkt zakelijke rechten op onroerende zaken;
-
c. het aanhuren van onroerende zaken;
-
d. het inrichten en (ver)bouwen van onroerende zaken;
-
e. het onderhouden en in stand houden van onroerende zaken;
-
f. het vervreemden, belasten met beperkt zakelijke rechten, verpachten, verhuren en op
andere wijze in gebruik geven aan derden van onroerende zaken;
-
g. het aangaan van vaststellingsovereenkomsten en grensregelingen en afkopen van grondrenten;
-
h. het behandelen en betalen van zakelijke lasten;
-
i. het nemen van maatregelen tegen inbreuken op het eigendomsrecht, en
-
j. het verrichten van alle andere privaatrechtelijke rechtshandelingen die voortvloeien
uit de positie van die organisaties als eigenaar van onroerende zaken of als beperkt
zakelijk gerechtigde,
indien aan de nadere voorwaarden voor deze dienstverlening, gesteld door de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, is voldaan.
Artikel 10. Aankoop van vastgoed met oog op doorverkoop aan derden
Het Rijksvastgoedbedrijf is belast met het op verzoek van een van de andere ministers
in eigendom verwerven van onroerende zaken of verwerven van appartementsrechten van
organisaties als bedoeld in artikel 2, tweede lid, teneinde deze onroerende zaken of appartementsrechten vervolgens te vervreemden
aan derden, indien aan de nadere voorwaarden voor deze verwerving en vervreemding,
gesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, is voldaan.
Artikel 11. Overige taken
Het Rijksvastgoedbedrijf kan op verzoek van andere ministers taken en bevoegdheden
namens hen uitoefenen.
Artikel 12. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit taak RVB 2017.