Stcrt. 2024, 18524, datum inwerkingtreding 12-06-2024, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.
1 Het bedrag per school, bedoeld in 11.56, eerste lid, onderdeel a, van de wet, wordt
per 1 januari 2025 vastgesteld op:
-
a. USD 250.802,30 bij een leerlingen- en studentenaantal van 600 of minder;
-
b. USD 501.604,60 bij een leerlingen- en studentenaantal van 601 tot en met 1.200;
-
c. USD 752.406,90 bij een leerlingen- en studentenaantal van 1.201 en meer.
2 De bedragen per leerling, bedoeld in artikel 11.56, eerste lid, onderdeel b, van de
wet, worden per 1 januari 2025 vastgesteld op:
-
a. een bedrag van USD 8.531,26:
-
b. een bedrag van USD 10.037,02:
3 De bedragen per student, bedoeld in artikel 2.2.1, tweede lid, onderdeel b, van de
Wet educatie en beroepsonderwijs BES, worden per 1 januari 2025 vastgesteld op:
-
a. USD 10.037,02 voor studenten in de beroepsopleidende leerweg; en
-
b. USD 6.022,21 voor studenten in de beroepsbegeleidende leerweg.
6 Het bedrag per school, bedoeld in artikel 9.25, tweede lid, onderdeel e, van het Uitvoeringsbesluit
WVO 2020, wordt per 1 januari 2025 vastgesteld op:
-
b. USD 184.926,39 bij een leerlingenaantal van 201 tot en met 300;
-
c. USD 431.494,91 bij een leerlingenaantal van 151 tot en met 200;
-
d. USD 678.063,44 bij een leerlingenaantal van 101 tot en met 150;
-
e. USD 924.631,96 bij een leerlingenaantal van 51 tot en met 100;
-
f. USD 1.171.200,50 bij een leerlingenaantal van 50 of minder.