Regeling Samen Cultuurmaken 2022–2024

[Regeling vervalt per 01-01-2027.]
Geraadpleegd op 13-08-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 05-04-2022 en zichtdatum 05-04-2022.
Geldend van 08-03-2022 t/m 07-11-2022

Regeling Samen Cultuurmaken 2022–2024

Het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie,

gelet op artikel 10, vierde lid, van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

gelet op artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op het Algemeen Subsidiereglement van het Fonds voor Cultuurparticipatie 2021;

met goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 10 februari 2022;

besluit:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Gebruikte begrippen

In deze regeling worden onderstaande begrippen gebruikt.

  • a. Fonds: Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie.

  • b. Activiteit: project, verkenning, onderzoek, experiment, plan of ander initiatief met een inhoudelijk uitgangspunt dat voldoet aan het doel van de regeling.

  • c. Adviescommissie: een interne of externe adviescommissie zoals bedoeld in het Huishoudelijk Reglement van Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie.

  • d. Algemeen Subsidiereglement: Algemeen Subsidiereglement Fonds voor Cultuurparticipatie 2021.

  • e. Caribisch deel van het Koninkrijk: de landen Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de drie openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • f. CET: Central European Time, of Midden-Europese Tijd.

  • g. Culturele Codes: de Code Diversiteit en Inclusie, de Fair Practice Code en de Governance Code Cultuur.

  • h. Culturele instelling: stichting of vereniging zonder commercieel winstoogmerk, die zich inzet voor cultuurparticipatie of -educatie, gehuisvest in het Koninkrijk der Nederlanden.

  • i. Cultuurmaker: persoon die aan cultuurparticipatie doet.

  • j. Cultuurparticipatie: het actief in de vrije tijd beoefenen van kunstzinnige of erfgoedactiviteiten.

  • k. Europees Nederland: Nederland, zonder de drie openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en zonder de landen van het Koninkrijk in het Caribisch gebied.

  • l. Koninkrijk der Nederlanden: Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • m. Materiaalkosten: kosten voor aanschaf van materialen zonder welke het project niet kan worden uitgevoerd.

  • n. Materiële investeringen: aanschaf van materialen voor een project die aanvrager na dat project nog langere tijd kan gebruiken.

  • o. Onderwijsinstelling: een instelling zonder commercieel winstoogmerk verantwoordelijk voor het bieden van primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, hoger onderwijs en wetenschappelijk onderwijs.

  • p. Professional in het cultureel domein: natuurlijk persoon die zelfstandig professioneel actief is op het gebied van cultuurparticipatie of -educatie.

  • q. Professional in het sociaal domein: persoon die zelfstandig professioneel actief is in het sociaal domein.

  • r. Sociale instelling: een instelling met rechtspersoonlijkheid zonder commercieel winstoogmerk in het domein zorg, welzijn, leefbaarheid, werk, maatschappelijke ondersteuning, participatie en integratie, zelfredzaamheid, speciaal onderwijs, jeugdzorg, eerstelijnszorg, ouderenzorg, GGZ en alle daaraan verwante taken, waaronder naar gemeenten gedecentraliseerd beleid.

Artikel 1.2. Doel van de regeling

Doel van deze regeling is het stimuleren van cultuurparticipatie door mensen voor wie in de huidige samenleving cultuurparticipatie niet vanzelfsprekend is. Dit doet het Fonds door het mede mogelijk maken van activiteiten, waarbij het cultureel en het sociaal domein en cultuurmakers samenwerken aan cultuur voor iedereen.

Artikel 1.3. Indeling van de regeling

Deze regeling kent twee sporen en de mogelijkheid van de Open Oproep waarbinnen een subsidieaanvraag kan worden ingediend:

Artikel 1.4. Wie kan aanvragen

  • 1 Subsidie kan worden aangevraagd door een in het Koninkrijk der Nederlanden gevestigde:

    • a. culturele instelling die bij de aangevraagde activiteiten samenwerkt met een instelling of professional in het sociaal domein;

    • b. instelling in het sociaal domein die bij de aangevraagde activiteiten samenwerkt met een cultureel professional of een culturele instelling;

    • c. professional in het cultureel domein die bij de aangevraagde activiteiten samenwerkt met een instelling of professional in het sociaal domein; of

    • d. professional in het sociaal domein die bij de aangevraagde activiteiten samenwerkt met een culturele instelling of een cultureel professional.

  • 2 In aanvulling op het eerste lid worden als samenwerkingspartners ook erkend:

    • a. zelforganisaties zonder rechtspersoonlijkheid in het cultureel of sociaal domein; of

    • b. onderwijsinstellingen die samenwerken met een culturele instelling, met een instelling in het sociaal domein, of met een professional in het cultureel of sociaal domein; dit geldt alleen voor naschoolse activiteiten, tenzij het Fonds een uitzondering toestaat voor onderwijsinstellingen waar binnen- en naschoolse activiteiten door elkaar heen plaatsvinden.

  • 3 Instellingen met een provinciale, door de overheid gefinancierde opdracht om het culturele veld te ondersteunen kunnen geen subsidie aanvragen. Zij kunnen wel samenwerkingspartner zijn mits hun werkzaamheden niet worden gefinancierd vanuit de subsidieaanvraag.

Artikel 1.5. Subsidieplafond en budgetverdeling

  • 1 Spoor 1, spoor 2 en de Open Oproep hebben elk een eigen subsidieplafond.

  • 2 Het Fonds kan jaarlijks:

    • a. een geoormerkt budget uit het subsidieplafond reserveren voor bepaalde regio’s, thema’s of doelgroepen;

    • b. het vastgestelde subsidieplafond wijzigen;

    • c. bij onderuitputting van een subsidieplafond na het verstrijken van een indieningstermijn, het resterende deel toevoegen aan het subsidieplafond van de daaropvolgende indieningstermijn, van een ander spoor of van de Open Oproep.

  • 3 Een besluit tot wijziging van het subsidieplafond wordt bekendgemaakt via de website van het Fonds.

Artikel 1.6. Indieningstermijnen

  • 1 Een aanvraag binnen spoor 1 of spoor 2 kan alleen binnen de volgende acht indieningstermijnen worden ingediend:

    • a. in 2022:

      • van 7 maart tot en met 30 maart;

      • van 7 juni tot en met 29 juni; of

      • van 3 oktober tot en met 2 november;

    • b. in 2023:

      • van 6 maart tot en met 29 maart;

      • van 5 juni tot en met 28 juni; of

      • van 2 oktober tot en met 1 november;

    • c. in 2024:

      • van 8 januari tot en met 31 januari; of

      • van 1 april tot en met 24 april.

  • 2 Op de eerste dag van een indieningstermijn kan een aanvraag niet eerder worden ingediend dan 13.00 uur CET. Op de laatste dag van een indieningstermijn kan een aanvraag niet later worden ingediend dan 17.00 uur CET.

  • 3 Per aanvrager wordt per indieningstermijn maximaal één aanvraag gehonoreerd.

  • 4 De startdatum van een nieuwe aanvraag kan niet eerder zijn dan de datum waarop de aanvrager een besluit heeft ontvangen over een eventueel eerder ingediende aanvraag.

  • 5 Aanvragen worden per termijn behandeld, op volgorde van binnenkomst. Alleen volledige aanvragen die binnen de genoemde termijnen zijn ingediend, worden in behandeling genomen.

  • 6 Bij onvolledige aanvragen kan het Fonds de aanvrager in de gelegenheid stellen de aanvraag aan te vullen. Het moment waarop de aanvulling op de aanvraag is ingediend en goedgekeurd, geldt dan als het moment van het indienen van de aanvraag.

Artikel 1.7. Indieningsvereisten

  • 1 Aanvragen voor spoor 1 of spoor 2 worden ingediend via het digitale aanvraagformulier in de online aanvraagomgeving Mijn Fonds. Deze is bereikbaar via de website van het Fonds.

  • 2 Voor het gebruik van Mijn Fonds is een account bij het Fonds vereist; het aanmaken daarvan duurt enkele dagen.

  • 3 Een aanvraag bestaat uit ten minste een volledig en correct ingevuld aanvraagformulier, een projectplan voor de gehele looptijd van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, een ondertekend samenwerkingsdocument en een sluitende begroting inclusief dekkingsplan. Wat betreft het projectplan geldt voor spoor 1 een maximaal aantal woorden van 2.500, en voor spoor 2 een maximaal aantal woorden van 5.000. Het maximaal aantal woorden van het projectplan voor de Open Oproep wordt bekendgemaakt bij de publicatie ervan. Voor de begroting wordt de modelbegroting van het Fonds gebruikt.

  • 4 Als de aanvrager een zelfstandig professional is, maken, in aanvulling op het derde lid, een curriculum vitae en een recent uittreksel van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel deel uit van de aanvraag.

  • 5 Een aanvraag voor een bijdrage van meer dan € 50.000 gaat ook vergezeld van de jaarrekeningen van de afgelopen drie jaar. Als de aanvrager deze niet kan overleggen, wordt dit toegelicht in de aanvraag. Vervolgens neemt het Fonds daarover een beslissing.

Artikel 1.8. Weigeringsgronden

  • 1 Het Fonds weigert subsidie als:

    • a. voor dezelfde activiteiten al subsidie is of zal worden verleend:

    • b. de activiteiten of projecten waarvoor subsidie wordt gevraagd op het moment van de aanvraag al worden uitgevoerd;

    • c. de aanvraag wordt ingediend door een uitgeverij of omroeporganisatie;

    • d. de aanvraag is voor een seriële productie, waaronder een project dat niet eenmalig door één instelling of persoon wordt georganiseerd, maar een serie is van gelijksoortige aanvragen;

    • e. de aanvrager failliet is verklaard of redelijkerwijs te verwachten is dat dat binnenkort gebeurt; of

    • f. de aanvraag onvoldoende aansluit bij het doel van de regeling.

  • 2 Het Fonds weigert subsidie aan derden als die in opdracht werken van natuurlijke personen of rechtspersonen die niet aanmerking komen voor een subsidie.

  • 3 Het Fonds kan subsidie weigeren als aanvragers in de jaren voorafgaand aan de aanvraag subsidie van het Fonds hebben ontvangen en toen niet, of niet helemaal, hebben voldaan aan de subsidieverplichtingen.

Artikel 1.9. Voorwaarden en beperkingen

  • 1 Een aanvrager kan per indieningstermijn voor maximaal:

    • a. één spoor een aanvraag indienen; of

    • b. één aanvraag indienen voor de Open Oproep.

  • 2 Het Fonds verstrekt alleen subsidie als de aanvrager:

    • a. aantoont dat er een begrotingstekort is en dat ondersteuning door het Fonds nodig is;

    • b. de mogelijkheid onderzoekt van andere inkomsten dan de gevraagde subsidie, rekening houdend met de aard van het project of de activiteiten; en

    • c. aannemelijk maakt dat de beschikbare financiële middelen, samen met de subsidie van het Fonds, voldoende zijn om het project of de activiteiten uit te voeren.

  • 3 De hoogte van de subsidie dient in redelijke verhouding te staan tot de activiteiten waarvoor wordt aangevraagd.

  • 4 Alleen kosten die direct verband houden met de activiteiten waarvoor wordt aangevraagd komen voor subsidie in aanmerking.

  • 5 Maximaal 7% van de totale kosten van het project mag worden besteed aan onvoorziene kosten.

  • 6 Voor aanvragers gevestigd in Europees Nederland geldt dat maximaal 20% van de totale kosten van het project kan worden besteed aan materiële investeringen, tenzij het Fonds op grond van bijzondere omstandigheden aanleiding ziet om hiervan af te wijken.

  • 7 Aanvragers gevestigd in het Caribisch deel van het Koninkrijk kunnen tot en met 40% van de totale kosten van het project aanvragen voor materiële investeringen, tenzij het Fonds op grond van bijzondere omstandigheden aanleiding ziet om hiervan af te wijken.

Artikel 1.10. Bijzondere verplichtingen

  • 1 De aanvrager is verplicht:

    • a. deel te nemen aan de monitoring en evaluatie van deze regeling door het Fonds;

    • b. tot het delen van kennis over het ontwerp, de uitvoering en het effect van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt; en

    • c. deel te nemen aan activiteiten die het Landelijk Kennisinstituut voor Cultuureducatie en Amateurkunst organiseert, waaronder in ieder geval de projectenmonitor en thematische werkgroepen die deel uitmaken van het Programma Cultuurparticipatie 2021–2024.

  • 2 Een aanvrager met een culturele doelstelling is verplicht om in de aanvraag de Culturele Codes te onderschrijven. Hierbij gelden voor rechtspersonen de volgende indeling en daarmee samenhangende verplichtingen:

    • a. aangevraagd bedrag tot € 5.000: neem kennis van en pas de codes toe en leg uit waar dit nog niet lukt, als dat het geval is;

    • b. aangevraagd bedrag van € 5.000 tot € 25.000: onderschrijf de codes, pas ze toe, leg uit waar dit nog niet lukt, en benoem de ambitie op de Fair Practice Code en de Code Diversiteit en Inclusie;

    • c. aangevraagd bedrag vanaf € 25.000: onderschrijf de codes, pas ze toe, leg uit waar en waarom dit nog niet lukt, benoem de ambitie op de Fair Practice Code en de Code Diversiteit en Inclusie, en reflecteer hierop achteraf in de verantwoording.

  • 3 Als een aanvraag wordt ingediend namens een natuurlijk persoon, dan onderschrijft deze in ieder geval de Code Diversiteit en Inclusie en de Fair Practice Code.

  • 4 Een aanvrager in het sociaal domein onderschrijft, indien van toepassing, de codes die voor dit domein gelden.

Artikel 1.11. Beslistermijn

Het Fonds beslist binnen dertien weken nadat een volledige aanvraag is ontvangen.

Artikel 1.12. Startdatum

Het project:

  • a. start niet eerder dan na de honorering van de aanvraag;

  • b. start niet eerder dan dertien weken na het indienen van de aanvraag;

  • c. kan, in afwijking van onderdeel b, echter wel beginnen op het moment dat het Fonds de aanvraag heeft gehonoreerd en dat al binnen dertien weken via een besluit aan de aanvrager heeft bekendgemaakt; en

  • d. start uiterlijk binnen zes maanden na het indienen van de aanvraag.

Artikel 1.13. Bevoorschotting

  • 1 Voor gehonoreerde aanvragen tot en met maximaal € 25.000 wordt de aanvrager een voorschot verleend van 100% van het subsidiebedrag.

  • 2 Voor gehonoreerde aanvragen waarbij de subsidie meer dan € 25.000 en minder dan € 125.000 bedraagt, wordt het toegekende subsidiebedrag in twee gedeelten verstrekt:

    • a. een voorschot van 90% van het bedrag zodra het verleningsbesluit is afgegeven;

    • b. de resterende 10% van het bedrag na de subsidievaststelling.

Artikel 1.14. Verantwoording en vaststelling subsidie

De verantwoordingsverplichtingen en vaststellingsprocedures zijn beschreven in de paragrafen 5 tot en met 8 van het Algemeen Subsidiereglement.

Paragraaf 2. Spoor 1: Try-out

Artikel 2.1. Waarvoor kan worden aangevraagd

  • 1 Subsidie voor spoor 1 kan worden aangevraagd voor een onderzoek, experiment of proefsituatie waarbij concrete activiteiten met de doelgroep worden uitgevoerd. De aanvrager richt zich op een activiteit vanuit samenwerking tussen het cultureel en het sociaal domein. Deze activiteit heeft als doel om drempels ten aanzien van cultuurparticipatie weg te nemen.

  • 2 Het project in spoor 1 heeft een looptijd van maximaal één jaar.

Artikel 2.2. Subsidieplafond

Het subsidieplafond van spoor 1 bedraagt € 1.000.000 per jaar.

Artikel 2.3. Hoogte van de subsidie

  • 1 De subsidie voor spoor 1 bedraagt minimaal € 2.500 en maximaal € 25.000 per aanvraag.

  • 2 De subsidie voor spoor 1 bedraagt maximaal 80% van de totale projectkosten.

Artikel 2.4. Beoordeling en toekenning

  • 1 Aanvragen voor spoor 1 worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria, waarvan in de toelichting is beschreven hoe die toetsing plaatsvindt:

    • a. inhoudelijke kwaliteit van de activiteiten in relatie tot het doel van de regeling;

    • b. organisatorische kwaliteit; en

    • c. kwaliteit van de samenwerking.

  • 2 Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een aanvraag op alle criteria als voldoende te zijn beoordeeld.

  • 3 Als een aanvraag voor spoor 1 is ingediend, wordt die voor advies voorgelegd aan een interne adviescommissie, die bestaat uit twee adviseurs van het Fonds. Aan de hand van een vraaggesprek licht de aanvrager de aanvraag vervolgens mondeling toe in een korte onlinebespreking met die adviescommissie.

Paragraaf 3. Spoor 2: Ontwikkeltrajecten

Artikel 3.1. Waarvoor kan worden aangevraagd?

  • 1 Subsidie voor spoor 2 kan worden aangevraagd voor een ontwikkeltraject waarbij leren en verbeteren centraal staan. Dit traject omvat achtereenvolgens een aantal van de door de aanvrager omschreven fasen, zoals onderzoek, ontwikkeling, uitvoering, evaluatie, doorontwikkeling en borging. De aanvrager richt zich op een activiteit vanuit samenwerking tussen het cultureel en het sociaal domein, die met de doelgroep wordt uitgevoerd. De activiteit heeft als doel om drempels ten aanzien van cultuurparticipatie weg te nemen.

  • 2 Per aanvrager kunnen de activiteiten en opeenvolgende fasen van het ontwikkeltraject worden gespreid over maximaal twee opeenvolgende aanvragen.

  • 3 Het project in spoor 2 heeft een looptijd van maximaal twee jaar.

Artikel 3.2. Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor spoor 2 bedraagt € 3.440.000 per jaar.

Artikel 3.3. Hoogte van de subsidie

  • 1 De subsidie voor spoor 2 bedraagt meer dan € 25.000 en maximaal € 125.000 per aanvraag.

  • 2 De subsidie voor spoor 2 bedraagt niet meer dan 80% van de totale projectkosten.

Artikel 3.4. Beoordeling en toekenning

  • 1 Aanvragen voor spoor 2 worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria, waarvan in de toelichting is uiteengezet hoe die toetsing plaatsvindt:

    • a. inhoudelijke kwaliteit van de activiteiten in relatie tot het doel van de regeling;

    • b. organisatorische kwaliteit; en

    • c. de beoogde ontwikkeling binnen het project en de manier waarop de samenwerking daaraan bijdraagt.

  • 2 Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een aanvraag op alle criteria als voldoende te zijn beoordeeld.

  • 3 Als een aanvraag voor Spoor 2 is ingediend, wordt die ter advisering voorgelegd aan een externe adviescommissie, zoals bedoeld in het Huishoudelijk reglement van het Fonds die gepubliceerd is op de website van het Fonds.

Paragraaf 4. Open Oproep

Deze paragraaf richt zich op extra mogelijkheden voor aanvragers om aan te sluiten bij specifieke thema’s op het gebied van cultuurparticipatie, in samenwerking tussen het cultureel en het sociaal domein.

Artikel 4.1. Doel

Met deze paragraaf stimuleert het Fonds de verkenning, ontwikkeling en uitvoering van projectactiviteiten rond specifieke thema’s waarmee cultuurparticipatie zo toegankelijk morgelijk wordt gemaakt voor en met mensen die hiertoe drempels ervaren.

Artikel 4.2. Waarvoor kan worden aangevraagd

  • 1 Subsidie op grond van deze paragraaf wordt verstrekt via de Open Oproep en kan worden aangevraagd voor het thema waarop de Open Oproep zich richt.

  • 2 Het thema van de Open Oproep valt binnen een van onderstaande categorieën of een combinatie daarvan:

    • a. actualiteit of maatschappelijke noodzaak;

    • b. specifieke doelgroepen;

    • c. kunstdisciplines en erfgoeddomeinen;

    • d. regio’s.

  • 3 Bij de bekendmaking van de Open Oproep wordt vermeld voor welke activiteit of activiteiten een aanvraag kan worden ingediend.

  • 4 Het project heeft een maximale looptijd van twee jaar.

  • 5 Het project kan beginnen op het moment dat het Fonds de aanvraag heeft gehonoreerd en dat via een besluit aan de aanvrager heeft bekendgemaakt.

Artikel 4.3. Bekendmaking en publicatie

  • 1 Als er een Open Oproep komt, volgt er eerst een vooraankondiging. Die vooraankondiging is terug te vinden op de website van het Fonds.

  • 2 Vanaf de inwerkingtreding tot de vervaldatum van deze regeling publiceert het Fonds de Open Oproep op de website van het Fonds. De publicatie gebeurt uiterlijk twee weken voordat aanvragen kunnen worden ingediend.

  • 3 Het Fonds maakt in de tekst van de Open Oproep in ieder geval bekend:

    • a. het thema, met toelichting;

    • b. waarvoor kan worden aangevraagd;

    • c. de periode waarbinnen aanvragen kunnen worden ingediend;

    • d. het subsidieplafond;

    • e. het maximaal beschikbare bedrag per project, zoals bedoeld in artikel 4.5;

    • f. het percentage dat de subsidie mag uitmaken van de totale projectkosten, zoals bedoeld in artikel 4.6;

    • g. richtlijnen waaraan het projectplan moet voldoen; en

    • f. de criteria aan de hand waarvan de aanvraag beoordeeld wordt, zoals bedoeld in artikel 4.9.

Artikel 4.4. Subsidieplafond

  • 1 Het subsidieplafond voor deze paragraaf is € 1.500.000.

