Avarij-Grosse Regels IVR 2006
Vastgesteld door de Raad van Beheer op 1 juni 2006 te Gent
Regel I Avarij-Grosse
Avarij-grosse zijn de opofferingen en uitgaven, redelijkerwijs verricht en/of gedaan
bij aanwezigheid van bijzondere omstandigheden met het doel een schip en zijn lading
uit een gemeenschappelijk gevaar te redden.
Regel II Plaatsvervangende Kosten
Extra kosten, veroorzaakt door een maatregel tengevolge waarvan als avarij-grosse
toe te latenuitgaven zijn vermeden, zullen als avarij-grosse worden toegelaten tot
het beloop van de aldus vermeden uitgaven.
Als extra kosten zullen zijn te beschouwen de onkosten, ontstaan door de bovenbedoelde
maatregel, na aftrek van het bedrag der uitgaven, die bij het normaal verloop van
de reis zouden zijn gedaan.
Regel III Invloed van Schuld
Wanneer het voorval, dat de aanleiding heeft gegeven tot de opoffering of de uitgaven,
het gevolg zal zijn geweest van de schuld van één der betrokkenen, zal er desalniettemin
moeten worden bijgedragen, doch deze bepaling zal niet van invloed zijn op enige aanspraken,
welke uit hoofde van deze schuld op grond van wet of overeenkomst jegens of door die
betrokkene geldend gemaakt zouden kunnen worden, noch op enige verweren, welke deze
op grond van wet of overeenkomst zou kunnen voeren.
Regel IV Uitsluitingen
-
1. Verlies van schade geleden of uitgaven gedaan tengevolge van vertraging, hetzij gedurende
de reis, hetzij daarna, zoals bijvoorbeeld oponthoudschade, alsmede elke – welke dan
ook – indirecte schade, zoals bijvoorbeeld verlies door koersverschil, zullen niet
worden toegelaten als avarij-grosse.
-
2. In geen geval worden verliezen, schade of kosten, die verband houden met milieuschade,
in het bijzonder niet de kosten van de verwijdering van dergelijke schade in avarij-grosse
vergoed. Kosten ter voorkoming of ter vermindering van milieuschade worden evenwel
vergoed, indien zij als voorwaarde voor een avarij-grosse-maatregel zijn gemaakt.
Regel V Bewijs
De bewijslast, dat een verlies of een uitgave als avarij-grosse moet worden toegelaten,
drukt op hem, die op dergelijke toelating aanspraak maakt.
Regel VI Vergoedingen-Schip
-
1. Het als avarij-grosse toe te laten bedrag voor materiële schade zal worden vastgelegd
met als basis de in Regel XIII bedoelde expertise.
-
2. Van het als avarij-grosse toe te laten bedrag zal voor verschil tussen nieuw en oud
worden afgetrokken:
1/5 van de vernieuwingen aangebracht aan schepen, motoren, machines of ketels, die
van 1 tot 5 jaar in gebruik zijn;
1/4 van de vernieuwingen aangebracht aan schepen, motoren, machines of ketels, die
van 6 tot 10 jaar in gebruik zijn;
1/3 van de vernieuwingen aangebracht aan schepen, motoren, machines of ketels, die
langer dan 10 jaar in gebruik zijn.
Geen aftrek met betrekking tot ankers en ankerkettingen. Geen aftrek op de kosten
van tijdelijke reparaties, noch op die van vernieuwingen aan schepen, motoren, machines
of ketels, die op de dag van het ongeval nog geen jaar in gebruik waren.
-
3. Sleep- en koppeldraden zullen met hun netto waarde toegelaten worden.
-
4. De aftrek zal slechts worden toegepast op de kosten van het nieuwe materiaal of de
nieuwe delen op het moment dat deze voltooid zijn en gereed om in het schip te worden
aanbracht.
-
5. Wanneer een schip vlot is, zal geen verlies of schade, veroorzaakt door het gebruik
van een of meerdere ankers, als avarij-grosse worden toegelaten.
Regel VII Vergoedingen-Lading
-
1. Het als avarij-grosse toe te laten bedrag voor schade aan of verlies van opgeofferde
lading zal gelijk zijn aan het verlies dat de belanghebbende bij de lading zal hebben
geleden, berekend op de grondslag van de C.I.F.-waarde op de laatste losdag van het
schip of bij het einde van de reis, indien deze eindigt in een andere plaats dan de
oorspronkelijke bestemming.
