Tijdelijk experimentenbesluit nieuwe stembiljetten

[Regeling vervalt per 01-10-2032.]
Geraadpleegd op 28-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 25-06-2024 en zichtdatum 25-06-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Besluit van 30 oktober 2023, houdende tijdelijke regels voor experimenten met nieuwe stembiljetten (Tijdelijk experimentenbesluit nieuwe stembiljetten)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 17 juli 2023, nr. 2023-0000360559;

Gelet op artikel 3, tweede lid, artikel 4, derde lid, en artikel 16 van de Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 14 september 2023, nr. W04.23.00209/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 30 oktober 2023, nr. 2023-0000592650;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 2. Het stembiljet

Artikel 3. Het model stembiljet bij het experiment

  • 1 Bij een experiment wordt een model stembiljet gebruikt, op basis waarvan een kiezer stemt door op het stembiljet eerst de lijst te kiezen waartoe de kandidaat van zijn keuze behoort, en vervolgens het nummer van de kandidaat van zijn keuze op die lijst te kiezen.

  • 2 Bij een verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in plaats van «de kiezer» wordt gelezen: het statenlid of het kiescollegelid.

  • 3 Bij ministeriële regeling wordt een model vastgesteld voor het stembiljet, bedoeld in het eerste lid.

Hoofdstuk 3. Experiment met een nieuw stembiljet

Artikel 4. Het aantal stembureauleden

Onverminderd het bepaalde krachtens artikel E 3, derde lid, van de Kieswet en in afwijking van artikel J 12, eerste lid, van de Kieswet, zijn gedurende de stemming steeds ten minste vier leden van het stembureau aanwezig.

Artikel 5. De stemhokjes

  • 1 In elk stemhokje is een overzicht van de kandidaten, geordend per lijst beschikbaar. Bij ministeriële regeling wordt voor dit overzicht een model vastgesteld.

Artikel 6. Inrichting van het stemlokaal

In afwijking van artikel J 19 van de Kieswet kunnen bij ministeriële regeling nadere regels worden gesteld betreffende de inrichting van het stemlokaal.

Artikel 7. Het uitbrengen van de stem

In afwijking van artikel J 26, eerste lid, van de Kieswet stemt een kiezer door op het stembiljet:

  • 1°. een wit stipje, geplaatst vóór de lijst waartoe de kandidaat van zijn keuze behoort, rood te maken; en vervolgens

  • 2°. een wit stipje, geplaatst vóór het nummer van de kandidaat van zijn keuze op die lijst, rood te maken.

Artikel 8. Vergissen bij het invullen van het stembiljet

In afwijking van artikel J 27, eerste lid, tweede volzin, van de Kieswet, verstrekt de voorzitter de kiezer op zijn verzoek ten hoogste tweemaal een nieuw biljet.

Artikel 9. Het beoordelen van de stem

  • 2 Ongeldig is de stem uitgebracht op een ander stembiljet dan het stembiljet dat krachtens dit besluit mag worden gebruikt.

  • 3 Voorts is ongeldig de stem die niet als blanco wordt aangemerkt, maar waarbij de kiezer op het stembiljet niet, door het geheel of gedeeltelijk rood maken van zowel het witte stipje, geplaatst vóór een lijst, als het witte stipje, geplaatst vóór het nummer van een kandidaat op die lijst, op ondubbelzinnige wijze heeft kenbaar gemaakt op welke kandidaat hij zijn stem uitbrengt, of waarbij op het stembiljet bijvoegingen zijn geplaatst waardoor de kiezer kan worden geïdentificeerd.

  • 4 Onverminderd het derde lid geldt een stem als uitgebracht op de eerste kandidaat van een lijst indien:

    • a. de kiezer wél het witte stipje, geplaatst vóór een lijst, geheel of gedeeltelijk rood heeft gemaakt, maar geen wit stipje, geplaatst vóór een kandidaatsnummer, geheel of gedeeltelijk rood heeft gemaakt; en

    • b. ondubbelzinnig blijkt dat de kiezer niet op een andere kandidaat heeft willen stemmen.

Artikel 10. Opmaken proces-verbaal

  • 1 Het stembureau maakt in het proces-verbaal aantekening van de reden of redenen van ongeldigheid van een uitgebrachte stem.

Artikel 11. Controle processen-verbaal door gemeentelijk stembureau

  • 1 In afwijking van artikel Na 13 van de Kieswet vindt de nieuwe stemopneming plaats met inachtneming van hetgeen bij of krachtens de Kieswet is bepaald ten aanzien van de stemopneming door een stembureau voor zover daarvan niet bij dit besluit wordt afgeweken.

Artikel 12. Centrale stemopneming

Artikel 13. Proces-verbaal gemeentelijk stembureau

Bij ministeriële regeling kan voor het proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau een model vastgesteld worden dat afwijkt van het krachtens artikel Na 31, derde lid, van de Kieswet vastgestelde model.

