Mandaatbesluit IND Ministerie van Justitie en Veiligheid

[Regeling vervallen per 08-03-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-02-2022.]
Geraadpleegd op 30-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2021 en zichtdatum 28-06-2024.
Geldend van 01-07-2021 t/m 31-07-2021

Besluit van de hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie en Veiligheid van 23 juni 2021, Digijustnummer 3393864 houdende verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan onder de hoofddirecteur ressorterende functionarissen (Mandaatbesluit IND Ministerie van Justitie en Veiligheid 2021)

De hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 3, eerste lid onder b, van de Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 08-03-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-02-2022]

Van het ingevolge artikel 1 van het Mandaatbesluit hoofden taakorganisaties Ministerie van Justitie en Veiligheid aan de hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die hun directie, bureau of programma betreffen ondermandaat verleend aan:

  • a. de plaatsvervangend hoofddirecteur;

  • b. de directeur van de directie Dienstverlenen;

  • c. de directeur van de directie Regulier Verblijf en Nederlanderschap;

  • d. de directeur van de directie Asiel en Bescherming;

  • e. de directeur van de directie Juridische Zaken;

  • f. de directeur van de directie Strategie en Uitvoeringsadvies;

  • g. de directeur van de directie Bedrijfsvoering;

  • h. de directeur van de directie Informatievoorziening

  • i. het hoofd Bestuurszaken;

Artikel 2

[Regeling vervallen per 08-03-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-02-2022]

Als leidinggevende in de zin van paragraaf 1.3 van de CAO Rijk ten aanzien van de onder hen ressorterende functionarissen, wordt aangewezen en volmacht verleend aan de functionarissen, genoemd in de kolommen A en B van bijlage 1 bij dit besluit, voor zover het betreft de uitoefening van de bevoegdheden vermeld in kolom D van die bijlage.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 08-03-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-02-2022]

Als bevoegd om te beschikken over bedragen voor het aangaan van verplichtingen en voor het verrichten van uitgaven, worden aangewezen de functionarissen, genoemd in kolommen A en B van bijlage 1 bij dit besluit voor zover het betreft de bedragen, genoemd in kolom E van die bijlage.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 08-03-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-02-2022]

Als bevoegd om besluiten te nemen bij of krachtens de Vreemdelingenwet, de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Wet toelating en uitzetting BES, alsmede daaraan gerelateerde besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, de Algemene Verordening Gegevensbescherming en de Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming, verzoeken om schadevergoeding, en de behandeling van klachten worden aangewezen de functionarissen genoemd in kolommen A en B van bijlage 1 bij dit besluit en de onder hen ressorterende functionarissen voor zover het betreft de rechtshandelingen, genoemd in de kolommen F, G en H van bijlage 1.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 08-03-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-02-2022]

Als bevoegd om besluiten te nemen bij of krachtens de Wet toelating en uitzetting BES en de Rijkswet op het Nederlanderschap, alsmede daaraan gerelateerde besluiten, worden aangewezen de functionarissen werkzaam voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst Caribisch Nederland ressorterend onder de Rijksdienst Caribisch Nederland.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 08-03-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-02-2022]

  • 1 Aan de hoofddirecteur blijft voorbehouden:

    • a. de bevoegdheid tot het vaststellen van de kwalitatieve formatie;

    • b. de bevoegdheid tot het nemen van niet-individuele personeelsbeslissingen;

    • c. de bevoegdheid tot het nemen van besluiten inzake buitenlandse dienstreizen, met uitzondering van dienstreizen naar België en Luxemburg;

    • d. de bevoegdheid tot inhuur van interim-management, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies en beleidsadvies;

    • e. de bevoegdheid tot het aangaan van verplichtingen voor het huren van panden of het aanschaffen van ICT-apparatuur of software;

    • f. de bevoegdheid tot de inkoop en inhuur van producten, middelen en diensten voor bedragen vanaf € 300.000;

    • g. de bevoegdheid tot het nemen van besluiten over de toekenning van een persoonsgebonden dienstauto;

    • h. de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen op de financiële vergoeding in verband met het beëindigen van de arbeidsovereenkomst (artikel 7:673 BW);

    • i. de bevoegdheid tot het toekennen van een schadeloosstelling met betrekking tot materiële schade tot een bedrag van € 10.000 (BW).

  • 2 Onverminderd het eerste lid wordt aan de directeur van de directie Informatievoorziening de bevoegdheid verleend tot het aanschaffen van ICT-apparatuur of software voor bedragen tot € 300.000.

  • 3 Onverminderd het eerste lid wordt aan de directeur van de directie Juridische Zaken de bevoegdheid verleend tot inhuur van de dienstverlening van de landsadvocaat.

  • 4 Onverminderd het eerste lid wordt aan de directeuren de bevoegdheid voorbehouden tot het toekennen van een financiële vergoeding in verband met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst die de uitkomst van de berekening overeenkomstig een transitievergoeding in de zin van artikel 7:673 van het Burgerlijk Wetboek, vermeerderd met € 10.000 niet overstijgt.

  • 5 Onverminderd het eerste lid wordt aan de directeuren en hoofden de bevoegdheid voorbehouden tot het toekennen van een schadeloosstelling aan functionarissen, die gebaseerd is op het Burgerlijk Wetboek, voor zover de schadeloosstelling betrekking heeft op materiële schade en het bedrag van € 10.000 niet overstijgt.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 08-03-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-02-2022]

  • 1 Bij verhindering of afwezigheid van de hoofddirecteur treedt de plaatsvervangend hoofddirecteur in alle facetten als hoofddirecteur op.

  • 2 Bij verhindering of afwezigheid van een directeur treedt de plaatsvervangend directeur in alle facetten als directeur op.

  • 3 Bij verhindering of afwezigheid van het hoofd Bestuurszaken treedt het plaatsvervangend hoofd Bestuurszaken in alle facetten als hoofd op.

  • 4 De in artikel 1, onder b tot en met g en j genoemde functionarissen wordt toegestaan elkaar volledig te vervangen. Zij treden daarbij in elkaars, in artikel 1 genoemde bevoegdheden.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 08-03-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-02-2022]

Het Mandaatbesluit IND Ministerie van Justitie en Veiligheid 2020 van 24 april 2020 wordt ingetrokken.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 08-03-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-02-2022]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2021. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2021, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot 1 juli 2021.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 08-03-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-02-2022]

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit IND Ministerie van Justitie en Veiligheid

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Bijlage 1 bij dit besluit ligt bij de directie Juridische Zaken van de Immigratie- en Naturalisatiedienst ter inzage.

Den Haag, 23 juni 2021

De hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie en Veiligheid,

A. Roelofs

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 08-03-2022 met terugwerkende kracht tot en met 01-02-2022]

[Red: Ligt ter inzage bij de directie Juridische Zaken van de Immigratie- en Naturalisatiedienst.]

Naar boven