Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo

Geraadpleegd op 08-08-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 23-03-2022 en zichtdatum 13-07-2024.
Geldend van 17-11-2021 t/m 31-03-2022

Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 30 augustus 2021, nr. VO/29097500, houdende regels voor de bekostiging van vo-scholen en samenwerkingsverbanden VO in Europees en scholen in Caribisch Nederland (Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo)

§ 1. Bekostiging vo-scholen Europees Nederland

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Artikel 2. Bedragen bekostiging vo-scholen Europees Nederland kalenderjaar 2022

  • 2 De bedragen per leerling, bedoeld in artikel 79, eerste lid, onderdeel b, van de wet, worden per 1 januari 2022 vastgesteld op:

    • a. € 7.766,86 per leerling in het vwo, havo, mavo of vbo, met uitzondering van leerlingen in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo;

    • b. € 9.137,49 per leerling in het pro of in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo.

Artikel 3. Aanvullende bekostiging lwoo en pro en regionale ondersteuning kalenderjaar 2022

Artikel 4. Bedragen bekostiging vo-scholen Europees Nederland kalenderjaar 2023

  • 2 De bedragen per leerling, bedoeld in artikel 79, eerste lid, onderdeel b, van de wet, worden per 1 januari 2023 vastgesteld op:

    • a. € 7.766,86 per leerling in het vwo, havo, mavo of vbo, met uitzondering van leerlingen in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo;

    • b. € 9.137,49 per leerling in het pro of in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo.

Artikel 5. Aanvullende bekostiging lwoo en pro en regionale ondersteuning kalenderjaar 2023

Artikel 6. Betaalritme bekostiging vo-scholen Europees Nederland

De minister stelt de bekostiging, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 5, in december voorafgaande aan het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft vast. De bekostiging wordt betaald in maandelijkse termijnen van gelijke omvang. De eerste termijn wordt betaald in januari van het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

§ 2. Bekostiging vo-scholen Caribisch Nederland

Artikel 7. Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Artikel 8. Bedragen bekostiging vo-scholen Caribisch Nederland kalenderjaar 2022

  • 1 Het bedrag per school, bedoeld in artikel 152, eerste lid, onderdeel a, van de wet, wordt per 1 januari 2022 vastgesteld op:

    • a. USD 214.958,65 bij een leerlingen- en studentenaantal van 600 of minder;

    • b. USD 429.917,30 bij een leerlingen- en studentenaantal van 601 tot en met 1.200;

    • c. USD 644.875,95 bij een leerlingen- en studentenaantal van 1.201 en meer.

  • 2 De bedragen per leerling, bedoeld in artikel 152, eerste lid, onderdeel b, van de wet, worden per 1 januari 2022 vastgesteld op:

    • a. een bedrag van USD 7.312,-:

      • 1°. wat betreft een school op Bonaire: voor leerlingen in het vwo, havo, mavo of vbo, met uitzondering van leerlingen in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo, ISK-leerlingen en leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte; en

      • 2°. wat betreft een school als bedoeld in artikel 1 van het Besluit Saba Comprehensive School en Gwendoline van Puttenschool BES: voor leerlingen in de lower forms of leerlingen die CSEC en CAPE volgen;

    • b. een bedrag van USD 8.602,57:

      • 1°. wat betreft een school op Bonaire: voor leerlingen in het praktijkonderwijs of in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo, alsmede ISK-leerlingen en leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte; en

      • 2°. wat betreft een school als bedoeld inartikel 1 van het Besluit Saba Comprehensive School en Gwendoline van Puttenschool BES: voor leerlingen in het praktijkonderwijs of leerlingen die CVQ volgen.

