Artikel 1. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
In deze beleidsregel wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:
-
Centrum Zorg en Bouw / TNO:
Expertisecentrum met betrekking tot specifieke deskundigheid op het gebied van bouw
van zorgvoorzieningen in Nederland. Het centrum is onderdeel van TNO. Vanaf 1 januari
2016 is het Centrum Zorg en Bouw opgenomen binnen het Innovatie Centrum Bouw.
-
forensische zorg:
Forensische zorg als bedoeld in artikel 1.1, tweede lid, van de Wet forensische zorg, voor zover gepaard gaand met verblijf.
-
geneeskundige ggz:
geneeskundige geestelijke gezondheidszorg als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet, voor zover gepaard gaand met verblijf.
-
inventaris:
Roerende medische en andere zaken die in en om het gebouw aanwezig zijn. Onder inventaris
wordt ook computerapparatuur en -programmatuur begrepen. Vervoermiddelen zijn geen
inventaris.
-
langdurige ggz op basis van voortgezet verblijf:
Langdurige ggz op basis van voortgezet verblijf binnen de Wlz betreft intramurale GGZ-zorg na drie jaar geneeskundige zorg vanuit de Zvw. De zorg wordt geleverd in zzp’s die alle onderdelen van zorg bevatten, inclusief
verblijf.
-
normatieve huisvestingscomponent (nhc):
Een integraal onderdeel van het tarief dat dient als normatieve vergoeding voor (vervangende)
(nieuw)bouw en instandhouding. Deze vergoeding bestaat uit een geïndexeerde jaarlijkse
bijdrage die voldoende is om, over de gehele levenscyclus van een nieuwbouw voorziening,
de rente-, afschrijvings- en instandhoudingsuitgaven te dekken.
-
normatieve inventariscomponent (nic):
Een integraal onderdeel van het tarief dat dient als normatieve vergoeding voor investeringen
in inventaris. Deze normatieve vergoeding bestaat uit een jaarlijkse bijdrage die
voldoende is om, over de gehele levenscyclus van inventaris, de rente en afschrijvingskosten
te dekken.
-
vermogenskostenvoet:
De vermogenskostenvoet bestaat uit het gewogen gemiddelde van de financieringskosten
van zowel vreemd als eigen vermogen.
-
zorgaanbieder:
De rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig geestelijke gezondheidszorg, forensische
zorg of langdurige zorg verleent.
Voor overige Wlz-gerelateerde begrippen die in deze beleidsregel gebruikt worden,
maar niet hierboven vermeld staan, wordt verwezen naar de Beleidsregel definities Wlz.
Artikel 2. Doel van de beleidsregel
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Het doel van deze beleidsregel is om vast te leggen op welke wijze de NZa de normatieve
huisvestingscomponent (nhc) en normatieve inventariscomponent (nic) bepaalt als onderdeel
van de integrale tarieven voor zorg geleverd door zorgaanbieders van geneeskundige
ggz, fz en/of zorg binnen de Wlz.
Artikel 3. Reikwijdte
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens
de Wet langdurige zorg (Wlz) die wordt geleverd door zorgaanbieders.
Deze beleidsregel is tevens van toepassing op de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg
(ggz) als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw), in combinatie met verblijf.
Deze beleidsregel is tevens van toepassing op zorgaanbieders als bedoeld in Wet forensische zorg, die forensische zorg met verblijf in strafrechtelijk kader verlenen.
Artikel 4. Uitgangspunten nhc
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
-
1. De in de integrale tarieven opgenomen nhc is berekend op basis van de door TNO opgestelde
investeringsbedragen, waarbij is uitgegaan van de onderstaande uitgangspunten.
-
2. Investeringsbedragen per zzp en verblijfsdag ggz en fz.
Voor de berekening van de nhc zijn investeringsbedragen bepaald die benodigd zijn
voor nieuwbouw en instandhouding van voorzieningen. Investeringen in inventaris maken
geen deel uit van deze bedragen.
-
3. Looptijd
Voor de normering van het investeringspatroon, is gekozen voor een looptijd van 30
jaar zonder renovatie.
-
4. Rente
De vermogenskostenvoet waartegen de instelling de investering financiert bedraagt
4,65%.
-
5. Bouwtijd
Voor de bouwtijd is uitgegaan van een periode van 18 maanden, met uitzondering van
de beveiligingsniveaus 2, 3 en 4 forensische zorg, waar is uitgegaan van een periode
van 24 maanden.
-
6. Jaarlijkse instandhouding
Voor de jaarlijkse instandhouding is een percentage van 0,8% van de nieuwbouwwaarde
opgenomen op jaarbasis.
-
7. Grond, interim-huisvesting en terreinvoorzieningen
Voor de onderdelen grond, interim-huisvesting en terreinvoorzieningen geldt binnen
de nhc één component. Hierbij is de gemiddelde grondprijs in Nederland gehanteerd,
waaraan een component van 10% van de gemiddelde grondprijs is toegevoegd.
-
8. Indexering
De nhc wordt tot het volgende herijkmoment jaarlijks geïndexeerd met 2,5%.
-
9. Indexlening
Voor de berekening van de vergoeding van de huisvestingslasten door een normatieve
huisvestingscomponent (nhc) is gebruik gemaakt van de rekenmethode voor een zogenaamde
indexlening. Deze methode berekent eerst een gelijkblijvende vergoeding van de som
van de componenten aflossing, rente, jaarlijkse instandhouding en frictieleegstand
over de gekozen levensduur van het vastgoed. Vervolgens wordt de jaarlijkse nhc in
deze berekeningsmethodiek herberekend met een indexpercentage. De startbedragen worden
daardoor lager en de eindbedragen hoger. De contante waarde van deze vergoeding bij
de gekozen levensduur is daardoor in alle jaren gelijk.
-
10. Bezettingspercentage
In de volgende tabel wordt per afzonderlijke prestatie aangegeven welk bezettingspercentage
wordt gehanteerd bij de berekening van de nhc. Dit leidt tevens tot de in de onderstaande
tabel vermelde percentuele correcties op de nhc. De correctie op de nhc wordt berekend
over de nhc, exclusief de kosten voor jaarlijkse instandhouding.
Soort nhc
|
Bezettingspercentage
|
correctie
|
ggz
|
|
|
Verblijfscategorie A
|
86%
|
14%
|
Verblijfscategorie B
|
89%
|
11%
|
Verblijfscategorie C
|
90%
|
10%
|
Verblijfscategorie D
|
93%
|
7%
|
Verblijfscategorie E
|
89,5%
|
10,5%
|
Verblijfscategorie F
|
95,5%
|
4,5%
|
Verblijfscategorie G
|
90,5%
|
9,5%
|
Verblijfscategorie H
|
89,4%
|
10,6%
|
|
|
|
fz
|
|
|
Beveiligingsniveau 1
|
89%
|
11%
|
Beveiligingsniveau 2
|
94%
|
6%
|
Beveiligingsniveau 3
|
94%
|
6%
|
Beveiligingsniveau 4
|
94%
|
6%
|
|
|
|
Wlz, g-ggz en fz
|
|
|
Zzp prestaties
|
97%
|
3%
|
KIB-volw.
|
97%
|
3%
|
Logeren Wlz
|
75%
|
25%
|
Deeltijdverblijf
|
82%
|
18%
|
-
11. Verduurzaming vastgoed
De investeringsbedragen zijn vanaf 1 januari 2019 verhoogd vanwege aangescherpte eisen
in het kader van duurzaamheid.
Voor de geneeskundige GGZ en de forensische zorg bedraagt de verhoging eenmalig 4,1%
over het investeringsbedrag exclusief grond.
Voor de langdurige zorg bedraagt de verhoging 0,18% per 2019 over het investeringsbedrag
exclusief grond gedurende 30 jaar; ten opzichte van een voorgaand jaar wordt dus tot
en met 2048 het investeringsbedrag exclusief grond met genoemd percentage verhoogd.
De reden voor dit lagere percentage, ligt in de geleidelijke vervanging van bestaande
gebouwen door nieuwbouw, zoals omschreven in de kaderbrief 2019 van de minister van
VWS.
Artikel 5. Uitgangspunten nic
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
-
1. De nic is alleen van toepassing op de zzp-prestaties en de vpt-prestaties met dagbesteding.
Bij de bepaling van de hoogte van de nic hanteert de NZa de volgende uitgangspunten.
-
2. Rente
De vermogenskostenvoet waartegen de instelling de investeringen in inventaris financiert
bedraagt 4,65%.
-
3. Bezettingspercentage
De nic is enkel van toepassing op de zzp-prestaties, zorg via dtv, vpt-prestaties
met dagbesteding, KIB-volw. en Logeren Wlz. Voor de bezettingspercentages wordt aangesloten
bij bovenstaande tabel.
-
4. Indexering
De nic wordt geïndexeerd op grond van de indexatie van de materiële kosten. Deze component
bevat het definitieve percentage 2021 en het voorschotpercentage 2022. De aanpassing
van de materiële kosten in jaar t is gebaseerd op gegevens uit de tabel ‘Middelen
en bestedingen’ van het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau
(CPB) van het jaar t.
Deze aanpassing bestaat uit:
-
– een structurele doorwerking in jaar t van het uit het CEP blijkende verschil tussen
de voor- en eindcalculatie van het jaar t–1;
-
– een 100% voorcalculatie van het voorlopige CEP-indexcijfer voor het jaar t. Voor het
jaar 2022 heeft het Ministerie van VWS eenmalig verzocht om uit te gaan van de raming
van het CPB (MEV-raming) in plaats van de CEP-ramingen van het CPB.
Artikel 6. Integraal tarief
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
De nhc en nic zijn een onlosmakelijke deel van het gehele integrale tarief. Er geldt
een nhc voor de verblijfsdagen in de ggz en fz en voor het gehele zzp-tarief.
Een nic geldt alleen voor de zzp-prestaties en vpt-prestaties met dagbesteding. Inventaris
wordt binnen het zorgprestatiemodel in de ggz en fz vergoedt als onderdeel van het
tarief voor de verblijfsdag.
Het integrale tarief wordt afhankelijk van de betrokken sector gedeclareerd op basis
van de volgende voorschriften:
Artikel 8. Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel, bekendmaking, inwerkingtreding
en citeertitel
[Regeling vervallen per 01-01-2023]
Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel
De Beleidsregel normatieve huisvestingscomponent (nhc) en normatieve inventariscomponent
(nic) gespecialiseerde ggz, forensische zorg en langdurige zorg, met kenmerk BR/REG-21112,
blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in
die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel
gold.
Inwerkingtreding / Bekendmaking
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.
Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wmg, zal van de vaststelling van deze beleidsregel mededeling worden gedaan in de Staatscourant.
Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel normatieve huisvestingscomponent
(nhc) en normatieve inventariscomponent (nic) gespecialiseerde ggz, forensische zorg
en langdurige zorg.