Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
-
1 Voor subsidieverlening in het kader van Gedetineerdenbegeleiding buitenland 2017–2019
geldt voor de periode vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2019 een subsidieplafond
van € 4.900.000, met dien verstande dat de daarmee gemoeide kasuitgaven niet meer
bedragen dan € 1.525.000 in 2017, € 1.525.000 in 2018 en € 1.850.000 in 2019.
-
3 Indien middelen resteren van de voor één of meer van de in het tweede lid bedoelde
soorten van activiteiten beschikbare middelen, komen deze beschikbaar voor aanvragen
met betrekking tot de overige soorten van activiteiten, voor zover deze aanvragen
voldoen aan de maatstaven die in dit besluit zijn neergelegd, waarbij geldt dat aanvragen
die daaraan het beste voldoen het eerste voor subsidie in aanmerking komen.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Aanvragen voor een subsidie in het kader van Gedetineerdenbegeleiding buitenland 2017–2019
worden ingediend vanaf het moment van inwerkingtreding van dit besluit tot en met
30 september 2016.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
De verdeling van het subsidieplafond vindt plaats op grond van een beoordeling overeenkomstig
de maatstaven die in de bijlage bij dit besluit zijn neergelegd, met dien verstande dat uit alle aanvragen die voldoen
aan de maatstaven, de aanvragen die het beste voldoen aan die maatstaven het eerst
voor subsidieverlening in aanmerking komen, binnen het raam van een evenwichtige spreiding
als bedoeld in artikel 8, derde lid, sub d, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant
waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2020.
Bijlage
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
I. Inleiding en doelstelling
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Eén van de onderdelen van het consulaire beleid van de minister van Buitenlandse Zaken
is het beleid met betrekking tot de gedetineerdenbegeleiding in het buitenland. Het
doel van de gedetineerdenbegeleiding is het bijdragen aan het welzijn van Nederlandse
gedetineerden in buitenlandse gevangenissen, door het bevorderen van menswaardige
omstandigheden tijdens detentie, resocialisatie en het bevorderen van een adequate
rechtsgang met in achtneming van een evenwichtige inzet wereldwijd van beschikbare
middelen. Het monitoren hiervan geschiedt bij gedetineerden die hebben aangegeven
daar prijs op te stellen, door bezoeken van medewerkers van ambassades en consulaten-generaal
(posten in het buitenland) en/of door contacten met particuliere organisaties die
hiervoor subsidie ontvangen. Daarnaast is er overleg met advocaten en lokale autoriteiten
door het Ministerie en de posten in het buitenland. De minister van Buitenlandse Zaken
hanteert een landenlijst die onderscheidt maakt tussen landen waarin de gedetineerden,
voor zover zij hebben aangegeven consulaire bijstand te willen ontvangen, een basispakket
ontvangen en landen waarin gedetineerden, naast het basispakket, een aanvullend maatwerkpakket
ontvangen.
De minister van Buitenlandse Zaken heeft voor activiteiten op het gebied van gedetineerdenbegeleiding
door particuliere organisaties voor de periode vanaf 1 januari 2017 tot en met 31
december 2019 € 4.900.000 beschikbaar. Van dit beschikbare bedrag is € 1.875.000 bedoeld
voor activiteiten in het kader van resocialisatie, € 1.300.000 voor activiteiten op
het gebied van juridisch advies, € 1.425.000 voor activiteiten in de vorm van het
verlenen van zorg en € 300.000 voor het uitgeven van een periodiek tijdschrift ten
behoeve van de gedetineerden. De activiteiten in de vorm van het verlenen van zorg
komen alleen voor subsidie in aanmerking indien het gaat om zorgverlening aan Nederlandse
gedetineerden die in aanmerking komen voor het aanvullend maatwerkpakket, dit betekent
dat de zorg aanvullend is op de zorg die reeds door lokale gevangenissen wordt gegeven
aan Nederlandse gedetineerden, in landen die niet zijn opgenomen op de landenlijst van Annex 1 bij deze bijlage.
Op de subsidieverstrekking in het kader van gedetineerdenbegeleiding is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Voor de subsidiëring van activiteiten ten behoeve van de begeleiding
van Nederlandse gedetineerden in het buitenland geldt in aanvulling op het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 daarnaast het volgende.
