2.1. Algemeen
[Regeling vervallen per 24-02-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]
-
• Doelstelling controle op de jaarstukken
-
• Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de jaarrekeningcontrole
-
• Materialiteitstabel
-
• Omgaan met fouten (foutdefinities)
-
• Algemeen referentiekader
-
• Afhandelingscorrespondentie voorgaande jaren
-
• Steunen op de werkzaamheden van een AK
2.1.1. Doelstelling controle op de jaarstukken
[Regeling vervallen per 24-02-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]
1 juli 2017
In dit deel van het accountantsprotocol staan de jaarstukken 2017 centraal. Met ‘jaarstukken’
wordt in dit accountantsprotocol bedoeld: de jaarrekening, het jaarverslag en de overige
gegevens (artikel 1 van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs BES).
De grondslag voor de jaarstukken ligt voor de sector PO in artikel 131 van de WPO BES, voor de sector VO in artikel 175 van de WVO BES en voor de sector MBO in artikel 2.3.1 en 2.3.2 van de WEB BES.
De grondslag voor de jaarstukken voor de EOZ vastgelegd in:
-
• Artikel 8, lid 1 van de subsidiebeschikking (kenmerk BEK/BPR-2015/18384M) voor de
EOZ op Bonaire;
-
• Artikel 8, lid 1 van de subsidiebeschikking (kenmerk BEK-2016/10481 M) voor de EOZ
op Bonaire;
-
• Artikel 8, lid 1 van de subsidiebeschikking (kenmerk BEK-2016/10483 M)) voor de EOZ
op St Eustatius; en
-
• Artikel 8, lid 1 van de subsidiebeschikking (kenmerk BEK2016/10482M) voor de EOZ op
Saba.
De controleverklaring van de instellingsaccountant bij de jaarrekening betreft de
getrouwheid van de grootte en de samenstelling van het vermogen en het resultaat,
evenals de naleving van de wet- en regelgeving. Het oordeel omtrent de naleving van
wet- en regelgeving vloeit voort uit het voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid
van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. De instellingsaccountant
stelt verder vast dat het jaarverslag verenigbaar is met de jaarrekening.
2.1.2. Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van de jaarrekeningcontrole
[Regeling vervallen per 24-02-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]
1 juli 2017
Het begrip omvangsbasis geeft aan tegen welke omvang (bedrag) het percentage goedkeuringsmaterialiteit
moet worden afgezet, bijvoorbeeld een bepaalde geldstroom of post in de verantwoording.
De te hanteren omvangsbases bij de controle van de jaarstukken zijn afhankelijk van
de te controleren massa: de totale publieke middelen en bestedingen van de (geoormerkte)
aanvullende subsidies/bekostiging.
Bij zijn oordeelsvorming over de naleving van de wet- en regelgeving streeft de instellingsaccountant
naar een hoge mate van zekerheid. De instellingsaccountant voert zijn controle in
overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden en dit accountantsprotocol
uit en richt in dat kader zijn controle zodanig in, dat hij met een redelijke mate
van zekerheid kan verklaren dat in de jaarrekening geen afwijkingen (als gevolg van
fouten en fraude, en onzekerheden) voorkomen met een materieel belang.
Indien dit begrip voor het gebruik van statistische technieken gekwantificeerd moet
worden, moet uitgegaan worden van een betrouwbaarheid van 95 procent.
2.1.3. Materialiteitstabel
[Regeling vervallen per 24-02-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]
1 juli 2017
Een verklaring met een goedkeurende strekking impliceert, dat gegeven de bovengenoemde
betrouwbaarheid, in de verantwoording geen afwijkingen (als gevolg van fouten en fraude,
en onzekerheden) voorkomen, die groter zijn dan de percentages in de hieronder opgenomen
materialiteitstabel:
|
Onjuistheden (in de verantwoording
|
Onzekerheden (in de controle)
|
Beperking
|
Afkeuring
|
Beperking
|
Oordeelonthouding
|
Rechtmatigheid
|
|
|
|
|
Rechtmatigheid besteding (% van de totale publieke middelen)
|
>3 en <5
|
≥5
|
>5 en <10
|
≥10
|
De materialiteit is van toepassing voor het oordeel over de financiële rechtmatigheid
en de overige rechtmatigheid, tenzij sprake is van een specifieke controletolerantie.
Publieke middelen zijn middelen die verkregen zijn bij of krachtens de wet ingestelde
heffingen. Deze middelen zijn op basis van bijlage 1 van de RJO BES in de jaarrekening van de instelling opgenomen in model B Staat van Baten en Lasten
onder de Baten ‘Rijksbijdrage’ en ‘Overige overheidsbijdragen’ en bestaan daarnaast
uit de wettelijke college-, cursus-, les- en examengelden, de financiële baten (mits
gegenereerd uit publieke middelen) en de publieke middelen onder de overige baten.
In het accountantsprotocol wordt geen materialiteit meer voorgeschreven voor de getrouwheid.
Vanuit OCW is een maximale materialiteit van 2% van het totaal van de baten en 5%
van het balanstotaal aanvaardbaar. Het is de verantwoordelijkheid van de instellingsaccountant
om deze te bepalen met inachtneming van hetgeen hierover in de standaarden is opgenomen.
Voor elke post gelden voor de foutevaluatie bij de oordeelvorming de goedkeuringstoleranties
op jaarrekeningniveau zoals opgenomen in de materialiteitstabel.
Voor alle in het accountantsprotocol genoemde posten, exclusief de hieronder opgenomen
posten, geldt een standaard rapportagetolerantie van 0,1% (van de totale publieke
middelen). De rapportagetolerantie geeft aan vanaf welke omvang fouten gemeld moeten
worden aan OCW in het Rapport van Bevindingen. Zie verder omgaan met fouten.
Voor de volgende posten/onderwerpen geldt een specifieke controletolerantie (CT) en
rapportagetolerantie (RT):
-
• Afhandelingcorrespondentie voorgaande jaren (0% CT, 0% RT)
-
• Verklaring omtrent het gedrag (1% CT, 0% RT)
-
• Geoormerkte aanvullende subsidies / bekostiging met een bestedingsverplichting (3%
CT, 0% RT)
-
• Bezoldiging bestuurders (0% CT, 0% RT)
De afwijkingen (als gevolg van fouten en fraude) die bij deze controlewerkzaamheden
worden geconstateerd worden door de instellingsaccountant ook betrokken in de foutevaluatie
bij de oordeelvorming bij de jaarrekening als geheel.
2.1.4. Omgaan met fouten (foutdefinities)
[Regeling vervallen per 24-02-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]
1 januari 2014
Van een fout in de verantwoording is sprake indien naar aanleiding van de uitgevoerde
controle is gebleken dat een (gedeelte van een) post niet in overeenstemming is met
één of meer aspecten van de wet- en regelgeving. Fouten worden in absolute zin opgevat,
voor zover het de naleving van de wet- en regelgeving betreft. Saldering van fouten
is daarom niet toegestaan.
Van een onzekerheid in het onderzoek is sprake als er onvoldoende (controle-) informatie
beschikbaar is om een (gedeelte van een) post als goed of fout aan te merken. Bijvoorbeeld
als onzekerheid bestaat over het wel of niet voldoen aan de wet- en regelgeving. Voor
een adequate onderbouwing van het oordeel is het noodzakelijk dat de instellingsaccountant
fouten en onzekerheden zoveel mogelijk kwantificeert.
Het uitgangspunt is dat geconstateerde fouten zoveel mogelijk door de school/instelling
moeten worden gecorrigeerd. Ten aanzien van fouten, die betrekking hebben op rechtmatigheid
geldt dat correctie veelal niet mogelijk is omdat de besteding reeds plaats heeft
gevonden.
Voor wat betreft het omgaan met geconstateerde fouten geldt voor de accountantscontrole
van de jaarstukken:
-
• Ten aanzien van het getrouwe beeld van de jaarrekening hoeven scholen en instellingen
fouten met een gezamenlijk financieel belang beneden de goedkeuringstolerantie niet
te corrigeren en de instellingsaccountant hoeft ze niet te rapporteren. Het effect
op de vermogenspositie (de belangrijkste informatievraag voor OCW) is namelijk gering.
-
• Met betrekking tot de financiële rechtmatigheid wordt onderscheid gemaakt tussen materiële
en niet-materiële fouten. De school/instelling corrigeert voor zover mogelijk geconstateerde
fouten. De school/ instelling kan echter dergelijke fouten meestal niet corrigeren.
De instellingsaccountant informeert het bestuur en het interne toezichthoudende orgaan
hierover conform de geldende beroepsvoorschriften. Materiële fouten (d.w.z. fouten
groter dan de goedkeuringstolerantie) hebben invloed op de strekking van de controleverklaring
en worden uit dien hoofde in de controleverklaring toegelicht. Ten aanzien van niet-materiële
fouten (d.w.z. fouten kleiner dan de goedkeuringstolerantie) stelt de instellingsaccountant
een rapport van bevindingen op zoals opgenomen in Accountantsproducten / Rapportering
met inachtneming van de geldende rapportagetolerantie.
2.1.5. Algemeen referentiekader
[Regeling vervallen per 24-02-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]
1 januari 2014
In het accountantsprotocol is op het hoogste niveau het referentiekader opgenomen.
Met betrekking tot een aantal posten en/of stromen is in dit accountantsprotocol ook
een aantal specifieke criteria opgenomen die voortvloeien uit de wet- en regelgeving.
De beroepsvoorschriften voor instellingsaccountants zoals opgenomen in de Nadere Voorschriften Controle- en Overige Standaarden (NV COS) zijn altijd onderdeel van de controlecriteria.
2.1.6. Afhandelingscorrespondentie voorgaande jaren
[Regeling vervallen per 24-02-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]
1 december 2015
De instellingsaccountant stelt vast dat de school, instelling of het EOZ de aanwijzingen
heeft verwerkt en/of de correcties heeft opgevolgd waarover DUO of de Inspectie van
het Onderwijs eerder met de school, instelling of het EOZ heeft gecorrespondeerd in
een jaarlijkse brief. Indien de aanwijzingen niet zijn verwerkt en/of de correcties
niet zijn opgevolgd dan neemt de instellingsaccountant dit op in een rapport van bevindingen
zoals vermeld in
Accountantsproducten / rapportering.
Door de Inspectie van het Onderwijs wordt alleen een brief verstuurd met aanwijzingen
voor de controle indien in voorgaande controlejaar (2016) door de instelling een niet
goedkeurende controleverklaring en/of een rapport van bevindingen van de instellingsaccountant
bij DUO is ingediend.
2.1.7. Steunen op de werkzaamheden van een AK en gegevensgerichte werkzaamheden
[Regeling vervallen per 24-02-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]
1 juli 2017
Schoolbesturen hebben in veel gevallen hun administratie uitbesteed aan een administratiekantoor
(AK). De AK’s verrichten ten behoeve van deze schoolbesturen en de onder hen ressorterende
scholen veelal de financiële, personele en salarisadministratie en vervaardigen de
jaarrekening van de besturen. De scholen leveren daartoe hun primaire vastleggingen
(inkoopfacturen, mutaties ten aanzien van in- en uitdiensttredingen en andere mutaties
in salarissen) aan de AK’s, de AK’s verrichten hierop controle op o.a. deugdelijkheid
en autorisatie en verwerken deze. Op onder andere deze controles en op verwerkingscontroles
van AK’s steunen instellingsaccountants bij de controle van de jaarstukken en het
onderzoek naar de bekostigingsgegevens.
Bij de toepassing van risicoanalyse bij de accountantscontrole dient de instellingsaccountant
voor het bepalen van de aard en omvang van het risico van een afwijking van materieel
belang onder andere kennis te verkrijgen van de entiteit en haar omgeving. Onder de
entiteit wordt hier, ook in geval van een AK-gerichte aanpak, de organisatie van de
school en het schoolbestuur verstaan. De interne beheersingsomgeving wordt in geval
van een AK-gerichte aanpak hoofdzakelijk op het niveau van een administratiekantoor
(en niet per afzonderlijk schoolbestuur) ingericht. De instellingsaccountant toetst
daarom op dit niveau of hij kan steunen op de getroffen maatregelen van interne beheersing.
