Regeling onverenigbare functies infrastructuurbeheerders of spoorwegondernemingen

Geraadpleegd op 28-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 23-06-2024.
Geldend van 07-03-2019 t/m heden

Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 19 februari 2019, nr. IENW/BSK-2019/23784, houdende vaststelling van regels inzake de onafhankelijkheid van leden van de raad van commissarissen of de raad van bestuur en andere personen in dienst van beheerders of spoorwegondernemingen (Regeling onverenigbare functies infrastructuurbeheerders of spoorwegondernemingen)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 7, derde lid, van richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte (PbEU L 2012, 343/32) en artikel 16a, derde lid, van de Spoorwegwet;

BESLUIT:

Artikel 1

Het is een beheerder of een spoorwegonderneming verboden om een persoon tezelfdertijd bij de desbetreffende organisatie te benoemen of werkzaam te laten zijn:

  • a. als lid van de raad van bestuur van een infrastructuurbeheerder en als lid van de raad van bestuur van een spoorwegonderneming;

  • b. als persoon die belast is met het nemen van besluiten betreffende de essentiële functies van een infrastructuurbeheerder en als lid van de raad van bestuur van een spoorwegonderneming;

  • c. indien er een raad van commissarissen is ingesteld, als lid van de raad van commissarissen van een infrastructuurbeheerder en als lid van de raad van commissarissen van een spoorwegonderneming.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling onverenigbare functies infrastructuurbeheerders of spoorwegondernemingen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven