In elk der openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt door het bestuurscollege
een huurcommissie ingesteld die bevoegd is voor het desbetreffende openbare lichaam.
-
1 Het is verboden op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba als verhuurder
een hogere huurprijs onder welke naam of in welke vorm ook, te bedingen voor het gebruik
van een woning dan de huurprijs voor de woning geldende op of laatstelijk voor 1 maart
1977, indien niet die hogere huurprijs door de betrokken huurcommissie is goedgekeurd
of vastgesteld, met dien verstande dat de huurprijs per jaar niet meer mag bedragen
dan 8% van de totale bouwkosten, waaronder begrepen de waarde van de grond, van de
betreffende woning.
-
2 Is een woning voor of op 1 maart 1977 niet verhuurd geweest, dan vraagt de verhuurder
aan de huurcommissie schatting van de huurprijs van 1 maart 1977, indien deze schatting
nog niet heeft plaats gehad en geldt als die huurprijs de som, welke door de huurcommissie
als huurprijs van 1 maart 1977 wordt geschat met dien verstande dat de huurprijs per
jaar niet meer mag bedragen dan 8% van de totale bouwkosten, waaronder begrepen de
waarde van de grond, van de betreffende woning. Die schatting kan door de huurcommissie
ook ambtshalve geschieden.
-
3 Nieuw gebouwde, op of na 1 maart 1977 voor het eerst in gebruik genomen, woningen
mogen niet verhuurd worden, tenzij de huurcommissie de huurprijs, hetzij ambtshalve,
hetzij op verzoek van de huurder of verhuurder heeft vastgesteld. Bij deze vaststelling
van de huurprijs houdt de huurcommissie rekening met de totale bouwkosten, waaronder
begrepen de waarde van de grond, van de betreffende woning, met dien verstande dat
de huurprijs per jaar niet meer dan 12% van de bouwkosten bedragen.
-
5
-
a. De huurcommissie geeft bij haar beslissing aan wanneer de vastgestelde huurprijs voor
de nieuw gebouwde, na 1 maart 1977 voor het eerst in gebruik genomen woning ingaat.
De dag van ingang mag niet op een vroegere datum worden vastgesteld dan de dag waarop
het verzoek tot huurprijsvaststelling is ingediend.
-
b. Bij verhuur van een gemeubileerde woning is de verhuurder verplicht de prijzen voor
woning en meubilering afzonderlijk vast te stellen. Voor de meubilering mag geen hogere
huurprijs worden berekend dan het bedrag dat door de huurcommissie is vastgesteld.
-
6 Wanneer het bedrag der bouwkosten, waaronder begrepen de waarde van de grond, van
woningen door de huurcommissie op USD 56.000 of meer is vastgesteld, zijn de bepalingen
van deze wet welke betrekking hebben op de huurprijs niet meer van toepassing op bedoelde
woningen.
De huurcommissie behandelt en beslist de bij haar aangebrachte zaken zo spoedig mogelijk.
Hare beslissing is met redenen omkleed.
Zij keurt de hogere huurprijs niet goed, zo de verhuurder niet aannemelijk maakt,
dat de hogere huurprijs redelijk is in verband met de normale huurwaarde op 1 maart
1977 voor wat betreft de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba vermeerderd
met de hogere uitgaven, die hij terzake van de woning heeft te bestrijden en de kosten
wegens het aanbrengen van ingrijpende verbeteringen en veranderingen. In bijzondere
gevallen echter kan de huurcommissie de verhoging op andere grond goedkeuren.
De huurcommissie is bevoegd aan haar goedkeuring van de hogere huurprijs terugwerkende
kracht te verlenen tot een bij de uitspraak te bepalen tijdstip, hetwelk niet vroeger
kan zijn dan de dag, waarop het verzoek om goedkeuring is ingekomen, doch slechts
indien haar gebleken is, dat de huurder met de verhoging instemt.
De huurcommissie is bevoegd de huurprijs voorwaardelijk goed te keuren, in dien zin,
dat wanneer de door haar aangewezen verbeteringen of herstellingen aan de woning niet
zijn aangebracht binnen een bij de uitspraak te bepalen tijd, de huurcommissie ambtshalve
of op verzoek van de huurder, met terzijdestelling van de eerste uitspraak, alsnog
een lagere huurprijs kan vaststellen.
Keurt de huurcommissie de hogere huurprijs niet goed, dan stelt zij, de verhuurder
gehoord, althans behoorlijk opgeroepen, het bedrag vast, waarvoor de woning mag worden
verhuurd. Daarbij wordt rekening gehouden met de normale huurwaarde op 1 maart 1977
voor wat betreft de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba vermeerderd
met de hogere uitgaven, die de verhuurder ter zake van de woning heeft te bestrijden,
alsmede met de aangebrachte ingrijpende veranderingen en verbeteringen of, wat betreft
een nieuw gebouwde woning, na 1 augustus 1939 voor het eerst in gebruik genomen, met
de huurprijs, waarvoor de woning voor het eerst is verhuurd, of indien huurprijsvaststelling
heeft plaats gehad, met de huurprijs, welke door de huurcommissie is vastgesteld.
Bij haar beslissing houdt de huurcommissie rekening met de staat van onderhoud der
woning, voor zover dit door verhuurder bekostigd wordt.
De huurcommissie deelt aan de verhuurder en aan de huurder haar uitspraak schriftelijk
mede.
Van de uitspraak der huurcommissie staat zowel aan de huurder als aan de verhuurder
gedurende veertien dagen na de dagtekening der mededeling beroep open bij het Gerecht
in eerste aanleg.
Het Gerecht in eerste aanleg behandelt en beslist de bij hem aangebrachte zaken zo
spoedig mogelijk. Indien hij de uitspraak niet bevestigd, doet hij wat der huurcommissie
was.
Tegen zijne beslissing is geen rechtsmiddel toegelaten.
De regelen en vormen van het beroep van de uitspraken van de huurcommissie op het
Gerecht in eerste aanleg worden nader in Hoofdstuk III geregeld.
Na het verstrijken van zes maanden nadat omtrent de huurprijs van ene woning bij einduitspraak
is beslist, kan een nieuwe uitspraak der huurcommissie omtrent die woning worden verzocht.
Indien een hogere huurprijs voor het gebruik van een woning is bedongen dan ingevolge
het bepaalde in de voorgaande artikelen geoorloofd is, geldt, in plaats van dat bedrag,
de huurprijs, waarvoor de woning op of laatstelijk voor 1 Augustus 1939 is verhuurd
geweest. Betreft het een woning welke voor 1 maart 1977 voor wat betreft de openbare
lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba niet is verhuurd geweest dan geldt de som,
welke door de huurcommissie als de huurprijs van 1 Augustus 1939 is geschat. Betreft
het een nieuw gebouwde woning, na 1 Augustus 1939 voor het eerst in gebruik genomen,
dan geldt de huurprijs waarvoor de woning voor het eerst is verhuurd of, indien huurprijsvaststelling
heeft plaats gehad, de huurprijs, welke door de huurcommissie is vastgesteld.
Is voor de instelling der huurcommissie, doch na 1 Augustus 1939 een hogere huurprijs
bedongen dan op of laatstelijk voor laatstgemeld tijdstip gold, of indien het een
nieuw gebouwde woning betreft, dan de huurprijs waarvoor de woning voor het eerst
is verhuurd, of, indien huurprijsvaststelling heeft plaats gehad, dan de huurprijs
welke door de huurcommissie is vastgesteld, dan is de verhuurder gehouden binnen een
maand na die instelling zich tot de huurcommissie te wenden met het verzoek die hogere
huurprijs goed te keuren, tenzij hij vrijwillig de huurprijs met ingang van de eerste
dag der volgende maand verlaagt tot de huurprijs van 1 Augustus 1939 of die waarvoor
de woning voor het eerst is verhuurd, of, indien huurprijsvaststelling heeft plaats
gehad, tot de huurprijs, welke door de huurcommissie is vastgesteld.
