Aan de Directeur-Generaal van de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt mandaat, volmacht
en machtiging verleend om de volgende bevoegdheden uit te oefenen die verband houden
met de inburgering in Nederland:
-
a. het afgeven van een kennisgeving aan de inburgeringsplichtige van de in artikel 3 van de Wet inburgering 2021 bedoelde inburgeringsplicht en het afgeven van een kennisgeving aan de inburgeringsplichtige
van de in artikel 11 van de Wet inburgering 2021 bedoelde inburgeringstermijn;
-
b. het verlenen van een gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de inburgeringsplicht,
als bedoeld in artikel 4, eerste lid, en artikel 7, derde lid, van de Wet inburgering 2021;
-
c. het innen van het in artikel 2.3, derde lid, van de Regeling inburgering 2021 vermelde bedrag voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot vrijstelling;
-
d. het aanwijzen van een onafhankelijke arts, die een deskundigenverklaring afgeeft over
ontheffing van de inburgeringsplicht op grond van een psychische of lichamelijke belemmering
dan wel een verstandelijke beperking, als bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, van het Besluit inburgering 2021;
-
e. het verlenen van een gehele of gedeeltelijke ontheffing van de inburgeringsplicht
op grond van een psychische of lichamelijke belemmering dan wel een verstandelijke
beperking, als bedoeld in artikel 2.7 van het Besluit inburgering 2021;
-
f. het innen en het terugbetalen van het bedrag dat verschuldigd is voor het onderzoek
ten behoeve van het opstellen van een deskundigenverklaring, als bedoeld in artikel 2.7 van de Regeling inburgering 2021;
-
g. het verlenen van een gehele ontheffing van de inburgeringsplicht op grond van bijzondere
individuele omstandigheden, als bedoeld in artikel 2.8 van het Besluit inburgering 2021;
-
h. het afnemen van het inburgeringsexamen, als bedoeld in artikel 3.5, derde lid, van het Besluit inburgering 2021;
-
i. het schriftelijk bevestigen van de aanmelding van degene die wenst te worden toegelaten
tot de examens, als bedoeld in artikel 3.6, tweede lid, van het Besluit inburgering 2021;
-
j. het besluiten tot en het uitvoeren van het onder aangepaste omstandigheden afnemen
van de examens, als bedoeld in artikel 2.7, vierde lid, en artikel 3.9, eerste lid, van het Besluit inburgering 2021;
-
k. het beheren van een geautomatiseerd systeem voor het afleggen en beoordelen van de
examens, als bedoeld in artikel 3.7, eerste en derde lid, en artikel 3.8, eerste, tweede en vierde lid, van de Regeling inburgering 2021;
-
l. het aanwijzen van beoordelaars van examenonderdelen, als bedoeld in artikel 3.8, tweede en derde lid, van de Regeling inburgering 2021;
-
m. het innen van het in artikel 3.4 van de Regeling inburgering 2021 vermelde examengeld;
-
n. het ongeldig verklaren van het examen, het bepalen dat het examen(onderdeel) opnieuw
moet worden afgelegd en het intrekken van het inburgeringsdiploma, als bedoeld in
artikel 3.10 van het Besluit inburgering 2021;
-
o. het vaststellen van een examenreglement, als bedoeld in artikel 3.10, eerste lid, van de Regeling inburgering 2021;
-
p. het ondertekenen en verstrekken van het inburgeringsdiploma, het inburgeringscertificaat
en duplicaten daarvan, als bedoeld in de artikelen 3.15, tweede, derde en vierde lid, en 3.16, tweede, derde en vierde lid, van het Besluit inburgering 2021;
-
q. het verlengen van de inburgeringstermijn als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Wet inburgering 2021;
-
r. het vaststellen, verstrekken en uitbetalen van een lening, als bedoeld in de artikelen 6.2, 6.3 en 6.5 van het Besluit inburgering 2021;
-
s. het vaststellen van een rentepercentage, als bedoeld in artikel 6.6 van het Besluit inburgering 2021;
-
t. het vaststellen van het termijnbedrag en de terugbetalingsperiode, als bedoeld in
artikel 6.9 van het Besluit inburgering 2021 en het innen van het termijnbedrag;
-
u. het vaststellen van de draagkracht, als bedoeld in artikel 6.12 van het Besluit inburgering 2021;
-
v. het invorderen bij dwangbevel van het terug te betalen bedrag, als bedoeld in artikel 21, vierde lid, van de Wet inburgering 2021;
-
w. het opleggen van een bestuurlijke boete en het stellen van een nieuwe termijn, als
bedoeld in de artikelen 24 en 25 van de Wet inburgering 2021;
-
x. het beheren en verwerken van gegevens, als bedoeld in de artikelen 9.1, tweede, derde, vierde en vijfde lid, 9.2, tweede, vijfde en zesde lid, 9.3, tweede en derde lid, 9.4, tweede lid, 9.5, tweede, derde, vierde en vijfde lid, 9.6, vierde, vijfde, zesde en zevende lid, 9.7, 9.8 en 9.9 van het Besluit inburgering 2021;
-
y. het verstrekken van gegevens ten behoeve van statistiek, monitoring en evaluatie als
bedoeld in artikel 9.1, tweede lid, van de Regeling inburgering 2021.