Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het programmadirectoraat-generaal [...] van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2022

Geraadpleegd op 17-08-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2023 en zichtdatum 14-07-2024.
Geldend van 23-09-2022 t/m 31-12-2023

Besluit van de programmadirecteur-generaal van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat van 22 juli 2022, nr. WJZ/ 22104493, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging voor het programmadirectoraat-generaal Groningen en Ondergrond van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het programmadirectoraat-generaal Groningen en Ondergrond van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2022)

De programmadirecteur-generaal Groningen en Ondergrond van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 19 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZK 2019;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • de directeur-generaal: de programmadirecteur-generaal Groningen en Ondergrond van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

  • de directeuren: de directeur en de programmadirecteuren van het programmadirectoraat-generaal Groningen en Ondergrond van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

  • de MT-leden van een directie: de leden van het managementteam van een directie van het programmadirectoraat-generaal Groningen en Ondergrond van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat met uitzondering van de programmadirecteur;

  • het bedrag: het bedrag inclusief de verschuldigde omzetbelasting (BTW).

§ 2. Taakverdeling tussen de directeur-generaal en de directeuren

Artikel 2

Aan de directeur-generaal is voorbehouden: het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling betreffende de volgende aangelegenheden:

  • a. onderwerpen die twee of meer directies van het dienstonderdeel raken, tenzij daarover tussen de betrokken directeuren overeenstemming bestaat;

  • b. aangelegenheden op het werkterrein van een directeur:

    • 1°. ten aanzien waarvan de directeur-generaal in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

    • 2°. die door een directeur aan de directeur-generaal ter afhandeling worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de directeur-generaal door een andere directeur moeten worden behandeld.

Artikel 3

  • 1 Aan de directeuren wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 1.000.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2 Aan de directeuren wordt tevens, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings-, en ouderschapsverlof;

    • c. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • d. het aangaan van verplichtingen inzake de opleiding van personeel;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen en buiten de Europese Unie.

Artikel 4

  • 1 Aan de MT-leden van een directie wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 50.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2 Aan de MT-leden van een directie wordt voorts, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings-, en ouderschapsverlof;

    • c. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • d. het aangaan van verplichtingen inzake de opleiding van personeel;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen de Europese Unie.

§ 3. Vervanging

Artikel 5

  • 1 De uit dit besluit voor de directeuren voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op hun plaatsvervanger. Bij afwezigheid van zowel de directeur als zijn plaatsvervanger gaan de uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden over op een door de directeur aangewezen lid van het betrokken managementteam.

  • 2 De uit dit besluit voor een MT-lid voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op diens plaatsvervanger.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2022.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het programmadirectoraat-generaal Groningen en Ondergrond van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2022.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 22 juli 2022

E.W.E. Pijs

programmadirecteur-generaal Groningen en Ondergrond

Naar boven