Voor de binnen het Natura2000-gebied ‘Grevelingen’ gelegen deelgebieden Kabbelaarsbank-oost,
Springersgors met de aangrenzende ondiepwaterzone, Markenje met de aangrenzende ondiepwaterzone,
Hompelvoet met aangrenzende ondiepwaterzone, Slikken van Flakkee-noord met de aangrenzende
ondiepwaterzone, Slikken van Flakkee-zuid met de aangrenzende ondiepwaterzone, Slikken
van Battenoord-west met aangrenzende ondiepwaterzone, ondiepwaterzone Battenoord-oost,
Slikken bij het Dijkwater met de aangrenzende ondiepwaterzone, Kleine Veermansplaat
met omringende ondiepwaterzone, Kleine Stampersplaat met omringende ondiepwaterzone
en Slikken van Bommenede is de toegang gedurende het gehele jaar verboden, behoudens
de navolgende uitzonderingen:
-
a. wandelen tussen zonsopkomst en zonsondergang op de gemarkeerde routes op de Slikken
van Flakkee-noord. Honden zijn hier niet toegestaan;
-
b. wandelen tussen zonsopkomst en zonsondergang op de te realiseren wandelpaden en uitkijkpunten
op de Slikken van Flakkee-noord en Slikken van Flakkee-zuid, voor zover daarvoor met
betrekking tot de aanleg, het gebruik en onderhoud van dergelijke paden en uitgangspunten
door het bevoegd gezag een vergunning ex artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 is verleend. Honden zijn hier niet toegestaan;
-
c. betreden van Hompelvoet in de periode 16 augustus tot 15 maart.
De hiervoor in artikel 1 en 2 omschreven toegangsbeperking geldt op grond van artikel 20, lid 4, van de Nb-wet 1998 niet voor de volgende activiteiten:
aanwezigheid gedurende het gehele jaar voor de uitvoering van beroepsmatig uitgevoerde
activiteiten en overheidstaken (beheer en onderhoud, beroepsvisserij, faunabeheer,
markeren, inspectie-, toezicht-, opsporings-, reddings- en defensietaken, calamiteitenbeheer
van overheidswege of in opdracht van de overheid, door of in opdracht van een terreinbeherende
natuurbeschermingsorganisatie georganiseerde activiteiten, onderzoek en monitoring
daaronder begrepen), waarvoor het gesloten gebied moet worden betreden dan wel bevaren
en het gebruik van drones, of vliegen beneden 1000 voet (300 meter) kunnen, voor zover
deze activiteiten noodzakelijkerwijs binnen of deels binnen deze gebieden moeten worden
uitgevoerd, worden toegestaan.
Georganiseerde excursies en rondleidingen waarvoor het gesloten gebied moet worden
betreden dan wel bevaren, kunnen, voor zover deze activiteiten noodzakelijkerwijs
binnen of deels binnen deze gebieden moeten worden uitgevoerd, worden toegestaan,
echter voor zover hiervoor een vergunning als bedoeld in artikel 19d van de Nb-wet 1998 is verleend, dan wel deze activiteit is geregeld in een beheerplan in de zin van
de Nb-wet 1998.
Naast de in voorkomende gevallen op grond van de toegankelijkheidsregeling noodzakelijke
vergunning, dan wel vrijstelling via het beheerplan, volgens de Nb-wet 1998, is voor het zich bevinden op private gronden van particulieren toestemming van de
rechthebbende van deze gronden nodig.
Bestaande zonering
Sinds lange tijd is er sprake van een zonering van het (recreatief) gebruik in de
Grevelingen. Met deze zonering werd onder meer beoogd rustgebieden voor vogels in
te stellen en kwetsbare vegetaties te beschermen. Deze zonering heeft mede bijgedragen
aan de kwalificatie van het Grevelingen als Natura 2000-gebied.
Natura 2000-gebied
Het Natura 2000-gebied ‘Grevelingen’ is een voormalige zeearm gelegen tussen Goeree-Overflakkee
en Schouwen-Duiveland. De Grevelingen werd in 1971 afgesloten als onderdeel van de
Deltawerken. De toevoer van zoet regen- en polderwater leidde tot een geleidelijke
daling van de zoutgehalten. Omdat twijfel bestond over de haalbaarheid van een goede
kwaliteit van zoet water, werd besloten om de Grevelingen permanent zout te houden.
