Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal Klimaat [...] van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2019

Geraadpleegd op 17-08-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2023 en zichtdatum 14-07-2024.
Geldend van 23-01-2019 t/m 31-12-2023

Besluit van de directeur-generaal Klimaat en Energie van het Ministerie van Economische Zaken van 21 december 2018, nr. 18320844, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal Klimaat en Energie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2019 (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal Klimaat en Energie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2019)

De directeur-generaal Klimaat en Energie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 19 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZK 2019;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de directeur-generaal: de directeur-generaal Klimaat en Energie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

  • b. de directeuren: de directeuren van het directoraat-generaal Klimaat en Energie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

  • c. het MT-KE: het collectief van de onder a en b bedoelde functionarissen;

  • d. de MT-leden van een directie: de leden van het managementteam van een directie van het directoraat-generaal Klimaat en Energie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat met uitzondering van de directeur en de plaatsvervangend directeur;

  • e. het hoofd cluster Algemene Zaken: het hoofd van het cluster Algemene Zaken van het directoraat-generaal Klimaat en Energie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

  • f. het bedrag: het bedrag inclusief de verschuldigde omzetbelasting (BTW).

§ 2. Taakverdeling tussen de directeur-generaal en de directeuren

Artikel 2

Aan de directeur-generaal is voorbehouden: het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling betreffende de volgende aangelegenheden:

  • a. onderwerpen die twee of meer directies van zijn dienstonderdeel raken, tenzij daarover tussen de betrokken directeuren overeenstemming bestaat;

  • b. aangelegenheden op het werkterrein van een directeur:

    • 1°. ten aanzien waarvan de directeur-generaal in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

    • 2°. die door een directeur aan de directeur-generaal ter afhandeling worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de directeur-generaal door een andere directeur moeten worden behandeld.

Artikel 3

  • 1 Aan de directeuren wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 1.000.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2 Aan de directeuren wordt tevens, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings-, en ouderschapsverlof;

    • c. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • d. het aangaan van verplichtingen inzake de opleiding van personeel;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen en buiten de Europese Unie.

Artikel 4

  • 1 Aan de MT-leden van een directie wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 50.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2 Aan de MT-leden van een directie wordt voorts, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings-, en ouderschapsverlof;

    • c. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • d. het aangaan van verplichtingen inzake de opleiding van personeel;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen de Europese Unie.

Artikel 5

  • 1 Aan het hoofd cluster Algemene Zaken wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 15.000 niet te boven gaat.

  • 2 Aan het hoofd cluster Algemene Zaken wordt tevens voor de onder hem ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings-, en ouderschapsverlof;

    • c. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • d. het aangaan van verplichtingen inzake de opleiding van personeel;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen de Europese Unie.

§ 3. Vervanging

Artikel 6

  • 1 De uit dit besluit voor de directeuren voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op hun plaatsvervanger. Bij afwezigheid van zowel de directeur als zijn plaatsvervanger gaan de uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden over op een ander lid van het betrokken managementteam.

  • 2 De uit dit besluit voor de MT-leden voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op een ander MT-lid.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 december 2018

A.F. Gaastra

directeur-generaal Klimaat en Energie

Naar boven