U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-07-2023.]Geraadpleegd op 24-08-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2022 en zichtdatum 16-07-2024. Geldend van 01-07-2018 t/m 30-06-2023
Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 21 juni 2018 nr. WJZ/1365698, houdende regels voor subsidieverstrekking voor de restauratie van een groep rijksmonumenten (Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten 2018)
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op de artikelen 7.3, tweede lid, en 7.5, eerste lid, van de Erfgoedwet;
Besluit:
[Regeling vervallen per 01-07-2023]
In deze regeling wordt verstaan onder:
eigenaar: natuurlijke persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op een rijksmonument;
Kaderregeling: Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;
Minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
restauratiekosten: kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen en andere kosten die in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten, opgenomen als bijlage bij de Subsidieregeling instandhouding monumenten, als subsidiabel zijn aangemerkt;
restauratiewerkzaamheden: werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die noodzakelijk zijn voor het herstel van het monument en waarvoor op grond van deze regeling subsidie is verleend.
Deze regeling geldt in aanvulling op de Kaderregeling. Onderdeel d van de begripsomschrijving van financieel verslag, bedoeld in artikel 1.1 van de Kaderregeling, de artikelen 3.1 tot en met 3.5, 4.1, 4.3, alsmede hoofdstuk 7 van de Kaderregeling zijn niet van toepassing.
1 De Minister kan subsidie verstrekken aan een eigenaar van een rijksmonument, genoemd in het tweede lid, als tegemoetkoming in de restauratiekosten ten behoeve van dat rijksmonument.
2 Voor subsidieverstrekking is voor de volgende rijksmonumenten ten hoogste het volgende bedrag beschikbaar:
Rijksmonumenten
Adres
Beschikbaar bedrag
Historische buitenplaats Oldengaerde
Westeinde, Dwingeloo
€ 420.000,–
Waterloopbos
Voorsterweg, Marknesse
€ 315.000,–
Kerk
Jeltewei 3, Hommerts
€ 81.845,–
Boerderijcomplex
Kanaaldijk 63, Wapenveld
€ 412.783,–
Historische buitenplaats Keppel
Dorpsstraat, Laag-Keppel
€ 171.234,–
Sint Eusebiuskerk
Kerkplein, Arnhem
€ 969.500,–
Stevenskerk
St. Stevenskerkhof, Nijmegen
€ 5.500.000,–
Villa Alpha
Rijksstraatweg 2, Warnsveld
€ 322.000,–
Boerderijcomplex Keunenhuis
Wooldseweg 127, Winterswijk
€ 875.000,–
Hervormde Kerk
Kerkstraat, Bierum
€ 177.835,–
Klooster Hoog Cruts
Hoogcruts 47, Noorbeek
€ 332.500,–
Kloostercomplex St. Anna
Noordsingel, Venray
€ 3.500.000,–
Nieuw Ehrenstein
Nieuw-Erensteinerweg 5, Kerkrade
€ 2.352.099,–
Generaal de Bons kazerne
Generaal de Bonsweg, Velp
€ 1.034.447,–
Grote of Onze Lieve Vrouwe Kerk
Kerkplein, Breda
€ 4.900.000,–
Kasteel Groot-Bijsterveld
Montfortlaan, Oirschot
€ 1.960.000,–
Bloemgracht 108
Bloemgracht 108, Amsterdam
€ 210.000,–
Geldersekade 15
Geldersekade 15, Amsterdam
€ 192.500,–
Grote Kerk
Marktstraat, Naarden
€ 1.890.000,–
Oude Kerk
Oudekerksplein, Amsterdam
€ 326.200,–
Westerkerk
Prinsengracht, Amsterdam
Boerderij Erve de Haar
Twickelerlaan 11, Ambt Delden
€ 99.400,–
Historische buitenplaats Over Holland
Rijksstraatweg, Nieuwersluis
€ 148.400,–
Domkerkcomplex
Achter de Dom, Utrecht
€ 2.100.000,–
Parochiekerk ‘Onze Lieve Vrouwe Hemelvaart’
Nieuwstraat, Oude-Tonge
€ 257.870,–
Nieuwe Kerk
Spui, ’s-Gravenhage
Schiekade 77
Schiekade 77, Rotterdam
€ 191.100,–
1 Subsidiabel zijn de restauratiekosten. De subsidie bedraagt ten hoogste 70% van de restauratiekosten.
2 Restauratiekosten gemaakt vóór 16 juli 2018 komen niet voor subsidie in aanmerking, met uitzondering van kosten ten aanzien van de voorbereiding van de restauratie van het rijksmonument, bestaande uit aanbestedingskosten, leges, en kosten voor inspectie, onderzoek, planvorming of rapporten.
1 Eigenaren kunnen in de periode van 1 juli 2018 tot en met 15 juli 2018 subsidie aanvragen met gebruikmaking van het aanvraagformulier dat daartoe door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed beschikbaar is gesteld. De subsidieaanvraag wordt digitaal ingediend bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed via het e-mailadres subsidies@cultureelerfgoed.nl.
2 Aanvragen die buiten de aanvraagperiode worden ingediend, worden afgewezen.
3 Een aanvraag gaat vergezeld van:
a. een restauratieplan;
b. een actueel inspectierapport over de technische staat van het rijksmonument; en
c. een financieel dekkingsplan waaruit blijkt dat de financiering van het gedeelte van de restauratiekosten dat niet door subsidie wordt gedekt, naar het oordeel van de Minister voldoende is gewaarborgd.
4 Een restauratieplan als bedoeld in het derde lid, onderdeel a, bestaat uit:
a. een beschrijving van de technische staat van het rijksmonument;
b. overzichts- en detailfoto’s die een duidelijke indruk geven van het monument en zijn gebreken;
c. tekeningen van de bestaande toestand van het rijksmonument en tekeningen waarop de voorgenomen herstelwerkzaamheden of wijzigingen staan aangegeven;
d. een op de onder a bedoelde beschrijving gebaseerd bestek of een op die beschrijving gebaseerde werkomschrijving;
e. een gespecificeerde begroting; en
f. in voorkomende gevallen rapporten inzake bouwfysische, bouwhistorische, constructieve, cultuurhistorische, decoratieve, materiaaltechnische of preventieve aspecten.
Subsidieverstrekking kan worden geweigerd voor zover voor de restauratiekosten waarvoor subsidie wordt gevraagd reeds vanwege het Rijk of een provincie subsidie wordt verstrekt.
1 Voor zover voor de restauratiewerkzaamheden een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, vangen de restauratiewerkzaamheden niet aan zonder of in afwijking van de omgevingsvergunning.
2 Onverminderd het eerste lid kan de Minister een eigenaar bij de subsidieverlening verplichten om:
a. mee te werken aan een onderzoek naar de bouw- of ontstaansgeschiedenis van het rijksmonument;
b. de Minister tussentijds te berichten over de voortgang van de restauratiewerkzaamheden;
c. werkzaamheden uit te voeren volgens in de beroepsgroep geldende normen;
d. het rijksmonument te voorzien van een of meer installaties ter beperking van schade als gevolg van brand of blikseminslag, ter bescherming van de monumentale waarde van het rijksmonument;
e. advies te vragen aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed alvorens met de voorgenomen restauratiewerkzaamheden wordt gestart, voor zover de monumentale waarde van het rijksmonument of de restauratiewerkzaamheden daartoe aanleiding vormen;
f. de restauratiewerkzaamheden onder nader door de Minister te stellen voorwaarden te doen begeleiden, indien voor de uitvoering van de restauratiewerkzaamheden specifieke kennis is vereist;
g. voor de duur van de restauratiewerkzaamheden een construction allrisks-verzekering af te sluiten; of
h. vanaf de aanvang van de restauratiewerkzaamheden op eigen kosten het rijksmonument te verzekeren dan wel verzekerd te houden tegen brand-, storm- en bliksemschade en na afloop van de werkzaamheden daartegen verzekerd te houden.
1 In afwijking van artikel 4.1, eerste lid, van de Kaderregeling besluit de Minister vóór 25 augustus 2018 op de aanvragen. Indien de aanvraag incompleet is of indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking, wordt de beslistermijn met evenzoveel weken verlengd als de aanvrager wordt geboden voor het aanvullen van de aanvraag.
2 In aanvulling op artikel 4.2 van de Kaderregeling neemt de Minister bij het besluit tot subsidieverlening een datum op, waarop de restauratiewerkzaamheden uiterlijk worden afgerond.
3 De Minister verleent voorschotten waarvan de hoogte en de termijnen in het besluit tot subsidieverlening worden vermeld. De Minister kan aan het verlenen van voorschotten de voorwaarde verbinden dat offertes of facturen worden overlegd.
1 Indien de subsidie € 25.000 of meer bedraagt, doch minder dan € 125.000, toont de subsidieontvanger aan de hand van een prestatieverklaring aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
2 De Minister kan voor de prestatieverklaring een model vaststellen.
3 Voor zover uit de prestatieverklaring volgt dat niet alle activiteiten waarvoor subsidie is verleend zijn uitgevoerd of de subsidieontvanger zich niet aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen heeft gehouden, bevat de prestatieverklaring de redenen hiervoor.
4 Onverminderd het bepaalde in het eerste tot en met derde lid, toont de subsidieontvanger op verzoek van de Minister aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Bij het besluit tot subsidieverlening wordt aangegeven op welke wijze dit wordt aangetoond.
1 Indien de subsidie € 125.000 of meer bedraagt, legt de subsidieontvanger rekening en verantwoording af aan de hand van een prestatieverklaring en een financieel verslag. Artikel 4:76 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.
2 De Minister kan een model vaststellen voor de prestatieverklaring en voor het financieel verslag.
5 Indien de subsidie € 300.000 of meer bedraagt, doet de subsidieontvanger het financieel verslag vergezeld gaan van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
6 In de verklaring, bedoeld in het vijfde lid, verklaart de accountant dat de bedragen in het financieel verslag juist zijn en doet hij tevens een uitspraak over de naleving door de subsidieontvanger van de in het accountantsprotocol genoemde voorschriften.
7 De subsidieontvanger bedingt bij de accountant dat deze zijn onderzoek inricht volgens een door de Minister vast te stellen accountantsprotocol.
8 De Minister kan de subsidieontvanger verplichten de desbetreffende originele rekeningen en betalingsbewijzen te overleggen.
1 De subsidieontvanger dient binnen 22 weken na de datum, bedoeld in artikel 8, tweede lid, een aanvraag tot vaststelling in, met gebruikmaking van een formulier dat daartoe door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed beschikbaar wordt gesteld.
2 De Minister besluit binnen 22 weken op een aanvraag tot vaststelling.
1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2018.
2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 juli 2023.
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten 2018.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
I.K. van Engelshoven
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten 2018", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.