Daartoe werd in 1979 de Brouwerssluis geopend. Vanaf dat moment kon vers, zuurstofrijk
Noordzeewater het gebied binnenstromen. Het gebied is daardoor veranderd in een groot
zoutwatermeer.
De Grevelingen herbergt bijzondere natuurwaarden en is daarom aangewezen als Natura
2000-gebied in het kader van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Nederland is
verplicht om voor bepaalde soorten en habitats binnen het Natura 2000-gebied een ‘gunstige
staat van instandhouding’ te bereiken en te behouden. De bescherming van soorten is
wettelijk geregeld in de Flora- en faunawet, de bescherming van gebieden is wettelijk geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet 1998). Ter bescherming van vegetaties en om de noodzakelijke rust
voor kwetsbare vogelsoorten te waarborgen is het van belang om de beperking van de
toegang van (delen van) het Natura 2000-gebied ‘Grevelingen’ te regelen. Artikel 20 van de Nb-wet 1998 biedt daartoe de mogelijkheid.
Beperking toegankelijkheid
Het Natura 2000-gebied ‘Grevelingen’ bevat een aantal eilanden en oeverzones met uitgestrekte
duinvalleivegetatie en zilte pionierbegroeiingen. Daarnaast is het een belangrijk
leefgebied voor kustbroedvogels en (doortrekkende en overwinterende) watervogels en
vormt het een geschikt leefgebied voor de noordse woelmuis.
De Grevelingen is sinds de afsluiting door de Deltawerken het grootste zoutwatermeer
van Europa en bevat een aantal eilanden waar uitgestrekte, soortenrijke duinvalleibegroeiingen
en zilte pioniergemeenschappen voorkomen, alsmede uitgestrekte oeverlanden (onder
meer de Slikken van Flakkee) met zilte begroeiingen, graslanden, ruigten, struwelen
en bos.
Om verzoeting tegen te gaan werd in 1978 de Brouwerssluis aangelegd, die in de periode
december-maart open staat en die tevens uitwisseling van visbestanden aan weerszijden
mogelijk maakt. Het meer is nu relatief arm aan nutriënten en algen en het water is
helder. Sinds seizoen 1999/2000 staat de sluis vrijwel permanent open.
De Deltawateren, waar het Natura 2000-gebied ‘Grevelingen’ onderdeel van is, zijn
van nationaal en internationaal belang voor vogels. Diverse trekvogels zijn afhankelijk
van de Delta als overwinteringsgebied, als ruigebied of als tussenstop, bijvoorbeeld
tijdens de trek van hun broedgebieden in Scandinavië, Noordwest-Rusland en Siberië
naar de overwinteringsgebieden in Zuid-Europa en West-Afrika. De vogels gebruiken
de Delta om op krachten te komen voor het vervolg van hun reis (‘opvetten’). De Deltawateren
herbergen een relatief groot en gevarieerd voedselaanbod, met visrijke open én ondiepe
(doorwaadbare) wateren, waterplanten en zeeslavelden, voedselrijke binnendijkse graslanden,
slikken, platen en schorren, zilte en zoete moerasbegroeiingen. Hiervan profiteren
vis-, bodemfauna- en plantenetende (trek)vogels.
De Grevelingen is van uitzonderlijk belang voor visetende watervogels. Het heldere
water speelt hierin waarschijnlijk een rol. Voor fuut en middelste zaagbek is dit
het belangrijkste overwinteringsgebied in Nederland. Ook voor kuifduiker, dodaars,
lepelaar en kleine zilverreiger is het gebied van grote betekenis, terwijl geoorde
futen zich in de nazomer verzamelen tot een groeiende ruiconcentratie met internationale
aantrekkingskracht en een voor Nederland verder ongekende omvang. Ook voor de brilduiker,
benthos/viseter, is de Grevelingen het belangrijkste overwinteringsgebied.
Behalve voor viseters is het gebied verder van belang voor enkele soorten ganzen,
eenden en steltlopers, zoals brandgans en strandplevier. Voor steltlopers die in de
noordtak van de Oosterschelde foerageren is het gebied tevens van belang als hoogwatervluchtplaats.
Kanoeten, die wat hogere eisen stellen aan hoogwatervluchtplaatsen (buitendijkse,
verstoringsvrije schorren en ondiepten) overtijen bijv. bij Battenoord en Herkingen.
De Grevelingen is een zeer belangrijk broedgebied voor kustbroedvogels van zandplaten
en schelpenstrandjes (kluut, bontbekplevier, strandplevier, grote stern, visdief en
dwergstern).
Mede dankzij de geïsoleerde ligging van de eilanden (de voormalige zandplaten Markenje,
Hompelvoet, Veermansplaat, Kleine Veermansplaat, Grote en Kleine Stampersplaat) vormt
de Grevelingen een van de belangrijkste leefgebieden voor de noordse woelmuis in Zuidwest-Nederland.
Toelichting op de verbodsbepalingen
In artikel 1 is een toegangsbeperking voor burgerluchtvaartverkeer opgenomen. Laagvliegen kan
door silhouetwerking en geluid tot substantiële verstoring van de in het gebied aanwezige
vogels leiden. Het Natura 2000-gebied ‘Grevelingen’ is dan ook gesloten voor burgerluchtvaart,
tenzij gevlogen wordt boven 1000 voet (300 meter), conform de ‘gedragscode verantwoord
vliegen’.
Daarnaast is het laten vliegen van een modelvliegtuig/modelluchtvaartuig, waaronder
ook een drone (Unmanned aircraft systems (UAS) of Remotely piloted aircraft systems
(RPAS)) wordt gerekend, volgens artikel 1 zowel buitendijks als binnendijks boven
het Natura 2000-gebied niet toegestaan. De aanwezigheid ervan kan door de silhouetwerking,
die vergelijkbaar is met die van roofvogels, tot verstoring leiden van broedende,
rustende en/of foeragerende vogels.
In artikel 1 is tenslotte het kitesurfen in het gebied gereguleerd. Kitesurfers kunnen verstorend
werken als ze in de nabijheid van broed-, rust- en/of foerageergebied voor vogels
komen Om ruimte te bieden voor kitesurfen is een kitesurfzone bij de Grevelingendam
aangewezen. Deze is gelegen buiten de voor verstoring gevoelige gebieden. Om duidelijkheid
te bieden voor de gebruikers over de ligging en omvang van deze zone is zij op de
bij dit besluit behorende kaart aangegeven en zijn de exacte coördinaten in bijlage
1 van dit besluit vermeld.
De in artikel 2 genoemde gebieden zijn jaarrond niet toegankelijk vanwege het voorkomen van kustbroedvogels
en/of (doortrekkende en overwinterende) watervogels. De gebieden vervullen voor deze
vogels een belangrijke functie als broed-, rust- en/of foerageergebied en/of hoogwatervluchtplaats.
De natte oeverzones zijn van belang voor de noordse woelmuis.
Door beperking van de toegankelijkheid van deze gebieden wordt gewaarborgd dat een
wezenlijke bijdrage wordt geleverd aan de gunstige staat van instandhouding van beschermde
soorten.
De toegankelijkheidsregeling komt voor het overgrote deel overeen met de reeds lang
bestaande zonering. Aanvullend hierop is ter realisering van de instandhoudingsdoel-stellingen
voor de geoorde fuut en de middelste zaagbek, de ondiepwaterzone Battenoord-oost jaarrond
als niet toegankelijk gebied aangewezen. De slikken en ondiepwaterzone bij Battenoord-west
worden als niet toegankelijk aangewezen ter bescherming van de aan de oever aanwezige
broedplaats voor kustbroedvogels en de jaarrond aanwezige rustende en foeragerende
watervogels.
In de Inrichtingsvisie Slikken van Flakkee (2013) van het Natuur- en Recreatieschap
de Grevelingen is voorzien in maatregelen om de beleefbaarheid van het gebied te vergroten.
Plan is onder meer enkele uitzichtpunten met toeleidende wandelpaden aan te leggen.
Voor deze aanleg, het gebruik en eventuele onderhoud ervan zal een vergunningsaanvraag
ex artikel 19d van de Nb-wet 1998 aangevraagd dienen te worden bij het bevoegd gezag. Na verlening van de vergunning
zullen de wandelpaden en uitzichtpunten toegankelijk zijn tussen zonsopkomst en zonsondergang.
Ter voorkoming van verstoring zijn honden hier niet toegestaan.
De oostelijke punt van de Hompelvoet vanaf de steiger tot aan de afrastering en het
noordelijke deel van de Slikken van Bommenede vallen buiten de begrenzing van de niet
toegankelijke gebieden.
Natuurgebieden met gelegenheid om vrij door de natuur te bewegen, zijn niet in dit
toegangbeperkingsbesluit opgenomen. Daar gelden de toegangsregels zoals deze door
de terreinbeheerders zijn gesteld.
In het kader van het opstellen van het beheerplan voor de Deltawateren vindt een brede,
integrale afweging plaats van de verschillende belangen in het gebied van het Natura
2000-gebied ‘Grevelingen’. De in dit besluit opgenomen beperking van de toegankelijkheid
van gebieden is in lijn met de in het beheerplanproces voorgenomen maatregelen ter
realisering van de instandhoudingsdoelstellingen.
Vergunningplicht
Er is een aanzienlijk menselijk medegebruik van het Natura 2000-gebied ‘Grevelingen’.
Een aantal kenmerkende natuuraspecten (voldoende rust voor broedvogels en watervogels)
staat onder druk en zal zonder maatregelen in de toekomst mogelijk verder onder druk
komen. Het is dan ook van belang dat de toegang tot een aantal zones binnen dit gebied,
in principe wordt verboden.
Conform artikel 20, lid 3, van de Nb-wet 1998 is het verboden in strijd met de beperkingen die voortvloeien uit de aanwijzing tot
gesloten gebied zich te bevinden in een dergelijk gebied. Slechts daar waar noodzakelijk,
bijvoorbeeld voor beheer en onderhoud, faunabeheer of onderzoek en monitoring, wordt
betreden en/of bevaren, het vliegen beneden 1000 voet (circa 300 meter), het laten
vliegen van drones boven gesloten gebied door of namens de overheid en/of de terreinbeherende
organisatie, is dit toegestaan conform artikel 20, lid 4, van de Nb-wet 1998.
Overige zaken zijn gereguleerd middels een vergunning ex artikel 19d van de Nb-wet 1998, dan wel middels het beheerplan. Het zich bevinden in, het betreden, het bevaren
van een op grond van artikel 20 van de Nb-wet 1998 aangewezen gebied binnen de in dit besluit zones (waar relevant: in bepaalde gesloten
periodes) wordt gezien als een activiteit die per definitie leidt tot een kans op
een verslechtering dan wel significante verstoring van de habitats respectievelijk
soorten waarvoor de beperking van toegankelijkheid van het gebied heeft plaatsgevonden.
Dergelijke activiteiten zijn dientengevolge steeds vergunningplichtig ex artikel 19d
van de Nb-wet 1998. Indien de effecten van de activiteit op de te beschermen waarden
binnen het gesloten gebied niet voldoende kunnen worden ondervangen door het stellen
van voorschriften in de vergunning, dan kan de vergunning worden geweigerd. Dit vloeit
voort uit het feit dat met het aanbrengen van een toegangsbeperking op het gebied
wordt beoogd een extra mate van bescherming voor de waarden binnen dit gebied te bewerkstelligen
naast de basisbescherming die voortvloeit uit de betreffende aanwijzing tot Natura
2000-gebied. De noodzaak tot het uitoefenen van de betreffende activiteit in of boven
het beperkt toegankelijke gebied dient door de aanvrager in de aanvraag voor een vergunning,
conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998, voldoende te worden gemotiveerd.
Ingevolge artikel 20, lid 4, van de Nb-wet 1998 gelden de toegangsbeperkingen niet voor de eigenaar of gebruiker van het betreffende
gebied ten aanzien van het verbod zich binnen het gebied te bevinden indien bedoeld
gebruiksrecht zich daarover uitstrekt. Indien en voor zover de eigenaar of gebruiker
binnen het gebied activiteiten ontplooit, die verder gaan dan louter het zich bevinden
binnen het gebied, geldt onverkort het bepaalde van deze regeling en artikel 19d van de Nb-wet 1998. De begrippen ‘eigenaar’ en ‘gebruiker’ zijn gedefinieerd in artikel 1 van de Nb-wet 1998; kortheidshalve wordt hier naar deze definities verwezen.
Kaart
De gebieden waarvoor de toegankelijkheidsbepalingen gelden zijn aangegeven op de kaart
‘Toegangbeperking Natura 2000-gebied Grevelingen’. Deze kaart is in meer detail te
vinden als bijlage bij de vergunning op de website: http://vergunningenbank.overheid.nl/natuurbeschermingswet.
De begrenzing van de betrokken gebieden en de daarin aangebrachte zonering zal ook
verschijnen op de hydrografische kaarten van de Dienst der Hydrografie van de Koninklijke
Marine.
Aanpassing besluit
Periodiek wordt bezien of wijzigingen in het voorkomen en de verspreiding van kwalificerende
Natura 2000-waarden dienen te leiden tot aanpassing van onderhavig toegangbeperkingsbesluit.