1. Toelichting op het Toezichtbeleid ITS
1.1. Inleiding
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (hierna: min. IenM) heeft op 1 april 2015
de RDW aangewezen om als nationaal orgaan de toezichttaak ITS (Intelligent Transport
Systems) uit te voeren op informatieverzameling en -verstrekking door derden in het
kader van wegverkeersinformatiediensten verkeersveiligheid (prioriteitsactie C) en
vrachtwagenparkeerplaatsen langs met name snelwegen (prioriteitsactie E). Deze taak
is vastgelegd in de Wegenverkeerswet 1994 en lagere regelgeving. Hoe en waarom de RDW toezicht houdt, is vastgelegd in het
toezichtbeleid ITS.
1.2. Titel
Dit beleid is getiteld: Toezichtbeleid ITS.
1.3. Wettelijk basis ITS
De wettelijke basis van de toezichttaak is opgenomen in de Europese Verordeningen nr. 885/2013 en nr.886/2013, in combinatie met de Wegenverkeerswet 1994. De basis voor deze gedelegeerde verordeningen ligt in de Europese ITS Richtlijn 2010/40/EU.
De verordening nr. 885/2013 (prioriteitsactie E) heeft betrekking op het verstrekken van informatiediensten voor
veilige en beveiligde parkeerplaatsen voor vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen.
De verordening nr. 886/2013 (prioriteitsactie C) heeft betrekking op de vaststelling van gegevens en procedures
voor de verlening van minimale universele verkeersinformatie in verband met de veiligheid
op de weg, die waar mogelijk kosteloos aan de eindgebruikers moet worden aangeboden.
In de ITS regeling omvat de Nederlandse uitvoering van de twee gedelegeerde verordeningen.
1.4. Nationale Databank Wegverkeersgegevens (NDW)
De NDW is in de ITS regeling aangewezen als nationaal toegangspunt. Dit betekent dat houders c.q. verzamelaars
van data (hierna: data-aanbieders) die vallen onder de werking van één of beide van
de genoemde verordeningen zich bekend moeten maken, en de (meta)data moeten aanleveren
voor publicatie in het portaal van de NDW.
1.5. Voor wie geldt dit toezichtbeleid?
De dienstverlening in het kader van de verordeningen wordt verzorgd door data-aanbieders
en informatiedienstverleners. Data-aanbieders zijn bijvoorbeeld wegbeheerders (Rijkswaterstaat),
de ANWB, exploitanten van parkeerterreinen. Informatiedienstverleners zijn de partijen
die deze verkeersveiligheidsinformatie en vrachtwagenparkeerinformatie verstrekken
via bijvoorbeeld apps, navigatiesystemen of omroepen. Dit toezichtbeleid is van toepassing
op zowel de data-aanbieders, als de informatiedienstverleners. Er zijn partijen die
zowel data-aanbieder zijn als informatiedienstverlener.
Onder verkeersveiligheidsinformatie vallen incidenten of situaties die minstens behoren
tot één van de volgende categorieën:
-
a) tijdelijk glad wegdek;
-
b) dieren, mensen, obstakels en puin op de weg;
-
c) onbeveiligde ongevalslocatie;
-
d) kortstondige wegwerkzaamheden;
-
e) verminderde zichtbaarheid;
-
f) spookrijder;
-
g) onbeheerde wegblokkade;
-
h) uitzonderlijke weersomstandigheden.
In de informatie over gebeurtenissen of omstandigheden die relevant zijn voor de verkeersveiligheid
moeten de volgende aspecten worden opgenomen:
-
a) plaats van gebeurtenis of omstandigheid;
-
b) de categorie van de gebeurtenis of omstandigheid en indien nodig een korte beschrijving;
-
c) indien nodig het advies om de rijstijl aan te passen.
Onder vrachtwagenparkeerinformatie wordt verstaan:
-
1. Statische gegevens over de parkeerterreinen, waaronder (voor zover van toepassing):
-
• Informatie over de identificatie van het parkeerterrein (naam en adres van het parkeerterrein
voor vrachtwagens)
-
• Informatie over de locatie van het toegangspunt in de parkeerzone (lengtegraad/breedtegraad)
-
• Identificatie primaire weg 1/richting Identificatie primaire weg 2/richting, als het
parkeerterrein bereikbaar is via twee verschillende wegen
-
• Indien nodig, de identificatie van de te nemen afrit / afstand vanaf de primaire weg
(km of mijl)
-
• Totaal aantal vrije parkeerplaatsen voor vrachtwagens
-
• Prijs van de parkeerplaatsen en munteenheid
-
2. Informatie over de veiligheid en uitrusting van het parkeerterrein:
-
• Beschrijving van de beveiligings- en veiligheidsuitrusting en diensten op het parkeerterrein,
inclusief de nationale classificatie, indien gebruikt
-
• Aantal parkeerplaatsen voor koelvrachtwagens
-
• Informatie over specifieke apparatuur of diensten voor specifieke vrachtwagens of
andere voertuigen
-
3. Contactgegevens van de exploitant van het parkeerterrein:
-
4. Dynamische gegevens over beschikbare parkeerplaatsen, inclusief of een parkeerterrein
vol of gesloten is en het aantal beschikbare vrije plaatsen.