Is een woning, welke voor of op 1 Augustus 1939 niet verhuurd is geweest, daarna,
doch voor de instelling der huurcommissie, wel verhuurd, dan vraagt de verhuurder
binnen een maand na die instelling aan de huurcommissie schatting van de huurprijs
van 1 maart 1977 voor wat betreft de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en
Saba en is hij gehouden ingeval die huurprijs wordt geschat op een lager bedrag dan
de bedongen huurprijs, binnen een maand na de dag waarop omtrent de schatting bij
einduitspraak is beslist, zich tot de huurcommissie te wenden met het verzoek de bedongen
huurprijs goed te keuren, tenzij hij vrijwillig de huurprijs met ingang van de eerste
dag der volgende maand verlaagt tot het door de commissie geschat bedrag.
Het bepaalde in de artikelen 3, 5 en 6 is van toepassing.
Keurt de huurcommissie de hogere huurprijs niet goed, dan stelt zij, op de wijze als
in artikel 4 bepaald, een lager bedrag vast, hetwelk als huurprijs geldt. Deze verlaging werkt
terug tot het tijdstip, door de huurcommissie te bepalen, welke tijdstip niet vroeger
kan zijn dan 1 augustus 1939.
Van de vrijwillige verlaging van de huur, bedoeld in het eerst en tweede lid van dit
artikel, geeft de verhuurder kennis aan de huurcommissie, die daarvan schriftelijk
mededeling doet aan de huurder.
Blijft de verhuurder in gebreke aan de verplichtingen in het eerste en tweede lid
van het voorgaand artikel binnen de daarbij gestelde termijn te voldoen, dan geldt
met ingang van de eerste dag der maand na afloop van die termijn, in plaats van de
bedongen huurprijs, die waarvoor de woning op of laatstelijk voor 1 Augustus 1939
is verhuurd geweest; de som welke door de huurcommissie als de huurprijs van 1 Augustus
1939 is geschat, dan wel, indien het een nieuw gebouwde woning betreft, welke na die
datum voor het eerste in gebruik is genomen, de huurprijs waarvoor de woning voor
het eerst is verhuurd, of, indien huurprijs vaststelling heeft plaats gehad, de huurprijs,
welke door de huurcommissie is vastgesteld.
Indien de verhuurder de schatting van de huurprijs van 1 maart 1977 voor wat betreft
de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba niet heeft gevraagd, kan de commissie
daartoe te allen tijde ambtshalve overgaan.
De rechter kan elke vordering tot terugbetaling van op grond van de voorgaande artikelen
teveel betaalde huur matigen, indien de billijkheid zulks vordert.
De huur van een woonhuis wordt door opzegging van de zijde van de verhuurder niet
beëindigd, zo daartoe niet de toestemming van de huurcommissie is verkregen, zelfs
indien de opzegging is geschied voor de datum van de instelling der huurcommissie.
Indien ingevolge het bepaalde in artikel 1587 van het Burgerlijk Wetboek BES de huur van rechtswege een einde zou nemen, zonder dat de opzegging is vereist, doch
de huurder deze voor bepaalde of onbepaalde tijd wenst te verlengen, houdt de huur
niet op dan na verkregen toestemming van de huurcommissie.
De toestemming van de huurcommissie is eveneens vereist, indien de koper van een huis
gebruik wil maken van de bevoegdheid, bij de huurovereenkomst voorbehouden om, ingeval
van verkoop, de huurder tot de ontruiming van het gehuurde te noodzaken overeenkomstig
het bepaalde in artikel 1595 van het Burgerlijk Wetboek BES.
De huurcommissie kan aan haar toestemming voorwaarden verbinden treffende het gebruik
van de woning. Niet/niet volledig nakomen der voorwaarden kan intrekking van de toestemming
ten gevolge hebben en de toewijzing van de woning aan de oorspronkelijke huurder geschieden,
onverminderd het recht van deze op vergoeding van kosten, schaden en interessen.
In de gevallen, in het voorgaand artikel bedoeld, doet de huurcommissie, partijen gehoord althans behoorlijk opgeroepen, zo
spoedig mogelijk uitspraak. Hare beslissing is met redenen omkleed.
Behoudens het bepaalde in het tweede lid, verleent de huurcommissie haar toestemming
alleen indien de huurder aan zijn in artikel 1577 van het Burgerlijk Wetboek BES omschreven verplichtingen niet voldoet. Zij kan de huurder, op zijn verzoek, een
termijn gunnen om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. Na het verstrijken van
die termijn beslist de huurcommissie na verhoor, althans behoorlijke oproeping, van
partijen.
