Uitvoeringsbesluit WNT

Geraadpleegd op 23-08-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 12-12-2015 en zichtdatum 16-07-2024.
Geldend van 12-12-2015 t/m 31-12-2015

Besluit van 6 december 2012 tot uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (Uitvoeringsbesluit WNT)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 oktober 2012, nr. 2012 - 0000578978, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving, Afdeling Wetgeving Staatsinrichting en Bestuur;

Gelet op de artikelen 1.3, tweede en derde lid, 2.11, 3.8, 5.6, tweede lid, van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector, artikel 190, eerste lid, van de Provinciewet, artikel 186, eerste lid, van de Gemeentewet, artikel 98a, eerste lid, van de Waterschapswet en artikel 2, vierde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 2 november 2012, nr. W04.12.0427/1);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 november 2012, nr. 2012-0000648640, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving, Afdeling Wetgeving Staatsinrichting en Bestuur;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 2

De volgende variabele beloningen worden aangemerkt als uitzonderingen als bedoeld in de artikelen 2.11 en 3.8 van de wet:

  • a. een uit een wettelijk voorschrift, een collectieve arbeidsovereenkomst of reguliere arbeidsvoorwaarden voortvloeiende uitkering of verstrekking die wordt toegekend in verband met het bereiken van een bepaalde diensttijd;

  • b. een eenmalige mobiliteitstoeslag;

  • c. een eenmalige bindingspremie.

Artikel 2a

Als incidenteel inkomensbestanddeel als bedoeld in artikel 1.9, tweede lid, van de wet, dat geen onderdeel van de bezoldiging vormt, wordt aangemerkt een uitkering of verstrekking als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel o, van de Wet op de loonbelasting 1964.

Artikel 3

Het bedrag van de in artikel 5.6, tweede lid, van de wet bedoelde kosten verbonden aan de openbaarmaking van gegevens, bedoeld in artikel 5.6, eerste lid, en van het opstellen van het document wordt vastgesteld op € 1100, vermeerderd met de kosten verbonden aan de werkzaamheden van een accountant in verband met de verzameling en de controle van gegevens, tot een maximum van € 12.000.

Artikel 4

[Red: Wijzigt de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector.]

Artikel 5

[Red: Wijzigt het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.]

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 6 december 2012

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R. H. A. Plasterk

Uitgegeven de dertiende december 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Naar boven