Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)
1
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid betreffende (aspecten
van) het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B, 1
2
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de totstandkoming van het nationale beleid
van andere ministers, voorzover dit (mede) betrekking heeft op (aspecten van) het
voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1945–
Opmerking: Met name beleidsmatig overleg met de minister van EZ.
Waardering: B, 1
3
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet-
en regelgeving betreffende (aspecten van) het voedselvoorzienings- en agrarisch markt-
en prijsbeleid
Periode: 1945–
Opmerking: Het gaat hierbij om wet- en regelgeving die niet valt onder specifieke
handelingen als geformuleerd in volgende hoofdstukken.
Waardering: B, 1
4
Handeling: Het instellen van commissies voor advisering over het beleid, de uitvoering
daarvan en wet- en regelgeving ten aanzien van (aspecten van) het voedselvoorzienings-
en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1945–
Opmerking: Deze handeling betreft de commissies die niet reeds in andere handelingen
zijn benoemd.
Waardering: B, 5
5
Handeling: Het benoemen van leden van adviescommissies ten aanzien van (aspecten van)
het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1945–
Opmerking: Deze handeling gaat ook over plaatsvervangende leden, secretaris en adjunct-secretaris.
Waardering: V, 5 jaar
6
Handeling: Het deelnemen aan advies- en overlegcommissies op een (deel)gebied van
het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid waarvan het voorzitterschap
en/of secretariaat bij het ministerie berust
Periode: 1945–
Waardering: B, 1
7
Handeling: Het deelnemen aan advies- en overlegcommissies op het gebied van (aspecten
van) het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid waarvan het voorzitterschap
en/of secretariaat niet bij het ministerie berust
Periode: 1945–
Waardering: V, 5 jaar
8
Handeling: Het deelnemen aan (het bestuur van) niet als overheidsorgaan aan te merken
instellingen op een deelgebied van het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en
prijsbeleid
Periode: 1945–
Waardering: V, 5 jaar
9
Handeling: Het verlenen van subsidies aan instellingen die een adviserende of uitvoerende
taak hebben op het terrein of een deelterrein van het voedselvoorzienings- en agrarisch
markt- en prijsbeleid
Periode: 1945–
Waardering: V, 7 jaar
10
Handeling: Het verlenen van vergoedingen aan commissies die een adviserende of uitvoerende
taak hebben op het terrein of een deelterrein van het voedselvoorzienings- en agrarisch
markt- en prijsbeleid
Periode: 1945–
Waardering: V, 7 jaar
11
Handeling: Het voorbereiden van overleg met en informeren van (leden van) de Staten-Generaal
over (aspecten van) het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B, 3
12
Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel
informeren van leden of commissies uit de kamers der Staten-Generaal ter zake van
(aspecten van) het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B, 3
13
Handeling: Het verstrekken van inlichtingen aan (de Commissie van de Verzoekschriften
van) de Staten-Generaal naar aanleiding van klachten van burgers betreffende (aspecten
van) het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B, 3
14
Handeling: Het informeren van de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten
over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende (aspecten van) het voedselvoorzienings-
en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B, 3
15
Handeling: Het behandelen van bezwaarschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende
het beleidsterrein
Periode: 1945–
Waardering: V, 10 jaar na uitspraak
16
Handeling: Het voeren van verweer in beroepschriftenprocedures voor administratiefrechtelijke
organen
Periode: 1945–
Opmerking: Te denken valt met name aan het CBB en de Raad van State.
Waardering: V, 20 jaar
17
Handeling: Het voeren van verweer in strafrechtelijke of civielrechtelijke procedures
ter zake van (aspecten van) het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1945–
Waardering: V, 20 jaar
18
Handeling: Het informeren van belanghebbenden over beleidsontwikkelingen, regelgeving,
subsidiemogelijkheden en overheidsfaciliteiten betreffende (aspecten van) het voedselvoorzienings-
en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1945–
Bron: Begrotingen
Opmerking: Het betreft hier informatie over zowel nationale als internationale (m.n.
EU) regelgeving e.d.- Wanneer de internationale (EU-)regelingen niet erg complex zijn,
komt er geen afzonderlijke nationale regelgeving en volstaat het ministerie met het
opstellen van folders.
Waardering: V. 10 jaar
19
Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen
betreffende (aspecten van) het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1945–
Waardering: V, 10 jaar
20
Handeling: Het vaststellen van opdrachten en van de resultaten van interne (wetenschappelijke)
studies met het oog op de beleidsontwikkeling betreffende (aspecten van) het voedselvoorzienings-
en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B, 1 opdracht en het eindproduct
V, 10 jaar het overige materiaal
21
Handeling: Het (mede) voorbereiden en begeleiden van externe (wetenschappelijke) studies
betreffende (aspecten van) het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1945–
Waardering: V, 20 jaar
22
Handeling: Het verlenen van subsidies voor onderzoeksprojecten op het terrein of een
deelterrein van het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1945–
Waardering: V, 7 jaar
23
Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van beleidsvoorbereiding
of -evaluatie, dan wel ten behoeve van intern (wetenschappelijk) onderzoek op het
gebied van (aspecten van) het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1945–
Waardering: V, 20 jaar
24
Handeling: Het machtigen van personen tot het nemen van beslissingen en het ondertekenen
van stukken namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) voor
wat betreft aangelegenheden in relatie tot het voedselvoorzienings- en agrarisch markt-
en prijsbeleid
Periode: 1945–
Product: machtigings- en mandaatbesluiten
Waardering: B, 5
25
Handeling: Het instellen van een Nationale Commissie van Advies voor de Europese Landbouwintegratie
Periode: 1952–1957
Grondslag: Besluit tot instelling van de Nationale Commissie van Advies voor de Europese
Landbouwintegratie (Stcrt. 1952, 132)
Opmerking: Deze commissie werd genoemd in de Staatsalmanakken van 1954 tot 1957.
Waardering: B, 4
26
Handeling: Het benoemen van leden van een Nationale Commissie van Advies voor de Europese
Landbouwintegratie
Periode: 1952–1957
Opmerking: De samenstelling van de eerste lichting leden werd in het instellingsbesluit
bekendgemaakt.
Waardering: V, 10 jaar
28
Handeling: Het voorbereiden van bijdragen aan expertgroepen van de Europese Commissie
inzake (aspecten van) het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Hieronder valt expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde
bijdrage.
Waardering: B, 1
29
Handeling: Concept-informatiefiches over voorstellen, mededelingen en Groenboeken
van de Europese Commissie ter zake van (aspecten van) het voedselvoorzienings- en
agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: De interdepartementale WBNC stelt de informatiefiches vast (deze handeling
is opgenomen in het concept-RIO ‘Gedane Buitenlandse Zaken’).
Product: concept-fiches
Waardering: B, 1
30
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van Raadswerkgroepen met betrekking
tot (aspecten van) het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd
worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke ministerie met name tot instructies;
bij de overige betrokken ministeries tot departementale standpunten. Hieronder valt
expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.
Waardering: B, 1
31
Handeling: Het voorbereiden van bijdragen aan beheerscomités op het terrein van het
agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Hieronder valt expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde
bijdrage.
Waardering: B, 1
32
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc groepen Raden/Attachés met
betrekking tot (aspecten van) het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg worden
gevoerd met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke ministerie met name tot instructies;
bij de overige betrokken ministeries tot departementale standpunten. Hieronder valt
expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.
Waardering: B, 1
33
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van het Coreper met betrekking tot (aspecten
van) het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd
worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
De instructies voor de Nederlandse vertegenwoordiger in het Coreper (de PV) worden
vastgesteld in interdepartementaal overleg onder leiding van het ministerie van Buitenlandse
Zaken. De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke ministerie met name tot concept-instructies;
bij de overige betrokken ministeries tot departementale standpunten. Hieronder valt
expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.
Waardering: B, 1
34
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc High Level-groepen met betrekking
tot (aspecten van) het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd
worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke ministerie met name tot concept-instructies;
bij de overige betrokken ministeries tot departementale standpunten. Hieronder valt
expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.
Waardering: B, 1
35
Handeling: Het opstellen en wijzigen van standpunten over door de Europese Commissie
voorgenomen besluiten, maatregelen en onderhandelingen met derde landen ter zake van
(aspecten van) het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid, voorzover
deze niet zijn vastgelegd in Raadsbesluiten en worden besproken in commissies en werkgroepen
Periode: 1958–
Opmerking: Hieronder valt ook het opstellen van verslagen van vergaderingen van de
commissies en werkgroepen.
Waardering: B, 1
36
Handeling: Het opstellen van departementale standpunten inzake agendapunten van Raadsvergaderingen
met betrekking tot (aspecten van) het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en
prijsbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Nationale standpunten en onderhandelingsposities inzake agendapunten van
Raadsvergaderingen komen tot stand in de Coördinatiecommissie voor Europese Integratie-
en Associatieproblemen (CoCo).
Hieronder valt expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.
Waardering: B, 1
37
Handeling: Het opstellen van departementale standpunten inzake algemene en op langere
termijn spelende zaken van EU-belang inzake (aspecten van) het voedselvoorzienings-
en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1993–
Opmerking: Overleg hierover in de Coördinatiecommissie op Hoog Ambtelijk Niveau (CoCoHan)
leidt tot algemene rapporten aan de betrokken ministers.
Waardering: B, 1
38
Handeling: Het voordragen dan wel benoemen van personen voor benoeming in een raadgevend
comité, beheerscomité of reglementeringscomité inzake het voedselvoorzienings- en
agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1958–
Waardering: V, 10 jaar
39
Handeling: Het voordragen aan de Europese Commissie van deskundigen belast met de
controle op de naleving van de bepalingen van communautaire besluiten betreffende
het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1958–
Grondslag: Richtlijnen
Waardering: V, 5 jaar
40
Handeling: Het aanwijzen van regeringsvertegenwoordigers in commissies of werkgroepen
van de Europese Unie inzake het voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1958–
Waardering: V, 2 jaar
41
Handeling: Het opstellen en wijzigen van standpunten inzake door de Europese Commissie
voorgestelde uitvoeringsbepalingen met betrekking tot (aspecten van) het voedselvoorzienings-
en agrarisch markt- en prijsbeleid, die besproken worden in een raadgevend comité,
een beheerscomité of een reglementeringscomité
Periode: 1958–
Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd
worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
Wanneer meerdere departementen betrokken zijn leidt het eerstverantwoordelijke ministerie
het coördinatieoverleg. Onder deze handeling valt ook het opstellen van instructies
voor de Nederlandse vertegenwoordiging in de comités, alsook het opstellen van verslagen
van vergaderingen van deze comités.
Waardering: B, 1
42
Handeling: Het opstellen van een plan ter implementatie van een door de Raad vast
te stellen besluit op het gebied van het voedselvoorzienings- en agrarisch markt-
en prijsbeleid
Periode: 1993–
Grondslag: Aanwijzing voor regelgeving (Stcrt. 1992, 230), nr. 334
Opmerking: Het betreft hier plannen ter implementatie van richtlijnen en verordeningen
die onderworpen zijn aan de samenwerkingsprocedure of de medebeslissingsprocedure
(co-decisie) van Raad en Europees Parlement. Het implementatieplan moet binnen een
maand nadat de Raad het gemeenschappelijk standpunt heeft vastgesteld voorgelegd worden
aan de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen.
Product: Implementatieplan
Waardering: B, 5
43
Handeling Het rapporteren over de implementatie van Europese (of internationale) regels
in bestaande of nieuwe wet- en regelgeving op nationaal niveau op het gebied van het
voedselvoorzienings- en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1945–
Opmerking: De Europese regelgeving (bijv. verordeningen) waarmee de EC de communautaire
besluiten uitwerkt, geven aan op welke aspecten de informatie betrekking heeft, bijvoorbeeld
de aanwijzing van bevoegde instanties.
Waardering: B, 3
44
Handleing: Het geven van aanwijzingen aan uitvoeringsorganen over de toepassing van
internationale verdragen of verordeningen inzake (aspecten van) het voedselvoorzienings-
en agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1958–
Product: Bijv. circulaires
Waardering: B, 5
45
Handeling: Het benoemen van regeringscommissarissen en/of een College van regeringscommissarissen
Periode: 1934–1940
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 26a
Waardering: V, 2 jaar
47
Handeling: Het vaststellen van de instructies voor regeringscommissarissen en/of een
College van regeringscommissarissen
Periode: 1934–1940
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 26a
Waardering: B, 5
48
Handeling: Het instellen van een Centrale Commissie voor de Voedselvoorziening
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 27, lid 1
Waardering: B,4
50
Handeling: Het ter benoeming door de Kroon voordragen van leden van de Centrale Commissie
voor de Voedselvoorziening
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 27, lid 3
Opmerking: Eén lid van de commissie werd voorgedragen door de minister van Financiën
en de overige door de minister van Landbouw.
Waardering: V, 2 jaar
51
Handleing: Het aanwijzen van een of meer regeringscommissarissen die ambtshalve lid
zijn van de Centrale Commissie
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 27, lid 3
Waardering: V, 2 jaar
53
Handeling: Het benoemen van leden van het College voor de Voedselvoorziening, later
het College van Overleg voor de Voedselvoorziening en de Buitenlandse Agrarische Aangelegenheden
Periode: 1940–1957
Grondslag: Besluit bevoegdheden D-G Voedselvoorziening en instelling College voor
de Voedselvoorziening, art. 3
Waardering: V, 2 jaar
54
Handeling: Het vaststellen van het Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941
Periode: 1940–1957
Waardering: B, 1 Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941 (VB 1941, 69)
55
Handeling: Het geven van nadere voorschriften voor de uitvoering van het Organisatiebesluit
Voedselvoorziening 1941
Periode: 1941–1957
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 25
Waardering: B, 1
56
Handeling: Het stellen van regels omtrent de opbouw en bevoegdheden van een organisatie
voor de voedselvoorziening
Periode: 1941–1957
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 1, lid 1, en art. 5, lid
2
Product: o.a. Algemeen Reglement betreffende de samenstelling, inrichting en bevoegdheid
van organisaties, ingesteld op het gebied der voedselvoorziening (Stcrt. 1941, 136),
Besluit verordenende bevoegdheid Bedrijfsorganisaties Voedselvoorziening (Stcrt. 1943,
186)
Waardering: B, 1
57
Handeling: Het instellen en opheffen van (hoofd)bedrijfschappen en vakorganisaties
op het gebied van de voedselvoorziening
Periode: 1941–1957
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 5, lid 1
Opmerking: De organisaties konden zelf plaatselijke en provinciale afdelingen instellen
(art. 3).
Product Instellingsbesluiten, zoals: Instelling Bedrijfsorganisaties voor Zuivel,
Margarine, Vetten en Oliën (Stcrt. 1942, 21), Instelling Bedrijfsorganisatie voor
Akkerbouwprodukten, enz. (Stcrt. 1942, 62); Opheffingswetten Bedrijfschappen (Stb.
1954, 452 e.v.)
Waardering: B, 4
58
Handeling: Het vaststellen van de reglementen van (hoofd)bedrijfschappen en vakorganisaties
op het gebied van de voedselvoorziening
Periode: 1941–1957
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 5, lid 2
Product: Reglementen ‘regelende de samenstelling, inrichting en bevoegdheid’ van de
desbetreffende organisaties
Waardering: B, 1
59
Handeling: Het aanwijzen van gemachtigden die (mede) toezicht kunnen uitoefenen op
de (hoofd)bedrijfschappen
Periode: 1941–1957
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 11, lid 1
Waardering: V, 2 jaar
60
Handeling: Het benoemen, schorsen of ontslaan van bestuursleden van een voedselvoorzieningsorganisatie
dan wel het goedkeuren van besluiten daartoe
Periode: 1941–1957
Grondslag: Algemeen Reglement, art. 5; Wijziging Algemeen Reglement, art. 3a
Opmerking: De voorzitter werd rechtstreeks door de minister benoemd. De benoeming
van de overige leden (vanaf 1946 door o.a. de Stichting voor de Landbouw) moest door
hem worden goedgekeurd. In bijzondere gevallen kon de minister deze andere leden zelf
ontslaan of schorsen.
Waardering: V, 2 jaar
61
Handeling: Het instellen van Commissies van Bijstand voor voedselvoorzieningsorganisaties
Periode: 1946–1957
Grondslag: Algemeen Reglement, art. 2, lid 2
Waardering: B, 4
62
Handeling: Het benoemen, schorsen of ontslaan van leden van een Commissie van Bijstand
voor een voedselvoorzieningsorganisatie dan wel het goedkeuren van besluiten daartoe
Periode: 1946–1957
Grondslag: Algemeen Reglement, art. 5; Wijziging Algemeen Reglement, art. 3a
Opmerking: Deze bevoegdheid ontstond bij wijziging van het Algemeen Reglement in 1946
en werd slechts in bijzondere gevallen toegepast. De reguliere benoemingen werden
gedaan door o.a. de Stichting voor de Landbouw en de Stichting van de Arbeid. Voordien
bepaalde het Algemeen Reglement slechts dat de samenstelling van de commissie voor
iedere organisatie afzonderlijk werd geregeld in het reglement van de desbetreffende
organisatie.
Waardering: V, 2 jaar
66
Handeling: Het gezamenlijk vaststellen van een arbeidsreglement voor voedselvoorzieningsorganisaties
Periode: 1941–1957
Grondslag: Algemeen Reglement, art. 10
Opmerking: De organisaties regelden binnen de gestelde kaders zelf de aanstelling
van personeel en de arbeidsvoorwaarden.
Waardering: V, 10 jaar
68
Handeling: Het goedkeuren van de begroting en het financieel jaarverslag van een voedselvoorzieningsorganisatie
Periode: 1941–1957
Grondslag: Algemeen Reglement, art. 15, lid 1, en art. 16, lid 1
Waardering: B, 1
69
Handeling: Het machtigen van een voedselvoorzieningsorganisatie tot het doen van uitgaven
en het innen van inkomsten betreffende posten uit de begroting die nog niet zijn goedgekeurd
Periode: 1941–1957
Grondslag: Algemeen Reglement, art. 15, lid 3
Waardering: B 5
73
Handeling: Het goedkeuren van bestuursbesluiten tot benoeming of ontslag van een directeur
of secretaris van een (hoofd)bedrijfschap-oude stijl
Periode: 1941–1957
Grondslag: Reglementen (hoofd)bedrijfschappen, bijv. Reglement, regelende de samenstelling,
inrichting en bevoegdheid van het Bedrijfschap voor Groenten en Fruit, art. 5, Reglement,
regelende de samenstelling, inrichting en bevoegdheid van de Onderbedrijfsorganisatie
voor Veevoeder, art. 5
Waardering: V, 2 jaar
74
Handeling: Het goedkeuren van de benoeming van een of meer accountants door het bestuur
van een organisatie voor de voedselvoorziening
Periode: 1941–1957
Grondslag: Algemeen Reglement, art. 18
Waardering: V, 2 jaar
75
Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren voor de controle op het financiële beheer
van organisaties voor de voedselvoorziening en op de controle die deze organisaties
uitoefenen op de bedrijfsgenoten
Periode: 1941–1957
Grondslag: Algemeen Reglement, art. 20, lid 1
Opmerking: Wanneer de minister iemand gemachtigd had voor de uitoefening van het toezicht
op een organisatie, werden de controlerende ambtenaren aangewezen door deze gemachtigde.
Waardering: B 5
79
Handeling: Het goedkeuren, schorsen of vernietigen van verordeningen en uitvoeringsbesluiten
van organisaties op het gebied van de voedselvoorziening
Periode: 1941–1957
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 12, lid 2 en 3; instellingsbesluiten
(hoofd)bedrijfschappen; Besluit verordenende bevoegdheid Bedrijfsorganisaties Voedselvoorziening,
art. 4, lid 1 en 2
Opmerking: De minister van Landbouw kon bepaalde instanties aanwijzen die deze handeling
voor bepaalde verordeningen en besluiten konden uitvoeren. Zo zijn de DG van de Voedselvoorziening
(intern) en de hoofdbedrijfschappen (extern) daartoe bevoegd verklaard. Verordeningen
inzake prijzen, marges, betalings- en leveringsvoorwaarden behoefden in ieder geval
goedkeuring van de minister (tijdens de oorlog: de SG in samenspraak met de Gemachtigde
voor de Prijzen). Bij schorsing of vernietiging werden tevens de gevolgen daarvan
geregeld. Onder deze handeling vielen dus ook de in de uitvoeringsverordeningen vervatte
onderdelen die aparte ministeriële goedkeuring behoefden (cf. Stcrt. 1952, 177 betreffende
opslagkostenvergoeding oliën en vetten).
Waardering: B, 5
80
Handeling: Het goedkeuren van verordeningen van (hoofd)productschappen waarin de medewerking
wordt gevorderd van provinciale en/of gemeentelijke besturen
Periode: 1941–1957
Grondslag: Besluit betreffende verplichte medewerking tot uitvoering van verordeningen
op het gebied der voedselvoorziening, art. 3
Opmerking: Andersom gold deze handeling ook, namelijk wanneer in provinciale of gemeentelijke
verordeningen op het gebied van de voedselvoorziening de medewerking van (hoofd)bedrijfschappen-oude
stijl nodig was.
Waardering: B, 5
82
Handeling: Het aanwijzen van een ander orgaan voor de uitvoering van taken die eerst
aan een voedselvoorzieningsorganisatie waren opgelegd
Periode: 1941–1957
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 10, lid 2
Waardering: B, 4
83
Handeling: Het, in het kader van toezicht, inbrengen van departementale standpunten
in bestuursvergaderingen van bedrijfschappen-oude stijl
Periode: 1941–1957
Grondslag: Afzonderlijke besluiten verlening verordenende bevoegdheid bedrijfschappen
(bijv. Stcrt. 1942, 245)
Waardering: B, 1
84
Handeling: Het instellen van raden voor de coördinatie van de werkzaamheden van de
voedselvoorzieningsorganisaties
Periode: 1941–1957
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 11, lid 2 en 4
Waardering: B, 4
86
Handeling: Het stellen van regels voor de benoeming van leden van de Coördinatieraden
voor de voedselvoorziening
Periode: 1941–1957
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 11, lid 3
Waardering: B, 4
87
Handeling: Het benoemen, schorsen en ontslaan van de leden van de Coördinatieraden
voor de voedselvoorziening
Periode: 1941–1957
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 11, lid 3
Waardering: V, 2 jaar
89
Handeling: Het instellen van een Raad voor de Voedselvoorziening
Periode: 1941–1957
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 15, lid 1 en 2
Product: Besluit Raad voor de Voedselvoorziening (Stcrt. 1942, 58)
Waardering: B, 4
91
Handeling: Het benoemen en ontslaan van leden van de Raad voor de Voedselvoorziening
Periode: 1941–1957
Grondslag: Besluit Raad voor de Voedselvoorziening, art. 1, lid 2
Waardering: V, 2 jaar
93
Handeling: Het instellen van het (onofficiële) College van overleg voor de voedselvoorziening
Periode: 1942–1945
Bron: G.M.T. Trienekens, Tussen ons volk en de honger de voedselvoorziening, 1940-1945.
Utrecht, 1985. Blz. 122-123.
Opmerking: Dit gebeurde zonder wettelijke grondslag door de DG voor de Voedselvoorziening.
Waardering: B, 4 en 6 jaar
94
Handeling: Het benoemen van leden van het (onofficiële) College van overleg voor de
voedselvoorziening
Periode: 1942–1945
Bron: G.M.T. Trienekens, Tussen ons volk en de honger de voedselvoorziening, 1940-1945.
Utrecht, 1985. Blz. 122-123.
Opmerking: Dit gebeurde zonder wettelijke grondslag door de DG voor de Voedselvoorziening.
Waardering: B, 6
96
Handeling: Het instellen en opheffen van Aan- en Verkoopbureaus
Periode: 1941–1957
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 14; instellingsbesluiten
(hoofd)bedrijfschappen
Waardering: B, 4
97
Handeling: Het bepalen van het tijdstip waarop de rechten van een rechtspersoonlijkheid
bezittend lichaam overgaan op een aan- en verkoopbureau dat hiervoor in de plaats
komt en het beslissen inzake het overnemen van verplichtingen
Periode: 1941–1957
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 16
Waardering: B, 4 jaar
98
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van reglementen betreffende de inrichting,
taak en bevoegdheden van Aan- en Verkoopbureaus
Periode: 1941–1957
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 14
Waardering: B, 4 Reglementen
99
Handeling: Het benoemen, schorsen en ontslaan van directeuren van Aan- en Verkoopbureaus
Periode: 1941–1957
Grondslag: Reglementen Aan- en Verkoopbureaus
Waardering: V, 10 jaar
103
Handeling: Het aanwijzen van gemachtigden die (mede) toezicht kunnen uitoefenen op
de aan de (hoofd)bedrijfschappen toegevoegde Aan- en Verkoopbureaus
Periode: 1941–1957
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 14, lid 3
Opmerking: De toezichtstaak werd eerst uitgevoerd door de DG van de Voedselvoorziening,
daarna door de productschappen.
Waardering: V, 10 jaar
104
Handeling: Het instellen van een raad van toezicht voor een Aan- en Verkoopbureau
Periode: 1941–1957
Grondslag: Reglementen Aan- en Verkoopbureaus, bijv. Reglement voor het Aan- en Verkoopbureau
van Tuinbouw- en Sierteeltprodukten, art. 5, lid 1
Opmerking: De DG van de Voedselvoorziening kon deze handeling uitvoeren in het kader
van het aan hem opgedragen toezicht.
Product: Beschikkingen tot instelling van een Raad van Toezicht van een Aan- en Verkoopbureau,
bijv. Beschikking Raad van Toezicht van het Aan- en Verkoopbureau van Akkerbouwproducten
(Stcrt. 1952, 107)
Waardering: B, 4
105
Handeling: Het benoemen van de leden van een raad van toezicht voor een Aan- en Verkoopbureau
Periode: 1941–1957
Grondslag: Reglementen Aan- en Verkoopbureaus, bijv. Reglement voor het Aan- en Verkoopbureau
van Tuinbouw- en Sierteeltprodukten, art. 5, lid 1
Opmerking: De DG van de Voedselvoorziening kon deze handeling uitvoeren in het kader
van het aan hem opgedragen toezicht.
Waardering: V, 10 jaar
107
Handeling: Het beslissen over geschillen tussen een Aan- en Verkoopbureau en de raad
van toezicht daarvan
Periode: 1941–1957
Grondslag: Beschikkingen tot instelling van een Raad van Toezicht van een Aan- en
Verkoopbureau, bijv. Beschikking Raad van Toezicht van het Aan- en Verkoopbureau van
Akkerbouwproducten (Stcrt. 1952, 107), art. 4, lid 2
Waardering: B 5
108
Handeling: Het beslechten van geschillen tussen een Aan- en Verkoopbureau en een (hoofd)bedrijfschap-oude
stijl
Periode: 1941–1957
Grondslag: Reglementen (hoofd)bedrijfschappen, bijv. Reglement Onderbedrijfsorganisatie
voor Granen, Zaden en Peulvruchten, art. 7, lid 2
Opmerking: De DG van de Voedselvoorziening was hiertoe aangewezen.
Waardering: B 5
109
Handeling: Het vaststellen van regels voor de financiële administratie van Aan- en
Verkoopbureaus
Periode: 1941–1957
Grondslag: Reglementen Aan- en Verkoopbureaus, bijv. Reglement voor het Aan- en Verkoopbureau
van Akkerbouwprodukten, art. 7, lid 1
Opmerking: De DG van de Voedselvoorziening kon deze handeling uitvoeren in het kader
van het aan hem opgedragen toezicht.
Waardering: B, 5
110
Handeling: Het vaststellen van regels voor het door de Aan- en Verkoopbureaus opleggen
van heffingen ter financiering van de administratiekosten
Periode: 1941–1957
Opmerking: De heffing bedroeg een bepaald klein percentage van de monopolieheffing
op in- of uitvoer.
Waardering: B, 5 Heffingsbesluit 1943 Vee- en Vleesch Aankoopbureau (Stcrt. 1943,
28); e.a.
111
Handeling: Het vaststellen van regels betreffende de interne mandatering van bevoegdheden
op het gebied van de voedselvoorziening
Periode: 1941–1957
Opmerking: Bijv. mandatering van DG, Provinciale Voedselcommissarissen en bijzondere
functionarissen voor grote-stadsgebieden.
Waardering: B, 5 Mandateringsbesluiten gepubliceerd in Stcrt. 1944, 173A
112
Handeling: Het (intern) verantwoording afleggen van de uitoefening van gemandateerde
bevoegdheden op het gebied van de voedselvoorziening
Periode: 1941–1957
Waardering: B, 5 jaar
113
Handeling: Het aanwijzen van functionarissen belast met de leiding over de voedselvoorziening
in grote-stedengebieden
Periode: 1941–1957
Bron: Besluit nr. 6051, d.d. 27 april 1943, als gewijzigd, art. 1, lid 3
Waardering: V, 2 jaar
114
Handeling: Het deelnemen aan bestuursvergaderingen van product- en bedrijfschappen
Periode: 1954–
Grondslag: WBO
Opmerking: Het gaat om het algemene toezicht via de vertegenwoordiging in bestuursvergaderingen.
Waardering: V, 2 jaar
115
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van KB’s
waarbij productschappen de bevoegdheid krijgen om prijzen voor landbouwproducten vast
te stellen
Periode: 1958–
Grondslag: Instellingswetten productschappen
Waardering: V, 10 jaar
118
Handeling: Het vaststellen van regelgeving inzake de overdracht van bevoegdheden aan
product- of bedrijfschappen ten aanzien van de uitvoering van het communautaire agrarisch
markt- en prijsbeleid (medebewind)
Periode: 1958–
Grondslag: Landbouwwet, art. 45, lid 1; Wijziging Landbouwwet (Stb. 1966, 278), art.
23, lid 1; In- en uitvoerwet, art. 11
Product: Prijzenbeschikking Siergewassen 1958 (Stcrt. 1958, 89); In- en uitvoerbeschikkingen
Produktschappen 1958 (Stcrt. 1958, 81) (elf stuks); In- en uitvoerbeschikking landbouwprodukten
1958 (Stcrt. 1958, 115); In- en uitvoerbeschikkingen Produktschappen 1963 (Stcrt.
1962, 242) (elf stuks), Overdrachtsbeschikking In- en uitvoerwet 1968 (Stcrt. 1968,
189);
Overdrachtsbeschikking bevoegdheden Landbouwwet 1966 Algemeen (Stcrt. 1966, 205);
Overdrachtsbeschikking bevoegdheden Landbouwwet 1967, Produktschap voor Groenten en
Fruit (Stcrt. 1967, 121); Overdrachtsbeschikking bevoegdheden Landbouwwet 1967 Produktschappen
voor GZP en MVO (Stcrt. 1967, 114); Besluit Delegatie bepaalde bevoegdheden In- en
uitvoerbeschikking landbouwgoederen 1981 (Stcrt. 1998, 13); Regeling houdende Regeling suiker, isoglucose en inulinestroop 1999 (Stcrt. 1999, 108)
Opmerking: Wanneer het bevoegdheden betreft die de minister van Landbouw uitoefent
in overeenstemming met de minister van Economische Zaken, gebeurt de overdracht uiteraard
in onderlinge overeenstemming. De genoemde producten vormen slechts een greep uit
de vele specifieke overdrachtsregelingen.
Waardering: B, 4 en 5
119
Handeling: Het stellen van regels inzake de uitoefening van aan product- of bedrijfschappen
overgedragen bevoegdheden inzake het markt- en prijsbeleid voor agrarische producten
Periode: 1966–
Grondslag: Landbouwwet, als gewijzigd (Stb. 1966, 278), art. 23, lid 1
Opmerking: Hieronder vallen ook de aanwijzingen als bedoeld in de overdrachtsbeschikkingen.
Waardering: B, 4 en 5
121
Handeling: Het goedkeuren van ontwerp-verordeningen van productschappen die zijn vastgesteld
op basis van een overgedragen bevoegdheid
Periode: 1958–
Grondslag: Landbouwwet, als gewijzigd (Stb. 1966, 278), art. 23, lid 2; Overdrachtsbeschikking
bevoegdheden Landbouwwet 1966 Algemeen, art. 3; In- en uitvoeringsbeschikkingen Produktschappen
1958 en 1963
Opmerking: Goedkeuring van de minister van Economische Zaken is vereist wanneer het
voorschrift waarbij de bevoegdheid is overgedragen, werd vastgesteld in overeenstemming
met deze minister. Goedkeuring kan alleen worden onthouden wegens strijd met het recht
en het algemeen belang.
Waardering: B, 5
122
Handeling: Het aanwijzen van productschappen die aan functionarissen van een ander
productschap volmacht mogen verlenen tot het verrichten van bepaalde handelingen krachtens
een op grond van artikel 23 Landbouwwet overgedragen bevoegdheid
Periode: 1975–
Grondslag: Overdrachtsbeschikking bevoegdheden Landbouwwet 1966 Algemeen, als gewijzigd,
art. 3a; Beschikking Landbouwheffingen- en -restitutieregime 1968-II, als gewijzigd,
art. 33a
Opmerking: De beschikkingen terzake noemen de volmachtgevende en de volmachtontvangende
productschappen, alsmede de producten en/of handelingen ten aanzien waarvan de bevoegdheid
mag worden uitgeoefend.
Product: Toepassingsbeschikkingen art. 3a van de Overdrachtsbeschikking bevoegdheden
Landbouwwet 1966 Algemeen c.q. art. 33a van de Beschikking Landbouwheffingen- en -restitutieregime
1968-II
Waardering: B, 4 en 5
126
Handeling: Het goedkeuren van door productschappen vastgestelde controlememoranda
betreffende de uitvoering in medebewind van Europese agrarische markt- en prijsregelingen
Periode: 1996–
Bron: Gedragscode Medebewind Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
Waardering: B, 3 en 5
127
Handeling: Het goedkeuren van de Administratieve Organisatie van productschappen in
het kader van de uitvoering in medebewind van Europese agrarische markt- en prijsregelingen
Periode: 1996–
Bron: Gedragscode Medebewind Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
Waardering: B 4 en 5
130
Handeling Het rapporteren in het kader van de controle op de uitvoering van de door
de productschappen in medebewind uitgevoerde Europese agrarische markt- en prijsregelingen
Periode: 1966–
Bron: Gedragscode Medebewind Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
Waardering: B, 3
131
Handeling: Het voeren van overleg met de productschappen naar aanleiding van aanbevelingen
en conclusies van controlerapporten betreffende de in medebewind uitgevoerde Europese
agrarische markt- en prijsregelingen
Periode: 1966–
Bron: Gedragscode Medebewind Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
Waardering: B, 3 en 5
134
Handeling: Het vaststellen van regelingen betreffende de vergoeding van de kosten
van medebewind aan de productschappen
Periode: 1980–
Grondslag: Landbouwwet, art. 4, lid 2; na intrekking van dit artikel: Landbouwwet,
art. 23 (cf. Stcrt. 2000, 132)
Product: Medebewindskostenbeschikking 1980 (J.3992)
Waardering: B, 5
135
Handeling: Het vaststellen van verdeelsleutels voor de toerekening van de gemeenschappelijke
directe kosten die de productschappen maken bij de uitvoering van medebewindstaken
Periode: 1980–
Grondslag: Medebewindskostenbeschikking 1980, art. 6, lid 2
Opmerking: Het betreft direct aanwijsbare kosten van personele en materiële aard,
evenals een aandeel in de indirecte kosten van toezicht en leiding en van hulpverlenende
afdelingen. Dit gebeurt in overleg met de productschappen. Bij gebrek aan overeenstemming
beslist de minister.
Waardering: V, 6 jaar
136
Handeling: Het vaststellen van verdeelsleutels voor de berekening van het op de Rijksbijdrage
in mindering te brengen evenredig aandeel van aan een productschap toegevallen baten
Periode: 1980–
Grondslag: Medebewindskostenbeschikking 1980, art. 14, lid 2
Opmerking: Het betreft bijvoorbeeld renten op uitstaande gelden, opbrengsten van buiten
gebruik gestelde bedrijfsmiddelen, enz.Dit gebeurt in overleg met de productschappen.
Waardering: V, 6 jaar
137
Handeling: Het voeren van overleg met de productschappen betreffende de wijze van
uitvoering van medebewindstaken
Periode: 1980–
Grondslag: Medebewindskostenbeschikking 1980, art. 6, lid 3, art. 8
Opmerking: Het kan gaan over verlaging van de uitvoeringskosten (vereenvoudiging van
werkzaamheden, verhoging van efficiency, enz.), maar ook over voorgenomen investeringen
door de productschappen. In bepaalde gevallen kan gebrek aan overeenstemming leiden
tot een door de minister vast te stellen korting.
Product: overlegverslagen
Waardering: B, 5
138
Handeling: Het voeren van overleg met de productschappen betreffende de vraag welke
kosten, en in welke mate, bij de berekening van de financiële bijdrage in de medebewindskosten
in aanmerking moeten worden genomen
Periode: 1980–
Grondslag: Medebewindskostenbeschikking 1980, art. 11
Opmerking: Het kan gaan over de kosten van bijvoorbeeld wachtgeld of kosten die voortvloeien
uit de beëindiging of inkrimping van medebewindswerkzaamheden. Bij gebrek aan overeenstemming
beslist de minister.
Waardering: B 5
139
Handeling: Het voeren van overleg met de productschappen betreffende de afwikkeling
van daden van medebewind die hebben geleid tot negatieve financiële consequenties
Periode: 1980–
Grondslag: Medebewindskostenbeschikking 1980, art. 16
Producten: onderlinge afrekeningen tussen LNV en productschappen, terugvorderingen
van productschappen aan het bedrijfsleven.
Opmerking: Het kan bij deze dossiers gaan over de kosten van bijvoorbeeld schadeloosstellingen,
onterechte betalingen of nalating van invorderingen of verbeurdverklaringen.
Bij gebrek aan overeenstemming beslist de minister. De minister neemt de financiële
gevolgen van tekortkomingen in de uitvoering voor zijn rekening (Gedragscode medebewind).
Waardering: B, 5
141
Handeling: Het goedkeuren van door de productschappen ingediende begrotingen voor
de uitvoering van medebewindstaken
Periode: 1966–
Grondslag: Medebewindskostenbeschikking 1980, art. 18, lid 7
Waardering: B, 5
143
Handeling: Het goedkeuren van de door elk betrokken productschap ingediende rekening
betreffende de in het afgelopen begrotingsjaar verrichtte medebewindswerkzaamheden
Periode: 1966–
Grondslag: Medebewindskostenbeschikking 1980, art. 19a, lid 4
Waardering: B, 5
144
Handeling: Het aan de productschappen vergoeden van de kosten van de uitvoering van
medebewindstaken
Periode: 1966–
Grondslag: Medebewindskostenbeschikking 1980, art. 19
Opmerking: Betaling geschiedt in eerste instantie door bevoorschotting per kwartaal,
op grond van opgaven van de productschappen.
Waardering: V, 10 jaar
145
Handeling: Het vaststellen van regelgeving betreffende organisatie, bevoegdheden en
werkzaamheden van de Stichting VIB
Periode: 1945–1957
Product: Beschikking tot goedkeuring van de statuten van de Stichting VIB; Gewijzigde
statuten Stichting VIB
Opmerking: De uitwerking van de onder deze handeling vallende regelingen is terug
te vinden in het hoofdstuk betreffende de uitvoering van het nationale markt- en prijsbeleid,
hoewel ook het voedselvoorzieningsbeleid er als basis onder kan worden gelegd.