-
2. Indien het geheel of een gedeelte der aldus beschadigde lading wordt verkocht en omtrent
het bedrag der schade niet op andere wijze overeenstemming is bereikt, zal het als
avarij-grosse toe te laten verlies zijn het verschil tussen de netto-opbrengst van
verkoop en de netto-waarde in gezonde staat, berekend zoals aangegeven in het eerste
lid van deze regel.
Regel VIII Vergoedingen-Vracht
Het als avarij-grosse toe te laten bedrag ter zake van niet betaalde vracht voor opgeofferde
lading zal zijn de verloren gegane bruto vracht.
Regel IX Vergoedingen-Rente
De bedragen, die als avarij-grosse zijn toegelaten, zullen rente dragen berekend van
het moment van hun betaling of van het ogenblik, waarop de rechthebbende het opgeofferde
goed had behoren te ontvangen of werkelijk heeft ontvangen, tot drie maanden na de
datum der dispache. Het rentepercentage wordt jaarlijks door de Raad van Beheer van
de IVR vastgesteld uitgaande van het Euribor-rentepercentage. Dat percentage geldt
dan voor de rente die ontstaat gedurende het volgende kalenderjaar.
Regel X Vergoedingen-Expertisekosten enz.
Eveneens zullen als avarij-grosse worden toegelaten de kosten van expertise en onderzoek,
noodzakelijk voor de opstelling van de dispache, alsmede de kosten en honoraria van
de dispacheur en die van de IVR.
Regel XI Muntsoort
De onkosten zullen worden toegelaten in de muntsoort, waarin zij zijn gemaakt. De
vervoerder zal echter vergoeding krijgen in zijn nationale muntsoort, indien hij in
het compromis te kennen heeft gegeven, dat hij zulks wenst. De vergoedingen met betrekking
tot de lading zullen worden berekend in de muntsoort geldig op de plaats en op het
tijdstip van het einde van de reis. De berekening van de dragende waarden geschiedt
naar de koers geldend op de datum van het einde van de reis.
Regel XII Dragende Waarden
-
1. In beginsel zal de dragende waarde van het schip worden gebaseerd op de waarde daarvan
aan het einde van de reis en in de staat waarin het zich dan bevindt; de verkoopwaarde
zal bij de vaststelling van deze waarde slechts als aanwijzing in beschouwing worden
genomen.
-
2. In beginsel zal de dragende waarde van de lading worden gebaseerd op de C.I.F.-waarde
aan het einde van de reis en in de staat waarin zij zich dan bevindt. De dragende
waarde van gedurende de reis verkochte lading zal zijn de netto-opbrengst, vermeerderd
met het bedrag van eventuele vergoedingen in avarij-grosse.
-
3. Van de op de hierboven aangegeven wijze vastgestelde waarden zullen worden afgetrokken
alle kosten verschuldigd geworden na het voorval, dat aanleiding gaf tot de avarij-grosse,
en vóór het einde van de oorspronkelijke reis. Een ten laste van het schip komende
bijzondere vergoeding ingevolge art. 14 van het Internationale Verdrag inzake Hulpverlening
van 1989 wordt echter niet afgetrokken van de overeenkomstig lid 1 bepaalde waarde.
-
4. Bij de waarden, vastgesteld op de hierboven aangegeven wijze, zullen worden opgeteld
de bedragen toegelaten als avarij-grosse uit hoofde van materiële schade.
-
5. Postzendingen, mondvoorraden, passagiersbagage, zelfs wanneer geregistreerd, en persoonlijke
bezittingen dragen niet bij.
-
6. De vracht, voorzover voor risico van de vervoerder, zal bijdragen met haar bruto-bedrag.
Voorzover onbetaalde vracht als avarij-grosse wordt toegelaten, zal zij over dat toegelaten
bedrag bijdragen.