2. Positie van de RDW
2.2. Wijze van toezicht houden
De RDW houdt in beginsel toezicht door middel van de volgende controle activiteiten:
-
• het opvragen van de verklaringen van de data-aanbieders en informatiedienstverleners
inzake verkeersveiligheidsinformatie. In de bijlage is het model van de te gebruiken
verklaring opgenomen (Verklaring van conformiteit ITS actie C – verkeersveiligheidsinformatie);
-
• het opvragen van de verklaringen van de data-aanbieders en informatiedienstverleners
inzake veilige en beveiligde parkeerplaatsen voor vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen.
In de bijlage is het model van de te gebruiken verklaring opgenomen (Verklaring van
conformiteit ITS actie E – veilige en beveiligde parkeerplaatsen (vrachtwagens en
bedrijfsvoertuigen);
-
• het controleren van de juistheid van de verklaringen door middel van deelwaarnemingen;
-
• inhoudelijke behandeling van de ontvangen en geregistreerde meldingen.
3. Positie van de data-aanbieders en informatiedienstverleners
Data-aanbieders
Data-aanbieders zijn verplicht om zich kenbaar te maken als data-aanbieder bij de
RDW en de NDW. Tevens dienen zij de gegevens die vallen onder de verordeningen ter
beschikking te stellen, voor zover ze daar over beschikken, via de NDW.
Ook moet er een actuele verklaring van conformiteit worden ingediend bij de RDW, waaruit
blijkt dat de dienstverlening conform de vereisten uit de verordening heeft plaatsgevonden.
Indien er wijzigingen zijn (in bijvoorbeeld de dienstverlening) die relevant zijn
voor de verklaring van conformiteit moet er een aangepaste verklaring van conformiteit
worden ingediend.
Informatiedienstverleners
Wanneer informatiedienstverleners verkeersveiligheidsinformatie of informatie over
vrachtwagenparkeerplaatsen beschikbaar stellen, moeten zij voldoen aan de vereisten
uit de verordeningen. Een van deze vereisten is bijvoorbeeld de tijdige verstrekking
en actualisering van verkeersveiligheidsinformatie.
Ook moet er een actuele verklaring van conformiteit worden ingediend bij de RDW, waaruit
blijkt dat de dienstverlening conform de vereisten uit de verordening heeft plaatsgevonden.
Indien er wijzigingen zijn (in bijvoorbeeld de dienstverlening) die ook relevant zijn
voor de verklaring van conformiteit moet er een aangepaste verklaring van conformiteit
worden ingediend.
Voor zowel data-aanbieders en informatiedienstverleners geldt dat ze te allen tijde
moeten meewerken aan het door de RDW te houden toezicht. Dit betekent onder meer dat
wanneer de RDW om informatie vraagt, partijen gehouden zijn deze informatie te verstrekken.
Bovenstaande beschrijving is een beschrijving van de verplichtingen en inhoud op hoofdlijnen.
Voor een exacte beschrijving verwijst de RDW naar de beide verordeningen.
4. Toezichtprocedure
4.1. Toezicht implementatie verordening
De ITS Regeling treedt per 1 juli 2015 in werking. Dit houdt in dat de data-aanbieders en informatiedienstverleners
met ingang van 1 juli 2015 moeten voldoen aan de vereisten uit de verordeningen. Dit
houdt ook in dat het nationaal toegangspunt in werking moet zijn.
In de aanloop naar 1 juli 2015 zijn de (reeds bekende) data-aanbieders en informatiedienstverleners
aangeschreven door c.q. namens het min. IenM met uitleg over de verordeningen en de
bijbehorende verplichtingen.
Indien na 1 juli 2015 blijkt dat een aangeschreven data-aanbieder of informatiedienstverlener
niet aan de bedoelde verplichtingen heeft voldaan, zal de RDW de betrokken organisatie
aanschrijven.
