Bijlage
[Regeling vervallen per 01-08-2023]
behorende bij artikel I A van de Regeling van het College voor Toetsen en Examens
van 26 juni 2017, nummer CvTE-17.01273, houdende wijziging van de Regeling beoordelingsnormen
en de daarbij behorende scores centrale eindtoets PO.
De omzetting van score naar standaardscore Centrale Eindtoets
[Regeling vervallen per 01-08-2023]
Het resultaat (score) op de Centrale Eindtoets is de zogenaamde standaardscore. In
deze bijlage wordt kort uiteengezet hoe deze standaardscore tot stand komt.
Na afloop van de Centrale Eindtoets wordt voor iedere leerling een leerlingrapport
opgemaakt met daarin de standaardscore en het advies voor het brugklastype. Wanneer
een leerling minder dan de helft van het aantal opgaven per domein gemaakt heeft,
is er geen standaardscore mogelijk.
De standaardscore wordt berekend op basis van het totaal aantal goede antwoorden op
de verplichte domeinen taal en rekenen. Door het werken met standaardscores is het
CvTE in staat de resultaten van jaar tot jaar te vergelijken, ondanks (geringe) verschillen
in moeilijkheid tussen de diverse jaargangen van de Centrale Eindtoets. Het domein
wereldoriëntatie is facultatief in de Centrale Eindtoets en telt niet mee in de berekening
van de standaardscore. De standaardscore is een getal op een schaal van 501 tot en
met 550.
De twee verplichte domeinen hebben samen 200 opgaven. Het is de score op die 200 opgaven
(die waarden kan aannemen van 0 tot 200) die de basis vormt voor de berekening van
de standaardscore. Iedere goed beantwoorde opgave levert een score van 1 op.
De score op de 200 opgaven wordt aangeduid als ‘ruwe score’.
De omzetting van ruwe score in standaardscore gebeurt in de volgende drie stappen:
-
1. Bereken de ‘niet-afgeronde’ standaardscore, verder symbolisch voorgesteld als StSc*
met de volgende formule: StSc* = A × ruwe score + B
waarin A en B getallen zijn die door de equivaleringsprocedure worden bepaald. Deze
getallen worden na afloop van de toetsafname door het CvTE vastgesteld.
-
2. De niet-afgeronde standaardscores worden afgerond tot het dichtstbij gelegen gehele
getal. Dit is de standaardscore, met uitzondering van de volgende twee gevallen.
-
3. Indien het afgerond getal uit de vorige stap
-
a. groter is dan 550, wordt de standaardscore 550;
-
b. kleiner is dan 501, wordt de standaardscore 501.
In de tabel is per brugklastype aangegeven wat het standaardscore-interval is dat
noch op onderschatting noch op overschatting van de mogelijkheden van leerlingen lijkt
te wijzen. Uit de tabel kunt u opmaken dat een leerling met de standaardscore 530
het best het brugklastype ‘gemengde/theoretische leerweg’ kan kiezen.
501–518
|
Praktijkonderwijs en vmbo basisberoepsgerichte leerweg
|
519–525
|
vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg
|
526–528
|
vmbo kaderberoepsgerichte leerweg
|
529–532
|
vmbo gemengde / theoretische leerweg
|
533–536
|
vmbo gemengde / theoretische leerweg en havo
|
537–539
|
havo
|
540–544
|
havo / vwo
|
545–550
|
vwo
|
Tabel, Per brugklastype het interval dat het uitgangspunt is voor de interpretatie
van de standaardscore in het leerlingrapport Centrale Eindtoets.
De score op de Centrale Eindtoets geldt als een objectief tweede gegeven. Heroverweging
van het schooladvies is verplicht wanneer het toetsadvies hoger uitvalt dan het schooladvies.
In dat geval kan de school besluiten het schooladvies aan te passen (een hoger schooladvies
te geven). Anderzijds kan de school ook (beargumenteerd) besluiten dat het schooladvies
niet aangepast wordt. Wanneer het advies op basis van de toetsscore lager is dan het
schooladvies, mag het schooladvies niet aangepast worden door de school.