Subsidieregeling internationalisering funderend onderwijs

[Regeling vervalt per 01-01-2025.]
Geraadpleegd op 05-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2020 en zichtdatum 16-07-2020.
Geldend van 01-04-2020 t/m 16-12-2020

Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 26 maart 2020, nr. IB/21662336 houdende regels voor het verstrekken van subsidie voor internationalisering in het funderend onderwijs (Subsidieregeling internationalisering funderend onderwijs)

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 3. Te subsidiëren activiteiten

  • 1 De Minister kan aan het bevoegd gezag van een instelling subsidie verstrekken ten behoeve van de introductie of verdere ontwikkeling van internationalisering in het instellingsbeleid.

  • 2 Indien de instelling een agrarisch opleidingscentrum is, kan enkel subsidie worden verstrekt voor de introductie of verdere ontwikkeling van internationalisering in het instellingsbeleid, gericht op het voorbereidend beroepsonderwijs of voortgezet onderwijs dat door het opleidingscentrum wordt verzorgd.

Artikel 4. Subsidieplafonds

Het subsidieplafond bedraagt voor het school- of studiejaar 2020–2021 € 800.000 en voor de school- of studiejaren 2021–2022, 2022–2023 en 2023–2024 telkens € 1.000.000.

Artikel 5. Subsidieaanvraag en verdeelcriterium

  • 2 Aanvragen kunnen niet eerder worden ingediend dan 15 april voorafgaand aan het school- of studiejaar waarin de activiteiten plaatsvinden.

  • 3 Een aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het aanvraagformulier dat is bekendgemaakt op de website van DUS-I.

Artikel 6. Subsidieverstrekking

Subsidie wordt verstrekt indien:

  • a. de aanvrager aantoont een plan te hebben om internationalisering te verankeren in schoolbeleid of heeft internationalisering al verankerd in het schoolbeleid;

  • b. de aanvrager aangeeft dat de activiteiten plaatsvinden binnen het reguliere onderwijsprogramma;

  • c. de aanvrager aangeeft dat de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, niet reeds op grond van het subsidieprogramma Erasmus+ worden gesubsidieerd;

  • d. door de aanvrager niet reeds in de drie aaneengesloten voorafgaande jaren subsidie is ontvangen op grond van deze regeling of de Subsidieregeling Internationalisering po en vo;

  • e. de aanvrager aangeeft dat de activiteiten geen betrekking hebben op tpo;

  • f. de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet onder de reguliere bekostiging vallen.

Artikel 7. Berekening subsidiebedrag

  • 1 De subsidie bedraagt ten hoogste:

    • a. € 5.000,– voor een instelling in het primair onderwijs; en

    • b. € 10.000,– voor een instelling in het voortgezet onderwijs of een agrarisch opleidingscentrum.

  • 2 Bij een bevoegd gezag met ten hoogste tien instellingen bedraagt het totale gezamenlijke subsidiebedrag ten hoogste € 20.000,–.

  • 3 Bij een bevoegd gezag met meer dan tien instellingen bedraagt het totale gezamenlijke subsidiebedrag ten hoogste € 30.000,–.

Artikel 8. Besteding subsidie

  • 1 De subsidie wordt direct vastgesteld binnen 13 weken na indiening van de aanvraag.

  • 2 De Minister betaalt het subsidiebedrag ineens.

  • 3 Indien de activiteiten volledig zijn uitgevoerd en aan alle verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

Artikel 9. Verantwoording

  • 2 De subsidieontvanger toont op verzoek van de Minister aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

Artikel 10. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2025.

Artikel 11. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling internationalisering funderend onderwijs.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

A. Slob

Naar boven