Waardering: B 4 en 5
146
Handeling: Het vaststellen van regelgeving betreffende organisatie, bevoegdheden en
werkzaamheden van het VIB
Periode: 1957–
Opmerking: De uitwerking van de onder deze handeling vallende regelingen is terug
te vinden in het hoofdstuk betreffende de uitvoering van het communautaire interventiebeleid.
Waardering: B 4 en 5 o.a. Mandaatsbeschikking VIB (Stcrt. 1966, 119), Beschikking
VIB-erkenningen 1978 (Stcrt. 1978, 86), Beschikking particuliere opslag zuivelprodukten
en vlees 1980 (Stcrt. 1979, 245)
147
Handeling: Het instellen en opheffen van de Stichting VIB
Periode: 1945–1958
Grondslag: Stichtingsakte gevoegd bij de Beschikking tot goedkeuring van de statuten
van de Stichting VIB; Gewijzigde statuten Stichting VIB, art. 14
Waardering: B, 4
148
Handeling: Het vaststellen en/of wijzigen van de statuten van de Stichting VIB
Periode: 1945–1958
Grondslag: Beschikking tot goedkeuring van de statuten van de Stichting VIB
Opmerking: Vanaf de wijziging van de statuten in 1952 kon ook het VIB-bestuur de statuten
veranderen.
Waardering: B, 4
149
Handeling: Het goedkeuren van door het VIB-bestuur gewijzigde statuten van de Stichting
VIB
Periode: 1952–1958
Grondslag: Gewijzigde statuten Stichting VIB, art. 13
Waardering: B, 4
150
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan de Stichting VIB
Periode: 1945–1958
Grondslag: Statuten Stichting VIB, art. 3, lid 1
Waardering: V, 10 jaar na opheffing van het VIB
151
Handeling: Het beslissen over de uitvoering van opdrachten van een (hoofd)bedrijfschap-
oude stijl die het bestuur van de Stichting VIB onuitvoerbaar acht
Periode: 1945–1958
Grondslag: Statuten Stichting VIB, art. 3, lid 3
Waardering: V, 5 jaar
154
Handeling: Het goedkeuren van beslissingen van de Stichting VIB om bijkantoren te
vestigen of om zich te laten bijstaan door buitenlandse instellingen
Periode: 1945–1958
Grondslag: Statuten Stichting VIB, art. 4
Waardering: B, 5
155
Handeling: Het benoemen, schorsen en ontslaan van bestuursleden van de Stichting VIB
Periode: 1945–1958
Grondslag: Statuten Stichting VIB, artt. 5 en 8
Opmerking: De minister wees aanvankelijk in ieder geval vertegenwoordigers aan van
het Kunstmest Distributie Bureau en het Bureau Grondstoffen; daarnaast kon hij nog
andere leden benoemen.
Waardering: V, 2 jaar
157
Handeling: Het goedkeuren van bestuursbesluiten tot benoeming, schorsing of ontslag
van directieleden van de Stichting VIB
Periode: 1945–1958
Grondslag: Statuten Stichting VIB, art. 8
Waardering: V, 5 jaar
159
Handeling: Het goedkeuren van het huishoudelijk reglement van de Stichting VIB
Periode: 1945–1952
Grondslag: Statuten Stichting VIB, art. 6
Opmerking: Deze bevoegdheid verviel bij de wijziging van de statuten in 1952.
Waardering: B, 4
164
Handeling: Het instellen van de Raad van Advies en Toezicht van de Stichting VIB
Periode: 1952–1958
Grondslag: Gewijzigde statuten Stichting VIB, art. 6
Waardering: B, 4
166
Handeling: Het benoemen van de leden van de Raad van Advies en Toezicht van de Stichting
VIB
Periode: 1952–1958
Grondslag: Beschikking betreffende samenstelling, taak en bevoegdheid van de Raad
van Advies en Toezicht van de Stichting VIB, art. 1
Waardering: V, 2 jaar
168
Handeling: Het instellen en opheffen van het VIB
Periode: 1958–1998
Grondslag: Landbouwwet, art. 31
Waardering: B, 4
169
Handeling: Het benoemen, schorsen en/of ontslaan van bestuurs- en directieleden van
het VIB
Periode: 1958–1998
Grondslag: Landbouwwet, art. 33
Waardering: V, 2 jaar
170
Handeling: Het vaststellen van regels voor de aanstelling en het ontslag van personeel
door de directie van het VIB
Periode: 1958–1962
Grondslag: Landbouwwet, art. 36
Waardering: B, 4
171
Handeling: Het goedkeuren van besluiten van de directie van het VIB tot aanstelling
of ontslag van personeel
Periode: 1958–1962
Grondslag: Landbouwwet, art. 36
Waardering: V, 75 jaar
172
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan de directie van het VIB
Periode: 1958–1998
Grondslag: Landbouwwet, art. 35, lid 1
Waardering: V, 10 jaar na opheffing van het VIB
173
Handeling: Het stellen van nadere regels voor de vertegenwoordiging in en buiten rechte
van het VIB door een of meer leden van de directie
Periode: 1958–1998
Grondslag: Landbouwwet, art. 34
Waardering: B, 4 Beschikking procuratieregeling VIB 1958 (Stcrt. 1958, 126)
175
Handeling: Het goedkeuren van akten van procuratie van de directie VIB
Periode: 1958–1998
Grondslag: Beschikking procuratieregeling VIB 1958, art. 2
Waardering: V, 5 jaar
176
Handeling: Het regelen van de inrichting van de begroting en van de wijze en het tijdstip
waarop het VIB verslag uitbrengt over de werkzaamheden
Periode: 1958–1998
Grondslag: Landbouwwet, art. 35, lid 2 en 3
Waardering: V, 20 jaar Mandaatsbeschikking VIB (Stcrt. 1966, 119)
179
Handeling: Het vaststellen van regels voor de inrichting van de administratie van
het VIB
Periode: 1958–1979
Grondslag: Landbouwwet, art. 37, lid 1
Opmerking: In overeenstemming met de minister van Financiën. In 1979 werd art. 37
vervangen door het ruimer gestelde art. 3, lid 3, dat zowel het VIB als de productschappen
in hun interventiewerkzaamheden onderwerpt aan controle door ambtenaren, aangesteld
door de minister van Landbouw.
Waardering: B, 4
180
Handeling: Het voorbereiden van een algemene maatregel van bestuur tot instelling
van Commissies van Bijstand voor de directie van het VIB
Periode: 1958–1998
Grondslag: Landbouwwet, art. 41, lid 1
Opmerking: Het besluit tot instelling van dergelijke commissies bevat ook de regels
betreffende de taak en het werkterrein ervan.
Waardering: B, 4 Besluit instelling commissies van bijstand Voedselvoorzieningsin-
en verkoopbureau (Stcrt. 1958, 307)
181
Handeling: Het benoemen en ontslaan van de leden van Commissies van Bijstand van het
VIB
Periode: 1958–1998
Grondslag: Landbouwwet, art. 41, lid 2
Waardering: V, 2 jaar
183
Handeling: Het instellen van een Commissie van beheer VIB
Periode: 1966–1998
Grondslag: Beschikking commissie van beheer VIB, art. 2, lid 1
Waardering: B, 4
184
Handeling: Het benoemen van (plaatsvervangende) leden van de Commissie van beheer
VIB
Periode: 1966–1998
Grondslag: Beschikking commissie van beheer VIB, art. 2, lid 2
Opmerking: Naast de door de minister benoemde leden hebben ook de voorzitters van
de productschappen zitting in de Commissie van beheer VIB.
Waardering: V, 2 jaar
186
Handeling: Het goedkeuren van het reglement van de Commissie van beheer VIB
Periode: 1966–1998
Grondslag: Beschikking commissie van beheer VIB, art. 2, lid 3
Waardering: B, 4
190
Handeling: Het oprichten van de STULM 1963
Periode: 1963–1963
Waardering: B, 4 O.a. statuten
192
Handeling: Het goedkeuren van de opheffing van STULM 1963
Periode: 1977
Grondslag: Gewijzigde statuten (1977), art. 31.4; gewijzigde statuten (1980), art.
11
Opmerking: Hierbij hoort ook het bepalen van de bestemming van een batig saldo dat
resteert bij opheffing van STULM 1963; het bestuur adviseert de minister hierover.
Waardering: B, 4
194
Handeling: Het goedkeuren van statutenwijzigingen van STULM 1963
Periode: 1977–onbekend
Grondslag: Gewijzigde statuten (1977), art. 30; gewijzigde statuten (1980), art. 10,
lid 6
Waardering: B, 4
196
Handeling: Het goedkeuren van het huishoudelijk reglement en andere reglementen van
de STULM 1963
Periode: 1963–
Grondslag: Gewijzigde statuten (1980), art. 13
Waardering: B, 4
199
Handeling: Het benoemen van bestuursleden van STULM 1963
Periode: 1963–1980
Grondslag: Statuten STULM 1963, art. 4, lid 2; gewijzigde statuten (1977), art. 5,
lid 2
Opmerking: De deelnemende PBO’s in 1963 waren het PGZP, PA, PVV en PGF. Sinds 1980
bestaat het bestuur uit de bestuursleden van STULM 1974.
Waardering: V, 10 jaar
207
Handeling: Het aangaan van overeenkomsten met het bestuur van de STULM 1963 inzake
reguliere of afzonderlijke opdrachten ter uitvoering van maatregelen op agrarisch
gebied
Periode: 1963–1978
Grondslag: Statuten STULM 1963, art. 17, lid 1 en 2; gewijzigde statuten (1977), art.
18, lid 1 en 2
Opmerking: De overeenkomsten werden per 1-1-1979 ontbonden.
Waardering: V, 5 jaar
212
Handeling: Het uitoefenen van controle op het financiële beheer van de STULM 1963
Periode: 1980–
Grondslag: Gewijzigde statuten (1980), art. 9, lid 5
Waardering: V, 5 jaar
214
Handeling: Het goedkeuren van besluiten van het bestuur van STULM 1963 inzake huur
en pacht, zakelijke rechten, leningen en schenkingen
Periode: 1980–
Grondslag: Gewijzigde statuten (1980), art. 5
Waardering: V, 5 jaar
215
Handeling: Het oprichten van de STULM 1974
Periode: 1974–1974
Waardering: B, 4 o.a Statuten
216
Handeling: Het opheffen van STULM 1974
Periode: 1974–
Grondslag: Statuten STULM 1974, art. 18; gewijzigde statuten (1980), art. 15
Opmerking: Wanneer de minister hiertoe besluit, overlegt hij met het bestuur. Wanneer
het bestuur de beslissing neemt, is goedkeuring van de minister nodig. Hierbij hoort
het liquideren van het vermogen van STULM 1974 (statuten STULM 1974, art. 19; gewijzigde
statuten (1980), art. 16, lid 1).
Waardering: B, 4
217
Handeling: Het goedkeuren van de bestuursbeslissing tot opheffing van STULM 1974
Periode: 1974–
Grondslag: Statuten STULM 1974, art. 18, lid 5; gewijzigde statuten (1980), art. 15,
lid 3
Waardering: B, 4
218
Handeling: Het bepalen van de bestemming van een batig saldo dat resteert bij opheffing
van STULM 1974
Periode: 1974–
Grondslag: Statuten STULM 1974, art. 19, lid 2; gewijzigde statuten (1980), art. 16,
lid 2
Opmerking: Het bestuur adviseert hieromtrent.
Waardering: B, 4
219
Handleling: Het wijzigen van de statuten van STULM 1974
Periode: 1974–
Grondslag: Statuten STULM 1974, art. 17; gewijzigde statuten (1980), art. 14
Opmerking: Wanneer de minister hiertoe besluit, overlegt hij met het bestuur. Wanneer
het bestuur de beslissing neemt, is goedkeuring van de minister nodig.
Waardering: B, 4
220
Handeling: Het goedkeuren van statutenwijzigingen van STULM 1974
Periode: 1974–
Grondslag: Statuten STULM 1974, art. 17, lid 5; gewijzigde statuten (1980), art. 14,
lid 7
Waardering: B, 4
222
Handeling: Het goedkeuren van het huishoudelijk reglement en andere reglementen van
STULM 1974
Periode: 1974–
Grondslag: Statuten STULM 1974, art. 20; gewijzigde statuten (1980), art. 17
Waardering: B, 4
223
Handeling: Het benoemen van de bestuursvoorzitter van STULM 1974
Periode: 1974–
Grondslag: Statuten STULM 1974, art. 4, lid 2; gewijzigde statuten (1980), art. 4,
lid 3
Waardering: V, 5 jaar
224
Handeling: Het benoemen van de bestuursleden en adviserende bestuursleden van STULM
1974
Periode: 1974–
Grondslag: Statuten STULM 1974, art. 4; gewijzigde statuten (1980), art. 4
Opmerking: De leden worden voorgedragen door de productschappen (1974-1980) en door
het College van Voorzitters van de (Hoofd)productschappen Voedselvoorziening (vanaf
1980).
Waardering: V, 5 jaar
229
Handeling: Het goedkeuren van besluiten tot uitbreiding van het bestuur van STULM
1974
Periode: 1980–
Grondslag: Gewijzigde statuten (1980), art. 5, lid 3
Waardering: B, 4
231
Handeling: Het goedkeuren van bestuursbesluiten van STULM 1974 inzake financiële aangelegenheden
en werkzaamheden voor derden
Periode: 1974–
Grondslag: Statuten STULM 1974, art. 10; gewijzigde statuten (1980), art. 8
Waardering: V, 5 jaar
235
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan het bestuur van STULM 1974
Periode: 1974–
Grondslag: Statuten STULM 1974, art. 13; gewijzigde statuten (1980), art. 7
Waardering: B, 4
236
Handeling: Het aanwijzen van een directeur van de STULM 1974
Periode: 1980–
Grondslag: Statuten STULM 1974, art. 14, lid 2; gewijzigde statuten (1980), art. 11,
lid 1
Opmerking: In de gewijzigde statuten van 1980 staat dat de minister de directeur aanwijst,
maar in de oorspronkelijke statuten wordt niet gespecificeerd wie de aanwijzing verricht.
Waardering: V, 5 jaar
238
Handeling: Het goedkeuren van jaarlijkse werkplannen van STULM 1974
Periode: 1974–1980
Grondslag: Statuten STULM 1974, art. 16, lid 1; gewijzigde statuten (1980), art. 13,
lid 4
Waardering: B, 5
240
Handeling: Het goedkeuren van jaarlijkse begrotingen van STULM 1974
Periode: 1974–
Grondslag: Statuten STULM 1974, art. 16, lid 1; gewijzigde statuten (1980), art. 13,
lid 4
Waardering: B, 5
241
Handeling: Het uitoefenen van controle op het financiële beheer van de STULM 1974
Periode: 1974–
Grondslag: Statuten STULM 1974, art. 16.2; gewijzigde statuten (1980), art. 13, lid
5
Waardering: V, 7 jaar
243
Handeling: Het goedkeuren van jaarlijkse rekeningen en verantwoordingen van STULM
1974
Periode: 1974–
Grondslag: Statuten STULM 1974, art. 16, lid 3; gewijzigde statuten (1980), art. 13,
lid 4
Waardering: B, 3
245
Handeling: Het goedkeuren van besluiten van het bestuur van STULM 1974 tot het vormen
van fondsen en reserves uit overschotten
Periode: 1974–1980
Grondslag: Statuten STULM 1974, art. 16, lid 4
Waardering: V, 12 jaar
247
Handeling: Het voeren van het beheer van het Landbouw-Crisisfonds c.q. het Landbouw-Egalisatiefonds
Periode: 1934–1999
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 2, lid 2; Landbouwwet, art. 2, lid 2
Opmerking: Het betreft het jaarlijks vaststellen van de inkomsten en de uitgaven van
het fonds. Alle stukken werden sinds 1973 afzonderlijk voor de afdelingen A en B opgesteld.
Vgl. handelingen 78 (opstellen begrotingen) en 83 (opstellen rekeningen) uit het BSD
Beheer van de rijksbegroting.
Waardering: B 3 en 5
248
Handeling: Het aan instellingen vergoeden van de uitvoeringskosten van maatregelen
op grond van de Landbouw-Crisiswet 1933
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 3, lid 2, en art. 14a
Opmerking: Financiering gebeurde tot 1948 middels het Landbouw-Crisisfonds.
Waardering: V, 10 jaar
249
Handeling: Het stellen van regels inzake de verstrekking van rentedragende kredieten
uit het Landbouw-Crisisfonds c.q. het Landbouw-Egalisatiefonds aan personen, bedrijven
en instellingen in of verwant aan de landbouwsector
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 4, lid 1
Opmerking: De regels konden gaan over voorwaarden van kredietverstrekking, maar ook
over rentevoet, aflossingstermijnen en borgstelling.
Waardering: B, 5
250
Handeling: Het verstrekken van rentedragende kredieten uit het Landbouw-Crisisfonds
c.q. het Landbouw-Egalisatiefonds aan personen, bedrijven en instellingen in of verwant
aan de landbouwsector
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 4, lid 1
Waardering: V, 10 jaar
252
Handeling: Het vaststellen van voorschriften voor het Landbouw-Egalisatiefonds inzake
het verlenen van voorschotten, het kasbeheer en de administratie
Periode: 1979–1999
Grondslag: Landbouwwet, zoals gewijzigd in 1979 (Stb. 1979, 323), art. 3, lid 2
Opmerking: Dit zijn voorschriften zoals bedoeld in de Comptabiliteitswet 1976 (Stb.
1976, 671), artt. 21, 23, lid 2 en 25, lid 1 en de Comptabiliteitswet 1991 (Stb. 1991,
752), artt. 32 en 33, lid 1. De voorschriften werden in overeenstemming met de minister
van Financiën opgesteld.
Waardering: B, 5
254
Handeling: Het sluiten van de rekeningen van afdeling B van het Landbouw-Egalisatiefonds
Periode: 1973–1999
Grondslag: Landbouwwet, zoals gewijzigd in 1973 (Stb. 1973, 269), art. 11, lid 1
Waardering: B, 5
259
Handeling: Het bepalen van de bewaarplaats waar de administratie van het Landbouw-Crisisfonds
c.q. het Landbouw-Egalisatiefonds
Periode: 1934–1978
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 25, lid 2; Landbouwwet, art. 12, lid 3
Waardering: V, 10 jaar na opheffing van het fonds
260
Handeling: Het vaststellen van voorschriften voor het Landbouw-Egalisatiefonds inzake
het verlenen van voorschotten, het kasbeheer en de administratie
Periode: 1979–1999
Grondslag: Landbouwwet, zoals gewijzigd in 1979 (Stb. 1979, 323), art. 3, lid 2
Opmerking: Dit zijn voorschriften zoals bedoeld in de Comptabiliteitswet 1976 (Stb.
1976, 671), artt. 21, 23, lid 2 en 25, lid 1 en de Comptabiliteitswet 1991 (Stb. 1991,
752), artt. 32 en 33, lid 1. e voorschriften werden in overeenstemming met de minister
van Financiën opgesteld.
Waardering: B, 5
261
Handeling: Het bij de EC voordragen van leden van het Comité van het Europees Oriëntatie-
en Garantiefonds voor de Landbouw
Periode: 1964–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening nr 17/64/EEG, art. 25, lid 1
Opmerking: De onder het EOGFL-G vallende maatregelen betreffen restituties bij uitvoer
naar derde landen en de verschillende soorten interventies op de interne markt.
Waardering: V, 2 jaar
262
Handeling: Het bij de EC indienen van een verzoek tot vergoeding van de uitgaven die
zijn gedaan voor maatregelen die vallen onder het communautaire markt- en prijsbeleid
(EOGFL-G)
Periode: 1964–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening nr 17/64/EEG, art. 9, lid 1
Opmerking: De onder het EOGFL-G vallende maatregelen betreffen bijv. restituties bij
uitvoer naar derde landen en de verschillende soorten interventies op de interne markt.
Waardering: B, 5
263
Handeling: Het aanwijzen dan wel erkennen van organen die zijn belast met het aanvragen,
beheren, toekennen en uitbetalen van EOGFL-G-gelden krachtens communautaire regelingen
Periode: 1964–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 729/70, art. 4, lid 1
Opmerking: Onder deze handeling valt ook het informeren van de Europese Commissie
met betrekking tot de administratieve en boekhoudkundige voorschriften voor de betalingen,
alsmede betreffende naam en statuten van de (coördinerende) instantie. Ook het intrekken
van de betaalorgaanstatus valt hieronder (cf. Stcrt. 1999, 197).Op grond van Verordening (EG) nr. 1287/95, later ook Verordening (EG) nr. 1258/1999, wordt in geval van erkenning van meer dan één betaalorgaan een coördinerende instantie
aangewezen, die optreedt als enige vertegenwoordiger van de lidstaat tegenover de
Commissie, o.a. voor alle vragen betreffende het OEGFL-G inzake onder meer de verspreiding
van voorschriften en richtsnoeren (cf. Verordening (EG) nr. 1663/95, art. 2).
Waardering: B 4 en 5
264
Handeling: Het opstellen van stukken voor de financiële verantwoording, aan de Europese
Commissie, van de uitgaven van EOGFL-G-middelen
Periode: 1964–
Grondslag: Verordening nr. 17/64/EEG, art. 22, lid 2; Verordening (EEG) nr. 729/70, art. 4, lid 3
Opmerking: De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) doet deze stukken
aan de Europese Commissie toekomen. Hierbij kunnen ook rapporten van de bevoegde controlediensten
worden gevoegd. Op grond van Verordening (EG) nr. 1287/95, later ook Verordening (EG) nr. 1258/1999, wordt in geval van erkenning van meer dan één betaalorgaan een coördinerende instantie
aangewezen, die ermee is belast de ter beschikking van de Commissie te stellen gegevens
te centraliseren en die te verstrekken.
Waardering: V, 10 jaar voortgangs- en eindrapporten, (samenvattende) rekeningen
265
Handeling: Het opstellen van stukken voor de Europese Commissie betreffende de financiële
positie en de geraamde uitgaven van de betaalorganen
Periode: 1970–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 729/70, art. 5, lid 1
Opmerking: Op grond van de ingeleverde stukken kan de Europese Commissie voorschotten
toekennen voor de uitbetalingen die zullen worden gedaan in het kader van door de
afdeling Garantie gefinancierde maatregelen.
Waardering: V, 10 jaar staten betreffende de kaspositie, ramingen van de financiële
behoeften
266
Handeling: Het opstellen van stukken voor de Europese Commissie betreffende de nationale
handhavings- en controlemaatregelen ter zake van de uitgaven van de EOGFL-G-gelden
Periode: 1970–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 729/70, artt. 8 en 9; Verordening (EG) 1258/1999, art. 8, lid 1
Opmerking: Deze stukken kunnen onder andere betrekking hebben op de regelmatigheid
van de uitvoering van regelingen, terugvorderingen en administratieve en gerechtelijke
procedures.
Waardering: B, 3
267
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van de
Landbouw-Crisiswet 1933
Periode: 1932–1957
Product: Landbouw-Crisiswet 1933 (Stb. 1933, 261)
Waardering: B, 1
268
Handeling: Het vaststellen van het Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941
Periode: 1940–1959
Waardering: B, 1 en 6 Voedselvoorzieningsbesluit (VB 1941, 12)
269
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wetten
betreffende de naoorlogse handhaving en intrekking van bezettingsmaatregelen inzake
de voedselvoorziening
Periode: 1945–1958
Opmerking: Het betreft onder meer het Voedselvoorzieningsbesluit (VB 1941, 12) en
Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941 (VB 1941, 69), evenals de daarop gebaseerde
regelgeving.
Waardering: B, 1 Met betrekking tot handhaving: KB houdende opheffing van de schorsing
van diverse besluiten, genomen gedurende den bezettingstijd en in betrekking staande
tot het Ministerie van Voedselvoorziening, Landbouw en Visscherij (Stb. 1945, F 157).
Met betrekking tot intrekking: bijdragen aan o.a. Wet opheffing bezettingsmaatregelen
IV 1951 (Stb. 25), 1956 (Stb. 50), 1957 (Stb. 14), 1958 (Stb. 70)
270
Handeling: Het instellen van de Commissie vereenvoudiging voedselvoorzieningsmaatregelen
Periode: 1946–1950
Bron: Inventaris van het archief van het Kabinet van de Minister (1945-1960)
Waardering: B, 4
271
Handeling: Het benoemen van de leden van de Commissie vereenvoudiging voedselvoorzieningsmaatregelen
Periode: 1946–1950
Bron: Inventaris van het archief van het Kabinet van de Minister (1945-1960)
Waardering: V, 10 jaar
273
Handeling: Het aanwijzen van crisisproducten en op crisisproducten lijkende waren
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 1, onder 5b
Waardering: B 1 en 5 o.a. besluit betreffende specerijen en gember (VB 1940, 78)
274
Handeling: Het vaststellen van steunmaatregelen ten behoeve van de voortbrenging,
be- of verwerking, verhandeling, enz. van crisisproducten
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 3, lid 1
Product: Beschikking Broodtoeslag 1947 (Stcrt. 1947, 135); Perstoeslagbeschikking
Stro 1947 (Stcrt. 1947, 158); Beschikking Subsidie voor aardappelstoommachines (Stcrt.
1948, 200); Beschikking Toeslag Kleine Zandbedrijven 1948 (Stcrt. 1949, 232); Beschikking
Toeslag Lichte Gronden 1947 (Stcrt. 1949, 22); Beschikkingen tegemoetkoming opslagkosten
oliehoudende grondstoffen, respectievelijk oliën en vetten (Stcrt. 1952, 12 en 177)
Opmerking: Dit artikel vormde de grondslag voor een zeer groot aantal regelingen,
waarvan er hierboven slechts enkele zijn genoemd. Onder deze handeling konden ook
vallen de regelingen waarin nadere voorwaarden aan de steunverlening werden bepaald
(art. 8, lid 1) of waarin nadere richtlijnen werden vastgesteld.De op dit artikel
gebaseerde regelingen in het kader van het garantieprijsbeleid (1952/1968), dienen
in het desbetreffende deel van het rapport te worden geplaatst.
Waardering: B, 1
275
Handeling: Het verlenen van financiële steun op grond van regelgeving ten behoeve
van de voortbrenging, be- of verwerking, verhandeling, enz. van crisisproducten
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 3;beschikkingen, bijv. Beschikking Toeslag
Lichte Gronden 1947 (Stcrt. 1949, 22); Restitutiebeschikking Tarwebloem 1951 (Stcrt.
1951, 54A), art. 1; Beschikking tegemoetkoming opslagkosten oliën en vetten 1952 (Stcrt.
1952, 177)
Opmerking: De bedragen, ten laste van de begroting van het Landbouw-Crisisfonds en
het LEF, konden worden uitgekeerd door verschillende departemenetale afdelingen, zoals
de afdeling Financiële Zaken, of door de bedrijfschappen-oude stijl. Het verlenen
van financiële steun in het kader van het garantieprijsbeleid (1952-1968) valt onder
het daarop betrekking hebbende rapportdeel.
Waardering: B 5
276
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van regels
betreffende inventarisatie van landbouwbedrijven
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 7a, lid 1
Opmerking: Deze handeling werd vanaf 1941 uitgevoerd door de landbouw-crisisorganisaties
op grond van het Inventarisatiebesluit voedselvoorziening (zie de desbetreffende handeling
in het hoofdstuk over het Voedselvoorzieningsbesluit).Hieronder valt ook de vaststelling
van formulieren/registratiekaarten voor de inventarisatie.
Waardering: B, 1
277
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van maatregelen
waarmee het (doen) voortbrengen, verwerken, verhandelen, enz. van crisisproducten,
alsmede inzake het met het oog daarop voorhanden of in voorraad hebben van een inrichting
of werktuig, aan voorwaarden wordt gebonden of wordt verboden
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 9
Product: O.a. Dorschbesluit 1939 (Stb. 1939, 679 Q); Besluit houdende verbod tot bewerken
en verwerken van vetten en oliën tot zeep (Stb. 1939, 679 R); Landbouwinleveringsbesluit
1940 (VB 1940, 101); Groenten- en fruitconservenregeling (VB 1940, 182); Besluit van
19 Augustus 1948, houdende wijziging en aanvulling van het Suikerbesluit Voedselvoorziening
1933 (Stb. 1948, I 380)
Opmerking: Dit artikel vormt de grondslag voor een zeer groot aantal regelingen, waarvan
er hierboven slechts enkele genoemd zijn. In combinatie met artikel 13b van de wet
kan deze handeling ook uitmonden in inleveringsbesluiten. De beperkingsmaatregelen,
vastgesteld door de Kroon, konden naar regio en categorie crisisproduct worden gedifferentieerd
(art. 9, lid 2).Onder deze handelingen zijn ook begrepen de voorschriften die de hoofdregelingen
nader uitwerken (bijv. bepaling van voorwaarden, specificatie van de uitvoering).
Waardering: B, 1
278
Handeling: Het vaststellen van de tijdvakken gedurende welke de beperkende maatregelen
ten aanzien van de verwerking, verhandeling, enz. van crisisproducten van kracht zijn
Periode: 1934–1957
Grondslag: o.a. Dorschbesluit 1939, art. 2, lid 1
Opmerking: De tijdvakken konden naar regio en categorie crisisproduct worden gedifferentieerd.Deze
handeling kwam ook regelmatig in de afzonderlijke regelingen op grond van de Landbouw-Crisiswet
1933 terug en wordt hier als overkoepelende handeling opgevoerd.
Waardering: B, 5
279
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van regelingen
betreffende het tijdelijk beperken, verbieden of aan voorwaarden binden van de uitvoer
van crisisproducten
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 10
Opmerking: In combinatie met artikel 13b van de wet kan deze handeling ook uitmonden
in inleveringsvoorschriften.
Waardering: B, 1
280
Handeling: Het gezamenlijk voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking
van regelingen waarmee de invoer van crisisproducten aan voorwaarden wordt gebonden
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 11, lid 1
Opmerking: Als voorwaarde kon worden gesteld bijvoorbeeld de betaling van een bedrag
per eenheid, waarvan de hoogte periodiek kon worden vastgesteld. In combinatie met
artikel 13b van de wet kan deze handeling ook uitmonden in inleveringsvoorschriften.
Waardering: B, 1
281
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van regelingen
waarmee de in- en uitvoer van crisisproducten slechts wordt toegestaan aan daartoe
aan te wijzen instellingen
Periode: 1934–1941
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 12, lid 1
Opmerking: Deze handeling kreeg in 1941 een structureel karakter in het Monopoliebesluit
Voedselvoorziening (Stcrt. 1941, 135), gebaseerd op o.a. art. 4 van het Voedselvoorzieningsbesluit.
In combinatie met artikel 13b van de wet kan deze handeling ook uitmonden in inleveringsvoorschriften.
Waardering: B, 1
282
Handeling: Het voordragen of zelf aanwijzen van instellingen die optreden als monopoliehouders
voor de in- en uitvoer van crisisproducten
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 12, lid 1
Opmerking: De Kroon wees eventueel een dergelijke instelling aan, maar de minister
kon dit ook zelf doen. Deze handeling kreeg in 1941 een structureel karakter in het
Monopoliebesluit Voedselvoorziening (Stcrt. 1941, 135), gebaseerd op o.a. art. 4 van
het Voedselvoorzieningsbesluit.
Waardering: B, 4 en 5
283
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van algemene
regels betreffende de eisen die kunnen worden gesteld aan instellingen die zijn aangewezen
als monopoliehouders voor de in- en uitvoer van crisisproducten
Periode: 1934–1941
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 12, lid 2, en art. 29
Opmerking: Deze handeling kreeg in 1941 een structureel karakter in het Monopoliebesluit
Voedselvoorziening (Stcrt. 1941, 135), gebaseerd op o.a. art. 4 van het Voedselvoorzieningsbesluit.
De bepaling uit art 29 werd toegevoegd met het oog op de uitvoering van regelingen
met financiële gevolgen.
Waardering: B, 4 en 5
284
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van regelingen
waarmee de in-, uit- en doorvoer van crisisproducten wordt gebonden aan bepaalde tijdstippen
en plaatsen
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 12b
Waardering: B, 1 en 5
285
Handeling: Het met betrekking tot de productie, invoer en uitvoer van crisisproducten
voorbereiden van regelingen waarmee aansluiting bij bepaalde instellingen verplicht
wordt gesteld
Periode: 1934–1941
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 13, lid 1
Waardering: B, 1
286
Handeling: Het voordragen of zelf aanwijzen van instellingen waarbij men zich moet
aansluiten om crisisproducten te mogen produceren, invoeren of uitvoeren
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 13, lid 1
Opmerking: De Kroon wees eventueel een dergelijke instelling aan, maar de minister
kon dit ook zelf doen. Deze handeling kreeg in 1941 een structureel karakter in het
Monopoliebesluit Voedselvoorziening (Stcrt. 1941, 135), gebaseerd op o.a. art. 4 van
het Voedselvoorzieningsbesluit.
Waardering: B, 1
287
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van algemene
regels betreffende de eisen die kunnen worden gesteld aan instellingen die zijn aangewezen
als instellingen waarbij men zich moet aansluiten om crisisproducten te mogen produceren,
invoeren of uitvoeren
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 13, lid 2, en art. 29
Opmerking: De bepaling uit art. 29 werd toegevoegd met het oog op de uitvoering van
regelingen met financiële gevolgen.
Waardering: B, 1 en 4
288
Handeling: Het gezamenlijk voorbereiden van regelingen waarmee wordt bepaald dat voor
het invoeren of (doen) voortbrengen, verwerken, verhandelen, merken, enz. van crisisproducten,
alsmede het met het oog daarop voorhanden of in voorraad hebben van een inrichting
of werktuig, een geldsom moet worden betaald of een betalingsverplichting geldt
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 11, lid 1, en art. 14, lid 1
Waardering: B, 1
289
Handeling: Het – in het kader van de invoer, voortbrenging, verwerking, verhandeling,
merking, enz. van crisisproducten – bepalen van de gevallen waarin (gedeeltelijke)
teruggave van betalingen of ontheffing van de betalingsverplichting kan plaatsvinden
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 11, lid 3, en art. 14, lid 2
Waardering: B, 1 en 5 Restitutiebeschikkingen
290
Handeling: Het verlenen van restitutie van heffingen of ontheffing van de betalingsverplichting
betreffende de invoer, voortbrenging, verwerking, verhandeling, merking, enz. van
crisisproducten
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 11, lid 3, en art. 14, lid 2
Waardering: B 5
291
Handeling: Het vaststellen van uitvoeringsvoorschriften betreffende de door de Kroon
vastgestelde regels inzake productie, invoer en uitvoer van crisisproducten
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 9, lid 3, art. 10, lid 2, art. 11, lid 3,
art. 12, lid 3
Waardering: B, 1 en 5
292
Handeling: Het vaststellen van regels ten aanzien van voor en in verband met crisisproducten
te gebruiken merken en kentekens
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 29a
Waardering: B 1 en 5
293
Handeling: Het vaststellen van regels waarmee de bevoegdheid tot uitsluiting van steun
wordt verleend aan bepaalde instellingen
Periode: 1934–1950
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 30, lid 2
Opmerking: Dit artikel verviel in 1951 bij inwerkingtreding van art. 64 van de Wet
op de economische delicten (Stb. 1950, K 258).
Waardering: B, 1 en 4
294
Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren voor het opsporen van overtredingen van de
Landbouw-Crisiswet 1933
Periode: 1934–1951
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 33, lid 1
Opmerking: Eveneens bevoegd tot dit opsporen waren de ambtenaren van rijks- en gemeentepolitie,
van invoerrechten en accijnzen en de ambtenaren die bij art. 141 Wetboek van strafvordering
werden aangewezen. Sinds de inwerkingtreding in 1951 van de Wet op de economische
delicten (Stb. 1950, K 258) werden overtredingen van de Landbouw-Crisiswet 1933 beschouwd
als economische delicten. Dit artikel verviel bij inwerkingtreding van art. 64 van
eerstgenoemde wet.
Waardering: V, 2 jaar
295
Handeling: Het informeren van het parlement omtrent maatregelen inzake beperkingen
in het produceren, verwerken, verhandelen, in- of uitvoeren of merken van crisisproducten
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 38
Opmerking: Het gaat om maatregelen krachtens de artt. 9-12. Na vaststelling van dergelijke
bepalingen diende het parlement zo spoedig mogelijk op de hoogte te worden gebracht;
daarnaast werd ieder kwartaal verslag uitgebracht.
Waardering: B, 3 jaarverslagen of indien niet aanwezig de kwartaalverslagen
V, 10 jaar, overig materiaal
296
Handeling: Het aan de Kroon voordragen van verzoeken tot ontheffing van door de Kroon
gestelde voorschriften krachtens de Landbouw-Crisiswet 1933
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 42, lid 1
Waardering: V, 10 jaar
297
Handeling: Het verlenen van ontheffingen van ministeriële voorschriften krachtens
de Landbouw-Crisiswet 1933
Periode: 1934–1957
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 41, lid 2; Dorschbesluit 1939, art. 1, lid
2; Landbouwinleveringsbesluit 1940, art. 3, lid 2; e.a.
Opmerking: Voorzover niet elders gespecificeerd.
Waardering: B 5
298
Handeling: Het vaststellen van tijdstippen en voorschriften betreffende de opgave
van bepaalde voorhanden of in voorraad zijnde landbouwgoederen
Periode: 1940–1957
Grondslag: Landbouw-Inventarisatiebesluit 1939, art. 1, lid 2
Product: Beschikkingen, bijv. Beschikking Opgaven van voorradige crisisproducten (Stcrt.
1944, 12)
Waardering: B, 5
299
Handeling: Het aanwijzen van de crisisproducten waarvan het voorhanden of in voorraad
hebben boven een bepaald gewicht niet is toegestaan
Periode: 1940–1953
Grondslag: Landbouwinleveringsbesluit 1940, art. 2, lid 1
Opmerking: Het verbod gold onverminderd het bepaalde hieromtrent in andere regelingen
en voorschriften.
Waardering: B, 1
300
Handeling: Het aanwijzen van crisisorganisaties waarvan het lidmaatschap producenten
vrijstelt van het verbod op het voorhanden of in voorraad hebben van crisisproducten
Periode: 1940–1953
Grondslag: Landbouwinleveringsbesluit 1940, art. 3, lid 1
Waardering: B, 1 en 4
301
Handeling: Het verlenen van ontheffingen van het verbod op het voorhanden of in voorraad
hebben van crisisproducten
Periode: 1940–1953
Grondslag: Landbouwinleveringsbesluit 1940, art. 3, lid 2
Waardering: V, 10 jaar
303
Handeling Het vaststellen van de standaardprijzen als basis voor de inlevering van
crisisproducten
Periode: 1940–1953
Grondslag: Landbouwinleveringsbesluit 1940, art. 5, lid 3
Waardering: V, 10 jaar
304
Handeling: Het geven van voorschriften met betrekking tot de prijzen van crisisproducten
Periode: 1940–1952
Grondslag: Landbouw-Prijzenbesluit 1940, art. 1
Product: Prijzenbeschikkingen
Waardering: B, 5
308
Handeling: Het behandelen van bezwaarschriften tegen een besluit van een provinciale
Commissie beoordeling besteding toeslag kleine zandbedrijven
Periode: 1948–1952
Grondslag: Beschikking Toeslag Kleine Zandbedrijven 1948, art. 6
Opmerking: Hiertoe hoorde de minister de Landelijke Commissie van Overleg inzake kleine
boerenaangelegenheden.
Waardering: V 5 jaar
309
Handeling: Het geven van voorschriften betreffende de inventarisatie van de productie
en voorraden van voedselvoorzieningproducten
Periode: 1941–1956
Opmerking: Inventarisatiebesluit Voedselvoorziening (Stcrt. 1941, 100)
Grondslag: Voedselvoorzieningsbesluit, art. 2, lid 4
Waardering: B, 1 en 5
310
Handeling: Het met betrekking tot de landbouwinventarisatie vaststellen van tijdvakken
van geldigheid en tijdstippen van inlevering van uitgereikte beschrijvingsbiljetten
Periode: 1941–1956
Product: beschikkingen, bijv. Beschikking Inventarisatie van land- en tuinbouw 1948
(Stcrt. 1948, 55), Beschikking Landbouwtelling 1950 II (Stcrt. 1950, 237); Beschikking
Landbouwtelling December 1954 (Stcrt. 1954, 222)
Grondslag: Inventarisatiebesluit Voedselvoorziening, art. 2, lid 1, en art. 3
Waardering: V 10 jaar
311
Handeling: Het geven van toestemming om voor menselijke consumptie geschikte producten
voor andere doeleinden te gebruiken
Periode: 1941–1959
Grondslag: Voedselvoorzieningsbesluit, art. 3
Waardering: V 10 jaar
312
Handeling: Het stellen van regels betreffende het voortbrengen, verwerken, enz. van
voedselvoorzieningsproducten
Periode: 1941–1959
Product: Vrijstellings-, heffings- en vergoedingsbeschikkingen, zoals: Zilveruienbesluit
1941 (Stcrt. 1941, 64); Besluit financiering vervoer zuurkool 1942 (Stcrt. 1942, 168);
Heffingsbeschikkingen Stichting voor de Landbouw (vanaf 1947, Stcrt. 157 – Stcrt.
1948, 1); Heffingsbeschikking melkveehouders 1949 (Stcrt. 1949, 217); Heffingsbeschikking
producenten van gecondenseerde melk (Stcrt. 1949, 246); Heffings- en toeslagbeschikking
oliën en vetten (Stcrt. 1951, 208); Heffings- en Vergoedingsbeschikking 1954 Raapolie
en Raapkoeken (Stcrt. 1954, 161);
andere beschikkingen, bijv. Beschikking Gebruik van Melkpoeder, enz. (Stcrt. 1941,
38); Inzamelingsbesluit boschbessen (Stcrt. 1943, 117); Provianderingsbeschikking
Zeeschepen (Stcrt. 1949, 217); Beschikking Verbod In- en Doorvoer en Vervoer van Pluimvee
1950 (Stcrt. 1950, 53); Beschikking exporteisen geschilde wilgenhoepels (Stcrt. 1955,
246); Beschikking exportverbod suikerbieten oogst 1956 (Stcrt. 1956, 176)
Grondslag: Voedselvoorzieningsbesluit, art. 4
Opmerking: Dit artikel vormt de grondslag voor een zeer groot aantal regelingen, waarvan
er hierboven slechts enkele genoemd zijn.Onder deze handelingen kunnen ook de aanwijzingen
voor de uitvoering van de beschikkingen vallen.
Waardering: B, 1
314
Handeling: Het verlenen van vergunningen voor of ontheffingen van de bepalingen ten
aanzien van het voortbrengen, verwerken, enz. van voedselvoorzieningsproducten
Periode: 1941–1959
Grondslag: O.a. Beschikking exporteisen geschilde wilgenhoepels, art. 3; Exportregeling
Vlas Oogst 1955, art. 4
Opmerking: Zowel t.a.v. opgelegde heffingen als t.a.v. anderssoortige bepalingen (bijv.
verbodsbepalingen) op grond van artikel 4 van het Voedselvoorzieningsbesluit. In bepaalde
gevallen konden ook de Productiecommissarissen vergunningen afgeven, namelijk wanneer
er een relatie bestond met de bodemproductie (zie handelingen Productiecommissarissen).
Waardering: V 10 jaar
315
Handeling: Het stellen van regels betreffende inrichtingen of werktuigen waarmee voedselvoorzieningsproducten
kunnen worden voortgebracht, verwerkt, vervoerd, opgeslagen, enz.
Periode: 1941–1959
Product: O.a. Besluit 1943 Karninrichting en Centrifuges; Besluit 1943 Oliepersen
en Oliewringers; Beschikking Broodjeswinkels 1946 (Stcrt. 1946, 255); Beschikking
Broedmachines 1950 (Stcrt. 1950, 253)
Grondslag: Voedselvoorzieningsbesluit, art. 5
Opmerking: De regels kunnen onder meer betrekking hebben op het vervaardigen, in voorraad
hebben, gebruiken, verhandelen en afleveren van de inrichtingen of werktuigen, dan
wel het verbieden daarvan. Regelgevende mogelijkheden in deze richting zijn sinds
1958 gebaseerd op de Landbouwwet (art. 20).
Waardering: B, 1
317
Handeling: Het verlenen van ontheffingen van de verbodsbepalingen ten aanzien van
werktuigen voor de bewerking van voedselvoorzieningsproducten
Periode: 1941–1959
Grondslag: O.a. Besluit 1943 Karninrichting en Centrifuges; Besluit 1943 Oliepersen
en Oliewringers; Beschikking Oliepersen en Oliewringers 1947
Opmerking: Het ging om het vervaardigen, verhandelen, afleveren of voorhanden hebben
van oliepersen, oliewingers, karnwerktuigen e.d. Te kleine apparaten, bijvoorbeeld,
werden verzegeld.
Waardering: V 10 jaar
318
Handeling: Het verlenen van subsidie op de aankoop of verbetering van apparatuur voor
de bewerking van voedselvoorzieningsproducten
Periode: 1941–1959
Grondslag: O.a. Subsidiebeschikking aardappelstoommachines 1948
Opmerking: Onderdeel van de handeling was het aanwijzen van de fabrikanten waarvan
de machines voor subsidie in aanmerking kwamen en het bepalen van de vereiste capaciteitsuitbreiding
van bestaande machines.
Waardering: V 10 jaar
319
Handeling: Het stellen van regels ten aanzien van grond- of hulpstoffen waarmee voedselvoorzieningsproducten
kunnen worden bereid, voortgebracht, verwerkt, vervoerd, enz.
Periode: 1941–1959
Product: O.a. Kroonkurkenbesluit V.V.O. (Stcrt. 1942, 57); Beschikking inblikverbod
voedselvoorzieningproducten (Stcrt. 1951, 29)
Grondslag: Voedselvoorzieningsbesluit, art. 6
Opmerking: De regels kunnen betrekking hebben op het vervaardigen, in voorraad hebben,
gebruiken, verhandelen of afleveren van de grond- of hulpstoffen.
Waardering: B, 1
320
Handeling: Het verlenen van ontheffingen of vergunningen op grond van het Voedselvoorzieningsbesluit
ten aanzien van grond- en hulpstoffen
Periode: 1941–1959
Grondslag: O.a. Kroonkurkenbesluit V.V.O., artt. 3 en 4, Beschikking inblikverbod
voedselvoorzieningproducten, art. 3
Opmerking: Voor wat betreft de minister behelsde deze handeling ook de goedkeuring
van door een bedrijfschap verleende ontheffingen. Het kan bijvoorbeeld gaan over verlening
van ontheffingen van de verplichte inlevering van kroonkurken als voorwaarde om een
inkoopvergunning te verkrijgen of over verlening van ontheffingen van het inblikverbod
voor voedselvoorzieningsproducten.
Waardering: V 5 jaar
321
Handeling: Het stellen van regels inzake het ter beschikking houden of inleveren van
voedselvoorzieningsproducten bij een door of bij de minister aan te wijzen orgaan
of lichaam
Periode: 1941–1959
Grondslag: Voedselvoorzieningsbesluit, art. 8
Product: Inleveringsbeschikkingen, bijv. Beschikking inlevering Ruwvoederproducten
(Stcrt. 1947, 202)
Waardering: B, 1
324
Handeling: Het machtigen van personen tot het in bezit nemen van voedselvoorzieningsproducten
die niet zijn ingeleverd of ter beschikking zijn gehouden
Periode: 1941–1959
Grondslag: Voedselvoorzieningsbesluit, art. 9, lid 1
Product: beschikkingen, bijv. Stcrt. 1941, 27
Opmerking: De gemachtigden waren de Provinciale Voedselcommissarissen, die zelf weer
ambtenaren een volmacht konden geven tot inbeslagname.
Waardering: B, 1 en 4
325
Handeling: Het aanwijzen van organen en lichamen van de voedselvoorziening die bevoegd
zijn om toezicht uit te oefenen op de naleving van het Voedselvoorzieningsbesluit
Periode: 1941–1959
Product: Beschikkingen, bijv. Aanwijzing organen en lichamen Voedselvoorziening (Stcrt.
1941, 21)
Grondslag: Voedselvoorzieningsbesluit, art. 2, lid 3
Waardering: B, 3
326
Handeling: Het op kosten van de overtreder kunnen (doen) wegnemen, beletten, verrichten
of in vorige toestand herstellen van wat in strijd met de gestelde regels omtrent
voedselvoorzieningsproducten is verricht of nagelaten
Periode: 1941–1959
Grondslag: Voedselvoorzieningsbesluit, art. 10, lid 1
Opmerking: Behalve in spoedgevallen ging hieraan een schriftelijke waarschuwing vooraf.
Vanaf de inwerkingtreding in 1951 van de Wet op de economische delicten werden overtredingen
van het Voedselvoorzieningsbesluit beschouwd als economische delicten.
Waardering: V 10 jaar
327
Handeling: Het stellen van regels betreffende vergoedingen voor inbeslaggenomen producten
Periode: 1941–1959
Grondslag: Voedselvoorzieningsbesluit, art. 9, lid 3
Waardering: B, 5
329
Handeling: Het stellen van regels betreffende de exclusieve in- of uitvoer van monopolieproducten
Periode: 1941–1959
Product: Monopoliebesluit voedselvoorziening (Stcrt. 1941, 135)
Grondslag: Voedselvoorzieningsbesluit, art. 4
Waardering: B, 1
330
Handeling: Het aanwijzen van monopoliehouders voor de in- of uitvoer van bepaalde
monopolieproducten
Periode: 1941–1959
Grondslag: Monopoliebesluit voedselvoorziening, art. 1, lid 1
Product: Monopoliebeschikkingen, o.a.: Monopoliebeschikking Tuinbouw (Stcrt. 1943,
113); Monopoliebeschikking Margarine, Vetten en Oliën (Stcrt. 1955, 246), Monopoliebeschikking
Pluimvee en Eieren (Stcrt. 1956, 168)
Opmerking: Hiervoor werden eerst de bedrijfschappen-oude stijl aangewezen en vanaf
1956 de nieuw ingestelde productschappen.
Waardering: B, 1 en 4
331
Handeling: Het stellen van voorwaarden aan potentiële gemachtigden voor de exclusieve
in- of uitvoer van monopolieproducten
Periode: 1941–1959
Grondslag: Monopoliebesluit voedselvoorziening, art. 5, lid 1
Opmerking: Het aangesloten zijn bij een bepaalde monopoliehoudende organisatie kon
hierbij als eis worden gesteld. De eisen konden worden gedifferentieerd naar invoer
of uitvoer, naar soort crisisproduct en naar doelland van in- of uitvoer.
Waardering: B, 1 en 5
333
Handeling: Het vaststellen van modellen van machtigingsformulieren voor de in- of
uitvoer van monopolieproducten, dan wel het goedkeuren van dergelijke door de monopoliehouders
ontworpen formulieren
Periode: 1941–1959
Grondslag: Monopoliebesluit voedselvoorziening, art. 2, lid 3
Waardering: V 10 jaar
335
Handeling: Het goedkeuren van de uitreiking in bijzondere gevallen van machtigingen
voor de in- of uitvoer van monopolieproducten
Periode: 1941–1959
Bron: Aanwijzing aan Hoofdproduktschap Akkerbouwprodukten betreffende afgifte van
machtigingen voor de uitvoer van consumptie-aardappelen
Waardering: B, 5
336
Handeling: Het goedkeuren van een door een monopoliehouder aan derden te verlenen
machtiging tot het namens deze afgeven van vergunningen voor het alleenrecht op de
in- of uitvoer van monopolieproducten
Periode: 1941–1959
Grondslag: Monopoliebesluit voedselvoorziening, art. 2, lid 4
Waardering: B, 5
338
Handeling: Het goedkeuren van de hoogte van de door de monopoliehouder vastgestelde
heffing voor de in- of uitvoer van een monopolieproduct
Periode: 1941–1959
Grondslag: Monopoliebesluit voedselvoorziening, art. 4, lid 1
Waardering: V 10 jaar
339
Handeling: Het geven van aanwijzingen betreffende de uitvoering van het Monopoliebesluit
voedselvoorziening
Periode: 1956–1959
Grondslag: Monopoliebesluit voedselvoorziening, art. 8a
Product: Aanwijzingen, bijv. Aanwijzing aan Hoofdproduktschap Akkerbouwprodukten betreffende
afgifte van machtigingen voor de uitvoer van consumptie-aardappelen (Stcrt. 1956,
71)
Waardering: B, 5
340
Handeling: Het stellen van regels betreffende de niet-toepasselijkheid van het Monopoliebesluit
voedselvoorziening
Periode: 1941–1959
Grondslag: Monopoliebesluit voedselvoorziening, art. 8, lid 2
Product: ontheffingsbeschikkingen (bijv. Ontheffingsbeschikking Monopoliebesluit Voedselvoorziening
1952, Stcrt. 1952, 52; Ontheffingsbeschikking in- en uitvoer voedselvoorzieningsprodukten,
Stcrt. 1957, 162)
Opmerking: Het kan hierbij gaan om bijvoorbeeld de bestemming van de producten, de
vervoerswijze ervan of de maximumhoeveelheden.
Waardering: B, 5
341
Handeling: Het beslissen tot uitsluiting of vermindering van producten of grondstoffen
dan wel tot intrekking van vergunningen en bevoegdheden op het gebied van de voedselvoorziening
Periode: 1944–1945
Grondslag: Besluit Uitsluiting toewijzing en intrekking bevoegdheden PVC’s
Waardering: B, 5 en 6
342
Handeling: Het vaststellen van regelingen in verband met het verlenen van bedrijfsvergunning
aan bedrijven die werkzaam zijn op het gebied van de voedselvoorziening
Periode: 1941–1954
Product: Bedrijfsvergunningenbesluit 1941 (VB 1941, 119), Bedrijfsvergunningenbesluit
1941 Uitvoeringsbeschikking Voedselvoorziening (Stcrt. 1941, 155), Beschikking Bedrijfsvergunningen
Voedselvoorziening (Stcrt. 1950, 232)
Waardering: B, 1
343
Handeling: Het beslissen op aanvragen tot verlening van een bedrijfsvergunning aan
bedrijven die werkzaam zijn op het gebied van de voedselvoorziening
Periode: 1941–1954
Grondslag: Bedrijfsvergunningenbesluit 1941 Uitvoeringsbeschikking Voedselvoorziening,
artt. 6 en 7; Beschikking Bedrijfsvergunningen Voedselvoorziening, artt. 7 en 8
Product: Bedrijfsvergunningen voedselvoorziening
Waardering: V 10 jaar
344
Handeling: Het verlenen van ontheffing van bepalingen van het Bedrijfsvergunningenbesluit
1941 voorzover van toepassing op bedrijven die werkzaam zijn op het gebied van de
voedselvoorziening
Periode: 1941–1954
Grondslag: Bedrijfsvergunningenbesluit 1941, art. 6
Product: Ontheffingsbeschikkingen (bijv. Stcrt. 1948, 19)
Waardering: V 10 jaar
345
Handeling: Het beslechten van geschillen tussen voedselvoorzieningsorganisaties onderling
of – in hoger beroep – van geschillen tussen een voedselvoorzieningsorganisatie en
ondernemers
Periode: 1941–1957
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 13, lid 1 en 3
Opmerking: In het geval van het beslissen in hoger beroep (tegen een uitspraak van
een scheidsgerecht) liet de minister zich bijstaan door een door hem ingestelde commissie
van advies.
Waardering: B 5
346
Handeling: Het instellen van een commissie van advies die de minister dient bij te
staan bij de beslechting van geschillen – in hoger beroep – tussen een voedselvoorzieningsorganisatie
en ondernemers
Periode: 1941–1957
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 13, lid 1
Opmerking: Hierbij werd tegelijk de werkwijze bepaald.
Waardering: B, 4 en 5
347
Handeling: Het benoemen van leden van een commissie van advies die de minister dient
bij te staan bij de beslechting van geschillen – in hoger beroep – tussen een voedselvoorzieningsorganisatie
en een of meer ondernemers
Periode: 1941–1957
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 13, lid 1
Waardering: V 2 jaar
348
Handeling: Het beoordelen van wegens niet-nakoming van regels opgestelde tuchtrechtelijke
regelingen van voedselvoorzieningsorganisaties
Periode: 1941–1957
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 20
Waardering: V 10 jaar
349
Handeling: Het vaststellen van regelgeving betreffende het beslissen van geschillen
tussen ondernemers en organisaties op het gebied van de voedselvoorziening
Periode: 1941–1956
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 13
Product: Reglement Scheidsgerecht voor de Voedselvoorziening (Stcrt. 1942, 164)
Waardering: B, 1 en 5
350
Handeling: Het instellen van een Scheidsgerecht voor de Voedselvoorziening voor het
in eerste instantie beslissen van geschillen tussen een organisatie voor de voedselvoorziening
en een of meer ondernemers
Periode: 1941–1957
Grondslag: Organisatiebesluit Voedselvoorziening 1941, art. 13, lid 1 en 2
Product: Instellingsbesluit met regeling van de werkzaamheden
Waardering: B, 4 en 5
352
Handeling: Het vaststellen van regelgeving betreffende tuchtrechtspraak op het gebied
van de voedselvoorziening
Periode: 1942–1952
Grondslag: Besluit Tuchtrechtspraak Voedselvoorziening (Stcrt. 1942, 183)
Waardering: B, 1 en 5
353
Handeling: Het vaststellen van nadere voorschriften ter uitvoering van het Besluit
Tuchtrechtspraak Voedselvoorziening
Periode: 1942–1952
Grondslag: Besluit Tuchtrechtspraak Voedselvoorziening, art. 55
Waardering: B, 5
354
Handeling: Het aanwijzen van bedrijfschappen-oude stijl die worden belast met de uitoefening
van de tuchtrechtspraak op het gebied van de voedselvoorziening
Periode: 1942–1952
Grondslag: Besluit Tuchtrechtspraak Voedselvoorziening, art. 4
Product: Besluit Aanwijzing organisatie, belast met tuchtrechtspraak (Stcrt. 1942,
202)
Waardering: B, 4 en 5
355
Handeling: Het benoemen, schorsen of ontslaan van tuchtrechters, leden van het Centraal
College voor de Tuchtrechtspraak, griffiers en (hoofd)ambtenaren voor de tuchtrechtspraak
Periode: 1942–1952
Grondslag: Besluit Tuchtrechtspraak Voedselvoorziening, artt. 6, 7 en 9
Waardering: V 2 jaar
362
Handeling: Het (mede) voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking
van wet- en regelgeving betreffende veiligstelling van de voedselvoorziening in bijzondere
omstandigheden
Periode: 1939–
Opmerking: Onder deze handeling vallen ook regelingen bij de totstandkoming waarvan
de minister van Landbouw, gelet op de landbouwaspecten, als tweede ondertekenaar betrokken
is (bijv. Stcrt. 1947, 87, waarbij enkele artikelen van de Algemene Bonaanwijzingsbeschikiking
kwamen te vervallen)..
Product: Bodemproductiewet 1939 (Stb. 1939, 632); Distributiewet 1939 (Stb. 1939,
633); Prijsopdrijvings- en hamsterwet 1939 (Stb. 1939, 634); Hamsterwet (Stb. 1962,
542); Noodwet voedselvoorziening (Stb. 1962, 566)
Waardering: B, 1
363
Handeling: Het voorbereiden van Koninklijke Besluiten tot (tijdelijke) in- of buitenwerkingstelling
van relevante artikelen van noodwetten die van belang zijn voor de voedselvoorziening
Periode: 1939–1997
Grondslag: Bodemproductiewet 1939, art. 17, lid 2 en 5; Distributiewet 1939, art.
24, lid 2 en 5; Prijsopdrijvings- en hamsterwet 1939, art. 21, lid 1 en 4; Hamsterwet,
art. 1, lid 1 en 4; Noodwet voedselvoorziening, art. 4, lid 1 en 6 – alle gewijzigd
bij de Invoeringswet Coördinatiewet uitzonderingstoestanden
Coördinatiewet uitzonderingstoestanden, artt. 7 en 8
Opmerking: Zie voor de Prijsopdrijvings- en hamsterwet 1939 ook handeling 2 van Pivot-rapport
nr. 108, Prijsbeleid en Economische controle.
Waardering: B, 1 en 6
364
Handeling: Het in buitengewone omstandigheden tijdelijk in werking stellen van de
artikelen 6-14 van de Noodwet voedselvoorziening of de artikelen 3-5 van de Hamsterwet
Periode: 1963–1997
Grondslag: Noodwet voedselvoorziening, art. 5, lid 1, Hamsterwet, art. 2, lid 1
Opmerking: Deze bevoegdheid, bedoeld om wanneer een gewichtige reden onmiddelijke
voorziening vereist de tijdsspanne van hoogstens een week te overbruggen die nodig
werd geacht om een KB tot inwerkingstelling tot stand te brengen, werd ingetrokken
bij de Invoeringswet Coördinatiewet uitzonderingstoestanden (Stb. 1996, 366). Voor
wat betreft de Hamsterwet kan ook de minister van EZ deze handeling verrichten, namelijk
voor niet-voedselproducten.
Waardering: B, 5 en 6
365
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wetgeving
betreffende het voortduren van de werking van relevante artikelen van noodwetten die
van belang zijn voor de voedselvoorziening
Periode: 1939–1997
Grondslag: Bodemproductiewet 1939, art. 17, lid 4; Distributiewet 1939, art. 24, lid
4; Prijsopdrijvings- en hamsterwet 1939, art. 21, lid 3; Hamsterwet, art. 1, lid 2;
Noodwet voedselvoorziening, art. 4, lid 4 – alle gewijzigd bij de Invoeringswet Coördinatiewet
uitzonderingstoestanden
Opmerking: Vanaf 1997 geldt deze handeling (de zogenoemde verlengingswetprocedure)
alleen voor de inwerkingstelling van de relevante bepalingen ‘in buitengewone omstandigheden’,
dus niet in uitzonderingstoestanden.
Waardering: B, 5 en 6
366
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van algemene
maatregelen van bestuur met betrekking tot de landbouwproductie in relatie tot de
bodembestemming
Periode: 1939–
Grondslag: Bodemproductiewet 1939, art. 3
Product: Bodemproductiebesluit 1939 (Stb. 679 PP)
Opmerking: Hieronder vallen ook amvb’s betreffende de uitkering van geldbedragen voortvloeiend
uit de hoofdregelgeving (art. 4).
Waardering: B, 1
367
Handeling: Het geven van nadere voorschriften met betrekking tot de landbouwproductie
in relatie tot de bodembestemming
Periode: 1939–
Grondslag: Bodemproductiebesluit, art. 2
Product: Bodemproductiebeschikkingen, bijv. Scheurbeschikking 1944 Bodemproductie
(Stcrt. 1944, 143)
Waardering: B, 1
368
Handeling: Het vaststellen van regelgeving betreffende de bevoegdheden van de Regeringscommissaris
en de Productiecommissarissen voor de Bodemproductie om nadere regels te stellen over
de landbouw en bodembestemming
Periode: 1939–
Grondslag: Bodemproductiebesluit, art. 3, lid 1
Opmerking: Hieronder valt tevens de bevoegdheid om de door de betreffende personen
uitgevaardigde regels te vernietigen.
Waardering: B, 4 en 5
369
Handeling: Het vaststellen van nadere regels betreffende de landbouwproductie in relatie
tot de bodembestemming
Periode: 1950–
Grondslag: Bodemproductiebesluit, art. 3, lid 1; Organisatiebeschikking Bodemproductie,
art. 3, lid 3
Opmerking: Het kan hierbij ook gaan om uitvoeringsvoorschriften. In 1950 gingen de
taken van de Productiecommissaris voor de Veeteelt naar de directeur van het Veeteeltwezen
(en daarmee naar de minister van Landbouw).
Waardering: B, 5
370
Handeling: Het vernietigen van door de Regeringscommissaris voor de Bodemproductie
of een Productiecommissaris gegeven voorschriften
Periode: 1939–
Grondslag: Bodemproductiebesluit, art. 4
Waardering: B, 5 en 6
371
Handeling: Het verlenen van ontheffingen op voorschriften op het gebied van de bodemproductie
Periode: 1939–
Grondslag: Bodemproductiebeschikkingen, bijv. Bodemproductiebeschikking 1943 Scheurpremies;
Scheurbeschikking 1944 Bodemproductie, art. 3
Waardering: B, 5 en 6
372
Handeling: Het benoemen van de Regeringscommissaris voor de Bodemproductie
Periode: 1939–1950
Grondslag: Bodemproductiewet 1939, art. 5
Opmerking: Hieronder valt ook het schorsen en ontslaan.
Waardering: V 2 jaar
373
Handeling: Het opstellen van instructies voor de Regeringscommissaris voor de Bodemproductie
Periode: 1939–1950
Grondslag: Bodemproductiewet 1939, art. 5
Waardering: B, 4 en 5
375
Handeling: Het aanwijzen van Productiecommissarissen
Periode: 1939–
Grondslag: Organisatiebeschikking Bodemproductie, artt. 4-7
Product: Benoemingsbeschikkingen (bijv. Stcrt. 1939, 241)
Waardering: V 10 jaar
376
Handeling Het vaststellen van bijzondere regelingen ten aanzien van de competentie
van Productiecommissarissen
Periode: 1950–
Grondslag: Organisatiebeschikking Bodemproductie, art. 8
Waardering: B, 4 en 5
377
Handeling: Het verlenen van vergunningen en ontheffingen ten aanzien van bodemproductieregelingen
en het goedkeuren van plannen terzake
Periode: 1950–
Grondslag: Organisatiebeschikking Bodemproductie, art. 3, lid 2; bodemproductiebeschikkingen
Opmerking: Aan de vergunningen kunnen nadere voorwaarden worden verbonden. Productiecommissarissen
konden ook worden ingezet voor het verlenen van vergunningen en ontheffingen ten aanzien
van andere regelingen dan bodemproductiebeschikkingen, die echter wel met de bodemproductie
van doen hadden (bijv. Inzamelingsbesluit boschbessen (Stcrt. 1943, 117), gebaseerd
op art. 4, Voedselvoorzieningsbesluit: vergunning voor het plukken van bosbessen in
bepaalde gemeenten).De minister van Landbouw handelde sinds 1950 middels de directeur
Veeteeltwezen (en taakopvolgers).
Waardering: V 10 jaar
378
Handeling: Het instellen van Commissies van Bijstand (voor de Bodemproductie)
Periode: 1939–
Grondslag: Organisatiebeschikking Bodemproductie, art. 9
Waardering: B, 4 en 5
380
Handeling; Het benoemen van leden van de Commissies van Bijstand (voor de Bodemproductie)
Periode: 1939–
Grondslag: Organisatiebeschikking Bodemproductie, artt. 11-14
Opmerking: Erkende landbouworganisaties doen hieromtrent aanbevelingen. Het betreft
hier ook de benoeming van adviserende leden (artt. 14 en 16).
Waardering: V 10 jaar
381
Handeling: Het toevoegen van een secretaris aan Commissies van Bijstand (voor de Bodemproductie)
Periode: 1950–
Grondslag: Organisatiebeschikking Bodemproductie, art. 18
Waardering: V 10 jaar
382
Handeling: Het vaststellen van huishoudelijke reglementen voor Commissies van Bijstand
(voor de Bodemproductie)
Periode: 1939–
Grondslag: Organisatiebeschikking Bodemproductie, art. 20
Waardering: V 15 jaar
383
Handeling: Het instellen van de Commissie voor de Bodemproductie
Periode: 1939–
Grondslag: Bodemproductiewet 1939, art. 6
Waardering: B, 4
384
Handeling: Het benoemen van leden van de Commissie voor de Bodemproductie
Periode: 1939–
Grondslag: Bodemproductiewet 1939, art. 7, lid 2
Waardering: V 2 jaar
386
Handeling: Het opstellen van nadere regels inzake de bevoegdheid, samenstelling, benoeming
en werkwijze van de Commissie voor de Bodemproductie
Periode: 1939–
Grondslag: Bodemproductiewet 1939, art. 7, lid 3
Opmerking: De regels worden vastgesteld door de Kroon.
Waardering: B
387
Handeling: Het beschikken dat op kosten van de overtreder wordt tenietgedaan of verricht
wat in strijd met deze wet is verricht of nagelaten
Periode: 1939–
Grondslag: Bodemproductiewet 1939, artt. 8 en 9
Opmerking: De kosten kunnen bij dwangbevel worden ingevorderd.
Waardering: V 10 jaar
388
Handeling: Het vaststellen van distributieregelingen voor landbouwgoederen
Periode: 1939–
Grondslag: Distributiewet 1939, artt. 3-8
Product: distributiebeschikkingen, bijv.: Spiritusbeschikking 1939 (Stcrt. 1939, 200),
Beschuitdistributiebeschikking 1942-I (Stcrt. 1942, 202), beschikking Bonaanwijzingen
(Stcrt. 1942, 202), Kaasdistributiebeschikking 1946 (Stcrt. 1946, 159), Levensmiddelendistributiebeschikking
1947 (Stcrt. 1947, 105), beschikking Verkoop van matzes (Stcrt. 1948, 41), Kunstmestdistributiebeschikking
1948 (Stcrt. 1948, 100); andere beschikkingen, bijv.: Honden- en Kattenbroodbeschikking
1940 (wijziging – Stcrt. 1942, 21)
Opmerking: De regelingen kunnen voorschriften geven inzake aan- en verkoop, aflevering,
voorraadvorming, vervoer, gebruik, verbruik, be- en verwerking en opgave van voorraden,
alsook betreffende hoeveelheden distributiegoederen die voor een bon beschikbaar (mogen)
worden gesteld. Met de minister van Defensie wordt overlegd inzake de hoeveelheden
distributiegoederen die beschikbaar moeten blijven voor de landsverdediging. Sinds
opheffing van de veevoederdistributie heeft de minister van Landbouw deze handeling
niet meer toegepast.
Waardering: B, 1 en 6
389
Handeling: Het verlenen van vergunningen en ontheffingen ten aanzien van landbouwdistributiegoederen
Periode: 1939–
Grondslag: Distributiewet 1939, art. 5, lid 2; distributiebeschikkingen
Opmerking: De vergunningen konden met name betrekking hebben op het kopen, verkopen,
te koop aanbieden, afleveren, voorhanden of in voorraad hebben van de distributiegoederen.
Waardering: B 6 voor de periode 1939-1952
V, 5 jaar na 1952
390
Handeling: Het met betrekking tot landbouwgoederen nader aanwijzen en voor een bepaald
tijdvak geldig verklaren van distributiebonnen of toewijzingen
Periode: 1939–1949
Grondslag: distributiebeschikkingen, bijv. Levensmiddelendistributiebeschikking 1947
(Stcrt. 1947, 105), art. 2
Product: aanwijzingen, rantsoenlijsten, e.a.
Opmerking: De bonnen en toewijzingen (die recht geven op het in ontvangst nemen van
een bepaald aantal rantsoenen) werden uitgereikt door de distributiediensten.
Waardering: B, 5 en 6
391
Handeling: Het geven van aanwijzingen betreffende het aanbieden van bonnen, toewijzingen
of vergunningen aan een distributiedienst ter verkrijging van de desbetreffende landbouwdistributiegoederen
Periode: 1939–1949
Grondslag: distributiebeschikkingen, bijv. Kaasdistributiebeschikking 1946 (Stcrt.
1946, 159), art. 6, lid 1; Vleesch- en vleeschwarendistributiebeschikking 1946 (Stcrt.
1947, 25), art. 6, lid 1; Levensmiddelendistributiebeschikking 1947 (Stcrt. 1947,
105), art. 6, lid 1
Waardering: B, 5 en 6
393
Handeling: Het vaststellen van voedingsnormen ten behoeve van de voedselvoorziening
(met name in buitengewone omstandigheden)
Periode: 1947–1959
Bron: o.a. Verslagen over de landbouw
Opmerking: Binnen de Gezondheidsraad verricht de Beraadsgroep Voeding deze handeling.
Waardering: B, 5 en 6
394
Handeling: Het subsidiëren van instanties die zich bezighouden met voorlichting van
de bevolking op het gebied van goede voeding (met name in tijden van schaarste)
Periode: 1939–1949
Bron: Verslagen over de landbouw, 1947
Opmerking: De gelden kwamen uit het Landbouw-Egalisatiefonds.
Waardering: V 10 jaar
395
Handeling: Het vaststellen van voedernormen voor verschillende soorten en categorieën
dieren
Periode: 1939–1953
Bron: Verslag over de landbouw 1952
Waardering: V 10 jaar
396
Handeling: Het in het kader van distributie vaststellen van voorschriften inzake de
samenstelling van mengvoeders
Periode: 1939–1953
Product: Codex (minister van Landbouw), raamvoorschriften (bedrijfschap-oude stijl)
Bron: Verslag over de landbouw 1952
Waardering: B, 5 en 6
397
Handeling: Het treffen van extra maatregelen ten behoeve van de aanvullende voedselverstrekking
in tijden van schaarste
Periode: 1942–1951
Bron: Verslagen over de landbouw, 1947-1949
Waardering: B, 1 en 5
398
Handeling: Het sluiten van overeenkomsten met rederijen voor de financiering van distributiemaatregelen
ten behoeve van Rijnschippers
Periode: 1949–1949
Bron: Verslag over de landbouw in 1949
Opmerking: Het ministerie van Landbouw nam deze distributietaak in 1949 over van het
opgeheven Distributiekantoor in Keulen.
Waardering: V 10 jaar
399
Handeling: Het vaststellen van maximumprijzen van landbouwproducten en diensten in
het kader van de Prijsopdrijvings- en hamsterwet 1939
Periode: 1939–1961
Grondslag: Prijsopdrijvings- en hamsterwet 1939, artt. 3-4
Product: prijzenbeschikkingen, bijv. Prijzenbeschikking consumptie-aardappelen oogst
1950 (Stcrt. 1950, 253), Broodprijsbeschikking 1951 (Stcrt. 1951, 54A), Prijzenbeschikking
suiker 1955 (Stcrt. 1955, 163)
Opmerking: Sommige prijzenbeschikkingen berustten mede op art. 10 van het Organisatiebesluit
Voedselvoorziening 1941. Onder deze handeling vielen ook de beschikkingen tot buitenwerkingtreding
van prijzenbeschikkingen (bijv. Stcrt. 1948, 44 en 200).
Waardering: B, 5 en 6
401
Handeling: Het vaststellen van nadere regels tot het tegengaan van het hamsteren van
landbouwproducten
Periode: 1939–
Grondslag: Prijsopdrijvings- en hamsterwet 1939, art. 9, lid 3; Hamsterwet, art. 3,
lid 2
Waardering: B, 1 en 6
402
Handeling Het verlenen van ontheffing van regels tot het tegengaan van het hamsteren
van landbouwproducten
Periode: 1939–
Grondslag: Prijsopdrijvings- en hamsterwet 1939, art. 9, lid 6; Hamsterwet, art. 4,
lid 1
Waardering: V 5 jaar
403
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van algemene
maatregelen van bestuur met betrekking tot de bestemming van krachtens een van de
noodwetten van 1939 verbeurdverklaarde landbouwgoederen
Periode: 1939–
Grondslag: Bodemproductiewet 1939, art. 11, lid 4; Distributiewet 1939, art. 18, lid
7; Prijsopdrijvings- en hamsterwet 1939, art. 15, lid 2
Waardering: B, 1 en 5
404
Handeling: Het voor benoeming door de Kroon voordragen van Provinciale Voedselcommissarissen
Periode: 1938–
Grondslag: (vanaf 1963) Noodwet voedselvoorziening, art. 2, lid 1
Product: besluiten tot ontslag/benoeming van Provinciale Voedselcommissarissen (bijv.
Stcrt. 1997, 97; Stcrt. 1998, 196)
Waardering: V 2 jaar
405
Handeling: Het aanwijzen van Voedselcommissarissen belast met de uitvoering van de
bepalingen van de Noodwet voedselvoorziening
Periode: 1938–
Grondslag: (vanaf 1963) Noodwet voedselvoorziening, art. 3
Product: o.a. Beschikking aanwijzing voedselcommissarissen (Stcrt. 1965, 141), Beschikking
Aanwijzing voedselcommissarissen ’s-Gravenhage (Stcrt. 1970, 73)
Waardering: V 2 jaar
406
Handeling: Het vaststellen van het ambtsgebied van Voedselcommissarissen
Periode: 1938–
Grondslag: (vanaf 1963) Noodwet voedselvoorziening, art. 2, lid 2, en art. 3
Product: O.a. Beschikking Ambtsgebied voedselcommissarissen Noord-Brabant en Gelderland
(Stcrt. 1970, 95)
Opmerking: Meestal gebeurt dit in dezelfde beschikking als de aanwijzing van de Voedselcommissaris.
Het ambtsgebied kan een provincie zijn of een daarvan afwijkend gebied. Van 1954 tot
1964 bestond er een Plancommissie voor de Dienst van de Provinciale Voedselcommissarissen
(PVC’s). Deze was belast met het adviseren ten aanzien van het jaarplan van werkzaamheden
van de dienst van de PVC’s en de organisatie van de dienst.
Waardering: B, 5
408
Handeling: Het in buitengewone omstandigheden vaststellen van regels betreffende het
voortbrengen, be- en verwerken, te koop aanbieden, enz. van landbouwproducten
Periode: 1963–
Grondslag: Noodwet voedselvoorziening, art. 6
Opmerking: Het gaat hier om dezelfde activiteiten als in art. 13 Landbouwwet genoemd
worden, vermeerderd met: inzamelen en verpakken. Behalve wanneer het landsbelang zich
daartegen zou verzetten, diende de minister ,tot 1995, over dergelijke regels de in
belangrijke mate betrokken productschappen en bedrijfschappen te horen.
Waardering: B, 1 en 6
409
Handeling: Het vaststellen van regels betreffende het betalen van een geldsom voor
het voortbrengen, be- en verwerken, te koop aanbieden, enz. van landbouwproducten
Periode: 1963–
Grondslag: Noodwet voedselvoorziening, art. 8, lid 1
Opmerking: Het gaat hierbij om betalingen voor handelingen die worden genoemd in artikel
6.
