Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het Centraal Planbureau van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2019

Geraadpleegd op 13-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 16-10-2021 en zichtdatum 07-07-2024.
Geldend van 15-01-2020 t/m 24-01-2022

Besluit van de directeur van het Centraal Planbureau van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat van 20 december 2018, nr. CPB-2018/611, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging voor het Centraal Planbureau van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2019 (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het Centraal Planbureau van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2019)

De directeur van het Centraal Planbureau,

Gelet op artikel 19 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZK 2019;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de directeur: de directeur van het Centraal Planbureau van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

  • b. de onderdirecteuren: de onderdirecteuren van het Centraal Planbureau van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

  • c. de sectorhoofden: de sectorhoofden van het Centraal Planbureau van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

  • d. de afdelingshoofden: de hoofden van een afdeling van het Centraal Planbureau van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

  • e. de personeelsfunctionaris: de personeelsfunctionaris van het Centraal Planbureau van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

  • f. de medewerker Bibliotheek: de medewerker Bibliotheek van het Centraal Planbureau van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

  • g. het bedrag: het bedrag inclusief de verschuldigde omzetbelasting (BTW).

§ 2. Taakverdeling tussen de directeur en de onder hem ressorterende functionarissen

Artikel 2

Aan de directeur is voorbehouden: het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke handeling, betreffende:

  • a. onderwerpen die een of meer sectoren of een of meer afdelingen van zijn dienstonderdeel raken;

  • b. aangelegenheden:

    • 1°. ten aanzien waarvan de directeur in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

    • 2°. die door een sectorhoofd of afdelingshoofd aan de directeur ter afhandeling worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de directeur door een ander sectorhoofd of afdelingshoofd moeten worden behandeld.

Artikel 3

  • 1 Aan de onderdirecteuren wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein.

  • 2 Aan de onderdirecteuren wordt tevens, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof;

    • c. het afhandelen van verzoeken inzake de opleiding van personeel;

    • d. het afhandelen van verzoeken ten aanzien van het gebruik van de eigen auto voor het maken van dienstreizen;

    • e. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • f. het afhandelen van verzoeken voor het bezoeken van seminars en congressen in binnen- en buitenland;

    • g. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen en buiten de Europese Unie.

Artikel 4

  • 1 Aan de afdelingshoofden wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 50.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2 Aan de sectorhoofden en afdelingshoofden wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof;

    • c. het afhandelen van verzoeken inzake de opleiding van personeel;

    • d. het afhandelen van verzoeken ten aanzien van het gebruik van de eigen auto voor het maken van dienstreizen;

    • e. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • f. het afhandelen van verzoeken voor het bezoeken van seminars en congressen in binnen- en buitenland;

    • g. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen en buiten de Europese Unie.

Artikel 5

Aan de personeelsfunctionaris en de medewerker bibliotheek wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 50.000 per verplichting niet te boven gaat.

§ 3. Vervanging

Artikel 6

  • 1 De uit dit besluit voor een afdelingshoofd voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van zijn afwezigheid over op de overige afdelingshoofden.

  • 2 De uit dit besluit voor een sectorhoofd voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van zijn afwezigheid over op de overige sectorhoofden.

  • 3 De uit dit besluit voor een onderdirecteur voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van zijn afwezigheid over op de andere onderdirecteur.

Artikel 6a

Indien de directeur afwezig is en een goede voortgang van de werkzaamheden vereist dat niet wordt gewacht tot zijn terugkeer, gaan de bevoegdheden van de directeur over op de onderdirecteuren, met uitzondering van:

  • a. de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat, volmacht en machtiging en

  • b. alle P&O-aangelegenheden die voorbehouden zijn aan de directeur.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het Centraal Planbureau van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2019.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 20 december 2018

L.B.J. van Geest

directeur van het Centraal Planbureau

Naar boven