Bijlage bij artikel 1: beleidsregels
[Regeling vervallen per 30-09-2009]
1. Inleiding
[Regeling vervallen per 30-09-2009]
Artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) bepaalt dat alle instellingen die zorg verlenen waarop aanspraak bestaat ingevolge
de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of de Zorgverzekeringswet, moeten beschikken over een toelating. Vooropgesteld dat een verzoek om een toelating
op de juiste wijze is ingediend, voorzien van het juiste formulier en van de correcte
bijlagen, dient te worden beoordeeld of de aanvraag kan worden gehonoreerd. Daartoe
zal de toelatingsaanvraag worden getoetst aan de eisen zoals gesteld in de wet, het
Uitvoeringsbesluit WTZi en onderhavige beleidsregels vastgelegd op grond van artikel 4 van de WTZi.
Daarnaast zijn er beleidsregels die (ook) van kracht zijn na het verlenen van de toelating.
In dat verband wijs ik op artikel 13 van de WTZi, dat de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de bevoegdheid geeft
aan – al dan niet reeds afgegeven – toelatingen voorschriften te verbinden. Het niet
voldoen aan beleidsregels die te allen tijde van kracht zijn, kan aanleiding zijn
zo’n voorschrift te stellen. In veel gevallen zijn deze algemeen geldende beleidsregels
ook relevant bij de beoordeling van de toelatingsaanvraag, maar dit is niet altijd
het geval.
Volgens artikel 4 WTZi bevatten de beleidsregels in ieder geval criteria over de spreiding van die vormen
van zorg waarbij aan de bereikbaarheid een bijzonder belang moet worden gehecht. Voor
zover een toelatingsaanvraag gepaard gaat met een in het Uitvoeringsbesluit WTZi aangewezen vorm van bouw, dient tevens getoetst te worden of de toelating niet leidt
tot een overschrijding van het beschikbare financiële kader zoals bedoeld in artikel 3 van de WTZi. Daarom zijn er criteria opgesteld om de aanvragen om een toelating waarmee bouw
gepaard gaat, prioriteit te kunnen geven. Deze prioriteitscriteria zijn van belang
voor de periodieke vaststelling van het bouwprogramma. Met behulp van deze criteria
wordt bepaald of een bouwinitiatief in aanmerking komt voor plaatsing op de bouwprioriteitenlijst,
en of het betreffende initiatief sneller gerealiseerd moet worden dan andere initiatieven.
Door op deze wijze prioriteiten te stellen ontstaat een rangorde van bouwinitiatieven
waarin, in het geval van budgettaire schaarste, wordt aangegeven waar het meeste behoefte
aan is. Het beschikbare financiële kader is vervolgens bepalend voor het totaal aan
initiatieven dat in de betreffende periode daadwerkelijk voor realisatie in aanmerking
komt.
In het navolgende zullen, naast een aantal sectoroverstijgende beleidsregels (§ 2),
aparte beleidsregels regels worden verwoord voor de acute zorgketen (§3), ziekenhuiszorg
(§ 4), geestelijke gezondheidszorg (§ 5), verpleging en verzorging (§ 6) en gehandicaptenzorg
(§ 7).