Artikel 1. : Algemene leiding
[Regeling vervallen per 14-12-2018]
De directeur-generaal Belastingdienst is verantwoordelijk voor het functioneren van
de Belastingdienst inclusief de bijbehorende bedrijfsvoering en geeft direct leiding
aan de hoofddirecteuren, algemeen directeuren en directeuren genoemd in artikel 2.
Artikel 2. : Organisatie, taken en verantwoordelijkheden
[Regeling vervallen per 14-12-2018]
-
2 De hoofddirecteuren, algemeen directeuren en directeuren, zoals bedoeld in het eerste
lid, dragen bij de uitoefening van hun taken en verantwoordelijkheden zorg voor de
samenhang tussen deze taken en verantwoordelijkheden en voor de bijbehorende bedrijfsvoering.
-
3 De hoofddirecteuren, algemeen directeuren en directeuren, zoals bedoeld in het eerste
lid, treden over vraagstukken die van politiek gevoelige of anderszins zwaarwegende
aard zijn in contact met de directeur-generaal Belastingdienst, voordat van bevoegdheden
gebruik wordt gemaakt.
Artikel 3. : Managementteam Belastingdienst
[Regeling vervallen per 14-12-2018]
-
3 De onder artikel 2, eerste lid, onder a t/m g, genoemde hoofddirecteuren, algemeen directeuren en directeur maken vast deel uit
van het MT Belastingdienst. De onder artikel 2, eerste lid, onder h en i, genoemde
directeuren zijn agendalid en kunnen afhankelijk van het te bespreken onderwerp aansluiten
bij het MT Belastingdienst. Indien de directeur-generaal Belastingdienst dit wenselijk
acht, kan ook een persoon die wordt vertegenwoordigd door een hoofd-, algemeen directeur
of directeur aan de MT-vergadering deelnemen.
Artikel 4. : Budgethouderschap
[Regeling vervallen per 14-12-2018]
Binnen de gegeven kaders en richtlijnen vanuit het ministerie van Financiën zijn de
budgethouders in bijlage 2 aangewezen alsmede de budgetten waarvoor zij bevoegd zijn.
De budgethouders zijn bevoegd verplichtingen – met financiële consequenties – aan
te gaan en uitgaven goed te keuren binnen hun budgetten en passend binnen hun taken
en verkregen mandaten met inachtneming van het bepaalde over verscherpt toezicht in
artikel 11, tweede lid, Organisatie- en mandaat besluit Ministerie van Financiën.
Artikel 5. : Mandaat primair proces van het directoraat-generaal Belastingdienst
[Regeling vervallen per 14-12-2018]
-
1 De leden van het MT Belastingdienst (zoals genoemd in artikel 3, derde lid) hebben binnen het kader van het jaarplan en binnen eventueel door de bewindspersoon
of namens de bewindspersoon door de secretaris-generaal of de directeur-generaal Belastingdienst
gegeven richtlijnen mandaat tot het nemen van besluiten en afdoen van stukken betreffende
de beleids-, bedrijfsvoerings- en uitvoeringsaangelegenheden, zoals genoemd in bijlage 1.
-
3 De mandaathouder, zoals bedoeld in het tweede lid, treedt over vraagstukken die van
politiek gevoelige of anderszins zwaarwegende aard zijn in contact met het lid van
het MT Belastingdienst waaronder hij ressorteert, voordat van bevoegdheden gebruik
wordt gemaakt.
-
4 De ondertekening van uitgaande stukken zal luiden als volgt:
DE MINISTER VAN FINANCIËN, resp. DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,
namens deze,
(handtekening)
gevolgd door naam en functie van de (onder)gemandateerde functionaris.
Artikel 6. : Mandaat bedrijfsvoering van het directoraat-generaal Belastingdienst
[Regeling vervallen per 14-12-2018]
-
1 De directeur-generaal en de leden van het MT Belastingdienst, alsmede de adjunct-directeuren
van het directoraat-generaal Belastingdienst, hebben – binnen het kader van het jaarplan
en binnen de door de minister of namens de minister door de secretaris-generaal of
directeur-generaal Belastingdienst gegeven richtlijnen en behoudens de bepalingen
onder meer over het verscherpt toezicht in het Organisatie- en Mandaatbesluit ministerie van Financiën – mandaat tot het nemen van besluiten en afdoen van stukken betreffende alle bedrijfsvoeringaangelegenheden
die behoren tot het werkterrein van het directoraat-generaal Belastingdienst. Tot
de bedrijfsvoering behoort het nemen van personele beslissingen ten aanzien van medewerkers
die zijn aangesteld bij het Ministerie van Financiën en werkzaam zijn bij het directoraat-generaal
Belastingdienst.
-
4 Aan de in het eerste lid gemandateerde functionarissen, alsmede de adjunct-directeuren
van het directoraat-generaal Belastingdienst, is voorbehouden het afdoen en ondertekenen
van besluiten aangaande:
-
a. vaststelling feitelijk opgedragen functie;
-
b. (verlengde) aanstellingsbesluiten;
-
c. ver- en herplaatsing;
-
d. aanstelling in vaste dienst;
-
e. tijdelijk opdragen van andere werkzaamheden;
-
f. wijziging van salarisschaal;
-
g. incidentele beloning voor bijzondere prestaties;
-
h. korting bezoldiging bij arbeidsongeschiktheid;
-
i. toekenning gratificatie bij ambtsjubileum;
-
j. ontslag.
-
5 De ondertekening van stukken betrekking hebbend op de in lid 1 bedoelde aangelegenheden
zal luiden als volgt:
DE MINISTER VAN FINANCIËN,
namens deze,
(handtekening)
gevolgd door naam en functie van de gemandateerde functionaris.
-
6 De ondertekening van stukken door de leden van het managementteam Personele en Financiële
diensten zal luiden als volgt:
DE MINISTER VAN FINANCIËN,
namens deze,
de (functie MT lid) Belastingdienst,
voor deze,
(handtekening)
gevolgd door de naam en functie van het hoofd dan wel het plaatsvervangend hoofd van
de eenheid Organisatie & Personeel.
Artikel 7. : Mandaatregister
[Regeling vervallen per 14-12-2018]
Onderdeel van deze regeling vormt een mandaatregister dat is opgenomen in bijlage
2. Het mandaatregister bevat handtekeningen en parafen van de in de artikelen 2, 4, 5 en 6 gemandateerde functionarissen.
Artikel 8. : Verantwoordelijkheden
[Regeling vervallen per 14-12-2018]
De in artikel 2, 4, 5 en artikel 6 bedoelde functionarissen zijn verantwoordelijk voor een adequate uitvoering van het
toegekende mandaat.
Artikel 9. : Intrekking vorig besluit
[Regeling vervallen per 14-12-2018]
‘Het Organisatie- en mandaatbesluit directoraat-generaal Belastingdienst’ zoals laatstelijk gewijzigd op 16 maart 2015 is hierbij ingetrokken, met dien verstande
dat artikel 7 van dat besluit hierbij met terugwerkende kracht tot 1 oktober 2014 is ingetrokken.
Artikel 10. : Inwerkingtreding
[Regeling vervallen per 14-12-2018]
Het tijdelijke Organisatie- en mandaatbesluit directoraat-generaal Belastingdienst
treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant
waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 26 oktober 2016, met dien verstande
dat de laatste volzin van artikel 6, eerste lid, terug werkt tot 1 oktober 2014.
Artikel 11. : Citeertitel
[Regeling vervallen per 14-12-2018]
Dit besluit wordt aangehaald als: Organisatie- en mandaatbesluit directoraat-generaal
Belastingdienst 2016. De citeertitel kan worden afgekort tot: O&M-besluit DGBEL.
Bijlage 1. bij Organisatie- en mandaatbesluit directoraat-generaal Belastingdienst
2016
[Regeling vervallen per 14-12-2018]
Het directoraat-generaal Belastingdienst (DGBel) is de concernstaf voor de directeur-generaal
en voor de leden van het MT Belastingdienst. DGBel is daarmee ondersteunend aan de
besturing van het concern Belastingdienst en verzorgt de verbinding tussen de politiek
en de uitvoering en vice versa. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met de uitvoeringsverantwoordelijken
in de Belastingdienst, waarvan DGBel een integraal onderdeel uitmaakt.
De kern van het takenpakket van DGBel ligt in het uitzetten van de strategie van de
Belastingdienst en het ontwikkelen van beleid. Dit krijgt vorm in advisering aan de
politieke en ambtelijke top. Bij DGBel worden beslissingen die de Belastingdienst
raken naar de uitvoering vertaald en worden ervaringen uit de Belastingdienst omgezet
in adviezen ten behoeve van toekomstig beleid. Ook draagt DGBel zorg voor een adequate
en snelle behandeling en begeleiding van vragen en opdrachten die vanuit de politiek
op de Belastingdienst afkomen. Daarbij is DGBel de schakel die de Belastingdienst
verbindt met het directoraat-generaal voor Fiscale Zaken.
DGBel ontleent zijn toegevoegde waarde vooral aan het vermogen aan de voorkant te
werken: adviseren over handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid van wet- en regelgeving,
uitzetten van strategische beleidslijnen en daarmee afgestemde meerjarige financiële,
personele en bestuurlijke kaders, (systeem)control daarop en snel adequate informatie
leveren aan de bewindspersoon.
Kracht en effectiviteit van een dergelijk apparaat zijn afhankelijk van de vraag in
hoeverre adviezen tijdig (ook pro actief) worden opgesteld met aandacht voor alle
relevante aspecten, qua reikwijdte aansluitend bij het onderwerp in kwestie en toegankelijk
voor bestuurders, bewindslieden en andere betrokkenen. Om dat te bewerkstelligen zijn
passende condities nodig op het vlak van informatievoorziening, organisatie, deskundigheid
en competenties van medewerkers en leidinggevenden.
Typerend voor DGBel is de schakelfunctie tussen beleid en uitvoering. Daartoe moet
de dg (en de medewerkers van DGBel op zijn gezag) zowel het gesprek kunnen voeren
over beleid en (voorgenomen) wetgeving als over de uitvoering daarvan. Over beleidszaken
wordt gesproken met de beleidsmakers van het ministerie van Financiën en van de andere
departementen. Over uitvoeringszaken wordt gesproken met de eigen uitvoeringsorganisatie
en met andere uitvoeringsorganisaties. Die gesprekken zijn verschillend van aard:
taal en doel zijn anders naar gelang met beleidsmakers of met uitvoerders wordt gesproken.
En terwijl de oriëntatie van de gesprekspartners meestal ‘eendimensionaal’ is (ófwel
beleid, ófwel uitvoering) is de oriëntatie van DGBel ‘tweedimensionaal’ (én beleid,
én uitvoering). Om die gesprekken goed te kunnen voeren is het belangrijk te investeren
in vertrouwen, het begrijpen van het standpunt van de gesprekspartner en het meenemen
van de gesprekspartner in de situatie van de Belastingdienst.
Relevant voor het functioneren is dat DGBel actief de verbinding zoekt met het primaire
proces en optimaal gebruik maakt van de daar aanwezige kennis en kunde. Op die manier
moet DGBel invulling geven aan zijn strategische en beleidsvormende taken. Het adagium
is: ‘Medewerkers in de dienst gaan helpen op dossiers en DGBel regisseert op het niveau
van koers en strategie’.
Tegen de achtergrond van dat adagium kiezen we voor een scherpe interne en externe
taakafbakening en een bijpassend klein DGBel, dat uit vier clusters bestaat: Uitvoeringsbeleid,
Fiscaliteit, Bedrijf en IV-Beleid.
Elk cluster is werkzaam op het specifieke aandachts- en verantwoordelijkheidsgebied
van één van de hoofddirecteuren. Samen ondersteunen de clusters de directeur-generaal
bij de uitvoering van zijn taken en het nakomen van zijn verantwoordelijkheden.
1. Cluster Uitvoeringsbeleid
[Regeling vervallen per 14-12-2018]
Het cluster Uitvoeringsbeleid heeft de volgende taken:
-
• de beoordeling van wijzigingen in en uitbreidingen van de werkzaamheden van de Belastingdienst.
Het cluster heeft een aanjagende en coördinerende functie bij het uitvoeren van uitvoeringstoetsen
en impactanalyses;
-
• het onderhouden van contacten over het takenpakket van de Belastingdienst met stakeholders binnen en buiten het ministerie van Financiën;
-
• de verbindingsfunctie tussen de Belastingdienst en het managementteam bij het optreden
van damages;
-
• advisering over de interne en externe communicatie van de Belastingdienst;
-
• contacten met buitenlandse overheden en zusterorganisaties;
-
• algemene ondersteuning managementteam Belastingdienst.
De werkzaamheden van het cluster behoren primair tot het aandachts- en verantwoordelijkheidsgebied
van de directeur-generaal.
2. Cluster Fiscaliteit
[Regeling vervallen per 14-12-2018]
Het cluster Fiscaliteit heeft de volgende taken:
-
• de beoordeling van en advisering over fiscaalrechtelijke vraagstukken (incl. de invordering)
voor zover daaraan politieke en/of beleidsmatige aspecten zijn verbonden;
-
• de behandeling van fiscale cassatiezaken;
-
• internationale fiscale aangelegenheden.
De werkzaamheden van het cluster behoren primair tot het aandachts- en verantwoordelijkheidsgebied
van de hoofddirecteur Fiscaliteit en Juridische Zaken.
3. Cluster Bedrijf
[Regeling vervallen per 14-12-2018]
Het cluster Bedrijf heeft de volgende taken:
-
• de coördinatie van de planningscyclus (bedrijfsplan, begroting, kadernota, stuurcontracten,
formatie);
-
• het personeels- en arbeidsvoorwaardenbeleid en personele aangelegenheden indien daaraan
beleidsvormende aspecten zijn verbonden;
-
• de ondersteuning van de bestuurder in COR en GOBD;
-
• het bedrijfsvoerings-, beveiligings- en integriteitsbeleid;
-
• systeemcontrol op concernniveau (betrouwbaarheid van: stuur- en verantwoordingsinformatie,
concernrapportages, beheersverslag, accountantscontrole, auditing);
-
• behandeling van juridische vraagstukken (zoals personele beslissingen, schadevergoedingen
en WOB-verzoeken), zowel op het gebied van het ambtenarenrecht (ten aanzien van belastingdienstmedewerkers),
als op niet-fiscaal terrein, inclusief kabinetszaken;
-
• de begeleiding van high potentials uit de Belastingdienst in MD-, TD- en PD-trajecten.
De werkzaamheden van het cluster behoren primair tot het aandachts- en verantwoordelijkheidsgebied
van de hoofddirecteur Control en Bedrijfsvoering.
4. Cluster IV-beleid
[Regeling vervallen per 14-12-2018]
Het cluster IV-beleid heeft de volgende taken:
-
• het opstellen en actualiseren van IV-brede kaders en beleidslijnen en ondersteunen
van de implementatie daarvan;
-
• het controleren of binnen de kaders wordt geopereerd, inclusief meting, analyse en
toetsing;
-
• het ondersteunen van de verschillende bedrijfsonderdelen: advisering over de kaders,
mede-ontwikkelen van producten (bijvoorbeeld een projectplan), advisering over de
toepassing van beleid;
-
• een (beperkte) IM-functie voor de informatievoorziening van de IV-keten zelf en de
ondersteuning van de hoofddirecteur Informatie Voorziening als opdrachtgever voor
infrastructuur.
De werkzaamheden van het cluster behoren primair tot het aandachts- en verantwoordelijkheidsgebied
van de hoofddirecteur Informatie Voorziening.
5. Samenwerking en afstemming
[Regeling vervallen per 14-12-2018]
Vaak zullen de onderwerpen die door DGBel worden behandeld, clusteroverstijgend zijn,
aangezien er vanuit verschillende invalshoeken tegenaan kan (en moet) worden gekeken.
Het is zaak dat de clusters daarin de samenwerking weten te vinden. Als hulpmiddel
daarbij wordt steeds één van de clusters voor bepaalde werkzaamheden als coördinerend
cluster aangewezen. Dat coördinerend cluster borgt de betrokkenheid van andere clusters
bij het onderwerp, zodat DGBel integraal adviseert.
6. Aansturing
[Regeling vervallen per 14-12-2018]
De taakgebieden van de clusters vallen samen met de taakgebieden van een aantal leden
van het managementteam Belastingdienst. Medewerkers van DGBel functioneren onder de
eindverantwoordelijkheid van hun MT-lid op basis van professionele vrijheid en eigen
verantwoordelijkheid.
Met het oog op de span of control van de MT-leden is een adjunct directeur toegevoegd. De adjunct directeur assisteert
het MT-lid in de uitvoering van zijn/haar taken. De twee hoofdtaken van een adjunct
zijn: de verantwoordelijkheid voor de HRM-rol naar de andere medewerkers van het cluster
én de verantwoordelijkheid voor de totstandkoming en de inhoud van de producten van
het cluster. Deze taken zijn nauw met elkaar verweven want inhoudelijk gezag is onontbeerlijk
voor effectieve en overtuigende loopbaanbegeleiding van hoogwaardige beleidsmedewerkers.