  • 6 Het bedrag per school, bedoeld in artikel 9, tweede lid, onderdeel e, van het Bekostigingsbesluit WVO BES, wordt per 1 januari 2022 vastgesteld op:

    • a. USD 0 bij een leerlingenaantal van 301 of meer;

    • b. USD 158.497,46 bij een leerlingenaantal van 201 tot en met 300;

    • c. USD 369.827,40 bij een leerlingenaantal van 151 tot en met 200;

    • d. USD 581.157,35 bij een leerlingenaantal van 101 tot en met 150;

    • e. USD 792.487,29 bij een leerlingenaantal van 51 tot en met 100;

    • f. USD 1.003.817,24 bij een leerlingenaantal van 50 of minder.

Artikel 9. Bedragen bekostiging vo-scholen Caribisch Nederland kalenderjaar 2023

  • 1 Het bedrag per school, bedoeld in artikel 152, eerste lid, onderdeel a, van de wet, wordt per 1 januari 2023 vastgesteld op:

    • a. USD 214.958,65 bij een leerlingen- en studentenaantal van 600 of minder;

    • b. USD 429.917,30 bij een leerlingen- en studentenaantal van 601 tot en met 1.200;

    • c. USD 644.875,95 bij een leerlingen- en studentenaantal van 1.201 en meer.

  • 2 De bedragen per leerling, bedoeld in artikel 152, eerste lid, onderdeel b, van de wet, worden per 1 januari 2023 vastgesteld op:

    • a. een bedrag van USD 7.312,–:

      • 1°. wat betreft een school op Bonaire: voor leerlingen in het vwo, havo, mavo of vbo, met uitzondering van leerlingen in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo, ISK-leerlingen en leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte; en

      • 2°. wat betreft een school als bedoeld in artikel 1 van het Besluit Saba Comprehensive School en Gwendoline van Puttenschool BES: voor leerlingen in de lower forms of leerlingen die CSEC en CAPE volgen;

    • b. een bedrag van USD 8.602,57:

      • 1°. wat betreft een school op Bonaire: voor leerlingen in het praktijkonderwijs of in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo, alsmede ISK-leerlingen en leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte; en

      • 2°. wat betreft een school als bedoeld in artikel 1 van het Besluit Saba Comprehensive School en Gwendoline van Puttenschool BES: voor leerlingen in het praktijkonderwijs of leerlingen die CVQ volgen.

  • 6 Het bedrag per school, bedoeld in artikel 9, tweede lid, onderdeel e, van het Bekostigingsbesluit WVO BES, wordt per 1 januari 2023 vastgesteld op:

    • a. USD 0 bij een leerlingenaantal van 301 of meer;

    • b. USD 158.497,46 bij een leerlingenaantal van 201 tot en met 300;

    • c. USD 369.827,40 bij een leerlingenaantal van 151 tot en met 200;

    • d. USD 581.157,35 bij een leerlingenaantal van 101 tot en met 150;

    • e. USD 792.487,29 bij een leerlingenaantal van 51 tot en met 100;

    • f. USD 1.003.817,24 bij een leerlingenaantal van 50 of minder.

Artikel 10. Betaalritme bekostiging vo-scholen Caribisch Nederland

De minister stelt de bekostiging, bedoeld in de artikelen 8 en 9, in december voorafgaande aan het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft vast. De bekostiging wordt betaald vanaf januari van het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft conform de percentages in tabel 1.

Tabel 1. Betaalritme bekostiging vo-scholen Caribisch Nederland

januari

9,72%

juli

7,62%

februari

9,25%

augustus

6,69%

maart

8,58%

september

6,69%

april

8,58%

oktober

6,69%

mei

12,28%

november

6,69%

juni

10,52%

december

6,69%

§ 3. Slotbepalingen

Artikel 11. Verhouding personeel en exploitatie bij kabinetsbijdrage voor loon- en prijsontwikkeling

Bij de verwerking van de kabinetsbijdrage voor loon- en prijsontwikkeling in de bedragen die in deze regeling zijn opgenomen, wordt een verhouding gehanteerd van 85 procent voor loonontwikkeling en 15 procent voor prijsontwikkeling.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 november 2021.

Artikel 13. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bekostiging vo-scholen en samenwerkingsverbanden vo.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

A. Slob

Naar boven