In bijzondere gevallen kan de huurcommissie de beëindiging van de huur op andere grond
toestaan, indien haar blijkt, dat de eigenaar, of in geval van gedeeltelijke onderhuur,
de hoofdbewoner daarbij een rechtmatig belang heeft.
Indien de huurcommissie haar toestemming verleent, bepaalt zij, met inachtneming van
de termijnen welke het plaatselijk gebruik tot het doen van opzeggingen medebrengt,
het tijdstip waarop de huur een einde zal nemen.
Van de uitspraken der huurcommissie, bedoeld in artikel 11, is hoger beroep op de rechter toegelaten. Het bepaalde in artikel 5 is ten deze toepasselijk.
De verhuurder, die een der bepalingen van artikelen 2 bis of 8 overtreedt, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie. Is een naamloze
vennootschap, een coöperatieve of andere rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging
of een stichting verhuurder, dan worden de bestuurders, leden van het bestuur of commissarissen
met dezelfde straf gestraft. De bij dit besluit strafbaar gestelde feiten worden beschouwd
als overtredingen.
De huurcommissie en het Gerecht in eerste aanleg zijn bevoegd bij de toepassing van
dit besluit zodanige personen op te roepen en, al of niet na beëdiging, als getuigen
of deskundigen te horen of te doen horen, als zij te hunner voorlichting nodig achten.
Die personen zijn verplicht te verschijnen en de gevorderde voorlichting te geven.
Zij worden opgeroepen bij aangetekende brief.
Aan de verschenen personen kan vergoeding worden toegelegd op de voet van het tarief
van Besluit tarief justitiekosten strafzaken BES.
De huurcommissie en het Gerecht in eerste aanleg zijn bevoegd om kosteloos inzage
en afschrift of uittreksel te nemen of te doen nemen van de kohieren van de gebruiksbelasting
voor zoveel betreft het eiland, waarvoor de commissie is ingesteld.
Ter zake van de werkzaamheden van de huurcommissie en van het Gerecht in eerste aanleg
ingevolge dit besluit worden aan belanghebbenden geen kosten in rekening gebracht.
Alle stukken, krachtens dit besluit opgemaakt, zijn vrij van kosten.
Onder huur en verhuur wordt verstaan iedere overeenkomst onder welke naam of in welke
vorm ook aangegaan, die ten doel heeft, het ten gebruike verkrijgen en verstrekken
van een woning.
Onder huurprijs wordt verstaan het geheel van de geldelijke verplichtingen, welke
de huurder tegen over de verhuurder bij of terzake van huur en verhuur op zich neemt.
Onder woning wordt verstaan ieder gebouw of elk gedeelte van een gebouw dat afzonderlijk
wordt verhuurd, alsmede elk perceel huurgrond voor het hebben daarop van woning.
-
1 De regeling hierbij bedoeld vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van winkels,
magazijnen, tapperijen, koffiehuizen, logementen, sociëteiten, bierhuizen, ijshuizen,
restaurants en kantoren, met dien verstande dat in plaats van het in artikel 2 bis, eerste en tweede lid, genoemde percentage een maximum-percentage van 10 zal gelden en in plaats van het
in artikel 2 bis, derde lid, genoemde percentage een maximum-percentage van 14 zal
gelden.
Evenmin is de regeling hierbij bedoeld van toepassing op de eerder genoemde panden,
voor zover deze zijn gevestigd in een vrije zone op een daartoe bij besluit van de
eilandsraad aangewezen industrieterrein.
De regeling hierbij bedoeld is niet van toepassing ten aanzien van zeehavens, luchthavens,
hotels en op eerder genoemde panden voorzover deze in een zeehaven, op een luchthaven
of in een hotel gevestigd zijn.
Hoofdstuk III. De regelen en vormen van het beroep van de uitspraken van de huurcommissie
op het Gerecht in eerste aanleg
Het beroep van de uitspraak van de huurcommissie geschiedt bij een geschrift, waarin
aan het Gerecht in eerste aanleg wordt verzocht die uitspraak te vernietigen en een
andere te geven.
Het verzoekschrift vermeldt de redenen, waarom de uitspraak van de huurcommissie de
verzoeker onjuist voorkomt, en de uitspraak, die de verzoeker in de plaats daarvan
wenst.
Bij het verzoekschrift worden overgelegd het de verzoeker toegezonden afschrift van
de uitspraak van de huurcommissie en de brief van de secretaris waarbij het werd toegezonden.
Voor het verzoekschrift, door de verhuurder in te zenden, kan het volgend model worden
gebezigd:
«De ondergetekende .........................
wonende te ......................... deelt bij deze aan het Gerecht in eerste aanleg
te ......................... mede, dat de huurcommissie te .........................
op zijn verzoek om ......................... heeft beschikt volgens de uitspraak,
waarvan een afschrift hiernevens wordt overgelegd;
dat die uitspraak hem onjuist voorkomt op grond dat .........................
Weshalve hij het Gerecht in eerste aanleg verzoekt die uitspraak te vernietigen en
in plaats daarvan .........................»
(ondertekening en dagtekening)
Voor het verzoekschrift, door de huurder in te zenden, kan het volgend model worden
gebezigd:
«De ondergetekende .........................
wonende ......................... deelt bij deze aan het Gerecht in eerste aanleg
te ......................... mede, dat de huurcommissie te .........................
op verzoek van de verhuurder omtrent zijn woning een beschikking heeft gegeven, waarvan
een afschrift hiernevens wordt overgelegd;
Dat die uitspraak hem onjuist voorkomt op grond dat .........................;
Weshalve hij het Gerecht in eerste aanleg verzoekt die uitspraak te vernietigen en
in plaats daarvan .........................»
(ondertekening en dagtekening)
De griffier van het Gerecht in eerste aanleg deelt onverwijld aan de secretaris der
huurcommissie schriftelijk mede dat beroep van de uitspraak is aangetekend.
Hij deelt hem de beslissing van de rechter met haar dagtekening onverwijld schriftelijk
mede en zendt hem, indien het Gerecht in eerste aanleg de uitspraak van de huurcommissie
niet in allen dele heeft bevestigd, een afschrift dier beslissing.
De secretaris van de huurcommissie doet van de uitspraak van het Gerecht in eerste
aanleg, onverwijld schriftelijk mededeling aan de verhuurder en de huurder en houdt
daarvan aantekening in zijn registers.
Het Gerecht in eerste aanleg verklaart het beroep van de huurder of van de verhuurder
van de uitspraak van de huurcommissie niet ontvankelijk, indien het niet steunt op
de grond dat de huurcommissie bij die uitspraak niet of niet voldoende in acht heeft
genomen, hetgeen bepaald is bij artikelen 3, 4, 8 of 12 of bij een van de artikelen van Hoofdstuk II § 3 van dit besluit, en indien daarbij niet de reden is vermeld waarom dit naar de mening
van de verzoeker het geval is.
Indien het Gerecht in eerste aanleg uit de toegezonden stukken blijkt, dat het beroep
niet ontvankelijk is, verwerpt hij het beroep zonder nader onderzoek van de zaak.
Indien het Gerecht in eerste aanleg een nader onderzoek der zaak nodig oordeelt, bepaalt
hij dag, plaats en uur van behandeling en doet hij de verzoeker en diens wederpartij
door de griffier bij aangetekende brief oproepen om bij de behandeling tegenwoordig
te zijn.
Indien het Gerecht in eerste aanleg beëdiging van een getuige of een deskundige wenselijk
oordeelt, geschiedt deze voor het afleggen van de verklaring op de wijze van zijn
godsdienstige gezindheid.
Ook kan het Gerecht in eerste aanleg getuigen of deskundigen horen, die, door een
der partijen medegebracht, vrijwillig voor hem verschijnen.
Indien het Gerecht in eerste aanleg de uitspraak der huurcommissie niet bevestigt,
is hij, doende wat der huurcommissie was, niet gebonden aan hetgeen in het verzoekschrift
is verzocht.
Op schriftelijke aanvrage geeft de griffier schriftelijke inlichtingen betreffende
beslissingen door het Gerecht in eerste aanleg genomen.
In de modellen hierboven wordt in plaats van «woning» gelezen «een perceel huurgrond
voor het hebben daarop van een woning», indien het zodanig perceel huurgrond betreft.
Deze wet kan worden aangehaald als Wet huurcommissieregeling BES