Artikel 14. Een nieuwe opneming van stembiljetten

Indien op grond van de artikelen P 1e, eerste lid, P 21, eerste lid, of V 4a, eerste lid, van de Kieswet wordt overgegaan tot een nieuwe opneming van de stembiljetten als bedoeld in artikel 3, vindt de beoordeling van de stembiljetten plaats met toepassing van artikel 9.

Artikel 15. Het experiment bij de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten Generaal

  • 1 Dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen zijn van overeenkomstige toepassing op de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, met dien verstande dat in plaats van «de kiezer» wordt gelezen: het statenlid.

  • 4 Onverminderd artikel Ya 30, derde lid, van de Kieswet vindt de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer door de leden van de kiescolleges in Bonaire, Sint Eustatius en Saba plaats overeenkomstig het bepaalde in het eerste tot en met derde lid, met dien verstande dat in plaats van «het statenlid» wordt gelezen: het kiescollegelid.

Artikel 16. Het experiment bij de verkiezing van de leden van het Europees Parlement

Dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen zijn in aanvulling op artikel Y 2 van de Kieswet van overeenkomstige toepassing op de verkiezing van de Nederlandse leden van het Europees Parlement.

Artikel 17. Logo’s

  • 1 Bij ministeriële regeling wordt een model vastgesteld voor het verzoek om registratie van een logo.

  • 2 Op het stembiljet en het overzicht van de kandidaten wordt het logo van een politieke groepering geplaatst, indien:

    • a. dat logo is geregistreerd; en

    • b. de aanduiding van die groepering boven een lijst is geplaatst.

  • 3 Op het stembiljet en het overzicht van de kandidaten worden de logo’s van twee of meer politieke groeperingen gezamenlijk geplaatst, indien:

    • a. die logo’s zijn geregistreerd; en

    • b. boven een lijst een aanduiding staat, gevormd door samenvoeging van geregistreerde aanduidingen of afkortingen daarvan, van deze politieke groeperingen.

  • 4 Indien op het stembiljet en het overzicht van de kandidaten een aanduiding staat, gevormd door samenvoeging van geregistreerde aanduidingen of afkortingen van twee of meer politieke groeperingen, en niet door al deze politieke groeperingen een logo is geregistreerd, worden bij deze lijst geen logo’s op het stembiljet en het overzicht van de kandidaten geplaatst.

Hoofdstuk 4. Overige bepalingen

Artikel 18. Evaluatie

  • 1 Onder verantwoordelijkheid van Onze Minister vindt een evaluatie plaats van elk experiment.

  • 2 De evaluatie heeft tot doel inzicht te verkrijgen in de volgende aspecten:

    • a. het aantal ongeldige stemmen en de redenen hiervoor;

    • b. de wijze waarop de kiezer zijn stemvoorkeur tot uitdrukking brengt;

    • c. de wijze waarop de kiezer zijn keuze bepaalt voor een kandidaat van een lijst met behulp van het overzicht van de kandidatenlijsten;

    • d. de waardering van de kiezer omtrent het gemak van het gebruik van het stembiljet in het stemhokje;

    • e. de waardering van de kiezer voor het gebruik van het overzicht van de kandidatenlijsten;

    • f. de perceptie van de kiezer over de waarborging van zijn stemgeheim;

    • g. of en in welke mate het tellen van de stembiljetten is versneld;

    • h. of en in welke mate de stembureauleden het tellen van de nieuwe stembiljetten eenvoudiger vinden dan het tellen van de huidige stembiljetten;

    • i. de tijd die de kiezer nodig heeft om in het stemhokje zijn keuze te bepalen;

    • j. hoe vaak de kiezer zich vergist en om een nieuw stembiljet verzoekt;

    • k. de waardering van de kiezer voor de uitleg, de oefenvoorziening en het oefenmateriaal; en

    • l. de waardering van de stembureauleden voor het instructiemateriaal.

  • 3 Bij de evaluatie worden tevens de volgende aspecten in beeld gebracht:

    • a. de omstandigheden waaronder het experiment heeft plaatsgevonden;

    • b. de kosten van het experiment; en

    • c. de organisatorische consequenties voor het verkiezingsproces van het gebruik van het nieuwe stembiljet.

  • 4 De evaluatie bevat conclusies omtrent de voortzetting van het experiment.

Artikel 19. Inwerkingtreding en verval

  • 1 Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

  • 2 Dit besluit vervalt met ingang van de dag dat de Experimentenwet vervalt.

Artikel 20. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijk experimentenbesluit nieuwe stembiljetten.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 30 oktober 2023

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

H.M. de Jonge

Uitgegeven de zesde november 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven