Artikel 1. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 15-11-2019]
Artikel 2. Beoordeling ernst inbreuk
[Regeling vervallen per 15-11-2019]
-
1 Voor de toepassing van artikel 90, eerste lid, van de controleverordening, en artikel
42 van verordening nr. 1005/2008 wordt de ernst van een inbreuk op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid
beoordeeld overeenkomstig deze beleidsregel.
-
2 De Minister beoordeelt de ernst van de inbreuk, bedoeld in het eerste lid, op basis
van de omstandigheden van het geval, zoals de aard van inbreuk, de daaruit voortvloeiende
schade, de waarde van de schade aan de visbestanden en het mariene milieu in kwestie,
en de omvang van de inbreuk.
-
3 De inbreuken op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid zoals die worden
omschreven in de artikelen 4 tot en met 20 van deze beleidsregel, worden aangemerkt als ernstige inbreuken, tenzij zich in het
concrete geval een of meer bijzondere omstandigheden voordoen die de mate van ernst
van de inbreuk dusdanig doen verminderen, dat de desbetreffende inbreuk redelijkerwijs
niet kan worden aangemerkt als een ernstige inbreuk.
Artikel 3. Ontbreken aangifte aanlanding of verkoopdocument ingeval van aanlanding
in haven derde land
[Regeling vervallen per 15-11-2019]
Als ernstige inbreuk als bedoeld in artikel 90, eerste lid, onderdeel a, van de controleverordening,
wordt aangemerkt overtreding van:
-
a.
artikel 104, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 23, eerste en derde lid, van de controleverordening, en
artikel 125, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 62, vijfde lid, van de controleverordening, of
-
b.
artikel 109, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 24, eerste lid, van de controleverordening, en artikel 125, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 62, vijfde lid, van de controleverordening,
voor zover zowel de aangifte van aanlanding als het verkoopdocument niet zijn ingediend
nadat de vangst in de haven van een derde land is aangeland.
Artikel 4. Opvoeren motorvermogen boven maximaal continu vermogen
[Regeling vervallen per 15-11-2019]
Als ernstige inbreuk als bedoeld in artikel 90, eerste lid, onderdeel b, van de controleverordening,
wordt aangemerkt een overtreding van artikel 114 van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 39, eerste lid, van de controleverordening, voor zover het
motorvermogen ten minste 15% hoger is dan op het motorcertificaat of op de visvergunning
vermelde maximaal continu vermogen.
Artikel 5. Niet-naleving verplichting tot aan boord brengen, houden of aanlanden van
soorten die vallen onder de aanlandplicht
[Regeling vervallen per 15-11-2019]
Als ernstige inbreuk als bedoeld in artikel 90, eerste lid, onderdeel c, van de controleverordening,
wordt aangemerkt een overtreding van artikel 3, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 15, eerste lid, van de basisverordening, voor zover een
substantiële hoeveelheid van een tijdens een visserijactiviteit gevangen soort waarvoor
een quotum geldt, niet aan boord wordt of is gebracht of gehouden of niet wordt of
is aangeland, tenzij dit aan boord brengen en houden of het aanlanden van deze vangsten
in zou gaan tegen verplichtingen uit hoofde van de regels van het gemeenschappelijke
visserijbeleid in visserijtakken of visserijzones waar die regels van toepassing zijn,
of zouden vallen onder vrijstellingen uit hoofde van die regels.
Artikel 6. Verrichten zakelijke activiteiten die rechtstreeks samenhangen met IOO-visserij
[Regeling vervallen per 15-11-2019]
Als ernstige inbreuk als bedoeld in artikel 42, onderdeel b, van verordening nr. 1005/2008, wordt aangemerkt een overtreding van:
-
a.
artikel 140, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met:
-
(i) artikel 37, onderdeel 3, van verordening nr. 1005/2008;
-
(ii) artikel 37, onderdeel 6, van verordening nr. 1005/2008, voor zover de in dit onderdeel verboden hulpverlening niet door een vissersvaartuig
wordt geboden;
-
(iii) artikel 37, onderdeel 9 of 10, van verordening nr. 1005/2008;
-
(iv) artikel 38, onderdeel 1, 2, 3, 5 of 6, van verordening nr. 1005/2008;
-
(v) artikel 39, eerste lid, van verordening nr. 1005/2008; of
-
b.
artikel 140, vierde lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij.
Artikel 7. Vervalsing documenten bedoeld in verordening nr. 1005/2008 of gebruik van valse of ongeldige documenten
[Regeling vervallen per 15-11-2019]
Als ernstige inbreuk als bedoeld in artikel 42, onderdeel c, van verordening nr. 1005/2008, wordt aangemerkt:
-
a. een overtreding van artikel 141 van de Uitvoeringsregeling zeevisserij, voor zover het betreft:
het vervalsen, of het valselijk of niet naar waarheid opmaken van:
-
(i) een document, of van gegevens, valideringen, handtekeningen of waarmerken, als bedoeld
in artikel 12, tweede lid en derde lid, artikel 14, eerste en tweede lid, artikel
15, eerste lid, en artikel 21, eerste lid, van verordening nr. 1005/2008;
-
(ii) een door de Commissie erkend vangstdocument of daarmee samenhangend document, als
bedoeld in artikel 13, eerste lid, van verordening nr. 1005/2008, met inbegrip van de daarop aan te brengen gegevens, valideringen, handtekeningen
of waarmerken;
-
b. het gebruik maken van een vervalst of valselijk opgemaakt document, of van vervalste
of valselijk opgemaakte gegevens, valideringen, handtekeningen of waarmerken, een
en ander als bedoeld in onderdeel a.
Artikel 8. Schending verplichtingen inzake het registreren en melden vangstgegevens
of met de vangst verband houdende gegevens
[Regeling vervallen per 15-11-2019]
-
1 Als een ernstige inbreuk, bedoeld in artikel 42, onderdeel a, in samenhang met artikel
3, eerste lid, onderdeel b, van verordening nr. 1005/2008, wordt aangemerkt:
-
a. overtreding van:
-
(i)
artikel 104, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 14, eerste, vierde, zesde of achtste lid, van de controleverordening,
-
(ii)
artikel 104, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 31, eerste lid, van de uitvoeringsverordening controleverordening,
of
-
(iii)
artikel 104, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij,
voor zover een of meer van de kerngegevens in het papieren visserijlogboek, bedoeld
in artikel 14 van de controleverordening, of in de papieren aangifte van aanlanding
niet juist, niet volledig, niet tijdig of niet wordt of is bijgehouden of ingediend;
-
b. overtreding van artikel 104, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 14, tweede lid, onderdeel f, van de controleverordening,
voor zover de in de papieren aangifte van aanlanding vermelde vangsthoeveelheid, als
bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel c, van de controleverordening, althans
de vangsthoeveelheid zoals die met toepassing van artikel 60, vijfde lid, van de controleverordening
in de papieren aangifte van aanlanding vermeld had moeten worden, per soort en per
visreis meer dan 15%, met een minimum van 200 kilogram, afwijkt ten opzichte van de
geschatte hoeveelheid die vermeld is in het papieren visserijlogboek;
-
c. overtreding van artikel 124, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 60, vijfde lid, van de controleverordening;
-
d. overtreding van:
-
(i)
artikel 105, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 15, eerste lid, van de controleverordening, of
-
(ii)
artikel 105, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 37, tweede alinea, van de uitvoeringsverordening controleverordening,
voor zover één of meer van de kerngegevens in een van de drie kernberichten DEP (aangifte
van vertrek), RTP (aangifte terugkeer naar de haven) of LAN (aangifte van aanlanding)
in het elektronische visserijlogboek, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de controleverordening,
of in de elektronische aangifte van aanlanding niet juist, niet volledig, niet tijdig
of niet wordt of is bijgehouden of ingediend;
-
e.
overtreding van artikel 105, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 15, eerste lid, van de controleverordening, voor zover de
in de elektronische aangifte van aanlanding vermelde vangsthoeveelheid, als bedoeld
in artikel 24, eerste lid, in samenhang met artikel 23, tweede lid, onderdeel c, van
de controleverordening, althans de vangsthoeveelheid zoals die met toepassing van
artikel 60, vijfde lid, van de controleverordening in de elektronische aangifte van
aanlanding vermeld had moeten worden, per soort en per visreis meer dan 15%, met een
minimum van 200 kilogram, afwijkt ten opzichte van de geschatte hoeveelheid die vermeld
is in het elektronische visserijlogboek, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de
controleverordening; of
-
f. overtreding van artikel 124, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 60, vijfde lid, van de controleverordening;
-
g. overtreding van:
-
(i)
-
1°.
artikel 102, eerste of derde lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 9, tweede lid, van de controleverordening; of
-
2°. overtreding van artikel 102, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 9, zesde lid, van de controleverordening; of
-
3°. overtreding van artikel 102, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 18, eerste of tweede lid, van de uitvoeringsverordening
controleverordening,
en
voor zover wordt uitgevaren zonder dat satellietvolgapparatuur aanwezig is of operationeel
is én zonder dat een AIS aanwezig is of operationeel is;
-
h. overtreding van:
en
voor zover
-
(a) ingeval van defecte of anderszins niet-functionerende satellietvolgapparatuur de kapitein
of diens vertegenwoordiger niet via adequate telecommunicatiemiddelen om de vier uur
vanaf het tijdstip waarop het niet functioneren is ontdekt, of vanaf het tijdstip
waarop hij hiervan in kennis is gesteld, de meest actuele geografische coördinaten
van het vissersvaartuig meedeelt aan het visserijcontrolecentrum van de vlaggenlidstaat,
en daarnaast
-
(b) geen AIS aan boord is of, indien wel een AIS aan boord is, ook het AIS defect is of
anderszins niet functioneert.
Artikel 9. Gebruik van vistuig dat verboden of niet conform de voorschriften is
[Regeling vervallen per 15-11-2019]
Als ernstige inbreuk als bedoeld in artikel 42, onderdeel a, in samenhang met artikel
3, eerste lid, onderdeel e, van verordening nr. 1005/2008, wordt aangemerkt een overtreding van:
-
a.
artikel 53, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 16, artikel 20, vierde lid, onderdeel b, artikel 20bis,
derde alinea, onderdeel b, artikel 21, derde lid, tweede alinea, onderdeel b, artikel
22, eerste lid, derde alinea, onderdeel b, artikel 23, eerste lid, derde alinea, artikel
28, eerste lid, artikel 29, eerste lid of tweede lid, onderdeel a, artikel 29ter,
eerste lid of tweede lid, derde alinea, artikel 29quinquies, twaalfde lid, voor zover
via deze bepaling wordt verwezen naar vistuig zonder nadere specificatie van maaswijdte,
artikel 29septies, vijfde lid, artikel 30, vierde of vijfde lid, artikel 34, eerste
lid, artikel 34bis, eerste lid, artikel 34ter, eerste lid, artikel 34quinquies, eerste
lid, artikel 34sexies, eerste lid, artikel 34septies, eerste lid, artikel 34nonies,
of artikel 39 van verordening nr. 850/98;
-
b.
artikel 66 van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 5, eerste lid, of artikel 7 van verordening nr. 520/2007;
-
c.
artikel 53, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 4, eerste lid, tweede lid, onderdeel f, of vierde lid, onderdeel
a, artikel 11, eerste lid, artikel 20, vierde lid, onderdelen a, c of d, artikel 20bis,
derde alinea, onderdelen a of c, artikel 21, derde lid, tweede alinea, onderdelen
a of c, artikel 22, eerste lid, derde alinea, onderdeel a, artikel 27, derde lid,
tweede alinea, artikel 29bis, eerste lid, derde alinea, artikel 29quinquies, twaalfde
lid, voor zover via deze bepaling wordt verwezen naar vistuig met een nadere specificatie
van de maaswijdte daarvan, artikel 30, tweede lid, of derde lid, eerste zin, of artikel
37, eerste lid, van verordening nr. 850/98, voor zover de afwijking van de toegestane maaswijdte 4 mm of meer bedraagt;
-
d.
artikel 59 van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 4, vijfde lid, artikel 5, tweede of derde lid, artikel 6,
eerste lid, van verordening nr. 2056/2001, voor zover de afwijking van de toegestane maaswijdte 4 mm of meer bedraagt;
-
e.
artikel 60 van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 5, tweede lid, van verordening nr. 494/2002, voor zover de afwijking van de toegestane maaswijdte 4 mm of meer bedraagt.
Artikel 10. Vervalsing of verborgen houden van kentekens, identiteit of de registratie
[Regeling vervallen per 15-11-2019]
Als ernstige inbreuk als bedoeld artikel 42, onderdeel a, in samenhang met artikel
3, eerste lid, onderdeel f, van verordening nr. 1005/2008, wordt aangemerkt een overtreding van:
-
a.
artikel 101, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 6, onderdeel e, van de uitvoeringsverordening controleverordening,
voor zover het gaat om het vervalsen, valselijk opmaken of verbergen van de in dit
onderdeel bedoelde registratiecijfers en -letters, of
-
b. het vervalsen, valselijk opmaken of verbergen van:
-
(i) de naam, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van uitvoeringsverordening
controleverordening;
-
(ii) het CFR-identificatienummer, bedoeld in artikel 10 van verordening nr. 26/2004; of
-
(iii) een scheepsidentificatienummer als bedoeld in de regeling inzake scheepsidentificatienummers
van de Internationale Maritieme Organisatie, als aangenomen op 4 december 2013 bij
resolutie A.1078 (28).
Artikel 11. Verborgen houden of doen verdwijnen van, of knoeien met bewijsmateriaal
dat van belang is in het kader van een onderzoek
[Regeling vervallen per 15-11-2019]
Als ernstige inbreuk als bedoeld artikel 42, onderdeel a, in samenhang met artikel
3, eerste lid, onderdeel g, van verordening nr. 1005/2008, wordt aangemerkt het verborgen houden van, knoeien met, of doen verdwijnen van bewijsmateriaal
dat van belang is in het kader van een onderzoek naar de naleving van de regels van
het gemeenschappelijk visserijbeleid.
Artikel 12. Illegaal aan boord nemen, overladen of aanlanden van ondermaatse vis
[Regeling vervallen per 15-11-2019]
Als ernstige inbreuk als bedoeld artikel 42, onderdeel a, in samenhang met artikel
3, eerste lid, onderdeel i, van verordening nr. 1005/2008, wordt aangemerkt een overtreding van:
voor zover:
-
(i) per visreis van een soort 10% of meer ondermaatse vis, met een minimum van 200 kilo
aan boord is genomen, overgeladen of aangeland;
-
(ii) per visreis 10% of meer ondermaatse vis, met een minimum van 200 kilo, van tong of
herstelplansoorten per soort aan boord is genomen, overgeladen of aangeland, of
-
(iii) ondermaatse vis verborgen is of wordt gehouden.
Artikel 13. Visserijactiviteiten in gebied regionale visserijorganisatie
[Regeling vervallen per 15-11-2019]
Als ernstige inbreuk als bedoeld artikel 42, onderdeel a, in samenhang met artikel
3, eerste lid, onderdeel k, van verordening nr. 1005/2008, wordt aangemerkt het in het gebied van een regionale visserijorganisatie als bedoeld
in artikel 2, vijftiende lid, van verordening nr. 1005/2008, verrichten van een visserijactiviteit:
-
a. op een wijze die onverenigbaar is met of indruist tegen de instandhoudings- en beheersmaatregelen
van die organisatie, of
-
b. waarbij de vlag wordt gevoerd van een staat die geen partij is bij die visserijorganisatie,
of die niet samenwerkt met die visserijorganisatie zoals door die organisatie is vastgesteld,
voor zover deze inbreukmakende visserijactiviteit niet op grond van een van de artikelen 3 tot en met 12 of 14 tot en met 19 van deze beleidsregel als een ernstige inbreuk wordt beschouwd, en de inbreuk in
de regelgeving van de desbetreffende visserijorganisatie als ernstig wordt aangemerkt.
Artikel 14. Vissen zonder geldige visvergunning of vismachtiging of zonder geldig
visdocument
[Regeling vervallen per 15-11-2019]
Als ernstige inbreuk als bedoeld artikel 42, onderdeel a, in samenhang met artikel
3, eerste lid, onderdeel a, van verordening nr. 1005/2008, wordt aangemerkt een overtreding van:
-
a.
artikel 92, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 6, eerste lid, van de controleverordening, voor zover wordt
of is gevist zonder visvergunning, of wordt of is gevist met een visvergunning die
is geschorst of ingetrokken;
-
b.
artikel 92, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij en artikel 7, tweede lid, van het Besluit registratie in samenhang met artikel 6, eerste lid, van de controleverordening, voor zover na
overdracht van het vissersvaartuig de gegevens op de visvergunning met betrekking
tot de eigenaar van het desbetreffende vissersvaartuig niet in overeenstemming zijn
met de desbetreffende gegevens in het register, bedoeld in artikel 4 van het Besluit registratie, en deze overdracht niet binnen zes weken is gemeld bij de bevoegde instantie overeenkomstig
artikel 7, tweede lid, van het Besluit registratie;
-
c.
artikel 97, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 7, eerste lid, van de controleverordening, voor wordt of
is gevist zover zonder vismachtiging, of wordt of is gevist met een vismachtiging
die is geschorst of ingetrokken;
-
d.
artikel 3, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 31, vijfde lid, van de basisverordening, voor zover wordt
of is gevist zonder vismachtiging, of wordt of is gevist met een vismachtiging die
is geschorst of ingetrokken;
-
e.
artikel 131, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 3 van verordening nr. 1006/2008, voor zover wordt of is gevist zonder vismachtiging, of wordt of is gevist met een
vismachtiging die is geschorst of ingetrokken.
Artikel 15. Vissen in gesloten gebied, tijdens gesloten seizoen, zonder of na volledige
benutting quotum of onder gestelde dieptegrens
[Regeling vervallen per 15-11-2019]
Als ernstige inbreuk als bedoeld artikel 42, onderdeel a, in samenhang met artikel
3, eerste lid, onderdeel c, van verordening nr. 1005/2008, wordt aangemerkt een overtreding van:
-
a.
artikel 10, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij;
-
b.
artikel 113, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 35, tweede lid, van de controleverordening;
-
c.
artikel 113, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 36, tweede lid, van de controleverordening;
-
d.
artikel 119, derde lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 53, zevende lid, van de controleverordening;
-
e.
artikel 119, vierde lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij;
-
f.
artikel 53, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 29ter, vierde lid, derde alinea, artikel 29quater, artikel
29quinquies, eerste lid, artikel 29sexies, eerste lid, artikel 29septies, lid 1bis,
tweede alinea, artikel 34, eerste lid, van verordening nr. 850/98; of
-
g.
artikel 13 van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 11, eerste lid, van de verordening vangstmogelijkheden.
Artikel 16. Gerichte visserij op bestand waarvoor vangstverbod of -moratorium geldt
[Regeling vervallen per 15-11-2019]
-
a. Als ernstige inbreuk als bedoeld artikel 42, onderdeel a, in samenhang met artikel
3, eerste lid, onderdeel d, verordening nr. 1005/2008, wordt aangemerkt een overtreding vanartikel 13 van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 11, tweede lid, artikel 12, eerste lid, artikel 18, artikel
19, eerste lid, artikel 24, eerste of tweede lid, artikel 27, eerste lid, artikel
28, eerste lid, artikel 29, artikel 30, artikel 31, tweede lid, artikel 32, eerste
lid, artikel 34, eerste lid, artikel 37, of artikel 41, eerste lid, van de verordening
vangstmogelijkheden, of
-
b. artikel 6 van verordening 2016/2285,
voor zover gericht op de in deze bepalingen genoemde vissoorten wordt of is gevist.
Artikel 17. Bemoeilijken taakuitoefening door functionarissen of waarnemers
[Regeling vervallen per 15-11-2019]
Als ernstige inbreuk als bedoeld artikel 42, onderdeel a, in samenhang met artikel
3, eerste lid, onderdeel h, van verordening nr. 1005/2008, wordt aangemerkt een overtreding van:
-
a.
artikel 128, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 73, zevende lid, van de controleverordening;
-
b.
artikel 128, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 113, tweede lid, of 114, eerste lid, van de uitvoeringsverordening
controleverordening.
Artikel 18. Vangsten overladen op of deelnemen aan gezamenlijke visserijactiviteiten
met, of ondersteuning of bevoorrading van andere IOO-vissersvaartuigen
[Regeling vervallen per 15-11-2019]
Als ernstige inbreuk als bedoeld artikel 42, onderdeel a, in samenhang met artikel
3, eerste lid, onderdeel j, van verordening nr. 1005/2008, wordt aangemerkt een overtreding van artikel 140, eerste lid van de Uitvoeringsregeling zeevisserij in samenhang met artikel 37, onderdeel 4, of onderdeel 6, van verordening nr. 1005/2008, voor zover de in dit artikel verboden hulpverlening wordt geboden door een vissersvaartuig
dat is opgenomen in de ‘communautaire lijst van IOO-vaartuigen’, bedoeld in artikel
27 van verordening nr. 1005/2008.
Artikel 19. Staatloos vaartuig
[Regeling vervallen per 15-11-2019]
Als ernstige inbreuk, bedoeld artikel 42, onderdeel a, in samenhang met artikel 3,
eerste lid, onderdeel l, van verordening nr. 1005/2008, wordt aangemerkt een overtreding van artikel 2, eerste lid, in voorkomend geval in samenhang met artikel 8 van de Uitvoeringswet Visserijverdrag 1967 dan wel het vissen met een vaartuig dat geen nationaliteit heeft en derhalve een
staatloos vaartuig is, overeenkomstig de internationale wetgeving.
Artikel 20. Inwerkingtreding en citeertitel
[Regeling vervallen per 15-11-2019]