Uiterlijk 30 juni 2016 moeten alle betrokken data-aanbieders en informatiedienstverleners
de verklaring van conformiteit hebben overgelegd aan de toezichthouder.
Indien na 1 juli 2016 blijkt dat de data-aanbieder of informatiedienstverlener niet
aan deze verplichting heeft voldaan, zal de RDW de betrokken organisatie aanschrijven.
4.2. Toezicht door middel van deelwaarneming
Ieder jaar, verspreid over het jaar, wordt een deel van de data-aanbieders en informatiedienstverleners
geselecteerd voor de controle op de verklaring van conformiteit. De data-aanbieders
en informatiedienstverleners dienen gebruik te maken van de modelverklaring, zoals
opgenomen in de bijlage bij dit toezichtbeleid.
Deze toetsing op de verklaring van conformiteit vindt plaats door het opvragen van
bijvoorbeeld data, procedurebeschrijvingen en het kwaliteitssysteem met betrekking
tot de dienstverlening door de betrokken organisatie. Het doel van de toetsing is
de vaststelling of de geleverde dienstverlening overeenkomt met de dienstverlening
zoals in de verklaring is beschreven.
4.3. Toezicht op basis van meldingen
De RDW heeft een digitaal loket ingericht waar melding kan worden gemaakt van (herhaaldelijk)
tekort schietende kwaliteit van de dienstverlening van betrokken organisaties. De
RDW neemt een melding alleen in behandeling indien de melder het probleem eerst aan
de betrokken dienstverlener heeft voorgelegd, en het probleem naar het oordeel van
de melder niet naar tevredenheid is opgelost. Deze meldingen kunnen leiden tot aanvullend
toezicht door de RDW door middel van deelwaarnemingen.
5. Sanctionering
Bij constatering van overtredingen kan de RDW handhavend optreden door middel van
het opleggen van een last onder dwangsom.
Het beleid ten aanzien van de voorwaarden voor het opleggen van een last onder dwangsom
en de hoogte daarvan, gerelateerd aan de ernst van de overtreding, wordt vastgesteld
door de minister van IenM en zal worden uitgevoerd door de RDW.
6. Bezwaar en beroep
6.1. Bezwaar
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen een last onder dwangsom bezwaar worden ingediend bij de RDW. Het bezwaarschrift
dient binnen zes weken na de dag van verzending van de last onder dwangsom te zijn
ingediend, bij de RDW, Postbus 777, 2700 AT Zoetermeer. In het bezwaarschrift moet
zijn aangegeven waarom de indiener het niet eens is met het besluit. Het bezwaar dient
te voldoen aan alle wettelijke vereisten die aan een bezwaar worden gesteld.
Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen opschortende werking.
6.1.1. Hoorzitting
Bij het aantekenen van bezwaar tegen het besluit van de RDW wordt de gelegenheid gegeven
om het bezwaarschrift mondeling toe te lichten. Dit is op het kantoor van de RDW.
Hiervoor wordt een uitnodiging verstuurd na ontvangst van het bezwaarschrift. Deze
hoorzitting kan op verzoek ook telefonisch plaatsvinden. De indiener mag zich altijd
laten vertegenwoordigen door een raadsman of advocaat. Wanneer de indiener zich laat
vertegenwoordigen door iemand die geen advocaat is en de indiener is zelf niet bij
de hoorzitting aanwezig, dan dient een machtiging te worden overlegd.
6.2. Beroep
Als de RDW een beslissing heeft genomen op het bezwaarschrift, kan beroep ingesteld
worden bij de rechtbank. Onderaan de beslissing op het bezwaar is een clausule opgenomen
waarin is beschreven hoe de indiener in beroep kan gaan. Indien er beroep wordt ingesteld,
wordt de werking van de beslissing op het bezwaar niet opgeschort.
6.3. Voorlopige voorziening
Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen opschortende werking van de last onder
dwangsom. Hiervoor moet een voorlopige voorziening bij de rechtbank worden aangevraagd.
Bij een voorlopige voorziening geldt als vereiste dat de zaak een spoedeisend karakter
heeft. Voor het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening kan contact
worden opgenomen met de griffier van de rechtbank. De contactgegevens van de rechtbank
zijn te vinden op www.overheid.nl/ via ‘overheidsinformatie’ > ‘overheidsorganisaties’
> ‘rechterlijke macht’.
7. Verantwoording
De RDW legt jaarlijks verantwoording af aan het min. IenM over het toezicht en de
resultaten hiervan, inclusief de meldingen. Deze rapportage is niet geanonimiseerd,
en dient als basis voor het ministerie voor haar rapportage richting de Europese Commissie.