Wet herziening gerechtelijke kaart

Geraadpleegd op 20-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-10-2012 en zichtdatum 08-07-2024.
Geldend van 01-10-2012 t/m 31-12-2012

Wet van 12 juli 2012 tot wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en diverse andere wetten in verband met de vermindering van het aantal arrondissementen en ressorten (Wet herziening gerechtelijke kaart)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter verbetering van de slagvaardigheid van de rechterlijke organisatie wenselijk is het aantal arrondissementen en ressorten te verminderen alsmede in verband daarmee enkele wijzigingen aan te brengen in de bestuurlijke organisatie van gerechten en de inrichting van het openbaar ministerie en met het oog daarop de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en diverse andere wetten te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Wijziging van wetten op het terrein van rechtspleging en juridische beroepen

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Hoofdstuk II. Wijziging van overige wetten

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Hoofdstuk III. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel CII. (Overgang lopende zaken naar nieuwe rechtbanken)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CIII. (Overgang lopende zaken naar nieuwe gerechtshoven)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CIV. (Overgangsrecht i.v.m. verzet, beroep, hoger beroep, beroep in cassatie enz.)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CIVa. (Overgangsrecht i.v.m. dagvaardingen, verzoekschriften en andere processtukken)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CV. (Overdracht archiefbescheiden)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CVI. (Overgangsrecht nevenlocaties)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CVII. (Tijdelijk afwijkend aantal gerechtsbestuurders in rechtbank Oost-Nederland)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CVIII. (Overgangsrecht functionarissen rechtbanken)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CIX. (Overgangsrecht functionarissen gerechtshoven)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CX. (Overgangsrecht gerechtsbestuurders)

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De benoemingen van degenen die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van het achtste lid benoemd zijn als voorzitter van het bestuur van een gerechtshof, een rechtbank, de Centrale Raad van Beroep of het College van Beroep voor het bedrijfsleven, worden van rechtswege beëindigd.

  • 3 [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.]

  • 4 [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.]

  • 5 [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.]

  • 6 [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.]

  • 7 [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.]

  • 8 Degenen die met ingang van de dag van inwerkingtreding van artikel I worden benoemd als voorzitter van het bestuur van de rechtbank Noord-Nederland, onderscheidenlijk de rechtbank Oost-Nederland, onderscheidenlijk de rechtbank Midden-Nederland, onderscheidenlijk de rechtbank Amsterdam, onderscheidenlijk de rechtbank Noord-Holland, onderscheidenlijk de rechtbank Den Haag, onderscheidenlijk de rechtbank Rotterdam, onderscheidenlijk de rechtbank Zeeland-West-Brabant, onderscheidenlijk de rechtbank Oost-Brabant, onderscheidenlijk de rechtbank Limburg, onderscheidenlijk het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, onderscheidenlijk het gerechtshof Den Haag, onderscheidenlijk het gerechtshof Amsterdam, onderscheidenlijk het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, onderscheidenlijk de Centrale Raad van Beroep, onderscheidenlijk het College van Beroep voor het bedrijfsleven worden van rechtswege tot en met de dag van inwerkingtreding van artikel I belast met de tijdelijke waarneming van de functie van voorzitter van de besturen van de rechtbanken te Assen, Groningen en Leeuwarden, onderscheidenlijk de besturen van de rechtbanken te Almelo, Arnhem, Zutphen, onderscheidenlijk de besturen van de rechtbanken te Utrecht en Zwolle-Lelystad, onderscheidenlijk het bestuur van de rechtbank te Utrecht, onderscheidenlijk het bestuur van de rechtbank te Amsterdam, onderscheidenlijk de besturen van de rechtbanken te Alkmaar en Haarlem, onderscheidenlijk het bestuur van de rechtbank te ’s-Gravenhage, onderscheidenlijk de besturen van de rechtbanken te Dordrecht en Rotterdam, onderscheidenlijk de besturen van de rechtbanken te Breda en Middelburg, onderscheidenlijk het bestuur van de rechtbank te ’s-Hertogenbosch, onderscheidenlijk de besturen van de rechtbanken te Maastricht en Roermond, onderscheidenlijk de besturen van de gerechtshoven te Arnhem en Leeuwarden, onderscheidenlijk het bestuur van het gerechtshof te ’s-Gravenhage, onderscheidenlijk het bestuur van het gerechtshof te Amsterdam, onderscheidenlijk het bestuur van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch, onderscheidenlijk het bestuur van de Centrale Raad van Beroep, onderscheidenlijk het bestuur van het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over een toelage voor de in de eerste volzin bedoelde personen.

Terugwerkende kracht

Stb. 2012, 314, datum inwerkingtreding 01-01-2013, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 13-07-2012.

4 In afwijking van artikel 15 van de Wet op de rechterlijke organisatie, artikel 3 van de Beroepswet en artikel 4 van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie hoort de Raad voor de rechtspraak, voorafgaand aan het opstellen van de aanbeveling voor een benoeming met ingang van de dag van inwerkingtreding van artikel I van een lid van het bestuur van een rechtbank, een gerechtshof, de Centrale Raad van Beroep of het College van Beroep voor het bedrijfsleven, in plaats van het bestuur van het gerecht, een commissie bestaande uit ten minste drie personen, waaronder ten minste één rechterlijk ambtenaar en ten minste één gerechtsambtenaar, aan te wijzen door:

  • a. de besturen van de rechtbanken te Assen, Groningen en Leeuwarden, in geval van benoeming van een lid van het bestuur van de rechtbank Noord-Nederland;

  • b. de besturen van de rechtbanken te Almelo, Arnhem, Zutphen en Zwolle-Lelystad, in geval van benoeming van een lid van het bestuur van de rechtbank Oost-Nederland;

  • c. de besturen van de rechtbanken te Utrecht en Zwolle-Lelystad, in geval van benoeming van een lid van het bestuur van de rechtbank Midden-Nederland;

  • d. het bestuur van de rechtbank te Amsterdam, in geval van benoeming van een lid van het bestuur van de rechtbank Amsterdam;

  • e. de besturen van de rechtbanken te Alkmaar en Haarlem, in geval van benoeming van een lid van het bestuur van de rechtbank Noord-Holland;

  • f. het bestuur van de rechtbank te ’s-Gravenhage, in geval van benoeming van een lid van het bestuur van de rechtbank Den Haag;

  • g. de besturen van de rechtbanken te Dordrecht en Rotterdam, in geval van benoeming van een lid van het bestuur van de rechtbank Rotterdam;

  • h. de besturen van de rechtbanken te Breda en Middelburg, in geval van benoeming van een lid van het bestuur van de rechtbank Zeeland-West-Brabant;

  • i. het bestuur van de rechtbank te ’s-Hertogenbosch, in geval van benoeming van een lid van het bestuur van de rechtbank Oost-Brabant;

  • j. de besturen van de rechtbanken te Maastricht en Roermond, in geval van benoeming van een lid van het bestuur van de rechtbank Limburg;

  • k. de besturen van de gerechtshoven te Arnhem en Leeuwarden, in geval van benoeming van een lid van het bestuur van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden;

  • l. het bestuur van het gerechtshof te ’s-Gravenhage, in geval van benoeming van een lid van het bestuur van het gerechtshof Den Haag;

  • m. het bestuur van het gerechtshof te Amsterdam, in geval van benoeming van een lid van het bestuur van het gerechtshof Amsterdam;

  • n. het bestuur van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch, in geval van benoeming van een lid van het bestuur van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch;

  • o. het bestuur van de Centrale Raad van Beroep, in geval van benoeming van een lid van het bestuur van dat gerecht;

  • p. het bestuur van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, in geval van benoeming van een lid van het bestuur van dat gerecht,

met dien verstande dat een bestuur van een gerecht alleen een persoon kan aanwijzen die op basis van een aanstelling bij dat gerecht werkzaam is.

5 In afwijking van artikel 15 van de Wet op de rechterlijke organisatie, artikel 3 van de Beroepswet en artikel 4 van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie stelt de commissie, bedoeld in het vierde lid, aanhef en onderdeel a tot en met p, in plaats van het bestuur van het gerecht, de Raad voor de rechtspraak op de hoogte van de zienswijze van de ondernemingsraden van de rechtbanken te Assen, Groningen en Leeuwarden, onderscheidenlijk de ondernemingsraden van de rechtbanken te Almelo, Arnhem, Zutphen en Zwolle-Lelystad, onderscheidenlijk de ondernemingsraden van de rechtbanken te Utrecht en Zwolle-Lelystad, onderscheidenlijk de ondernemingsraad van de rechtbank te Amsterdam, onderscheidenlijk de ondernemingsraden van de rechtbanken te Alkmaar en Haarlem, onderscheidenlijk de ondernemingsraad van de rechtbank te ’s-Gravenhage, onderscheidenlijk de ondernemingsraden van de rechtbanken te Dordrecht en Rotterdam, onderscheidenlijk de ondernemingsraden van de rechtbanken te Breda en Middelburg, onderscheidenlijk de ondernemingsraad van de rechtbank te ’s-Hertogenbosch, onderscheidenlijk de ondernemingsraden van de rechtbanken te Maastricht en Roermond, onderscheidenlijk de ondernemingsraden van de gerechtshoven te Arnhem en Leeuwarden, onderscheidenlijk de ondernemingsraad van het gerechtshof te ’s-Gravenhage, onderscheidenlijk de ondernemingsraad van het gerechtshof te Amsterdam, onderscheidenlijk de ondernemingsraad van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch, onderscheidenlijk de ondernemingsraad van de Centrale Raad van Beroep, onderscheidenlijk de ondernemingsraad van het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

6 In afwijking van artikel 5c van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, artikel 4 van de Beroepswet en artikel 5 van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie wordt de aanbeveling ten behoeve van de vervulling van een functie als bedoeld in artikel 5c, eerste lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, artikel 2, tweede lid, onderdeel a of b, van de Beroepswet of artikel 3, tweede lid, onderdeel a of b, van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie, niet zijnde raadsheer-plaatsvervanger of rechter-plaatsvervanger, met ingang van de dag van inwerkingtreding van artikel I door een persoon die met ingang van diezelfde dag wordt benoemd als voorzitter of ander rechterlijk lid van het bestuur van een gerecht, opgemaakt en aan de Raad voor de rechtspraak gezonden door de commissie, bedoeld in het vierde lid, aanhef en onderdeel a tot en met p, in plaats van het bestuur van het gerecht, in geval van vervulling van een functie bij de rechtbank Noord-Nederland, onderscheidenlijk de rechtbank Oost-Nederland, onderscheidenlijk de rechtbank Midden-Nederland, onderscheidenlijk de rechtbank Amsterdam, onderscheidenlijk de rechtbank Noord-Holland, onderscheidenlijk de rechtbank Den Haag, onderscheidenlijk de rechtbank Rotterdam, onderscheidenlijk de rechtbank Zeeland-West-Brabant, onderscheidenlijk de rechtbank Oost-Brabant, onderscheidenlijk de rechtbank Limburg, onderscheidenlijk het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, onderscheidenlijk het gerechtshof Den Haag, onderscheidenlijk het gerechtshof Amsterdam, onderscheidenlijk het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, onderscheidenlijk de Centrale Raad van Beroep, onderscheidenlijk het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

7 In afwijking van artikel 5c van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, artikel 4 van de Beroepswet en artikel 5 van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie kan de commissie, bedoeld in het vierde lid, aanhef en onderdeel a tot en met p, in plaats van het bestuur van het gerecht, worden geadviseerd door de gerechtsvergaderingen van de rechtbanken te Assen, Groningen en Leeuwarden, onderscheidenlijk de gerechtsvergaderingen van de rechtbanken te Almelo, Arnhem, Zutphen en Zwolle-Lelystad, onderscheidenlijk de gerechtsvergaderingen van de rechtbanken te Utrecht en Zwolle-Lelystad, onderscheidenlijk de gerechtsvergadering van de rechtbank te Amsterdam, onderscheidenlijk de gerechtsvergaderingen van de rechtbanken te Alkmaar en Haarlem, onderscheidenlijk de gerechtsvergadering van de rechtbank te ’s-Gravenhage, onderscheidenlijk de gerechtsvergaderingen van de rechtbanken te Dordrecht en Rotterdam, onderscheidenlijk de gerechtsvergaderingen van de rechtbanken te Breda en Middelburg, onderscheidenlijk de gerechtsvergadering van de rechtbank te ’s-Hertogenbosch, onderscheidenlijk de gerechtsvergaderingen van de rechtbanken te Maastricht en Roermond, onderscheidenlijk de gerechtsvergaderingen van de gerechtshoven te Arnhem en Leeuwarden, onderscheidenlijk de gerechtsvergadering van het gerechtshof te ’s-Gravenhage, onderscheidenlijk de gerechtsvergadering van het gerechtshof te Amsterdam, onderscheidenlijk de gerechtsvergadering van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch, onderscheidenlijk de gerechtsvergadering van de Centrale Raad van Beroep, onderscheidenlijk de gerechtsvergadering van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, inzake de lijst van aanbeveling ten behoeve van de vervulling van een functie als bedoeld in artikel 5c, eerste lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, artikel 2, tweede lid, onderdeel a of b, van de Beroepswet of artikel 3, tweede lid, onderdeel a of b, van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie, niet zijnde raadsheer-plaatsvervanger of rechter-plaatsvervanger, bij de rechtbank Noord-Nederland, onderscheidenlijk de rechtbank Oost-Nederland, onderscheidenlijk de rechtbank Midden-Nederland, onderscheidenlijk de rechtbank Amsterdam, onderscheidenlijk de rechtbank Noord-Holland, onderscheidenlijk de rechtbank Den Haag, onderscheidenlijk de rechtbank Rotterdam, onderscheidenlijk de rechtbank Zeeland-West-Brabant, onderscheidenlijk de rechtbank Oost-Brabant, onderscheidenlijk de rechtbank Limburg, onderscheidenlijk het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, onderscheidenlijk het gerechtshof Den Haag, onderscheidenlijk het gerechtshof Amsterdam, onderscheidenlijk het gerechtshof ’s-Hertogenbosch, onderscheidenlijk de Centrale Raad van Beroep, onderscheidenlijk het College van Beroep voor het bedrijfsleven, met ingang van de dag van inwerkingtreding van artikel I, voor zover het kandidaten betreft die met ingang van diezelfde dag worden benoemd als voorzitter of ander rechterlijk lid van het bestuur van datzelfde gerecht en die met ingang van diezelfde dag nog niet ingevolge artikel CVIII, eerste en derde lid, of artikel CIX, eerste en derde lid, bij diezelfde rechtbank of datzelfde gerechtshof, onderscheidenlijk bij de Centrale Raad van Beroep of het College van Beroep voor het bedrijfsleven, als rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast, onderscheidenlijk als lid met rechtspraak belast werkzaam zijn.

Artikel CXI. (Overgangsrecht functionarissen arrondissementsparketten)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXII. (Overgangsrecht functionarissen landelijk parket, functioneel parket, parket-generaal)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXIII. (Overgangsrecht functionarissen ressortsparketten)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXIV. (Overgangsrecht arrondissementsparketten)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXIVa. (Overgangsrecht rechtspositionele beslissingen)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXIVb. (Overgangsrecht wettelijke procedures en rechtsgedingen)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXV. (Overgangsrecht klachtbehandeling)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXVI. (Overgangsrecht advocatuur)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXVII. (Overgangsrecht gerechtsdeurwaarders)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXVIII. (Overgangsrecht notariaat I)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXVIIIa. (Overgangsrecht notariaat II)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXVIIIb. (Overgangsrecht notariaat III)

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXIX

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXX

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXXI

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXXII

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXXIII

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXXIV

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXXV

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXXVI

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXXVII

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXXVIII

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXXIX

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXXX

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXXXI

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXXXII

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXXXIII

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXXXIV

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXXXV

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXXXVI

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXXXVII

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXXXVIII

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXXXIX

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXL

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXLI

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXLII

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXLIII

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXLIV

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXLIVa

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXLIVb

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXLV

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel CXLVI

[Treedt in werking op 01-01-2013]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 12 juli 2012

Beatrix

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Uitgegeven de dertiende juli 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Naar boven