|
X
|
1.
|
Classificatie van gevaarlijke stoffen
|
1.1
|
Stof of voorwerp beoordelen aan de hand van indelingscriteria
|
1.1.1
|
Kan beoordelen of producten ingedeeld moeten worden als gevaarlijke stoffen
|
B
|
1.1.2
|
Kan beoordelen of een product onder alle omstandigheden niet door de lucht vervoerd
mag worden
|
B
|
1.2
|
Omschrijving van gevaarlijke stoffen bepalen
|
1.2.1
|
Kan de klasse of divisie van een gevaarlijke stof vaststellen
|
R
|
1.2.2
|
Kan de verpakkingsgroep van een gevaarlijke stof vaststellen
|
R
|
1.2.3
|
Kan de vervoersnaam en het UN-nummer van een gevaarlijke stof vaststellen
|
R
|
1.2.4
|
Kan vaststellen of vervoer door de lucht verboden is, tenzij goedkeuring of ontheffing
wordt verleend
|
R
|
1.3
|
Bijzondere bepalingen bekijken
|
1.3.1
|
Kan uiteenzetten of bijzondere bepaling(en) van toepassing zijn
|
B
|
1.3.2
|
Kan de voorschriften uit bijzondere bepaling(en) interpreteren
|
B
|
2.
|
Verzending van gevaarlijke stoffen voorbereiden
|
2.1
|
Beoordeel verpakkingsopties, inclusief beperkingen met betrekking tot de hoeveelheden
|
2.1.1
|
Kan beoordelen welke beperkingen voor het vervoer van toepassing zijn (‘de minimis’
hoeveelheden, vrijgestelde hoeveelheden, gelimiteerde hoeveelheden, passagiersvliegtuig,
enkel vrachtvliegtuig, bijzondere bepalingen, gevaarlijke stoffen per post)
|
B
|
2.1.2
|
Kan de door Staten en vervoerders opgelegde beperkingen interpreteren en toepassen
|
B
|
2.1.3
|
Kan uiteenzetten of gezamenlijke verpakking (all-packed-in-one) kan worden gebruikt
|
B
|
2.1.4
|
Kan op basis van de geldende beperkingen en variaties of uitzonderingen vaststellen
hoe gevaarlijke stoffen verzonden kunnen worden
|
R
|
2.1.5
|
Kan de voorschriften voor het vervoer van luchtvracht met andere vervoersmodaliteiten
toepassen
|
R
|
|
2.2
|
Verpakkingsvereisten toepassen
|
|
2.2.1
|
Kan de beperkingen van de voorgeschreven verpakkingsinstructie noemen/identificeren
|
F
|
|
2.2.2
|
Kan uiteenzetten welke verpakkingsmaterialen gebruikt moeten worden (absorberend,
stootbrekend/dempend, etc.)
|
B
|
|
2.2.3
|
Kan een collo met gevarengoed gereed maken voor vervoer door de lucht
|
R
|
|
2.2.4
|
Kan de voorwaarden uit het testrapport van de gebruikte UN geteste verpakking interpreteren
en toepassen
|
R
|
|
2.3
|
Kenmerken en etiketten aanbrengen
|
|
2.3.1
|
Kan bepalen welke kenmerken op een verpakking met gevarengoed moeten worden aangebracht
|
R
|
|
2.3.2
|
Kan de vereiste kenmerken op een verpakking met gevarengoed aanbrengen
|
R
|
|
2.3.3
|
Kan bepalen welke etiketten op een verpakking met gevarengoed moeten worden aangebracht
|
R
|
|
2.3.4
|
Kan de vereiste etiketten op een verpakking met gevarengoed aanbrengen
|
R
|
|
2.4
|
Gebruik van een oververpakking beoordelen
|
|
2.4.1
|
Kan vaststellen of gebruik gemaakt kan worden van een oververpakking
|
R
|
|
2.4.2
|
Kan de juiste kenmerken aanbrengen op een oververpakking met gevarengoed
|
R
|
|
2.4.3
|
Kan de juiste etiketten aanbrengen op een oververpakking met gevarengoed
|
R
|
|
2.5
|
Documentatie voorbereiden
|
|
2.5.1
|
Kan de Shipper’s Declaration/ vervoersdocument gevaarlijke stoffen invullen voor een zending gevarengoed
|
R
|
|
2.5.2
|
Kan de informatie met betrekking tot gevaarlijke stoffen invullen en controleren op
de Air Waybill/ Luchtvrachtbrief
|
R
|
|
2.5.3
|
Kan eventueel vereiste andere documenten toevoegen (goedkeuringen/ontheffingen enz.)
|
B
|
|
2.5.4
|
Heeft kennis van de voorwaarden voor het bewaren van documenten
|
F
|
7.
|
Melden veiligheidsgerelateerde voorvallen
|
7.1
|
Kent de procedures om een ongeval met gevaarlijke stoffen te melden
|
F
|
7.2
|
Kent de procedures om een incident met gevaarlijke stoffen te melden
|
F
|
7.3
|
Kent de procedures om niet-aangegeven/verkeerd aangegeven gevaarlijke stoffen te melden
|
F
|
7.4
|
Kent de procedures om een voorval met gevaarlijke stoffen te melden
|
F
|