Regel XIII Expertise
-
1. In alle gevallen, die aanleiding geven tot het vragen van een vergoeding als avarij-grosse
zullen de oorzaak, de aard en het belang van de materiële schade moeten worden vastgesteld
op de volgende wijze:
-
a) wat betreft de lading: door een expertise, gehouden ten spoedigste na de aflevering
van de beschadigde goederen. De belanghebbende bij het schip is te verwittigen, zodat
hij aan de expertise kan deelnemen. Bij gebreke van dergelijke verwittiging of bij
gebreke van een aanvraag tot expertise door deskundigen binnen een termijn van acht
dagen na de aflevering van de goederen wordt, behoudens tegenbewijs, aangenomen, dat
de goederen in goede toestand zijn uitgeleverd.
-
b) wat betreft het schip: door een expertise, gehouden door één of meer experts, zo snel
mogelijk na het ongeval en zo mogelijk voor het begin van een nieuwe reis. De belanghebbenden
bij de lading moeten door een aantekening in het compromis worden gewaarschuwd en
kunnen zich bij de expertise laten vertegenwoordigen.
-
2. Bij tussenkomst van verscheidene deskundigen en verschil van mening tussen hen zal
nog een deskundige, wiens beslissing bindend zal zijn, moeten worden aangewezen door
de Voorzitter van de Avarij-Commissie van de IVR.
Regel XIV Verplichting tot het Verschaffen van de Vereiste Inlichtingen
De belanghebbenden bij de avarij-grosse zullen aan de dispacheur iedere inlichting
en alle dokumenten, die hij vraagt voor de opstelling van de dispache, verschaffen
uiterlijk binnen 6 maanden nadat de dispacheur deze heeft opgevraagd. Wanneer zij
deze verplichting niet nakomen zal de dispacheur zich de noodzakelijke inlichtingen
verschaffen en zal, behoudens tegenbewijs, haar juistheid worden aangehouden.
Regel XV Opstelling van de Dispache
De schipper heeft het recht en is, wanneer één der belanghebbenden zulks eist, verplicht
de dispache te doen opstellen door een erkende dispacheur.
Regel XVI Betwisting van de Dispache
Alle dispaches kunnen met de daartoe noodzakelijke documenten aan de contrôle van
de IVR worden onderworpen, zonder dat hieruit enige afstand van betrokkenen van enig
recht een rechterlijke of scheidsrechterlijke beslissing uit te lokken, voortvloeit.
Regel XVII Behandeling van Depôts in Geld en Garanties
Indien depôts in geld zullen zijn geïncasseerd tot de zekerheid van de verplichting
van de lading tot het bijdragen in avarij-grosse zullen die depôts zonder enig verwijl
op een afzonderlijke rekening moeten worden geplaatst ten gezamenlijke name van de
dispacheur en de IVR bij een in het compromis (Revers) aangegeven bank.
Het aldus gedeponeerde bedrag, vermeerderd met de eventueel bijgeschreven rente, zal
worden gehouden als zekerheid voor de betaling aan de daartoe gerechtigden van de
avarij-grosse of bijzondere kosten verschuldigd door de lading, waarvoor de zekerheid
werd gesteld.
Betalingen op rekening of terugbetalingen van depots mogen geschieden indien schriftelijk
toegestaan door de dispacheur en de IVR.
Deze depôts, betalingen of terugstortingen zullen op de uiteindelijke aansprakelijkheid
van partijen niet van invloed zijn.
De aldus gedeponeerde bedragen zullen rente dragen op de voet van het in Regel IX
genoemde percentage, welke rente als avarij-grosse zal worden toegelaten; de gekweekte
bankrente zal aan de avarij-grosse worden gecrediteerd.
Eveneens zullen als avarij-grosse worden toegelaten de onkosten, gevallen op de waarborgen,
verstrekt voor de afwikkeling van de dispache of voor de voldoening van verplichtingen
jegens bergers en anderen.
De betalingen op rekening, verricht op deze garanties, zullen eveneens rente dragen
op de voet van het volgens Regel IX geldende percentage, welke rente als avarij-grosse
zal worden toegelaten.
Regel XVIII Vrijwillige Stranding
De schaden en kosten van een vrijwillige stranding, zelfs wanneer deze een avarij-grosse-handeling
oplevert, zullen slechts voor toelating als avarij-grosse in aanmerking komen, wanneer
het schip nadien zal zijn vlotgebracht en redelijkerwijs te repareren zal blijken
te zijn.
