Besluit van 21 november 2019, houdende vaststelling van het tijdstip tot wanneer de
verzekerde met verblijf zonder behandeling geen recht heeft op mobiliteitshulpmiddelen
op grond van de Wlz
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 19 november
2019, kenmerk 1572784-194503-WJZ;
Gelet op de artikelen 11.1.6, derde lid, van de Wet langdurige zorg en artikel 8.6a, onderdeel b, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
Hebben goedgevonden en verstaan: