Algemeen
Veiligheidseisen papier waardedocumenten
Het is noodzakelijk dat de waardedocumenten gedrukt worden op papier dat namaak en
vervalsing tegengaat. Het papier dient daarom te zijn voorzien van: een uniek watermerk,
UV-vezels, een vloeiend kleurverloop, microtekst en een beschermlaag die verkleurt
bij mechanische of chemische aantasting. Met dit papier moet zorgvuldig worden om
gegaan om te borgen dat het niet in handen van onbevoegden komt.
Gebruik van de modellen
Per vak wordt één regel gebruikt.
Afhankelijk van het aantal vakken worden de regels voor de vermelding van de vakken
op de cijferlijst:
Naamvermelding van de school
Op de examendocumenten wordt steeds – voor zover van toepassing – achter het woord
‘aan’ vermeld: de naam van de school voor voortgezet onderwijs of instelling voor
educatie en beroepsonderwijs. Betreft het zo'n instelling, dan komt er na 'aan' te
staan: de opleiding vavo van ....
De naam van de school of de instelling is de naam zoals gebruikt door het bestuur
in het dagelijks maatschappelijk verkeer en zoals geregistreerd bij DUO. In het geval
van een nevenvestiging is het toegestaan dat na de officiële naam van de school een
komma volgt en het woord ‘locatie’ gevolgd door de naam van de locatie. Indien de
onderwijsaanbieder in het dagelijkse verkeer echter een andere naam hanteert dan bij
DUO is geregistreerd, is het toegestaan deze naam te vermelden, echter alleen onder
toevoeging van: ‘onderdeel van’ met daaropvolgend de naam zoals bij DUO geregistreerd.
Omdat alle diploma’s/cijferlijsten worden opgenomen in het diplomaregister is het
belangrijk dat de naamgeving van de school op het daadwerkelijk uitgereikte diploma
direct te relateren is aan de naam van de school zoals opgenomen in het diplomaregister.
Scholen moeten er voor zorgen dat de correcte naam van de school bij DUO staat geregistreerd,
waarbij in het geval van een (neven)vestiging duidelijk wordt uit de naam van welke
school c.q. scholengemeenschap deze deel uit maakt.
Naamvermelding examenkandidaat
Er is niet voorgeschreven dat de naam van de examenkandidaat op exact dezelfde wijze
vermeld wordt als in het BRP c.q. zoals op ID/paspoort is vermeld. Echter, als de
examenkandidaat in de praktijk wil aantonen dat het diploma van hem/haar is, is dit
wel aan te bevelen. Slechts het hanteren van voorletter(s) of de roepnaam is ook toegestaan.
Vermelding geboorteplaats/ -gemeente
Achter ‘te’ wordt geacht de officiële gemeentenaam geplaatst te worden, waar de aangifte
van geboorte destijds is gedaan, echter dit is geen voorschrift, maar wederom handig
i.v.m. de gegevens op het ID (waar immers deze gemeentenaam ook op staat).
Datering
Op de examendocumenten wordt steeds achter het woord ‘datum’ vermeld: de datum (dd-mm-jjjj)
waarop het document is ondertekend. Wanneer het examendocument een diploma, getuigschrift
of certificaat betreft wordt de datum van uitreiking aan en ondertekening door de
kandidaat gebruikt. Bij het staatsexamen wordt wanneer het examendocument een diploma,
getuigschrift of certificaat betreft de datum van de vaststelling van de uitslag en/of
de ondertekening van het examendocument door de staatsexamencommissie gebruikt.
Wanneer het examendocument een (voorlopige) cijferlijst, bewijs van ontheffing, of
verklaring behorend bij het bewijs van ontheffing betreft wordt de datum van de ondertekening
door de directeur dan wel de staatsexamencommissie VO gebruikt. Dit kan betekenen
dat een cijferlijst een andere datering heeft dan het bijbehorende diploma.
Ondertekening
Ingevolge artikel 39, zesde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES tekenen de directeur en de secretaris van het eindexamen de diploma's en de cijferlijsten.
Ingevolge artikel 28 en 29 van het Staatsexamenbesluit VO BES tekent het College voor toetsen en examens de diploma’s, de certificaten en bijbehorende
cijferlijsten.
De functionarissen die de examendocumenten moeten tekenen zijn en blijven onder alle
omstandigheden verantwoordelijk voor de ondertekening. Tenzij anders bepaald door
het bevoegd gezag, mogen zij, mits het bevoegd gezag hen die bevoegdheid heeft gegeven,
een andere functionaris, die door hen daartoe schriftelijk gemandateerd is, laten
tekenen, doch slechts met vermelding van ‘namens deze’ gevolgd door de handtekening,
de naam en de functie van de ondertekenaar. De handtekening moet feitelijk (met pen)
geschreven worden. Een gescande of gekopieerde handtekening is niet toegestaan.
Bovenstaande geldt ook in het geval een school geen directeur kent maar een centrale
directie. Op het diploma dient dan voor directeur te worden gelezen de centrale directie.
De centrale directie is in dat geval verantwoordelijk voor het ondertekenen van de
diploma's. Het is echter ook mogelijk dat de centrale directie de tekenbevoegdheid
overdraagt.
Het is vanzelfsprekend dat de mandatering in het examenreglement van de school wordt
vermeld om examenkandidaten en ouders hiervan op de hoogte te stellen.
Vaknamen
De te hanteren wettelijke benamingen van de vakken staan opgenomen in een bijlage
bij de jaarlijks te publiceren Regeling codetabellen school- en studiejaar [20xx–20xx].
Cijferlijsten algemeen
De afgifte van cijferlijsten is voor scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen
voor educatie en beroepsonderwijs, voor zover het betreft de door die instellingen
verzorgde opleidingen vavo, geregeld in artikel 41, eerste lid, van het Eindexamenbesluit VO BES en voor staatsexamens in artikel 28, eerste en tweede lid van het Staatsexamenbesluit VO BES.
Teksten in de cijferlijsten die niet van toepassing zijn worden weggelaten en het
aantal regels wordt aangepast aan het aantal vakken.
Op de cijferlijst wordt/worden in de cijfer-/beoordelingstabel voor zover van toepassing
vermeld:
-
• wanneer een vak zowel een schoolexamen/ college-examen en een centraal examen bevat
moeten beide cijfers op één decimaal nauwkeurig worden opgenomen. De eindcijfers moeten
zonder decimalen worden opgenomen. Zie: artikelen 21, 31 en 35 van het Eindexamenbesluit VO BES, en de artikelen 14, 18 en 22 van het Staatsexamenbesluit VO BES,
-
• wanneer het vak alleen een schoolexamen/ college-examen bevat en geen centraal examen
kent moet het afgeronde schoolexamen-/ college-examencijfer zonder decimalen worden
opgenomen. Dit cijfer wordt ook opgenomen als eindcijfer. Zie: artikel 21, eerste lid en artikel 35, derde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES en de artikelen 14, eerste lid, 18 en 22, derde lid, van het Staatsexamenbesluit VO BES,
-
• het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk (zie ook
de paragraaf over profielen vwo of havo);
-
• het thema of de titel van het profielwerkstuk en de beoordeling van het profielwerkstuk
vmbo;
-
• de beoordeling van het vak lichamelijke opvoeding in het vwo of havo;
-
• de beoordeling van kunstvakken I en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk
deel van de leerweg in het vmbo,
-
• de eindcijfers voor de examenvakken inclusief de eindcijfers voor de vakken die samen
het combinatiecijfer bepalen (voor wat betref havo of vwo inclusief het profielwerkstuk),
en
-
• de uitslag van het eindexamen (zie voor de uitslagbepaling artikel 37 van het Eindexamenbesluit VO BES of artikel 24 van het Staatsexamenbesluit VO BES).
Extra vakken
Indien in meer examenvakken examen is afgelegd dan in de vakken die ten minste samen
een eindexamen/staatsexamen vormen, en deze vakken betrokken worden bij de uitslag,
worden deze vakken vermeld in het vrije deel. Extra vakken die niet bij de vaststelling
van de uitslag zijn betrokken, worden in het vrije deel op de cijferlijst vermeld,
tenzij de examenkandidaat daartegen bedenkingen heeft geuit (zie artikel 49, tweede lid en artikel 39, derde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES en artikel 28, vierde lid, van het Staatsexamenbesluit VO BES)
Afronding onderdelen na aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen in
het laatste leerjaar
Artikel 19, derde en vierde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES noemt uitzonderingen op de hoofdregel dat het schoolexamen wordt afgesloten voor
de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. Het kan voorkomen dat een
examenkandidaat uit het laatste leerjaar in alle vakken die met een eindcijfer worden
beoordeeld examen heeft afgelegd op grond waarvan de uitslag kan worden vastgesteld,
maar niet voldoet aan de aanvullende bepalingen. Het betreft hier de aanvullende bepalingen
ten aanzien van de vakken of het profielwerkstuk waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld,
maar die ‘voldoende’ of ‘goed’ afgesloten moeten zijn. Deze examenkandidaat kan in
dit geval niet slagen, maar ontvangt wel een cijferlijst. De uitslag luidt: afgewezen.
Voor de onderdelen die niet naar behoren zijn afgerond wordt de vermelding gegeven:
'n.a.' (niet afgerond). Betreft dit een vmbo-kandidaat die de school verlaat, dan
ontvangt hij tevens een certificaat.
Vak aan andere school
Indien een vak aan een andere school is afgesloten op grond van artikel 7 van het Eindexamenbesluit VO BES, dan wordt achter het betreffende vak tussen haakjes de naam van de andere school
vermeld zoals opgenomen in BRIN.
Vrijstelling of ontheffing
Artikel 39, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES respectievelijk artikel 28, zesde lid, van het Staatsexamenbesluit VO BES, regelt de vermelding op de cijferlijst van vakken waarvoor de kandidaat vrijstelling
heeft of ontheffing is verleend bij het eindexamen/staatsexamen. Op de plaats het
cijfer wordt bij de vakken waarbij er sprake is van vrijstelling zonder vermelding
van een cijfer op de cijferlijst ‘Vr’ vermeld, (zie ook profielen vwo en havo). Het
is ook toegestaan op de plaats voor het cijfer wanneer daar sprake van is of het woord
‘Vrijstelling’ of het woord ‘Ontheffing’ voluit te vermelden.
Vermelding van vakken die niet met een eindcijfer beoordeeld worden
Bij vakken waarvoor de eindbeoordeling niet in de vorm van een cijfer maar als ‘voldoende’
of ‘goed’ is gegeven, wordt deze beoordeling vermeld in de plaats van het cijfer (in
de kolom in letters’).
Vermelding van vakken die op een hoger niveau zijn afgesloten
Vakken waarin het examen op een hoger niveau is afgelegd, worden op de cijferlijst
vermeld met de naam van het vak uit het betreffende niveau met de toevoeging van dat
niveau tussen haakjes. Een nadere uitwerking wordt gegeven onder de schoolsoorten.
Uitslag
Bij ‘uitslag’ voor het eindexamen of staatsexamen wordt het volgende ingevuld (zie
artikel 36, tweede lid, van het Eindexamenbesluit VO BES en artikel 23, vijfde lid, Staatsexamenbesluit VO BES):
-
• ‘geslaagd’ als de examenkandidaat geslaagd is en een diploma ontvangt,
-
• ‘afgewezen’, in het geval een examenkandidaat is afgewezen.
Voorlopige cijferlijst
Indien de examenkandidaat een centraal examen, of een afsluitend schoolexamen in een
of meer vakken of de rekentoets heeft afgelegd in het (voor)voorlaatste leerjaar en
vervolgens de school verlaat zonder het eindexamen te voltooien, ontvangt hij een
‘voorlopige cijferlijst’.
Een voorlopige cijferlijst wordt dus uitgereikt als de examenkandidaat de school verlaat
voordat de uitslag van het betreffende eindexamen definitief kan worden vastgesteld
(artikel 40 van het Eindexamenbesluit VO). Dit geldt ook bij een examenkandidaat die het gespreid centraal examen, bedoeld
in artikel 47, aflegt. Daarnaast geldt dit ook voor leerlingen die aan een andere school of instelling
worden uitbesteed om daar hun gespreid examen voort te zetten.
De resultaten op de voorlopige cijferlijst kunnen worden betrokken bij de vaststelling
van de uitslag van het betreffende eindexamen en overgenomen op de cijferlijst die
op grond van de definitieve uitslag wordt uitgereikt. Ook als de examenkandidaat via
staatsexamens of het vavo een diploma voortgezet onderwijs wenst te behalen kunnen
eerder behaalde resultaten waar toepasbaar bij de uitslag worden betrokken. De voorlopige
cijferlijst komt dan te vervallen, zodra de definitieve uitslag is vastgesteld
Op de voorlopige cijferlijst wordt/worden (conform de cijferlijst) voor zover van
toepassing vermeld:
-
• wanneer een vak zowel een schoolexamen/ college-examen en een centraal examen bevat
moeten beide cijfers op één decimaal nauwkeurig worden opgenomen. De eindcijfers moeten
zonder decimalen, worden opgenomen,
-
• wanneer het vak alleen een schoolexamen/ college-examen bevat en geen centraal examen
kent moet het afgeronde schoolexamen-/ college-examencijfer zonder decimalen worden
opgenomen. Dit cijfer wordt herhaald als eindcijfer,
-
• het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk;
-
• het thema of de titel van het profielwerkstuk en de beoordeling van het profielwerkstuk
vmbo;
-
• de beoordeling van het vak lichamelijke opvoeding in vwo en havo, in het regulier
onderwijs,
-
• de beoordeling van kunstvakken I en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk
deel van de leerweg in vmbo en;
-
• het vak waarin opnieuw centraal examen is afgelegd (waarbij het cijfer voor het schoolexamen
wordt herhaald en het nieuwe cijfer voor het centraal examen en nieuwe eindcijfer
wordt opgenomen). Indien er in het voorlaatste leerjaar geen herkansing heeft plaatsgevonden,
wordt op de voorlopige cijferlijst achter 'opnieuw centraal examen is afgelegd in'
niet van toepassing vermeld, als volgt: n.v.t.
Op de voorlopige cijferlijst wordt geen profiel vermeld.
Certificaat
Ingevolge artikel 41, tweede en derde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES en, artikel 29, tweede lid, van het Staatsexamenbesluit VO BES, krijgt een definitief voor het eindexamen vmbo afgewezen examenkandidaat die de
school verlaat, een certificaat.
Op het certificaat wordt voor zover van toepassing vermeld:
-
• het vak of de vakken waarvoor de examenkandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald,
-
• het profielwerkstuk in het vwo of havo de waarvoor de examenkandidaat een eindcijfer
6 of meer heeft behaald,
-
• het profielwerkstuk in het vmbo, voor zover beoordeeld met ‘goed’ of ‘voldoende’,
Daarnaast wordt op het certificaat vermeld welk examen is afgelegd: op welk niveau,
en waar van toepassing het betreffende leerwegschooltype c.q. de betreffende leerweg.
Afhankelijk van het aantal vakken worden de regels voor de vermelding van de vakken
op het certificaat, waarbij per vak één regel wordt gebruikt. De school of het College
voor toetsen en examens kan wanneer nodig meer regels toevoegen, en moeten niet gebruikte
regels ongeldig maken of weglaten.
Getuigschrift
Op het bewijs van ontheffing dient achter de regel: ‘recht heeft op ontheffing bij
het verwerven van het diploma’, de schoolsoort voluit te worden vermeld met indien
van toepassing: de leerweg.
Bewijs van ontheffing
Op het bewijs van ontheffing dient achter de regel: ‘recht heeft op ontheffing bij
het verwerven van het diploma, de schoolsoort voluit te worden vermeld en indien van
toepassing: de leerweg.
Afwijkende/bijzondere vermeldingen
-
1. n.a. = niet afgerond
-
2. (naam van een andere school)
-
3. ‘vr’ = vrijstelling of ontheffing
-
4. (afkorting leerweg of schoolsoort);
basisberoepsgerichte leerweg: bb
kaderberoepsgerichte leerweg: kb
gemengde leerweg: gl
theoretische leerweg: tl
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs: vmbo
hoger algemeen voortgezet onderwijs: havo
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs: vwo
-
5. n.v.t. indien:
-
6. toegestane afkortingen vaknaam: ckv
Profielen vwo en havo
Diploma vwo en havo
Als de examenresultaten voor twee of meer profielen leiden tot de uitslag ‘geslaagd’,
dan worden de namen van de betreffende profielen vermeld op het diploma (zie artikel 39, tweede lid, van het Eindexamenbesluit VO BES en artikel 28, derde lid, van het Staatsexamenbesluit VO BES).
Op het diploma eindexamen/staatsexamen vwo wordt achter eindexamen/staatsexamen vermeld:
gymnasium of atheneum.
Op het diploma van een examenkandidaat die is geslaagd wordt – indien van toepassing
– ingevolge artikel 39a van het Eindexamenbesluit VO BES en artikel 28a van het Staatsexamenbesluit VO BES, het judicium cum laude vermeld.
Op het diploma worden alleen vakken op een hoger niveau vermeld wanneer deze meetellen
bij de bepaling van de uitslag van het betreffende diploma.
Naar aanleiding van het advies Wetsvoorstel NLQF van de Onderwijsraad wordt op de
diploma’s naast het vwo of havo niveau ook het corresponderend NLQF/EQF- niveau vermeld.
Er wordt geen NLQF/EQF-niveau vermeld voor onderdelen van opleidingen.
Cijferlijsten vwo en havo
Voor:
-
• de verdeling van de vakken/onderdelen en het aantal behorend tot het gemeenschappelijk-,
profiel- en (het minimum aantal van het) vrije deel,
-
• welke (combinatie van) vakken/onderdelen deel mogen uitmaken van een eindexamen/staatsexamen
vwo/havo en worden vermeld op de cijferlijst,
wordt verwezen naar de volgende artikelen van het Eindexamenbesluit VO BES:
-
•
artikel 11 voor zover het betreft het eindexamen vwo (atheneum),
-
•
artikel 12 voor zover het betreft het eindexamen vwo (gymnasium),
-
•
artikel 13 voor zover het betreft het eindexamen havo.
Alle andere vermeldingen dan de vermeldingen genoemd in bovenstaande artikelen maken
de cijferlijst ongeldig.
Profielvermelding
Op de cijferlijst voor het eindexamen/staatsexamen wordt in het tekstgedeelte boven
de cijfer- en beoordelingstabel achter de regel ‘heeft deelgenomen aan het eindexamen/staatsexamen
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs of hoger algemeen voortgezet onderwijs conform
het profiel’, de officiële benaming van het profiel vermeld zoals genoemd in artikel 38, derde lid, van de WVO BES.
In het geval een examenkandidaat kan slagen voor twee of meer profielen, wordt voor
elk profiel afzonderlijk een cijferlijst afgegeven. Om te kunnen slagen voor twee
of meer profielen is het overigens voldoende om voor één profiel een profielwerkstuk
te maken. Als dat profielwerkstuk past’ in de overige profielen, wordt het op elk
van de cijferlijsten vermeld. Als het in één profiel niet past, wordt in de desbetreffende
ruimte vermeld: n.v.t.
Combinatiecijfer
Onder het gemeenschappelijk deel wordt achter combinatiecijfer’ het rekenkundig gemiddelde
van de afgeronde eindcijfers van de betreffende vakken/onderdelen, afgerond vermeld
op de cijferlijst (in een cijfer en in letters). Deze afronding gebeurt overeenkomstig
de vaststelling van het eindcijfer per vak, door het eerste cijfer achter de komma
naar beneden af te ronden indien dat een 4 of lager is en naar boven, indien dat cijfer
een 5 of hoger is (een 5,5 wordt dus een 6 en een 5,45 wordt een 5): artikel 37, achtste lid, van het Eindexamenbesluit VO BES.
De onderdelen/vakken die het combinatiecijfer samenstellen mogen om te slagen geen
van alle lager zijn dan een 4 (zie artikel 50, eerste lid, onder d, van het Eindexamenbesluit VO en artikel 26a, eerste lid, onder d, van het Staatsexamenbesluit VO).
Achter het ‘combinatiecijfer’ (tot slot van het gemeenschappelijk deel) is een asterisk
*) opgenomen die verwijst naar de vakken/onderdelen die deel uitmaken van het combinatiecijfer
(zie artikel 37, zesde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES, welke onder aan de cijferlijst worden genoemd. Onder '*) onderdelen van het ‘combinatiecijfer’
worden de betreffende vakken/onderdelen opgenomen met vermelding van het afgeronde
cijfer en het(zelfde) afgeronde eindcijfer (in een cijfer en in letters). Inclusief
het profielwerkstuk, dat als laatste een plaats krijgt in de daarvoor bestemde regel
met vermelding van de titel of het onderwerp en het vak of de vakken waarop het betrekking
heeft.
Vakken die in het havo en vwo in ieder geval tot het combinatiecijfer behoren zijn
maatschappijleer, ckv (op een reguliere school), en het profielwerkstuk.
Daarnaast kan het bevoegd gezag de volgende vakken toevoegen aan het combinatiecijfer
(zie hiervoor de voorwaarde uit artikel 37, zevende lid, van het Eindexamenbesluit VO BES):
-
• Literatuur. Een school kan ervoor kiezen literatuur afzonderlijk te becijferen of
dit onderdeel meenemen in het cijfer voor de talen. Als het apart wordt becijferd,
dan moet het cijfer worden opgenomen in het combinatiecijfer. In dat geval dienen
de namen van de talen (dus zonder literatuur) te worden vermeld op de cijferlijst.
-
• Het vak Godsdienst of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs kan door bijzondere scholen
worden toegevoegd aan het combinatiecijfer. Het gaat hier om één vak, maar de school
kiest welke van beide benamingen wordt gehanteerd: godsdienst óf levensbeschouwelijk
vormingsonderwijs. Niet te verwarren met het ‘grote’ vak godsdienst: een schooleigen
vak dat de school alleen met toestemming van de minister als examenvak kan aanbieden.
-
• Algemene natuurwetenschappen, dat bij het havo niet voorkomt in het gemeenschappelijke
deel, kan bij die schoolsoort wel deel uitmaken van het vrije deel. De school kan
dit ter keuze laten aan de examenkandidaat, maar kan ook besluiten om het vak verplicht
te stellen voor alle examenkandidaten of voor examenkandidaten met een bepaald profiel.
Het cijfer voor dit vak telt dan mee in het combinatiecijfer (zie artikel 37 van het Eindexamenbesluit BES).
Vrijstelling of ontheffing vwo en havo op de cijferlijst
Ontheffing van een taal
Indien in het atheneum op grond van artikel 23, vierde lid, van het Inrichtingsbesluit VO BES ontheffing is verleend voor het volgen van een taal, waarbij de taal moet worden
vervangen door een ander examenvak, dan wordt dat vervangende examenvak vermeld op
de cijferlijst in plaats van de taal (dus in het gemeenschappelijke deel).
Vrijstelling van maatschappijleer of ckv
Indien een examenkandidaat vwo in het bezit is van een diploma havo, en vrijstelling
is verleend voor maatschappijleer wordt het vak maatschappijleer niet vermeld op de
cijferlijst vwo. Hetzelfde geld voor een kandidaat vwo (atheneum) in het bezit is
van een diploma havo, en vrijstelling is verleend voor ckv. Het vak ckv wordt in dat
geval ook niet vermeld op de cijferlijst vwo (atheneum).
Vermelding van vrijstelling aan vavo/staatsexamen voor eerder behaalde vakken.
Wanneer de examenkandidaat is vrijgesteld van examens in een vak/ vakken op grond
van artikel 8 van het Eindexamenbesluit VO BES en artikel 9 van het Staatsexamenbesluit BES wordt het vak/ de vakken op de cijferlijst opgenomen met vermelding van het eerder
behaalde cijfer/ de eerder behaalde cijfers (zie artikel 39, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES, artikel 28, zesde lid, van het Staatsexamenbesluit VO BES).
Vermelding van vrijstelling aan vavo/staatsexamen voor profielwerkstuk
Wanneer de examenkandidaat is vrijgesteld van het profielwerkstuk (op grond van artikel 8 van het Eindexamenbesluit VO BES en artikel 9 van het Staatsexamenbesluit BES) wordt het profielwerkstuk op de cijferlijst opgenomen met vermelding van het eerder
behaalde cijfer (zie artikel 39, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES en artikel 28, zesde lid, van het Staatsexamenbesluit VO BES).
Hierop bestaat een uitzondering indien de examenkandidaat zijn profielwerkstuk volgens
de ‘oude profielen’ heeft gemaakt, dat is beoordeeld als ‘voldoende’ of ‘goed’, en
vervolgens het diploma volgens de ‘nieuwe profielen’ aan het vavo of met het staatsexamen
wil behalen. Het volgende is dan mogelijk:
-
• in plaats van de vermelding van het eerder behaalde cijfer wordt achter het profielwerkstuk
‘vr’ vermeld,
-
• het profielwerkstuk wordt opnieuw gewaardeerd, of
-
• de examenkandidaat maakt geen gebruik van zijn vrijstellingsrecht en levert een nieuw
profielwerkstuk in.
Er wordt vervolgens óók achter ‘het combinatiecijfer’ ‘vr’ vermeld wanneer er:
-
• zoals hierboven beschreven achter het profielwerkstuk ‘vr’ wordt vermeld
-
• het vak maatschappijleer geen deel hoeft maken van het eindexamen/staatsexamen,
-
• daarnaast ook geen aanvullende onderdelen deel uitmaken van het combinatiecijfer,
Vrijstelling op basis van eerder behaalde resultaten op een hoger niveau
Artikel 39, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES regelt dat de vakken waarvoor de examenkandidaat (met diploma) in het havo of vwo
is vrijgesteld op grond van eerder afgelegd examen worden vermeld op de cijferlijst
met overname van de eerder behaalde resultaten.
Vermelding bij twee kunstvakken (die naast elkaar gekozen mogen worden)
Indien de examenkandidaat met het profiel cultuur en maatschappij zowel in het profieldeel
én in het vrije deel eindexamen aflegt in een van de vakken kunst (beeldende vormgeving,
muziek, drama of dans), wordt bij het vak dat in het vrije deel staat het onderdeel
kunst (algemeen) in het examen (en dus het centraal examen) vervangen door aanvullende
verdiepende en/of verbredende onderdelen op het gebied van kunst als onderdeel van
het schoolexamen. De onderdelen die het onderdeel kunst (algemeen) in het examen vervangen
hebben een minimale normatieve studielast van 120 (havo) of 160 (vwo) studie klokuren.
Omdat er voor dit kunstvak geen centraal examen is, wordt op de cijferlijst voor dit
kunstvak alleen het cijfer voor het schoolexamen vermeld.
Leerwegen vmbo
Diploma vmbo
Op het diploma wordt niet alleen de leerweg, maar ook het profiel/de profielen vermeld.
Dit houdt in dat op de regel die volgt na ‘aan het eindexamen/staatsexamen’ de officiële
naam van de betreffende leerweg wordt ingevuld met daar achter ‘conform het profiel/de
profielen’ met vermelding van de officiële naam/de namen van het profiel/de gevolgde
profielen, zoals genoemd in:
Indien de examenkandidaat slaagt voor meer dan één profiel, dan wordt ook de naam
het andere profiel dan wel de andere profielen vermeld.
Een examenkandidaat die de gemengde leerweg met goed gevolg heeft afgesloten op een
scholengemeenschap die ook een school voor mavo omvat en daarnaast met een extra algemeen
vak heeft afgerond kan op zijn verzoek een diploma vmbo theoretische leerweg ontvangen
en een bijbehorende cijferlijst; zie artikel 39, achtste lid, van het Eindexamenbesluit VO BES.
Het eindexamen van de theoretische leerweg kan, op grond van artikel 14, zevende lid, onder b, van het Eindexamenbesluit VO BES en artikel 16, zevende-a lid van de WVO BES, een extra vak omvatten dat behoort tot het eindexamen van de gemengde leerweg. Extra
vakken kunnen vermeld worden op de cijferlijst bij de theoretische leerweg. In de
theoretische leerweg tellen extra beroepsgerichte keuzevakken alleen mee in de uitslagbepaling
als die vakken samen een beroepsgericht programma in de gemengde leerweg vormen.
Indien een examenkandidaat ingevolge artikel 39a van het Eindexamenbesluit VO BES en artikel 28a van het Staatsexamenbesluit VO BES, is geslaagd met toekenning van het judicium cum laude, wordt het judicium cum laude
vermeld op het diploma van deze examenkandidaat.
Op het diploma worden alleen vakken op een hoger niveau vermeld wanneer deze meetellen
bij de bepaling van de uitslag van het betreffende diploma.
Naar aanleiding van het advies van de Onderwijsraad inzake het Wetsvoorstel NLQF wordt
op de diploma’s naast het vmbo niveau en leerweg ook het corresponderend NLQF/EQF-
niveau vermeld.
-
• Voor het vmbo-bb wordt als NLQF/EQF-niveau vermeld: NLQF1/EQF1
-
• Voor het vmbo-kb, gl en tl wordt als NLQF/EQF-niveau vermeld: NLQF2/EQF2
Op de diploma’s moet per leerweg het passende NLQF/EQF-niveau vermeld worden, het
andere niveau moet worden verwijderd/ongeldig worden gemaakt.
Er wordt geen NLQF/EQF-niveau vermeld voor onderdelen van opleidingen.
Cijferlijsten vmbo
Voor:
-
• de verdeling van de vakken/onderdelen en het aantal behorend tot het gemeenschappelijk,
profiel- en (het minimum aantal van het) vrije deel,
-
• welke vakken deel moeten/mogen uitmaken van een eindexamen/staatsexamen vmbo en worden
vermeld op de cijferlijst,
wordt verwezen naar de volgende artikelen:
Alle andere vermeldingen dan de vermeldingen genoemd in bovenstaande artikelen, maken
de cijferlijst ongeldig.
Profielwerkstuk
De vermelding van ‘thema of titel van profielwerkstuk’ is alleen voor de theoretische
en de gemengde leerweg van toepassing en dient bij de basis- en kaderberoepsgerichte
leerweg weggelaten te worden. Het profielwerkstuk krijgt een plaats in de daarvoor
bestemde regel, onder vermelding van het thema of de titel ervan.
Combinatiecijfer
Onder de ‘vakken van het vrije deel’ wordt ‘het combinatiecijfer’ genoemd. Net als
in havo/vwo al langer het geval is, is er voor elke leerweg van het vmbo bepaald dat
de eindcijfers voor de kleine vakken, in het geval van het vmbo bepaalde onderdelen
van het beroepsgerichte examenprogramma, worden gecombineerd tot één combinatiecijfer,
zodat deze vakken op een evenredige wijze met de eindcijfers voor grotere vakken kunnen
meewegen in de uitslagbepaling:
-
• In de basis- en de kaderberoepsgerichte leerweg wordt het combinatiecijfer gevormd
door het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers voor de vier (of naar keuze meer)
gevolgde beroepsgerichte keuzevakken.
-
• In de gemengde leerweg wordt het combinatiecijfer gevormd door het rekenkundige gemiddelde
van het eindcijfer profielvak en de eindcijfers voor de twee (of naar keuze meer)
gevolgde beroepsgerichte keuzevakken. Het eindcijfer profielvak telt in deze berekening
net zo vaak mee als het aantal eindcijfers van de beroepsgerichte vakken dat in de
berekening wordt betrokken.
Het combinatiecijfer wordt achter ‘combinatiecijfer’ aangemerkt als één vak conform
het rekenkundig gemiddelde van de afgeronde eindcijfers van de betreffende vakken/onderdelen.
Het eindcijfer voor dit vak wordt afgerond vermeld op de cijferlijst (in een cijfer
en een letter).
Deze afronding gebeurt overeenkomstig de vaststelling van het eindcijfer per vak,
door het eerste cijfer achter de komma naar beneden af te ronden indien dat een 4
of lager is en naar boven, indien dat cijfer een 5 of hoger is (een 5,5 wordt dus
een 6 en een 5,45 wordt een 5) (zie artikel 37, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES).
Achter het ‘combinatiecijfer’ (tot slot van het vrije deel) is een asterisk *) opgenomen
die verwijst naar de (beroepsgerichte keuze-)vakken/onderdelen die deel uitmaken van
het combinatiecijfer (zie artikel 37, derde en vierde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES), welke onder aan de cijferlijst worden genoemd. Onder ‘*) onderdelen van het combinatiecijfer’
worden de betreffende vakken/onderdelen opgenomen met vermelding van het afgeronde
cijfer en het(zelfde) afgeronde eindcijfer (in een cijfer en in letters).
De onderdelen/vakken die het combinatiecijfer samenstellen mogen om te slagen geen
van alle lager zijn dan een 4: artikel 37, eerste lid, onder c. van het Eindexamenbesluit VO BES en artikel 24, eerste lid, onder c, van het Staatsexamenbesluit VO BES.
Indien een vmbo-tl leerling het volledige beroepsgerichte programma heeft gevolgd
zoals aangeboden in het vmbo-gl, wordt er zoals gebeurd bij vmbo-gl een combinatiecijfer
vastgesteld dat meetelt in de uitslagbepaling. De vakken die tezamen het combinatiecijfer
vormen, worden op de cijferlijst vermeld in het vrije deel.
Vermelding leerweg én profiel(en)
Ook op de cijferlijst wordt nu in het tekstgedeelte boven de cijfer-/beoordelingstabel
achter de regel ‘heeft deelgenomen aan het eindexamen voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs’
de leerweg conform het profiel vermeld.
In het geval een examenkandidaat kan slagen voor twee of meer profielen, wordt voor
elk profiel afzonderlijk een cijferlijst afgegeven. Om te kunnen slagen voor twee
of meer profielen is het overigens voldoende om voor één profiel een profielwerkstuk
te hebben gemaakt. Als dat profielwerkstuk ‘past’ in de betreffende profielen, wordt
het op elk van de cijferlijsten vermeld. Als het in één profiel niet past, wordt in
de desbetreffende ruimte vermeld: n.v.t.
Op de voorlopige cijferlijst wordt geen profiel vermeld.
Vak op hoger niveau
Indien toepassing is gegeven aan de mogelijkheid één of meer vakken op een hoger niveau
af te sluiten, dan wordt achter de desbetreffende vaknaam (uit dat niveau) tussen
haakjes de leerweg (kb, gl of tl) of schoolsoort (vwo of havo), afgekort vermeld op
de cijferlijst.
De vakken waarvoor de examenkandidaat met een diploma basis- of kaderberoepsgerichte
leerweg in de theoretische leerweg is vrijgesteld op grond van een eerder afgelegd
examen in vakken van de theoretische leerweg of vwo/havo, worden op de cijferlijst
vermeld met overname van de eerder behaalde resultaten (artikel 39, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO BES).
Leer-werktraject
Indien het een leer-werktraject van de basisberoepsgerichte leerweg betreft, worden
minimaal de cijfers van het vak Nederlandse taal (gemeenschappelijk deel) en het beroepsgerichte
programma (vrije deel) vermeld (zie artikel 19 van de WVO BES).
Certificaat vmbo
Omdat op dit certificaat geen niveau aanduiding staat en leerlingen vakken op hoger
niveau gevolgd kunnen hebben, wordt achter ieder vak tussen haakjes het niveau vermeld.