Regel XIX Voortbrenging van een Gezonken Schip
Wanneer het schip gezonken is (zonder dat dit ter redding van schip en lading is veroorzaakt)
behoren weliswaar niet de door het ongeval veroorzaakte schaden, doch wel de kosten
gemaakt om door eenzelfde maatregel schip en lading te lichten, alsmede de tot dit
doel aan schip en/of lading opzettelijk toegebrachte schaden tot de avarij-grosse.
Regel XX Tornen, enz.
-
1. In het geval van tornen op een gestrand schip, wanneer dit een avarij-grosse-handeling
oplevert, zal het bedrag van de vergoeding, betaald aan de hulpverlener, als avarij-grosse
worden toegelaten, doch dit bedrag zal slechts uit de volgende onderdelen worden samengesteld:
-
a) De vergoeding voor het varen naar de plaats van het ongeval, het oponthoud en de hulpverlening
aldaar, alsmede het terugvaren.
-
b) De waarde van het verloren gegane materiaal en/of de kosten van het herstel van de
schaden, geleden door de hulpverlener gedurende de eigenlijke vlotbrengingspogingen.
Deze beginnen, bijzondere omstandigheden voorbehouden, op het ogenblik, dat de sleepdraad
wordt overgegeven en eindigen op het ogenblik, dat deze is of kon zijn losgemaakt.
Als bijzondere omstandigheid zal bijvoorbeeld worden beschouwd, dat het hulpverlenende
schip zich – vóór het overgeven of na het losgooien van de sleepdraad – in onmiddellijk
verband met de hulpverlening in de gevarenzone bevindt.
-
c) De vergoeding voor schade door oponthoud, doch uitsluitend voor de periode, dat het
hulpverlenende vaartuig uit de vaart is gedurende de vervangings- of herstelwerkzaamheden,
hierboven bedoeld.
-
d) De materiële schade aan derden gedurende het tornen toegebracht, oponthoudschade inbegrepen,
voorzover als de hulpverlener aan wettelijk gegronde aanspraken tot vergoeding gevolg
heeft moeten geven.
-
2. In het geval van tussenkomst van een duwboot vinden bovengenoemde bepalingen overeenkomstige
toepassing.
Regel XXI Lichten
-
1. Wanneer het op de wal opslaan of het overslaan van de gehele lading of een gedeelte
daarvan een avarij-grosse-handeling oplevert, zullen als avarij-grosse slechts worden
toegelaten:
-
a) de kosten, veroorzaakt door de lossing, de opslag in lichters of op de wal en het
weer aan boord nemen van de aldus geloste lading.
-
b) de waarde van het verloren gegane materiaal en/of de kosten van het herstel van de
schaden, geleden door deze lichters gedurende het lichten.
-
c) de vergoeding voor schade door oponthoud, doch uitsluitend voor de periode, dat de
lichter uit de vaart is gedurende de vervangings- of herstelwerkzaamheden, hierboven
bedoeld.
-
d) de schaden geleden door het schip, waaraan hulp is verleend, gedurende deze handelingen.
-
e) de verliezen en schaden geleden door de aldus geloste lading, zowel die geleden door
manipulaties, als die geleden gedurende de opslag op de wal of in de lichters.
-
f) de premie voor een eventueel gesloten verzekering.
-
2. Wanneer het schip gedurende het normale verloop van de reis gelicht is, is er geen
avarijgrosse.
Regel XXII Overwintering
Wanneer, ingevolge de vorst, de schipper gedwongen wordt in een tussenhaven te vluchten,
zullen slechts de kosten van in- en uitlopen, de sleeplonen, de havengelden en de
voor bewaking van het beladen schip noodzakelijk geworden kosten als avarij-grosse
worden toegelaten, alsook de kosten van het lichten en de door het lichten ontstane
schade, indien voor het lichten van het schip de lading geheel of gedeeltelijk in
lichters moet worden overgeladen.
Regel XXIII Bepalingen geldend voor de Regels XX, XXI en XXII
-
1. Niettegenstaande de beperkende bepalingen in de hierboven genoemde Regels, zullen
de door rechterlijke of scheidsrechterlijke uitspraken vastgestelde vergoedingen als
avarij-grosse toegelaten worden.