  • 2 Bij de publicatie van de Open Oproep wordt vermeld welk deel van het subsidieplafond hiervoor bestemd is.

Artikel 4.5. Hoogte van de subsidie

  • 1 De subsidies voor projecten op grond van deze paragraaf zijn verdeeld in drie categorieën:

    • a. categorie 1: maximaal tot € 25.000;

    • b. categorie 2: minimaal € 25.000 tot maximaal € 50.000;

    • c. categorie 3: minimaal € 50.000 tot maximaal € 100.000.

  • 2 Het Fonds vermeldt bij publicatie van de Open Oproep binnen welke categorie deze valt.

Artikel 4.6. Subsidiepercentage

  • 1 Bij aanvragen voor subsidie op grond van deze paragraaf is de hoogte van het subsidiepercentage ten opzichte van de totale projectkosten:

    • a. voor aanvragers gevestigd in Europees Nederland minimaal 50% tot maximaal 80%; en

    • b. voor aanvragers gevestigd in het Caribisch deel van het Koninkrijk minimaal 80% tot maximaal 100%.

  • 2 Het Fonds vermeldt het exacte subsidiepercentage bij publicatie van de Open Oproep.

Artikel 4.7. Bijzondere verplichtingen

  • 1 Subsidieontvangers zijn verplicht tot een of meer van de hieronder genoemde activiteiten:

    • a. deelnemen aan monitoring en evaluatie van de Open Oproep;

    • b. kennisdeling;

    • c. deelnemen aan activiteiten die het Landelijk Kennisinstituut voor Cultuureducatie en Amateurkunst organiseert als onderdeel van het programma Cultuurparticipatie 2021–2024;

    • d. onderschrijven van de codes die voor de sector gelden.

  • 2 Het Fonds vermeldt de exacte verplichtingen bij de publicatie van de Open Oproep.

Artikel 4.8. Indieningsvereisten

  • 1 Tenzij bij de publicatie van de Open Oproep anders is vermeld, worden aanvragen ingediend via het digitale aanvraagformulier op de online omgeving Mijn Fonds, via de website van het Fonds.

  • 2 Tenzij bij de publicatie van de Open Oproep anders is vermeld, worden aanvragen ten minste voorzien van:

    • a. een projectplan voor de looptijd van het project;

    • b. een sluitende begroting; en

    • c. een samenwerkingsdocument.

Artikel 4.9. Beoordelingscriteria

  • 1 Aanvragen op grond van deze paragraaf worden beoordeeld aan de hand van minimaal twee en maximaal vier van de volgende criteria:

    • a. inhoudelijke kwaliteit in relatie tot het doel van de Open Oproep;

    • b. organisatorische kwaliteit;

    • c. kwaliteit van samenwerking;

    • d. beoogde ontwikkeling;

    • e. urgentie en maatschappelijke noodzaak;

    • f. continuïteit van de projectresultaten;

    • g. vergroten van de lokale zichtbaarheid van cultuurparticipatie.

  • 2 Het Fonds vermeldt welke van de beoordelingscriteria van toepassing zijn bij de publicatie van de Open Oproep.

Artikel 4.10. Beoordelingswijze

  • 1 Het Fonds beoordeelt de aanvragen voor de Open Oproep op volgorde van binnenkomst en neemt daarover een besluit.

  • 2 Aanvragen tot € 25.000 worden voor advies voorgelegd aan een interne adviescommissie, die bestaat uit twee adviseurs van het Fonds.

  • 3 Over aanvragen boven de € 25.000 geeft een externe adviescommissie advies aan het bestuur van het Fonds.

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Artikel 5.1. Hardheidsclausule

In zeer uitzonderlijke gevallen, waar bij het opstellen van deze regeling geen rekening mee is gehouden en die een onredelijke uitwerking hebben, kan het bestuur ten gunste van de aanvrager afwijken van de rechten en plichten die in deze regeling zijn opgenomen.

Artikel 5.2. Algemeen Subsidiereglement

Voor zover deze regeling daar niet in voorziet, zijn de bepalingen uit het Algemeen Subsidiereglement van toepassing. Dat reglement is te vinden op de website van het Fonds.

Artikel 5.3. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag nadat deze in de Staatscourantis gepubliceerd.

  • 3 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2027. Op bezwaar- en beroepsprocedures die op dat moment nog niet zijn afgerond blijft deze regeling van toepassing.

Artikel 5.4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling Samen Cultuurmaken 2022–2024.

Namens het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie,

H. Verhoeven

directeur-bestuurder

Naar boven