Waardering: B, 5 en 6
410
Handeling: Het vaststellen van (groepen van) gevallen die in aanmerking komen voor
gehele of gedeeltelijke restitutie van geldsom die is betaald voor het voortbrengen,
be- en verwerken, te koop aanbieden, enz. van landbouwproducten
Periode: 1963–
Grondslag: Noodwet voedselvoorziening, art. 8, lid 2
Waardering: B, 5 en 6
411
Handeling: Het geheel of gedeeltelijk restitueren van een geldsom die is betaald voor
het voortbrengen, be- en verwerken, verhandelen, enz. van landbouwproducten
Periode: 1963–
Grondslag: Noodwet voedselvoorziening, art. 8, lid 2
Waardering:
412
Handeling: Het in buitengewone omstandigheden vaststellen van regels betreffende de
prijzen voor landbouwproducten
Periode: 1963–
Grondslag: Noodwet voedselvoorziening, art. 7, lid 1
Opmerking: In het algemeen zal het vooral gaan om producenten- en handelarenprijzen,
terwijl de consumentenprijzen doorgaans worden vastgesteld door de minister van Economische
Zaken.
Waardering: B, 5 en 6
413
Handeling: Het in buitengewone omstandigheden vaststellen van regels betreffende het
bereiden, vervaardigen, in voorraad hebben, te koop aanbieden, enz. van grond- en
hulpstoffen, werktuigen, machines, merktekens, enz. die worden gebruikt in relatie
tot landbouwproducten
Periode: 1963–
Grondslag: Noodwet voedselvoorziening, art. 9
Opmerking: Behalve wanneer het landsbelang zich daartegen zou verzetten, diende de
minister (tot 1995) over dergelijke regels de in belangrijke mate betrokken product-
en bedrijfschappen te horen.
Waardering: B, 1 en 6
414
Handeling: Het in buitengewone omstandigheden vaststellen van regels betreffende het
ter beschikking houden van landbouwproducten en goederen voor, dan wel het inleveren
bij een door de minister aan te wijzen lichaam, orgaan of persoon
Periode: 1963–
Grondslag: Noodwet voedselvoorziening, art. 10, lid 1
Opmerking: Behalve wanneer het landsbelang zich daartegen zou verzetten, diende de
minister over dergelijke regels de in belangrijke mate betrokken product- en bedrijfschappen
te horen.
Waardering: B, 1 en 6
415
Handeling: Het toekennen van vergoedingen naar aanleiding van het in buitengewone
omstandigheden verplicht ter beschikking houden of inleveren van landbouwproducten
en goederen
Periode: 1963–
Grondslag: Noodwet voedselvoorziening, art. 10, lid 3 en 4
Waardering: V 5 jaar
416
Handeling: Het verlenen en intrekken van ontheffingen en vergunningen met betrekking
tot regelgeving ingevolge de Noodwet voedselvoorziening
Periode: 1963–
Grondslag: Noodwet voedselvoorziening, art. 11
Opmerking: De minister kan hieraan (beperkende) voorwaarden verbinden.
Waardering: V 10 jaar
417
Handeling: Het stellen van regels betreffende het verplicht bijhouden en verstrekken
van gegevens ten aanzien van de activiteiten als bedoeld in de artikelen 6 en 9 van
de Noodwet voedselvoorziening
Periode: 1963–
Grondslag: Noodwet voedselvoorziening, art. 12, lid 1
Waardering: B, 5 en 6
418
Handeling: Het in buitengewone omstandigheden geheel of gedeeltelijk schorsen van
verordeningen van product- of bedrijfschappen en het vaststellen van vervangende regels
Periode: 1963–
Grondslag: Noodwet voedselvoorziening, art. 13
Opmerking: Het gaat om verordeningen krachtens de Noodwet voedselvoorziening, de Landbouwwet,
de Wet op de bedrijfsorganisatie of het instellingsbesluit van het betrokken bedrijfslichaam.
Waardering: B, 5 en 6
419
Handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur vaststellen in welke gevallen voor
het opstellen van noodmaatregelen op het gebied van de voedselvoorziening overeenstemming
met de minister van Economische Zaken vereist is
Periode: 1963–
Grondslag: Noodwet voedselvoorziening, art. 6, lid 4, na wijziging lid 3, art. 7,
lid 2, art. 9, lid 2, art. 10, lid 2, en art. 12, lid 2
Waardering: B, 1 en 6
420
Handeling: Het bij beschikking vorderen van de medewerking van een orgaan van een
product- of bedrijfschap bij de uitoefening van bevoegdheden krachtens de Noodwet
voedselvoorziening
Periode: 1963–
Grondslag: Noodwet voedselvoorziening, art. 15, lid 1
Opmerking: De gevorderde medewerking kan bestaan uit het opstellen van verordeningen.
Waardering: B, 5 en 6
421
Handeling: Het goedkeuren van regels die product- of bedrijfschappen in buitengewone
omstandigheden hebben opgesteld voor de uitvoering van de Noodwet voedselvoorziening
Periode: 1963–
Grondslag: Noodwet voedselvoorziening, art. 15, lid 2
Opmerking: De goedkeuring van de minister van Economische Zaken is noodzakelijk wanneer
de beschikking waarbij de medewerking is ingeroepen, in overeenstemming met de minister
van Economische Zaken is vastgesteld.
422
Handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur stellen van regels voor tegemoetkoming
in de kosten van de gevorderde medewerking met betrekking tot de voedselvoorziening
in buitengewone omstandigheden
Periode: 1963–
Grondslag: Noodwet voedselvoorziening, art. 17
Waardering: B, 5
423
Handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur aanwijzen van de autoriteiten die
in geval van het wegvallen van de verbinding met de minister van Landbouw in bijzondere
omstandigheden de aan deze toekomende bevoegdheden tijdelijk mogen uitoefenen
Periode: 1963–
Grondslag: Noodwet voedselvoorziening, art. 18
Opmerking: In beginsel moet voor wat betreft de voedselvoorziening worden gedacht
aan de Voedselcommissarissen.
Waardering: B, 4 en 5
424
Handeling: Het stellen van regels betreffende het beantwoorden van vragen of het verstrekken
van gegevens door degenen die te maken hebben met de bepalingen van de Noodwet voedselvoorziening
Periode: 1963–
Grondslag: Noodwet voedselvoorziening, art. 23, lid 1
Waardering: B, 5 en 6
425
Handeling: Het stellen van nadere regels ter uitvoering van de Noodwet voedselvoorziening
Periode: 1963–
Grondslag: Noodwet voedselvoorziening, art. 29, lid 1
Waardering: B, 5 en 6
426
Handeling: Het leveren van bijdragen aan het ontwerpen van organisaties ten behoeve
van de voedselvoorziening in bijzondere omstandigheden
Periode: 1945–
Bron: Begroting 1972
Waardering: B, 1 en 4
427
Handeling: Het samenstellen en bijhouden van handboeken, rampenplannen, enz. voor
de voedselvoorziening in bijzondere omstandigheden
Periode: 1950–
Product: Handboek Bijzondere Omstandigheden (ligt bij directie Kabinet), Handboek
Noodkeukens (rond 1968), Noodplan voedselvoorziening (rond 1993 voor het laatst herzien),
Handboek Crisisbeheersing Voedselbeheersing (1996), Draaiboek Crisisbeheersing Voedselvoorziening
(1999)
Waardering: B, 1 en 5
428
Handeling: Het coördineren van het aanschaffen en op peil houden van voorraden noodrantsoenen
en materialen voor noodkeukens
Periode: 1950–
Bron: Verslag over de landbouw in 1950; begroting 1972
Opmerking: Al in 1950, toen de import van granen nog centraal gebeurde via het VIB,
kregen de provinciale voedselcommissarissen aanvullende toewijzingen van voedergranen
voor het aanleggen van provinciale noodreserves. De laatste jaren is er (vrijwel)
geen sprake meer van permanent aangehouden voorraden.
Waardering: B: eindproduct
V: overig materiaal, 5 en 10 jaar
429
Handeling: Het (doen) verrichten van onderzoek in het kader van de voedselvoorziening
in bijzondere omstandigheden
Periode: 1950–
Bron: O.a. begroting 1972
Opmerking: Het onderzoek kan gaan over bijvoorbeeld alternatieve verwerkingsmethoden
van landbouwproducten tot levensmiddelen, de zelfvoorzieningsgraad van de binnenlandse
landbouw, enz.
Waardering: B, 6
430
Handeling: Het in het kader van de voedselvoorziening in bijzondere omstandigheden
coördineren van opleidingen en oefeningen
Periode: 1950–
Bron: O.a. begroting 1972
Opmerking: Zo stelde het ministerie van LNV in 1982, samen met de STULM, een Cursus
civiele verdediging 1982/’83 op.
Waardering: B, 5
432
Handeling: Het aanwijzen van vitale bedrijven, producenten of productielocaties in
het kader van de voedselvoorziening
Periode: 1950–
Bron: Draaiboek Crisisbeheersing Voedselvoorziening (1999)
Opmerking: LASER houdt hiervan een actuele lijst bij.
Waardering: B, 5
433
Handeling: Het, in het kader van de civiele verdedigingsvoorbereiding, verzamelen
van gegevens over de beschikbaarheid van landbouwproducten
Periode: 1999–
Bron: Draaiboek Crisisbeheersing Voedselvoorziening (1999)
Opmerking: Informatie komt van de Europese beheerscomités, de productschappen en de
media. Middels nota’s van de betrokken directie(s) wordt de informatie doorgespeeld
aan de verantwoordelijken (bijv. Operationeel Team).
Waardering: B, 5
436
Handeling: Het op grond van verkregen informatie besluiten tot het overgaan op een
volgende fase van de crisisbeheersing op het gebied van de voedselvoorziening
Periode: 1999–
Bron: Draaiboek Crisisbeheersing Voedselvoorziening (1999)
Opmerking: De basis voor deze handeling zijn door de betrokken directies opgestelde
nota’s en rapportages. Voordat wordt overgegaan op de fase van de Buitengewone Omstandigheden,
bereidt de directie JZ daarvan de juridische stappen voor.
Waardering: B, 5 en 6
437
Handeling: Het instellen van een Operationeel Team
Periode: 1999–
Bron: Draaiboek Crisisbeheersing Voedselvoorziening (1999)
Opmerking: In dit geval inclusief de benoeming van de leden van het team.
Waardering: B, 5 en 6
438
Handeling: Het verrichten van werkzaamheden ter bewaking en verbetering van de voedselvoorziening
in de verschillende fases van crisisbeheersing
Periode: 1950–
Bron: Draaiboek Crisisbeheersing Voedselvoorziening (1999)
Opmerking: Het gaat hierbij om het verzamelen en analyseren van gegevens, het onderhouden
van nationale en internationale contacten, het ontwikkelen van scenario’s, enz.
Waardering: B, 5 en 6
439
Handeling: Het in de verschillende fases van crisisbeheersing voorbereiden van beleidsbeslissingen
Periode: 1950–
Bron: Draaiboek Crisisbeheersing Voedselvoorziening (1999)
Opmerking: Het gaat hierbij om bijvoorbeeld het doen van voorstellen aan de Bestuursraad
(bijv. over de preventieve aanleg van voedselvoorraden) of aan de Crisisstaf (bijv.
over alle aspecten van distributie).
Waardering: B, 1 en 5
440
Handeling: Het activeren van een communicatie- en/of auditteam
Periode: 1999–
Bron: Draaiboek Crisisbeheersing Voedselvoorziening (1999)
Waardering: B, 5 en 6
441
Handeling: Het instellen van een Crisisstaf
Periode: 1999–
Bron: Draaiboek Crisisbeheersing Voedselvoorziening (1999)
Opmerking: In dit geval inclusief de benoeming van de leden van de staf. Wanneer in
de aandachtsfase de situatie blijft verslechteren, dan breekt de crisisfase aan. De
SG stelt in dat geval een Crisisstaf in. Alle (management)informatie aan deze staf
verloopt via het dan uitgedunde Operationeel Team.
Waardering: B, 5 en 6
442
Handeling: Het coördineren van de crisisbeheersing op het gebied van de voedselvoorziening
Periode: 1999–
Bron: Draaiboek Crisisbeheersing Voedselvoorziening (1999)
Opmerking: Beslissingen worden genomen op grond van door het Operationeel Team aangeleverde
informatie.
Waardering: B, 5 en 6
443
Handeling: Het bij een crisis in de voedselvoorziening opstellen van overzichten van
ingezaaide arealen en het zoeken en beschikbaar houden van opslagruimten
Periode: 1999–
Bron: Draaiboek Crisisbeheersing Voedselvoorziening (1999)
Opmerking: Deze handeling dient voor het geval dat bij verslechtering van de situatie
wordt overgegaan tot centrale inname van voorraden en uitgifte van leveranties van
agrarische grondstoffen voor voedingsmiddelen waarvoor tekorten bestaan.
Waardering: B, 5
445
Handeling: Het informeren van binnenlandse partners over problemen en maatregelen
inzake de voedselvoorziening
Periode: 1999–
Bron: Draaiboek Crisisbeheersing Voedselvoorziening (1999)
Opmerking: Het kan dan gaan om het informeren van de Crisisstaven van de Commissarissen
van de Koningin door de Regionale Beleidsdirecties.
Waardering: B, 5 en 6
446
Handeling: Het informeren van buitenlandse partners over nationale problemen bij de
voedselvoorziening
Periode: 1999–
Bron: Draaiboek Crisisbeheersing Voedselvoorziening (1999)
Opmerking: Zo moet de directeur van het Civil Emergency Planning Directorate van de
NAVO te Brussel op de hoogte worden gesteld.
Waardering: B, 5 en 6
447
Handeling: Het voorlichten van de consument ter zake van aangelegenheden betreffende
(dreigende) voedseltekorten
Periode: 1950–
Bron: Draaiboek Crisisbeheersing Voedselvoorziening (1999)
Opmerking: Het gaat hierbij om bijv. voorlichting over alternatieven bij schaarste
aan bepaalde voedingsmiddelen. Bij Bijzondere Omstandigheden kan het Nationale Voorlichtingscentrum
worden ingeschakeld. In de fase van de Buitengewone Omstandigheden gaat met name het
distributievraagstuk spelen. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) kan in dat geval zijn collega van EZ verzoeken om de distributieorganisatie
in werking te stellen.
Waardering: B, 5 en 6
448
Handeling: Het maken van afspraken met betrokkenen betreffende de financiële vergoeding
van de kosten die zijn gemaakt voor de uitvoering van werkzaamheden in het kader van
de civiele verdedigingsvoorbereiding (voedselvoorziening)
Periode: 1950–
Bron: Draaiboek Crisisbeheersing Voedselvoorziening (1999)
Opmerking: Voor de door de productschappen gemaakte kosten is de Medebewindskostenbeschikking
1980 van toepassing.
Waardering: B, 5
449
Handeling: Het vergoeden van de kosten die zijn gemaakt voor de uitvoering van werkzaamheden
in het kader van de civiele verdedigingsvoorbereiding (voedselvoorziening)
Periode: 1950–
Bron: Draaiboek Crisisbeheersing Voedselvoorziening (1999)
Opmerking: Voor de door de productschappen gemaakte kosten is de Medebewindskostenbeschikking
1980 van toepassing.
Waardering: V 10 jaar
451
Handeling: Het aan de minister van Defensie vergoeden van de kosten die zijn gemaakt
voor de inzet van militairen bij het oogsten van landbouwproducten
Periode: 1945–
Bron: Staatscourant 1974, 246
Waardering: V 10 jaar
452
Handeling: Het bepalen van de kaders van het garantieprijsbeleid
Periode: 1948–1968
Grondslag: Begrotingen
Product: Nota betreffende het landbouwprijsbeleid (1958); Nota inzake de hoofdlijnen
van het in de naaste toekomst te voeren garantiebeleid voor de landbouw (1959)
Opmerking: Het complex aan regelingen werd doorgaans jaarlijks bepaald. De regelingen
zelf waren in het algemeen gebaseerd op de Landbouw-Crisiswet 1933 en de Landbouwwet.
Waardering: B, 1
453
Handeling: Het instellen van sectorspecifieke commissies die de minister van Landbouw
adviseren inzake het garantieprijsbeleid voor landbouwproducten
Periode: 1948–1962
Bron: Begrotingen
Opmerking: Bijv. Commissie Voedergranen 1958, Commissie Zuivelproblematiek 1960 (niet
te verwarren met de studiecommissie Zuivelproblematiek van het Produktschap voor Zuivel).
Waardering: B, 1
455
Handeling: Het verlenen van ontheffingen van garantieprijsbeschikkingen
Periode: 1952–1968
Grondslag: O.a. Beschikking garantieprijs beetwortelsuiker oogst 1957 II
Waardering: V 10 jaar
456
Handeling: Het vaststellen van de uitgangspunten voor de kostprijs- en rentabiliteitsberekening
ten behoeve van het garantieprijsbeleid
Periode: 1952–1968
Bron: Nota betreffende het landbouwprijsbeleid (onderdeel van Begroting 1960)
Opmerking: De uitgangspunten hadden zowel betrekking op de waardering van kostenelementen,
zoals gezinsarbeid, bedrijfsleiding, grond en gebouwen, als op de richtlijnen voor
bij het onderzoek in te schakelen representatieve bedrijven.De vaststelling gebeurde
na overleg met het Landbouwschap.
Waardering: B, 1
458
Handeling: Het, in het kader van het garantieprijsbeleid, opstellen en wijzigen van
criteria voor de classificatie van landbouwproducten
Periode: 1952–1968
Opmerking: In overleg met de PBO’s en andere vertegenwoordigers van het bedrijfsleven.
Waardering: B, 5
461
Handeling: Het, in het kader van het garantieprijsbeleid, vaststellen van de omvang
van agrarische opbrengsten en de gemiddelde marktwaarden daarvan
Periode: 1950–1968
Grondslag: Ministeriële regelingen, zoals Beschikking graantoeslag oogst 1957
Product: Bijv. Uitvoeringsbeschikking beschikking graantoeslag oogst 1957 (Stcrt.
1958, 115)
Opmerking: De gemiddelde marktwaarde was bepalend voor de hoogte van eventuele toeslagen
en heffingen.
Waardering: B: eindrapport, B, 5
V: overig materiaal, V 10 jaar
463
Handeling: Het aanwijzen van referentiemarkten voor het bijhouden van de prijsnoteringen
Periode: 1952–1968
Opmerking: Deze markten zijn representatief voor de totstandkoming van de marktprijzen.
Waardering: V 10 jaar
464
Handeling: Het vaststellen van de hoogte van de garantieprijzen voor landbouwproducten
en daaraan gerelateerde prijzen
Periode: 1952–1968
Grondslag: Landbouwwet, art. 17
Product: Prijzenbeschikkingen, bijv. Beschikking Garantieprijs beetwortelsuiker oogst
1957 II (Stcrt. 1958, 81)
Opmerking: Soms in overeenstemming met de minister van Economische Zaken (wat betreft
suiker in 1958). Belangrijk basismateriaal werd, met name in de jaren ‘50, gevormd
door de kostprijsrapporten van het LEI. Het kon ook gaan om basis-, richt-, oriëntatie-,
verreken- of andere prijzen.
Waardering: B, 5
465
Handeling: Het, in het kader van het garantieprijsbeleid, vaststellen van toeslag-
en vergoedingsregelingen voor landbouwproducten
Periode: 1952–1968
Grondslag: Landbouw-Crisiswet, art. 3; Landbouwwet, art. 15
Product: Beschikkingen, bijv. Toeslagbeschikkingen Importbloem; Vergoedingsbeschikking
Invoer Tarwebloem 1952; Beschikking Garantieprijs beetwortelsuiker oogst 1956 (Stcrt.
1956, 207); Beschikking import ruwsuiker 1958 (Stcrt. 1958, 81); Beschikking zuivelwaardetoeslag
consumptiemelk 1958 (Stcrt. 1958, 126); Bijdragebeschikking consumptiemelk 1958 (Stcrt.