-
2. Alle bepalingen in deze zelfde Regels gegeven, evenals die omschreven in het eerste
lid van de onderhavige Regel, gelden zonder beperking, zelfs wanneer het hulpverlenende
en het geholpen schip aan dezelfde reder of eigenaar toebehoren of onder hetzelfde
beheer staan.
-
3. De vergoedingen, in deze Regels genoemd, omvatten uitsluitend de verliezen en schaden,
die de onmiddellijke gevolgen zijn van de hulpverlening, het lichten of slepen.
-
4. De avarij-grosse vergoedingen zullen mede hulploon omvatten bij de vaststelling waarvan
rekening is gehouden met de vakkundigheid en inspanningen van de hulpverleners, betoond
bij het voorkomen of beperken van schade aan het milieu, als bedoeld in art. 13 lid
1(b) van het Internationaal Verdrag Inzake Hulpverlening normalisation "Duizendtallen
signaleren" 1989. Een bijzondere vergoeding, die door de reder ingevolge art.14 van
genoemd verdrag, zoals nader bepaald in lid 4 van dat artikel, of ingevolge enige
andere naar inhoud overeenkomstige bepaling, aan de hulpverlener verschuldigd is,
zal niet in avarij-grosse worden toegelaten.
Regel XXIV Noodhaven
-
1. Wanneer, buiten het geval van Regel XXII de schipper bij wijze van avarij-grosse-handeling
een haven aanloopt en/of daar verblijft, zullen uitsluitend de kosten van in- en uitlopen,
sleeploon, havengelden en bewakingskosten voor het beladen schip als avarij-grosse
worden toegelaten.
-
2. De omstandigheid echter, dat een schip met het oog op laag water een haven aanloopt
en/of daar verblijft zal geen grond opleveren tot enige toelating als avarij-grosse.
Regel XXV Samenstel
-
1. Als samenstel in de betekenis van deze Regel wordt een groep van vaartuigen beschouwd,
die zodanig met elkaar verbonden zijn, dat elk vaartuig voor zich geen eigen bewegingsvrijheid
heeft.
-
2. Wanneer maatregelen worden genomen om een vaartuig en/of enige of alle vaartuigen
van dit samenstel en hun lading uit een gemeenschappelijk gevaar te redden worden
de Regels I tot en met XXIV overeenkomstig toegepast. Een vaartuig van een samenstel
is met een ander vaartuig van dit samenstel niet in een gemeenschappelijk gevaar,
wanneer het door het enkele verbreken van de verbinding met dit andere vaartuig in
veiligheid kan worden gebracht.
-
3. In het geval van een gemeenschappelijk gevaar gelden de Regels I tot en met XXIV zowel
ten gunste als ten laste van de belanghebbenden bij de vaartuigen van het samenstel
en hun ladingen.
-
4. Voor de berekening van dragende waarden en vergoedingen worden de vaartuigen geacht
»het schip» en de gehele in de vaartuigen vervoerde lading »de lading» te zijn, zoals
deze woorden in de Regels I tot en met XXIV zijn gebruikt.
Regel XXVI Vervoermiddelen, Containers, Laadborden en Soortgelijk vervoergerei
-
1. Telkens wanneer in de voorgaande Regels sprake is van »lading» wordt daaronder tevens
verstaan vervoermiddelen, containers, laadborden of soortgelijk vervoergerei, bestemd
om goederen bijeen te brengen, onverschillig aan wie dit toebehoort.
-
2. In plaats van op de in de Regels VII en XII genoemde C.I.F.- waarde zullen vergoedingen
en dragende waarden van het in het eerste lid genoemde vervoergerei gebaseerd worden
op de werkelijke waarde daarvan op de laatste losdag van het schip of bij het einde
van de reis, indien deze eindigt in een andere plaats dan de oorspronkelijke eindbestemming.
-
4. Ingeval een expertise, als bedoeld in Regel XIII lid 1 onder a, vervoergerei als genoemd
in het eerste lid betreft, zijn zowel de belanghebbenden bij het schip als de belanghebbenden
bij dit vervoergerei en bij de overige lading te verwittigen zodat zij aan de expertise
kunnen deelnemen en gelden tevens de overige bepalingen van Regel XIII.