(Een en ander hoeft niet te betekenen dat iedere afzonderlijke school in de systeemcontrole
dient te worden betrokken). Bij de toetsing van de maatregelen van IB dient hij rekening
te houden met verschillen in de zogenaamde ‘service level agreement’ tussen het AK
en de individuele besturen. Ook dient hij na te gaan of de controle van het AK alle
rechtmatigheidsaspecten van het accountantsprotocol raakt. Indien dit niet het geval
is zal de instellingsaccountant ook andere controles (dan gericht op het AK) moeten
verrichten.
Ongeacht het ingeschat risico van een afwijking van materieel belang en ongeacht de
keuze voor hetzij een bestuur-gerichte, hetzij een AK-gerichte controleaanpak dient
de instellingsaccountant gegevensgerichte werkzaamheden op te zetten en uit te voeren
voor elke transactiestroom, post van de jaarrekening en elk onderdeel van de toelichting
op de jaarrekening van materieel belang.
Dit laatste is van toepassing voor alle sectoren, zowel t.b.v. de getrouwheid als
de financiële rechtmatigheid op het niveau van de betreffende jaarrekening. Het is
aan de instellingsaccountant om hier door opvolging van de beroepsvoorschriften adequate
invulling aan te geven en die werkzaamheden te kiezen die passend zijn bij de specifieke
omstandigheden.
Voorbeelden van gegevensgerichte werkzaamheden voor personele kosten door de instellingaccountant
zijn:
-
• Kritische analyse van de formatieoverzichten en de verzamelloonstaat. In deze analyse
kunnen worden betrokken: salarisschalen, de omvang en samenstelling van eventuele
niet norm-functies binnen de formatie, de betrekkingsomvang van de dienstbetrekkingen
en ongebruikelijke beloningen. Deze analyse wordt uitgevoerd op bestuursniveau.
-
• Uitvoeren van een cijferbeoordeling op de personele kosten, in relatie tot de begroting
en de jaarrekening van het voorgaande jaar. Bij sterke fluctuaties en ongebruikelijke
saldi controleert de instellingsaccountant met detailstukken. De cijferbeoordeling
vindt plaats op bestuursniveau.
2.2. Getrouwheid
[Regeling vervallen per 24-02-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]
2.2.1. Verslaggevingscriteria
[Regeling vervallen per 24-02-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]
1 december 2015
De verslaggevingscriteria vloeien voornamelijk voort uit de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (RJO) BES, maar in een aantal gevallen kan ook andere wet- en regelgeving bepalingen bevatten
over de wijze waarop een school/instelling verslag doet. De rechtspersoon richt de
jaarstukken in op basis van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs BES. Voor de instellingsaccountant
vormt de regeling een verslaggevingscriterium. De instellingsaccountant stelt vast dat de jaarstukken aan de Regeling jaarverslaggeving
onderwijs BES voldoen.
2.2.2. Bezoldiging bestuurders
[Regeling vervallen per 24-02-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]
1 januari 2014
Aanvullende verslaggevingscriteria: RJO BES artikel 3, lid 4.
De instellingsaccountant stelt vast dat de opgave van het bedrag van de bezoldiging
voor de bestuurders juist en volledig is. Volgens de regeling jaarverslaggeving onderwijs BES artikel 3, lid 4 gaat het om de individuele beloningsgegevens op naamsniveau van bestuurders en gewezen
bestuurders en eventuele toezichthouders.
2.2.3. Bestuursverslag
[Regeling vervallen per 24-02-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]
-
• Algemeen
-
• Specifieke elementen
-
• Rapportering
Algemeen
1 juli 2017
Met betrekking tot het bestuursverslag stelt de instellingsaccountant vast dat:
-
•
het bestuursverslag alle wettelijk verplichte elementen bevat, waaronder die op grond
van de RJO (aanwezigheidstoets);
-
•
de in de jaarrekening en in het bestuursverslag opgenomen informatie op elkaar aansluit
(consistentietoets) en
-
•
de inhoud van het bestuursverslag overeenkomt met de opgedane kennis van de instelling,
waaronder de bevindingen over de interne beheersing (signaleren materiële onjuistheden
bestuursverslag).
In bijlage 2 van de RJO BESis de set van gegevens ten behoeve van de continuïteitsparagraaf als onderdeel van
het bestuursverslag opgenomen. Voor dit onderdeel van het bestuursverslag wordt, in aanvulling op bovenstaande werkzaamheden
nog specifiek van de instellingsaccountant gevraagd vast te stellen dat de meerjarenbegroting
is ontleend aan de planning & control cyclus.
In het kader van ontleend aan de planning & control cyclus stelt de instellingsaccountant
minimaal de aansluiting vast tussen de interne informatie en de informatie, die is
opgenomen in de continuïteitsparagraaf (reconstrueerbaarheid van de informatie).
Sector PO
Op grond van artikel 25 lid 1 onder a van de WPO BES stelt de instellingsaccountant
vast dat de meerjarenbegroting is goedgekeurd door de interne toezichthouder of het
toezichthoudend orgaan.
Indien de accountant vaststelt dat de meerjarenbegroting hieraan niet voldoet, dan
neemt de instellingsaccountant dit op in een rapport van bevindingen zoals vermeld
in Accountantsproducten / rapportering.
Specifieke elementen
1 juli 2017
Sector PO (WPO BES artikel 25, lid 1 onder e en
artikel 131, lid 1 onder a
)
De instellingsaccountant stelt vast dat het bevoegd gezag van de school in het bestuursverslag:
-
o
een verslag van de interne toezichthouder of het interne toezichthoudende orgaan heeft
opgenomen, waarin deze verantwoording aflegt over de uitvoering van haar taken en
bevoegdheden;
-
o
de gehanteerde code voor goed bestuur wordt vermeld, alsmede verantwoording over afwijkingen
van die code voor goed bestuur.
Rapportering
1 januari 2011
De instellingsaccountant neemt, indien niet voldaan is aan de wettelijke bepalingen
een tekstpassage hieromtrent op in de controleverklaring onder de ‘Verklaring over
de in het jaarverslag opgenomen andere informatie’.
2.5. Controleverklaring bij het jaarverslag
[Regeling vervallen per 24-02-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2023]
Algemeen
1 december 2017
Als de instellingsaccountant op grond van zijn bevindingen een andere dan een goedkeurende
verklaring afgeeft, moet hij een afwijkende tekst hanteren. Het feit dat hij een andere
dan een goedkeurende verklaring heeft afgegeven, gebruik maakt van een paragraaf ter
benadrukking van aangelegenheden en/of paragraaf inzake overige aangelegenheden moet
hij vermelden op het zogenoemde Aanbiedingsformulier, dat bij de indiening van de
jaarrekening bij DUO moet worden gebruikt.
Ook geeft de instellingsaccountant op het Aanbiedingsformulier aan of er een afzonderlijk
rapport van bevindingen (zie paragraaf 1.1.3) is opgesteld.
Als de instellingsaccountant een andere dan een goedkeurende verklaring afgeeft, dan
sluit hij voor wat betreft de oordeelsparagraaf aan bij de teksten van deel 3 sectie
II van de HRA (deel Voorbeeldteksten), uitgegeven door de NBA.
Indien het bevoegd gezag rijksbekostiging ontvangt voor meerdere sectoren op grond
van meerdere wetten, dan wordt in de controleverklaring verwezen naar de wetten, op
grond waarvan dan een jaarrekening aan het ministerie wordt verstrekt.
Accountants kunnen vrijwillig gebruik maken van de uitgebreidere controleverklaring(zie
Standaard 700.31 herzien) in overleg met de betreffende instelling. Hiervoor zijn
optionele passages in de voorbeeldverklaring opgenomen. Bij toepassing van de uitgebreidere
controleverklaring volgt de accountant de aanwijzingen in de beroepsstandaarden.
Meer informatie over de uitgebreidere controleverklaring is te vinden op de website
van het NBA: https://www.nba.nl/Wet-en-regelgeving/Adviescollege-Beroepsreglementering1/Naar-een-uitgebreidere-controleverklaring/
Voorbeeldtekst goedkeurende controleverklaring
Dit voorbeeld is voor een enkelvoudige jaarrekening(inclusief eventueel groepsrelaties),
ingeval sprake is van een geconsolideerde jaarrekening met een enkelvoudige jaarrekening,
dan dient de voorbeeldtekst daar conform de beroepsvoorschriften op aangepast te worden.
1 december 2017
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan: Opdrachtgever*7)
A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017
Ons oordeel*1)
Wij hebben de jaarrekening 2017 van ... (naam entiteit)*2) te ... (statutaire vestigingsplaats) gecontroleerd.
Naar ons oordeel:
-
• geeft de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte
en de samenstelling van het vermogen van ... (naam entiteit)*2) op 31 december 2017 en van het resultaat over 2017 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs BES en de richtlijnen jaarverslaggeving (RJ);
-
• zijn de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties
over 2017 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand gekomen
in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen,
zoals opgenomen in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het Onderwijsaccountantsprotocol
BES 2017.
De jaarrekening bestaat uit:
-
(1) de balans per 31 december 2017;
-
(2) de staat van baten en lasten over 2017; en
-
(3) de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving
en overige toelichtingen.
De basis voor ons oordeel
Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de
Nederlandse controlestandaarden en het Onderwijsaccountantsprotocol BES 2017 vallen.
Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden
voor de controle van de jaarrekening’.
Wij zijn onafhankelijk van ... (naam entiteit)*2), zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijksregels in Nederland. Verder
hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA).
Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is
als basis voor ons oordeel.
[OPTIONEEL Materialiteit
Op basis van onze professionele oordeelsvorming hebben wij de materialiteit voor de
getrouwheid van de jaarrekening als geheel bepaald op € ... De materialiteit is gebaseerd
op ...(nader in te vullen % van de relevante benchmark b.v. totale baten en/of balanstotaal).
De materialiteit voor de financiële rechtmatigheid is bepaald op € ... , deze materialiteit
is gebaseerd op 3% van de totale publieke middelen, zoals voorgeschreven in paragraaf
2.1.3 Materialiteitstabel van het Onderwijsaccountantsprotocol BES 2017. In deze paragraaf
van het accountantsprotocol zijn tevens een aantal specifieke controle- en rapportagetoleranties
opgenomen, die wij hebben toegepast.
Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze
mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn.
Wij zijn met de opdrachtgever*7) overeengekomen dat wij aan de opdrachtgever*7) tijdens onze controle geconstateerde afwijkingen boven de € ... rapporteren alsmede
kleinere afwijkingen, die naar onze mening om kwalitatieve redenen relevant zijn.]
[OPTIONEEL Reikwijdte van de groepscontrole*5)
... (naam entiteit)*2) staat aan het hoofd van een groep van organisaties. De financiële informatie van
deze groep is opgenomen in de jaarrekening van ... (naam entiteit)*2).
De groepscontrole heeft zich met name gericht op de significante onderdelen ... (uitleggen wat dit betreft: significante onderdelen zoals bedoeld op grond van Standaard
600. Bijvoorbeeld groepsonderdelen in specifieke landen, groepsonderdelen met significante
risico’s inzake waardering of complexe activiteiten). Bij de (groeps)onderdelen ... (benoemen) hebben wij zelf controlewerkzaamheden uitgevoerd. Wij hebben gebruik gemaakt van
andere accountants bij de controle van onderdeel ... (benoemen).Bij andere onderdelen hebben wij beoordelingswerkzaamheden of specifieke controlewerkzaamheden
uitgevoerd.
Door bovengenoemde werkzaamheden bij (groeps)onderdelen, gecombineerd met aanvullende
werkzaamheden op groepsniveau, hebben wij voldoende en geschikte controle-informatie
met betrekking tot de financiële informatie van de groep verkregen om een oordeel
te geven over de jaarrekening.]
[OPTIONEEL De kernpunten van onze controle*6)
In de kernpunten van onze controle beschrijven wij zaken die naar ons professionele
oordeel het meest belangrijk waren tijdens onze controle van de jaarrekening. De kernpunten
van onze controle hebben wij met de opdrachtgever*7) gecommuniceerd, maar vormen geen volledige weergave van alles wat is besproken.
Wij hebben onze controlewerkzaamheden met betrekking tot deze kernpunten bepaald in
het kader van de jaarrekeningcontrole als geheel. Onze bevindingen ten aanzien van
de individuele kernpunten moeten in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke
oordelen over deze kernpunten.
De beschrijving van een kernpunt bevat de volgende elementen:
-
• een beschrijving van het kernpunt;
-
• een samenvatting van de uitgevoerde controlewerkzaamheden;
-
• indien relevant, belangrijke opmerkingen met betrekking tot de kernpunten; en
-
• indien relevant, een verwijzing naar de toelichting of vermelding in het jaarverslag.]
[OPTIONEEL
Benoeming
Wij zijn door de opdrachtgever*7) op dd-mm-jjjj (datum eerste benoeming) benoemd als accountant van ... (naam entiteit)*2) vanaf de controle van het boekjaar XXXX en zijn sinds die datum tot op heden de externe
accountant.]
B. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie
Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere
informatie, die bestaat uit [aansluiten op de inhoudsopgave van het jaarverslag]:
-
• het bestuursverslag;
-
• de overige gegevens;
-
• ...
Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:
-
• met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiele afwijkingen bevat;
-
• alle informatie bevat die op grond van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs BES, de RJ en paragraaf 2.2.3 Bestuursverslag van het Onderwijsaccountantsprotocol BES
2017 is vereist.
Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons
begrip verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole en anderszins, overwogen of de andere
informatie materiële afwijkingen bevat.
Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs BES, paragraaf 2.2.3 Bestuursverslag van het Onderwijsaccountantsprotocol BES 2017 en
de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als
onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening.
Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder
het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs BES, de RJ en de overige OCW wet- en regelgeving.
C. Beschrijving van verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening
Verantwoordelijkheden van het bestuur*4) en de opdrachtgever*7)
voor de jaarrekening
Het bestuur*4) is verantwoordelijk voor het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening,
in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs BES en de richtlijnen jaarverslaggeving (RJ).
Het bestuur*4) is ook verantwoordelijk voor het rechtmatig tot stand komen van de in de jaarrekening
verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties, in overeenstemming met de
in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen.
In dit kader is het bestuur*4) tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur*4) noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante
wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als
gevolg van fouten of fraude.
Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur*4) afwegen of de onderwijsinstelling in staat is om haar activiteiten in continuïteit
voort te zetten. Op grond van de regeling jaarverslaggeving onderwijs BES en de richtlijnen jaarverslaggeving (RJ) moet het bestuur*4) de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het
bestuur*4) het voornemen heeft om de onderwijsinstelling*2) te liquideren of de activiteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische
alternatief is. Het bestuur*4) moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan
of de onderwijsinstelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten toelichten
in de jaarrekening.
De raad van toezicht *7) is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële
verslaggeving van de onderwijsinstelling.
Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening
Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht,
dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door
ons af te geven oordeel, als bedoeld in ... *3).
Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid
waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten
en fraude ontdekken.
Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fouten of fraude en zijn materieel indien
redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed
kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening
nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden
en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel.
Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in
de bijlage bij onze controleverklaring.
Plaats, datum
.... (naam accountantspraktijk)
.... (naam accountant)
Bijlage bij de controleverklaring
Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar
relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse
controlestandaarden, het Onderwijsaccountantsprotocol BES 2017, ethische voorschriften
en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:
-
• het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van
materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, dan wel het niet rechtmatig
tot stand komen van baten en lasten alsmede balansmutaties, het in reactie op deze
risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie
die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico
dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij
fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk
nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken
of het doorbreken van de interne beheersing;
-
• het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle
met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden.
Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit
van de interne beheersing van de onderwijsinstelling;
-
• het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving,
de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en het evalueren van de redelijkheid
van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening
staan;
-
• het vaststellen dat de door het bestuur*4) gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van
de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden
zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling haar activiteiten
in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel
belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen
op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen
inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd
op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring.
Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een instelling
haar continuïteit niet langer kan handhaven;
-
• het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin
opgenomen toelichtingen, en
-
• het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties
en gebeurtenissen en of de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede
balansmutaties in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn
gekomen.
[OPTIONEEL Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel zijn wij verantwoordelijk
voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. In
dit kader hebben wij de aard en omvang bepaald van de uit te voeren werkzaamheden
voor de groepsonderdelen. Bepalend hierbij zijn de omvang en/of het risicoprofiel
van de groepsonderdelen of de activiteiten. Op grond hiervan hebben wij de groepsonderdelen
geselecteerd waarbij een controle of beoordeling van de volledige financiële informatie
of specifieke posten noodzakelijk was. *5)]
Wij communiceren met de opdrachtgever*7) onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante
bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante
tekortkomingen in de interne beheersing.
[OPTIONEEL Wij bevestigen aan de opdrachtgever*7) dat wij de relevante ethische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd.
Wij communiceren ook met de opdrachtgever*7) over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze afhankelijkheid kunnen
beïnvloeden en over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid
te waarborgen.]
[OPTIONEEL Wij bepalen de kernpunten van onze controle van de jaarrekening op basis
van alle zaken die wij met de opdrachtgever*7) hebben besproken. Wij beschrijven deze kernpunten in onze controleverklaring, tenzij
dit is verboden door wet- of regelgeving of in buitengewoon zeldzame omstandigheden
wanneer het niet vermelden in het belang van het maatschappelijk verkeer is.]
*1) Hier is sprake van één oordeel met een conclusie over getrouwheid en rechtmatigheid.
De strekkingen van eventuele niet-goedkeurende conclusies komen in deze ene paragraaf
te staan. Indien niet wordt voldaan aan de RJO BES artikel 3, lid 4 vervalt de optie
van een goedkeurend getrouwheidsoordeel.
*2) Ingeval van een school zonder zelfstandige rechtspersoonlijkheid in de sector PO
vervangen door ‘de openbaar lichaam scho(o)l(en) voor primair onderwijs zonder zelfstandige
rechtspersoonlijkheid van het openbaar lichaam. ... (naam openbaar lichaam)’. Ingeval
sector VO is ‘naam entiteit’ te lezen als ‘naam bevoegd gezag’.
*3) Opnemen hetgeen van toepassing is:
-
–
artikel 131, vierde lid van de Wet primair onderwijs BES;
-
–
artikel 17, derde lid van het Bekostigingsbesluit WVO BES;
-
–
artikel 2.3.1, vierde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;
-
–
artikel 8, derde lid van de subsidiebeschikking d.d. 8 oktober 2015 met kenmerk BEK/BPR-2015/18384M;
-
–
artikel 8, derde lid van de subsidiebeschikking d.d. 2 juni 2016 met kenmerk BEK-2016/10481M;
-
–
artikel 8, derde lid van de subsidiebeschikking d.d. 2 juni 2016 met kenmerk BEK-2016/10483M;
-
–
artikel 8, derde lid van de subsidiebeschikking d.d. 2 juni 2016 met kenmerk BEK-2016/10482M.
*4) Ingeval van een school zonder zelfstandige rechtspersoonlijkheid in de sector PO
of een school in de sector VO ’bestuur van de entiteit’ vervangen door ‘het bevoegd
gezag van de scho(o)l(en)’.
*5) Optioneel op te nemen ingeval een groepscontrole aan de orde is, bijvoorbeeld belangrijke
niet geconsolideerde deelnemingen. Deze tekst inclusief paragraafkop kan specifiek
worden gemaakt.
*6)
Deze tekst kan specifiek worden gemaakt. Bij vrijwillige toepassing van de nieuwe
controleverklaring is de passage over de kernpunten van de controle facultatief. Ingeval
de accountant ervoor kiest deze passage op te nemen is hij verplicht de passages over
materialiteit en, in voorkomend geval, over de reikwijdte van de groepscontrole op
te nemen.
*7) Voor een instelling op grond van de WPO BES, is dit de intern toezichthouder of
het intern toezichthoudend orgaan (zoals bedoeld in WPO BES artikel 23, 24 en 25).
In de tekst van de controleverklaring dient ‘opdrachtgever’ of ‘raad van toezicht’
vervangen te worden door ‘intern toezichthouder’ of ‘intern toezichthoudend orgaan’.