Artikel 1. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 01-08-2008]
- a. minister:
-
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en, voor zover het betreft het beroepsonderwijs
op het gebied van de landbouw en de natuurlijke omgeving, de minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit,
- b. school:
-
een school voor voorbereidend beroepsonderwijs al dan niet in een scholengemeenschap,
- c. leerlingen:
-
leerlingen van een school, niet zijnde leerlingen in de gemengde leerweg, in de leerjaren
3 en 4, waarbij wordt uitgegaan van de overzichten, bedoeld in artikel 14a eerste lid, van het Bekostigingsbesluit W.V.O., of, indien artikel 15a van het Bekostigingsbesluit W.V.O. van toepassing is, de overzichten, bedoeld in artikel 15b, tweede lid, van dat bekostigingsbesluit,
- d. WEB:
-
de Wet educatie en beroepsonderwijs,
- e. instelling:
-
een instelling als bedoeld in artikel 1.3.1 van de WEB, een instituut als bedoeld in artikel 12.3.8 van de WEB, dan wel de Hogeschool Haarlem, bedoeld in artikel 12.3.9 van de WEB , dan wel diens rechtsopvolger voor wat betreft de beroepsopleidende leerweg, niet
zijnde een AOC,
- f. deelnemer:
-
een deelnemer als bedoeld in artikel 8.1.1 van de WEB,
- g. AOC:
-
een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de WEB,
- h. kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven:
-
een kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven als bedoeld in artikel 1.5.1 van de WEB,
- i. beroepskolom:
-
het onderwijs voor voorbereidend beroepsonderwijs, beroepsonderwijs en hoger beroepsonderwijs
verzorgd door scholen, instellingen, AOC's en de Hogeschool Haarlem, dan wel diens
rechtsopvolger voor wat betreft de beroepsopleidende leerweg,
- j. kwalificatiewinst:
-
het verhogen van het rendement in de beroepskolom, uitgedrukt in een toename van
het aantal uitgereikte diploma's respectievelijk certificaten, een kortere verblijfsduur
van de gediplomeerde uitstroom per opleiding en een toename van de doorstroom naar
een hogere opleiding, binnen de beroepskolom.