Bijlage
[Regeling vervallen per 01-08-2023]
De omzetting van score naar standaardscore Centrale Eindtoets
[Regeling vervallen per 01-08-2023]
Het resultaat (score) op de centrale eindtoets is de zogenaamde standaardscore. In
deze bijlage wordt kort uiteengezet hoe deze standaardscore tot stand komt.
Na afloop van de centrale eindtoets wordt voor iedere leerling een leerlingrapport
opgemaakt met daarin de standaardscore en het toetsadvies voor het brugklastype. Wanneer
een leerling minder dan de helft van het aantal opgaven per domein gemaakt heeft,
is er geen standaardscore mogelijk.
Bij het bepalen van de standaardscore wordt uitgegaan van een standaard centrale eindtoets.
Deze standaardtoets bestaat uit de openbare referentiesets van de hoogste referentieniveaus
Lezen 2F, Taalverzorging 2F en Rekenen 1S en Schrijven. Schrijven bestaat uit de onderdelen
Schrijven uit de centrale eindtoetsen van 2015, 2016, en 2017. Iedere afnamevariant
van de centrale eindtoets wordt vertaald naar deze standaardtoets.
De standaardscore wordt berekend op basis van het totaal aantal goede antwoorden op
de verplichte domeinen taal en rekenen. Door het werken met standaardscores is het
CvTE in staat de resultaten van jaar tot jaar te vergelijken, ondanks (geringe) verschillen
in moeilijkheid tussen de diverse jaargangen van de centrale eindtoets. Het domein
wereldoriëntatie is facultatief in de centrale eindtoets en telt niet mee in de berekening
van de standaardscore. De standaardscore is een getal op een schaal van 501 tot en
met 550.
-
1. De omzetting van ruwe score in standaardscore gebeurt in de volgende drie stappen:
Bereken de ‘niet-afgeronde’ standaardscore, verder symbolisch voorgesteld als StSc*
met de volgende formule:
tSc* = A1 x referentiescore Lezen 2F + A2 x referentiescore Taalverzorging 2F + A3 x referentiescore Rekenen 1S + A4 x score standaardtoets Schrijven + B
waarin A1, A2, A3, A4 en B getallen zijn die door de equivaleringsprocedure worden bepaald. Deze getallen
worden na afloop van de toetsafname vastgesteld.
-
2. De niet-afgeronde standaardscores worden afgerond tot het dichtstbij gelegen gehele
getal. Dit is de standaardscore, met uitzondering van de volgende twee gevallen.
-
3. Indien het afgerond getal uit de vorige stap
-
a. groter is dan 550, wordt de standaardscore 550;
-
b. kleiner is dan 501, wordt de standaardscore 501.
In de tabel is per brugklastype aangegeven wat het standaardscore-interval is dat
noch op onderschatting noch op overschatting van de mogelijkheden van leerlingen lijkt
te wijzen. Uit de tabel kunt u opmaken dat een leerling met de standaardscore 530
het toetsadvies best passend brugklastype ‘gemengde/theoretische leerweg’ krijgt.
Tabel, per brugklastype het interval dat het uitgangspunt is voor de interpretatie
van de standaardscore in het leerlingrapport centrale eindtoets
501–518
|
Praktijkonderwijs en vmbo basisberoepsgerichte leerweg
|
519– 525
|
vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg
|
526– 528
|
vmbo kaderberoepsgerichte leerweg
|
529– 532
|
vmbo gemengde / theoretische leerweg
|
533–536
|
vmbo gemengde / theoretische leerweg en havo
|
537– 539
|
havo
|
540~ 544
|
havo / vwo
|
545– 550
|
vwo
|
De score op de centrale eindtoets geldt als een objectief tweede gegeven. Heroverweging
van het schooladvies is verplicht wanneer het toetsadvies hoger uitvalt dan het schooladvies.
In dat geval kan de school besluiten het schooladvies aan te passen (een hoger schooladvies
te geven). Anderzijds kan de school ook (beargumenteerd) besluiten dat het schooladvies
niet aangepast wordt. Wanneer het advies op basis van de toetsscore lager is dan het
schooladvies, mag het schooladvies niet aangepast worden door de school.