II. Subsidieverlening in het kader van gedetineerdenbegeleiding
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Voor subsidieverlening in het kader van gedetineerdenbegeleiding komen in aanmerking
activiteiten op het terrein van:
-
• Resocialisatie: het ondersteunen van de resocialisatie van Nederlandse gedetineerden
in het buitenland die na hun detentie naar Nederland willen terugkeren, bijvoorbeeld
door inzet van vrijwilligers die gedetineerden tijdens hun detentie in het buitenland
bezoeken, organiseren van cursussen, advisering bij financiële zaken.
-
• Juridisch advies: het verschaffen van algemeen juridisch advies ten behoeve van een
eerlijke en goede rechtsgang van Nederlandse gedetineerden in het buitenland, bijvoorbeeld
door aan gedetineerden en/of hun contactpersonen informatie te verlenen over de lokale
rechtsgang, de inzet van een lokale advocaat, Wots-verzoeken (Wots: Wet Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen). Het gaat hierbij niet om (het inhuren van) juridische bijstand voor de Nederlandse
gedetineerde.
-
• Zorg aan Nederlandse gedetineerden die in aanmerking komen voor het aanvullend maatwerkpakket.
Het moet daarbij gaan om zorg die aanvullend is op de zorg die reeds door lokale gevangenissen
wordt gegeven aan Nederlandse gedetineerden, in landen die niet zijn opgenomen op de landenlijst van Annex 1 bij deze bijlage. Het dient verder te
gaan om zorg op maatschappelijk, sociaal dan wel geestelijk vlak die is gericht op
het welzijn van Nederlandse gedetineerden tijdens hun buitenlandse detentie. Deze
extra zorg betreft niet activiteiten die gericht zijn op resocialisatie in Nederland.
Ook gaat het hier niet om zorg op juridisch en medisch vlak.
-
• Het uitgeven van een periodiek tijdschrift in de Nederlandse taal dat de begeleiding
van Nederlandse gedetineerden in het buitenland ondersteunt. Inzet is de gedetineerde
te informeren over alle gedetineerdenbegeleidingsmogelijkheden die hem worden aangeboden
en aandacht te besteden aan alle elementen van het gedetineerdenbestaan, via de onderlinge
expertise-uitwisseling tussen de organisaties die subsidie ontvangen in het kader
van dit besluit en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het tijdschrift verschijnt
naast in fysieke bij voorkeur ook in een digitale vorm.
Uitgangspunt bij resocialisatie en zorg is dat de activiteiten vanuit het land van
detentie worden verzorgd via een lokaal netwerk van vrijwilligers, medewerkers en/of
experts en bij voorkeur in de Nederlandse taal. Voor juridische bijstand geldt het
uitgangspunt dat de activiteiten worden verzorgd in samenwerking met een netwerk van
lokale experts. Voor eventuele lokale vrijwilligers, medewerkers en/of experts in
het land van detentie op het gebied van juridische bijstand geldt het uitgangspunt
van de Nederlandse taal niet. Het tijdschrift dient geheel in het Nederlands te worden
uitgegeven. Voor het uitgeven van een periodiek tijdschrift bestaat geen voorkeur
voor het land waar deze activiteit wordt uitgevoerd.
Organisaties die in aanmerking kunnen komen voor subsidie in het kader van gedetineerdenbegeleiding
zijn Nederlandse rechtspersonen die statutair in Nederland zijn gevestigd. Dit omdat
het gaat om de begeleiding van Nederlandse gedetineerden, voor wie de band met Nederland
van belang is. De organisatie dient te beschikken over een lokaal netwerk van vrijwilligers,
medewerkers en/of experts in de voor gedetineerdenbegeleiding (resocialisatie en zorg)
relevante landen (de landen van detentie) dan wel dient een dergelijk netwerk op korte
termijn (binnen zes maanden) te kunnen opbouwen. Verder dient de organisatie relevante
ervaring te hebben op het gebied van gedetineerdenbegeleiding in Nederland en/of in
het buitenland. Elke aanvraag dient betrekking te hebben op één of meerdere van de
hiervoor genoemde vier categorieën van bijstand. Een organisatie mag meerdere aanvragen
indienen.
Aanvragen mogen ook worden ingediend namens een samenwerkingsverband van organisaties
als hiervoor omschreven. Dit kan organisaties betreffen voor wie het zelfstandig indienen
van een aanvraag te omvangrijk is en/of die de voorkeur geven aan het uitvoeren van
de activiteiten in samenwerking met anderen. In het geval van een gezamenlijke aanvraag
treedt een van de organisaties namens allen op als penvoerder, de andere zijn mede-indieners.
Indien een dergelijke aanvraag wordt gehonoreerd, wordt de penvoerder de ontvanger
van de subsidie. Deze zal volledig verantwoordelijk en aanspreekbaar zijn voor de
uitvoering van de voorgenomen activiteiten en voor de naleving van de aan de verlening
van de subsidie verbonden verplichtingen.
III. Subsidiabele kosten
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Onder direct subsidiabele kosten vallen:
-
• opleidingskosten die gemaakt worden ter bevordering van de deskundigheid van (lokale)
vrijwilligers;
-
• kosten voor een periodiek tijdschrift ten behoeve van de gedetineerden, inclusief
verspreidingskosten, voor zover deze kosten niet al vallen onder de andere in deze
paragraaf genoemde kosten;
-
• kosten voor kleine attenties voor gedetineerden;
-
• cursusgelden t.b.v. cursussen voor gedetineerden gericht op resocialisatie;
-
• kosten van de inhuur van juridisch advies ten behoeve van het bevorderen van een zorgvuldige
rechtsgang (alleen in het kader van hogergenoemde subsidiekavel ‘juridisch advies’);
-
• kosten van direct productieve uren, zoals het uitwerken van verslagen, het begeleiden
van vrijwilligers, de productie van en het schrijven voor een blad ten behoeve van
gedetineerden;
-
• reiskosten, op basis van economy class en met door Nederlandse luchtvaartmaatschappijen
gehanteerde comfort class dan wel een prijs van een daarmee vergelijkbare klasse van
andere luchtvaartmaatschappijen. Gelet op de uitgangspunten begeleiding door middel
van een lokaal netwerk, dicht bij de gedetineerde in te richten en reiskosten te minimeren,
zijn internationale reiskosten van het lokaal netwerk voor resocialisatie en zorg
niet subsidiabel tenzij daar expliciet vooraf goedkeuring is verleend door de minister
van Buitenlandse Zaken. Deze uitzondering geldt niet voor juridisch advies en voor
internationale reiskosten bij resocialisatie en zorg in het kader van activiteiten
zoals opleidingen, trainingen, seminars en conferenties. Kosten voor taxiritten of
hotelovernachtingen in Nederland zijn nooit subsidiabel;
-
• De met bovenstaande subsidiabele kosten samenhangende indirecte kosten (overhead)
zijn eveneens subsidiabel.
Voor eventuele bijzondere kosten die hier niet zijn genoemd die op de begroting worden
opgevoerd geldt dat zij alleen subsidiabel zijn na goedkeuring van de minister van
Buitenlandse Zaken.
IV. Drempelcriteria
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Om voor subsidieverlening in het kader van gedetineerdenbegeleiding in aanmerking
te komen dient een subsidieaanvraag in ieder geval aan de volgende criteria te voldoen:
-
1. De aanvrager is een Nederlandse rechtspersoon, statutair gevestigd in Nederland, die
relevante ervaring heeft op het gebied van gedetineerdenbegeleiding in Nederland en/of
het buitenland;
-
2. De organisatie beschikt over een lokaal netwerk van vrijwilligers, medewerkers en/of
experts in de voor gedetineerdenbegeleiding (resocialisatie en zorg) relevante landen
(de landen van detentie) dan wel is in staat een dergelijk netwerk op korte termijn op te bouwen. Naast beschikbaarheid
in de voor gedetineerdenbegeleiding relevante landen moet het lokaal netwerk ook relevant
zijn in de zin van kwaliteit, zoals relevante kennis en kunde m.h.o.o. de activiteiten
op het gebied van resocialisatie en zorg, en beschikbaarheid in tijd. Indien een lokaal
netwerk moet worden op- of uitgebouwd, geeft de organisatie inzicht in een gemotiveerde
aanpak met een concreet tijdpad, waarbij voor het realiseren van een adequaat lokaal
netwerk een maximale termijn van zes maanden geldt.
Een lokaal netwerk is adequaat zodra in 75 à 100% van de landen waar er sprake is
van Nederlandse gedetineerden die in aanmerking komen voor begeleiding en deze wensen
te ontvangen, deze bijstand door een lokale vrijwilliger, medewerker en/of expert
kan worden verleend. Met het oog op het gewenste maatwerk geldt hierbij het uitgangspunt
dat de lokale vrijwilliger, medewerker en/of expert in het land van de gedetineerde
woonachtig is of in het grensgebied van een buurland nabij de detentiefaciliteiten.
-
3. De aanvraag betreft activiteiten op het gebied van één of meer van de volgende vormen
van gedetineerdenbegeleiding:
-
a) resocialisatie van Nederlandse gedetineerden die na detentie voornemens zijn terug
te keren naar Nederland;
-
b) juridisch advies aan Nederlandse gedetineerden;
-
c) zorg aan Nederlandse gedetineerden die in aanmerking komen voor het aanvullend maatwerkpakket,
aanvullend op de zorg die reeds door lokale gevangenissen wordt gegeven, op maatschappelijk,
sociaal dan wel geestelijk vlak, in landen die niet zijn opgenomen op de landenlijst van Annex 1 bij deze bijlage;
-
d) vier maal per jaar uitgeven van een tijdschrift in de Nederlandse taal met informatie
over Nederlandse consulaire bijstand, resocialisatie, juridisch advies en zorg.
Indien aan één of meer van deze criteria niet wordt voldaan, wordt de aanvraag afgewezen
en niet verder beoordeeld.
V. Beoordelingscriteria
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Subsidieaanvragen in het kader van gedetineerdenbegeleiding worden beoordeeld aan
de hand van de volgende criteria, waaraan in voldoende mate moet worden voldaan om
in aanmerking te kunnen komen voor subsidie in het kader van gedetineerdenbegeleiding:
-
1. De mate waarin de activiteiten aansluiten op het beleid van de minister van Buitenlandse
Zaken voor Nederlandse gedetineerden in het buitenland, zoals verwoord in de brief
van de minister van Buitenlandse Zaken aan de Tweede Kamer van 10 oktober 2014 (Kamerstukken
II 2014/15, 30 010, nr. 21). Beoordeeld wordt;
-
– De mate waarin de activiteiten op maat gesneden tijdens de buitenlandse detentie bijdragen
aan het welzijn van Nederlandse gedetineerden in buitenlandse gevangenissen. Dit dient
te worden toegelicht aan de hand van een voorbeeld over de manier waarop de dienst
wordt geleverd aan individuele gedetineerde die het welzijn tijdens detentie zou moeten
verbeteren;
-
– De mate waarin de activiteiten worden uitgevoerd door inzet (resocialisatie en zorg)
en in samenwerking met (juridisch advies) van lokale vrijwilligers, medewerkers en/of
experts in de landen van detentie (niet van toepassing voor Tijdschrift);
-
– De mate waarin de activiteiten worden aangeboden in de Nederlandse taal voor zover
de te begeleiden gedetineerde deze taal beheerst (wordt niet extra beoordeeld voor
het tijdschrift, waar de Nederlandse taal een drempelcriterium voor is);
-
2. De mate waarin de activiteiten kosteneffectief zijn, waarbij gestreefd dient te worden
naar het beperken van het aantal internationale reisbewegingen vanuit Nederland en
naar een zo groot mogelijk bereik van de geleverde dienst;
-
3. De mate waarin het voorstel is uitgewerkt in Doelstellingen, Resultaten, Activiteiten
en Middelen en de verbanden hiertussen logisch zijn uitgewerkt;
-
4. De mate waarin het voorstel Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden
is geformuleerd.
-
5. Voor de aparte categorieën van activiteiten gelden daarnaast de volgende specifieke
doelmatige beoordelingscriteria:
-
a. Resocialisatie: de wijze waarop en de mate waarin wordt gewaarborgd dat:
-
• Nederlandse gedetineerden die na hun detentie naar Nederland willen terugkeren worden
ondersteund bij de resocialisatie in Nederland;
-
• de ondersteuning bij resocialisatie via een lokaal netwerk en direct wordt verleend
door middel van persoonlijke gesprekken;
-
• de ondersteuning in de Nederlandse taal wordt geboden.
-
b. Juridisch advies: De wijze waarop en de mate waarin wordt gewaarborgd dat:
-
• advies alleen wordt gegeven indien de gedetineerde daar expliciet om heeft gevraagd;
-
• het advies een aantoonbare toegevoegde waarde heeft. Daarvan kan bijvoorbeeld sprake
zijn in geval van nog niet onherroepelijke strafzaken, juridisch complexe zaken, zaken
waarin geen adequate lokale juridische bijstand beschikbaar is.
-
c. Zorg: de wijze waarop en de mate waarin wordt gewaarborgd dat:
-
• de zorg zowel maatschappelijk, sociaal en geestelijk van aard is;
-
• de zorg via een lokaal netwerk en direct wordt verleend door middel van persoonlijke
gesprekken;
-
• de zorg in de Nederlandse taal wordt geboden.
-
d. Tijdschrift: de wijze waarop en de mate waarin wordt gewaarborgd dat:
-
• Informatie aan gedetineerden tot stand komt in samenwerking met andere organisaties
die subsidie ontvangen in het kader van dit besluit en het Ministerie van Buitenlandse
Zaken;
-
• Het tijdschrift de gedetineerde op correcte wijze informeert over alle mogelijkheden
die aangeboden worden t.a.v. gedetineerdenbegeleiding door de Nederlandse overheid;
-
• Het tijdschrift aandacht besteedt aan alle elementen van het gedetineerdenbestaan;
-
• Het tijdschrift zowel in fysieke als digitale vorm beschikbaar is.
Indien niet in voldoende mate wordt voldaan aan deze beoordelingscriteria (of inzicht
wordt gegeven hoe aan deze criteria wordt voldaan), wordt de aanvraag afgewezen.
VI. Beoordelingsprocedure en verdeling van de beschikbare middelen
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Organisaties die een subsidieaanvraag indienen in het kader van gedetineerdenbegeleiding
dienen om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie, allereerst te voldoen aan de
drempelcriteria van paragraaf IV. De aanvragen die hieraan voldoen worden vervolgens
beoordeeld aan de hand van de beoordelingscriteria van paragraaf V.
De beoordeling van de aanvragen en de toekenning en verdeling van de voor Gedetineerdenbegeleiding
2017–2019 beschikbare middelen vinden plaats via een tender: van alle aanvragen die
voldoen aan de maatstaven van deze beleidsregels, wordt de kwaliteit beoordeeld volgens
dezelfde criteria. De aanvragen die het beste voldoen aan de criteria komen als eerste
voor subsidie in aanmerking. De minister besluit tot subsidieverlening overeenkomstig
deze rangorde.
Als de beschikbare middelen niet toereikend zijn om alle aanvragen die als voldoende
zijn beoordeeld volledig te honoreren, zal de verdeling van de middelen over deze
aanvragen vervolgens plaatsvinden aan de hand van een rangschikking van de aanvragen
naar aanleiding van de uitkomsten van de beoordeling, binnen het raam van een evenwichtige
verdeling van de middelen zoals bedoeld in artikel 8, derde lid, onder d, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse
Zaken. Bij de uiteindelijke verdeling van de middelen zal de mate waarin een aanvraag wordt
gehonoreerd gerelateerd zijn aan de mate waarin aan de criteria wordt voldaan. Deze
verdelingsmethode geldt voor elk sub-plafond zoals vastgesteld in artikel 2, tweede lid, van het besluit waarbij deze bijlage hoort.
Indien voor een kavel of voor meerdere kavels niet het volledige beschikbare budget
benut wordt, er een kavel of meerdere kavels zijn is waarvoor meer budget is aangevraagd
dan er middelen beschikbaar zijn en er zijn nog niet gehonoreerde aanvragen die van
voldoende kwaliteit zijn, wordt het overgebleven deel van eerstgenoemde kavel(s) overgeheveld
naar laatstgenoemde kavel(s). Voorrang krijgt de aanvraag of krijgen de aanvragen
die het beste aan de criteria voldoen.
VII. Eisen aan het projectvoorstel/aanvraag
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
De aanvraag dient bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Directie Consulaire Zaken
en Visumbeleid, Afdeling Consulaire Aangelegenheden, Postbus 20061, 2500 EB Den Haag,
ontvangen te zijn uiterlijk op 30 september 2016. Aanvragen dienen compleet en zonder voorbehoud te worden ingediend en rechtsgeldig
te zijn ondertekend.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van:
-
• een activiteitenplan,
-
• een gespecificeerde begroting,
-
• een liquiditeitsprognose;
-
• jaarrekening over 2015.
Indien de activiteiten zich uitstrekken over een periode van meer dan twaalf maanden
dient tevens te worden meegestuurd:
-
• een globaal overzicht van de activiteiten voor de resterende periode van het tijdvak
van de subsidieaanvraag,
-
• een financiële raming voor deze periode.
Annex 1
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Lijst met uitgesloten landen
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
Andorra; Australië; België; Bulgarije; Canada; Cyprus; Denemarken; Duitsland; Estland;
Finland; Frankrijk; Griekenland; Hongarije; Ierland; Italië; IJsland; Japan; Kroatië;
Letland; Liechtenstein; Litouwen; Luxemburg; Malta; Monaco; Nieuw Zeeland; Noorwegen;
Oostenrijk; Polen; Portugal; Roemenië; San Marino; Singapore; Slovenië; Slowakije;
Spanje; Tsjechië; Vaticaanstad; Verenigd Koninkrijk; Zweden; Zwitserland.