1958, 126); Beschikking 1958 Melkprijstoeslag 1956/1957 (Stcrt. 1958, 126); Beschikking
Koolprijstoeslag teeltjaar 1960 (Stcrt. 1961, 100); Vergoedingsbeschikking fabrieksaardappelen
1964 (Stcrt. 1964, 168); Toeslagbeschikking koolzaad 1966 (Stcrt. 1966, 81)
Opmerking: Toeslagen vereffenen in principe het verschil tussen de minimumgarantieprijs
en de geconstateerde marktprijs, hoewel dit verschil in de zuivelsector niet altijd
volledig werd vergoed. Productschappen konden binnen door de minister vastgestelde
marges ook zelf de hoogte van de toeslag (i.c. zuivelwaardetoeslag) vaststellen.
Waardering: B, 5
466
Handeling: Het, in het kader van het garantieprijsbeleid, (berekenen en) uitkeren
van toeslagen of vergoedingen voor landbouwproducten
Periode: 1952–1968
Grondslag: Beschikkingen, bijv. Toeslagbeschikkingen Importbloem; Vergoedingsbeschikking
Invoer Tarwebloem 1952 en wijziging (Stcrt. 1955, 246); Beschikking, houdende garantietoeslag
melkveehouders 1953/1954, art. 6; Beschikking Garantieprijs beetwortelsuiker oogst
1956, art. 2, lid 1; Beschikking graantoeslag oogst 1957, art. 7; Bijdrageregeling
consumptiemelk 1958, artt. 2, 5 en 7; Garantiebeschikking beetwortelsuiker oogst 1961,
als gewijzigd (Stcrt. 1962, 62), artt. 9 en 15; Vergoedingsbeschikking fabrieksaardappelen
1964, art. 1; Toeslagbeschikking koolzaad 1966, art. 7, lid 1
Opmerking: Zo berekenden en betaalden aanvankelijk het PGZP (1962 en 1963) en het
AA (1962) de toeslagen uit hoofde van de Beschikkingen lichte gronden. Het Landbouwschap
deed dit vanaf 1964. Ook de Toeslagbeschikking koolzaad 1966 wees het Landbouwschap
hiertoe aan. Voor vlas werden nog in 1970 nationale toeslagen verleend. Vanaf 1963
werden verwerkingscertificaten verzilverd bij het Bedrijfschap voor de Vlasindustrie
(cf. bijv. Stcrt. d.d. 7 juni 1966) in plaats van bij het VIB.
Waardering: V 10 jaar
467
Handeling: Het aanwijzen van regio’s of gronden waar de agrarische producenten in
aanmerking komen voor hogere toeslagen
Periode: 1956–1968
Bron: Begrotingen; Beschikking Graantoeslag Oogst 1956
Opmerking: Het gaat vooral om de zand- en veengronden, waar de geringere bodemvruchtbaarheid
de kostprijs van de landbouwproducten verhoogt. In bijzondere gevallen kon worden
bepaald dat de bodemvruchtbaarheid van bedrijven buiten de toeslaggebieden laag genoeg
was om in aanmerking te komen voor toeslagen.
Waardering: B, 5
469
Handeling: Het, in verband met een gedifferentieerde toeslag, vaststellen van de opbrengst
per hectare en van de gemiddelde marktwaarde van graansoorten
Periode: 1958–1969
Grondslag: Beschikking graantoeslag oogst 1957, artt. 1 en 2
Product Uitvoeringsbeschikking Beschikking graantoeslag oogst 1957 (e.a.?)
Opmerking: De vastgestelde opbrengst en marktwaarde vormde de basis voor het berekenen
van de te verlenen toeslagen.
Waardering: B: eindrapport, 5
V: overig materiaal, 10 jaar
471
Handeling: Het aanwijzen van tekortgebieden en commercialisatiecentra voor tarwe
Periode: 1962–1967
Bron: Begrotingen, Verslagen over de landbouw
Opmerking: Zo werd de Randstad aangewezen als tekortgebied voor tarwe, met Rotterdam
als commercialisatiecentrum.
Waardering: B, 5
472
Handeling: Het, in het kader van het garantieprijsbeleid, opleggen van heffingen voor
landbouwproducten
Periode: 1952–1968
Grondslag: Beschikkingen, bijv. Beschikking Garantieprijs beetwortelsuiker oogst 1956,
art. 2, lid 2; Garantiebeschikking beetwortelsuiker oogst 1961, als gewijzigd (Stcrt.
1962, 62), artt. 7 en 13
Opmerking: Het Aan- en Verkoopbureau van Akkerbouwprodukten regelde de heffing voor
beetwortelsuiker, later was het VIB hierbij betrokken.
Waardering: V 10 jaar
473
Handeling: Het, in het kader van het garantieprijsbeleid, vaststellen van regels betreffende
het in voorraad hebben, gebruiken, afleveren, verwerken e.d. van landbouwproducten
Periode: 1952–1968
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933; Landbouwwet
Waardering: B, 5
476
Handeling: Het verlenen van subsidie aan fondsen die prijsstabiliserende maatregelen
financieren
Periode: 1950–1968
Opmerking: Bijv. aan het Egalisatiefonds Consumptieaardappelen, opgericht door het
Bedrijfschap voor Aardappelen.
Waardering: V 10 jaar
477
Handeling: Het vaststellen van regels betreffende contingentering of tijdelijke staking
van uitgifte van uitvoermachtigingen
Periode: 1949–1955
Bron: Begrotingen, nota’s
Opmerking: Periodisering bij benadering.
Waardering: B, 1 en 5
478
Handeling: Het vaststellen van winstmarges voor de bewerking van landbouwproducten
of de handel in essentiële voedingsmiddelen
Periode: 1960–1970
Bron: Begrotingen, nota’s
Waardering: V 10 jaar
479
Handeling: Het instellen van regelingen voor de aankoop en afzet van landbouwproducten
door interventie-instanties
Periode: 1949–1966
Waardering: B, 1 en 5
480
Handeling: Het vaststellen van de interventie- en aankoopprijzen voor landbouwproducten
Periode: 1949–1966
Waardering: V 10 jaar
481
Handeling: Het instellen van vergoedingsregelingen voor de particuliere opslag van
landbouwproducten
Periode: 1958–1966
Waardering: B, 5
485
Handeling: Het voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van wetten
en KB’s met betrekking tot de invoer en uitvoer van landbouwgoederen
Periode: 1952–1968
Product: In- en uitvoerbesluit landbouwprodukten 1958 (Stb. 1958, 200); In- en uitvoerbesluit
landbouwgoederen 1963 (Stb. 1963, 125); Invoerbesluit landen 1963 (Stb. 1963, 127)
Waardering: B, 1
486
Handeling: Het vaststellen van kaderstellende regelingen met betrekking tot de invoer
en uitvoer van landbouwgoederen
Periode: 1952–1968
Grondslag: In- en uitvoerbesluit landbouwprodukten 1958; In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen
1963
Product: Vele beschikkingen/besluiten, bijv. Ontheffingsbeschikking in- en uitvoer
voedselvoorzieningsprodukten (Stcrt. 1957, 162); In- en uitvoerbeschikkingen Produktschappen
1958 (Stcrt. 1958, 81) en 1963 (Stcrt. 1962, 242)
Opmerking: Voorzover niet elders al gespecificeerd.
Waardering: B, 1
487
Handeling: Het mandateren van bevoegdheden omtrent vergunningen voor de agrarische
invoer uit of de uitvoer naar bepaalde landen
Periode: 1962–1968
Grondslag: Invoerbesluit landen 1963
Product: Mandaatsbeschikking landbouwgoederen 1963 (landen) (Stcrt. 1962, 247); Mandaatsbeschikking
landbouwgoederen 1963-I (landen) (Stcrt. 1963, 123); Mandaatsbeschikking Hoofdproduktschap
voor Akkerbouwprodukten 1963-I (Stcrt. 1963, 125); Mandaatsbeschikking Landbouwgoederen
1966 (Zuid-Rhodesië) (Stcrt. 1966, 176)
Waardering: B, 5
488
Handeling: Het bij afzonderlijke beschikking aanwijzen van productschappen die namens
de minister bevoegd zijn tot het voor landbouwgoederen verlenen of intrekken van vergunningen
voor de invoer uit of de uitvoer naar bepaalde landen
Periode: 1963–1968
Grondslag: Mandaatsbeschikking landbouwgoederen 1963 (landen)
Product: O.a. Aanwijzing Produktschap voor Tuinbouwzaden in verband met invoer Oostbloklanden
(Stcrt. 1962, 249; Stcrt. 1963, 124): Beschikking Afgifte vergunningen tuinbouwzaden
(Zuid-Rhodesië) (Stcrt. 1966, 176)
Opmerking: Dit gold alleen wanneer deze bevoegdheid nog niet was bepaald in een van
de algemenere Mandaatsbeschikkingen landbouwgoederen.
Waardering: B, 5
489
Handeling: Het verlenen of intrekken van vergunningen voor de invoer en uitvoer van
landbouwgoederen
Periode: 1953–1968
Grondslag: In- en uitvoerbeschikking Suiker en andere produkten, art. 1, lid 2, en
art. 4; Invoerbesluit landen 1963, art. 2; Mandaatsbeschikking landbouwgoederen 1963
(landen), art. 2; Mandaatsbeschikking landbouwgoederen 1963-I (landen), art. 2
Opmerking: Dit gebeurde door de productschappen namens de minister: tot 1958 voor
alle producten, daarna voor slechts enkele (bijv. suiker). Met betrekking tot de in-
en uitvoer naar bepaalde derde landen bleef de minister de vergunningen afgeven en
intrekken.
Waardering: V 10 jaar na het intrekken/vervallen van de vergunning.
492
Handeling: Het vaststellen van regels betreffende (de hoogte van) in- en uitvoerheffingen
Periode: 1953–1968
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 3; Voedselvoorzieningsbesluit, artt. 4, 7
en 8; In- en uitvoerbesluit landbouwprodukten 1958, art. 5, lid 1, en art. 7, lid
1; In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1963, art. 7, lid 1, en art. 9, lid 1; In-
en uitvoerbeschikkingen Produktschappen 1958 en 1963
Product: Ministeriële heffingsbeschikkingen, bijv. Heffingsbeschikking Export Pootaardappelen
Oogst 1955 (Stcrt. 1955, 246); Heffingsbeschikking Wederinvoer Suikerhoudende Goederen
(Stcrt. 1956, 70), opgevolgd door Heffingsbeschikking wederinvoer suikerhoudende produkten
1958 (Stcrt. 1958, 81); Uitvoeringsbeschikking Heffingsbeschikking uitvoer suiker
en suikerhoudende produkten naar België en Luxemburg 1958 (Stcrt. 1958, 120); Heffingsbeschikking
fondantmassa 1960 (Stcrt. 1960, 150); Beschikking exportheffing vlas 1963-I (Stcrt.
1963, 124); Heffingsbeschikking in- en uitvoer suiker en suikerhoudende goederen 1963
(Stcrt. 1963, 125); Heffingsregeling verwerkte goederen 1967 (Stcrt. 1967, 101); Uitvoeringsbeschikking
I Heffingsregeling verwerkte goederen 1967 (Stcrt. 1967, 103)
Opmerking: Tot 1958 vastgesteld door de minister en in mandaat opgelegd door productschappen.
Daarna voor de meeste producten in medebewind uitgevoerd door de productschappen (niet
voor bijv. suiker).
Waardering: B, 5
493
Handeling: Het opleggen van in- en uitvoerheffingen
Periode: 1953–1968
Grondslag: Landbouw-Crisiswet 1933, art. 3; Voedselvoorzieningsbesluit, artt. 4, 7
en 8; In- en uitvoerbesluit landbouwprodukten 1958, art. 5, lid 1, en art. 7, lid
1; In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1963, art. 7, lid 1, en art. 9, lid 1; In-
en uitvoerbeschikkingen Produktschappen 1958 en 1963
Opmerking: Tot 1958 vastgesteld door de minister en in mandaat opgelegd door productschappen.
Daarna voor de meeste producten in medebewind uitgevoerd door de productschappen (niet
voor bijv. suiker).
Waardering: V 10 jaar
494
Handeling: Het verlenen van ontheffing van de plicht tot het betalen van in- of uitvoerheffingen
Periode: 1953–1968
Grondslag: Exportregeling vlas oogst 1955, art. 4; Vergoedingsbeschikking import suiker,
art. 6; In- en uitvoerbesluit landbouwprodukten 1958, art. 8; In- en uitvoerbeschikkingen
Produktschappen 1958 en 1963; Beschikking Exportregeling Vlas, art. 4; Wijziging I
In- en uitvoerbeschikking landbouwprodukten 1958, art. 3a; e.a.
Opmerking: Tot 1958 door de minister, in mandaat uitgevoerd door productschappen.
Daarna voor de meeste producten in medebewind uitgevoerd door de productschappen (niet
voor bijv. suiker en vlas).
Waardering: V 10 jaar
495
Handeling: Het vaststellen van (nadere) regels met betrekking tot in- en uitvoerheffingen
op landbouwgoederen
Periode: 1958–1968
Grondslag: In- en uitvoerbesluit landbouwprodukten 1958; In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen
1963, art. 7, lid 1, onder b, en art. 9, lid 1, onder b
Product O.a. Uitvoeringsbeschikking Heffingsbeschikking in- en uitvoer suiker en suikerhoudende
goederen 1963 (Stcrt. 1963, 125)
Opmerking: Het kan hierbij gaan om nadere regelgeving betreffende de uitvoering van
de heffingsbeschikkingen, zoals de vaststelling van tijdvakken.
Waardering: B, 5
496
Handeling: Het vaststellen van regels betreffende restitutie op de uitvoer van landbouwgoederen
Periode: 1953–1968
Grondslag: In- en uitvoerbesluit landbouwprodukten 1958, art. 6, lid 1; In- en uitvoerbesluit
landbouwgoederen 1963, art. 8, lid 1; In- en uitvoerbeschikkingen Produktschappen
1958 en 1963; Restitutiebeschikking EEG intraverkeer verwerkte produkten 1966, Beschikking
uitvoer verwerkte goederen 1967
Product: Ministeriële beschikkingen en productschapsverordeningen, bijv. Beschikking
uitvoerrestitutie zetmeel in industrieprodukten 1963 (Stcrt. 1964, 13); Restitutiebeschikking
EEG intraverkeer verwerkte produkten 1966; Beschikking uitvoer verwerkte goederen
1967 (Stcrt. 1967, 101)
Waardering: B, 5
497
Handeling: Het verlenen van restitutie op de uitvoer van landbouwgoederen
Periode: 1953–1968
Grondslag: In- en uitvoerbesluit landbouwprodukten 1958, art. 6, lid 1; In- en uitvoerbesluit
landbouwgoederen 1963, art. 8, lid 1; In- en uitvoerbeschikkingen Produktschappen
1958 en 1963; Restitutiebeschikking EEG intraverkeer verwerkte produkten 1966, Beschikking
uitvoer verwerkte goederen 1967
Opmerking: Tot 1958 door de minister, in mandaat uitgevoerd door bedrijfschappen-oude
stijl en productschappen. Daarna voor de meeste producten in medebewind uitgevoerd
door de productschappen (niet voor bijv. suiker).
Waardering: V 10 jaar
499
Handeling: Het vaststellen van modellen waarop de in- of uitvoer van landbouwgoederen
wordt aangegeven die krachtens ontheffingsbeschikkingen vrij zijn van vergunnings-
of heffingsplicht
Periode: 1957–1959
Grondslag: Ontheffingsbeschikking in- en uitvoer voedselvoorzieningsprodukten, art.
1
Product: Beschikking Modellen landbouw invoer- en landbouw uitvoerverklaring (Stcrt.
1957, 170)
Opmerking: Voorwaarde was wel dat de voorgeschreven verklaringen werden ingevuld en
dat de producten ter controle werden aangemeld bij de AID.
Waardering: V 10 jaar
500
Het vaststellen van algemene vrijstellingsregelingen voor de in- en uitvoer van landbouwproducten
Periode: 1958–1968
Grondslag: In- en uitvoerbesluit landbouwprodukten 1958, art. 8; In- en uitvoerbesluit
landbouwgoederen 1963, art. 12
Product: Vrijstellingsbeschikkingen, bijv. Vrijstellingsbeschikking in- en uitvoer
landbouwprodukten 1958 (Stcrt. 1958, 81); Vrijstellingsbeschikking scheepsleveranciers-entrepot
landbouwgoederen 1963-I (Stcrt. 1963, 123); Vrijstellingsbeschikking klein grensverkeer
landbouwgoederen 1963 (Stcrt. 1963, 124); Vrijstellingsbeschikking militaire zendingen
(landbouwgoederen) 1963 (Stcrt. 1963, 124); Vrijstellingsbeschikking in- en uitvoer
landbouwprodukten 1958 III (Stcrt. 1958, 126); Vrijstellingsregeling Veredelingsverkeer
Landbouwgoederen 1964 (Stcrt. 1964, 120); Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen
1966 (Stcrt. 1966, 114)
Waardering: B, 1
501
Handeling: Het vaststellen van nadere regels ten aanzien van de toepassing van vrijstellingsbeschikkingen
voor de in- en uitvoer van landbouwproducten
Periode: 1958–1968
Grondslag: O.a. Vrijstellingsbeschikking militaire zendingen (landbouwgoederen) 1963,
art. 4
Waardering: B, 1 en 5
502
Handeling: Het vaststellen van vrijstellingsregelingen of -verordeningen (dan wel
-bepalingen) betreffende het veredelingsverkeer van landbouwproducten
Periode: 1956–1968
Grondslag: Vrijstellingsregeling veredelingsverkeer landbouwgoederen 1964, art. 2
Product: Ministeriële vrijstellingsregelingen c.q. vrijstellingsverordeningen productschappen
inzake veredelingsverkeer
Opmerking: De regeling of verordening moest in ieder geval de voor be- of verwerking
in het binnen- of buitenland bestemde goederen of groepen van goederen aangeven waarop
zij betrekking had, alsmede de na te leven voorschriften.
Waardering: B, 5
503
Handeling: Het geven van toestemming voor de overdracht van de vrijstelling van heffingen
op ter veredeling in- of uitgevoerde landbouwgoederen
Periode: 1964–1968
Grondslag: Vrijstellingsregeling veredelingsverkeer Landbouwgoederen 1964, art. 7;
Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1966, art. 12, lid 1
Opmerking: Vanaf 1966 was dit alleen nog toegestaan voor actieve veredeling, waarbij
toestemming op verzoek of bij algemeen voorschrift kon worden gegeven.
Waardering: V 10 jaar
504
Handeling: Het verlenen van toestemming voor de in- of uitvoer van grondstoffen voor
veredeling
Periode: 1966–1968
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1966, art. 5
Opmerking: De toestemming kon aan beperkingen worden gebonden. In bijzondere omstandigheden
kon de betrokkene van bepaalde verplichtingen worden ontslagen.
Waardering: V 10 jaar
505
Handeling: Het verlenen van restitutie, vrijstelling of ontheffingen ten aanzien van
het veredelingsverkeer
Periode: 1956–1968
Grondslag: Vergoedingsbeschikking import suiker; Beschikkingen waarborgheffing ruwsuiker
1959 en 1963; e.a.;Vrijstellingsregeling veredelingsverkeer landbouwgoederen 1964,
art. 7; Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1966, artt. 3 en 5; vrijstellingsregelingen
c.q. -verordeningen veredelingsverkeer
Opmerking: In de Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1966 wordt alleen
nog de vrijstelling behandeld.
Waardering: V 10 jaar
506
Handeling: Het in bijzondere omstandigheden en gevallen opschorten van de vrijstellingsverlening
van in- of uitvoerheffingen op veredelingsverkeer
Periode: 1966–1968
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1966, art. 2, lid 3
Opmerking: Vooraf moesten de meest betrokken productschappen worden gehoord. Dit gold
voor bepaalde goederen of bepaalde be- of verwerkingen.
Waardering: V 10 jaar
507
Handeling: Het aanwijzen van grensdocumenten die worden gebruikt bij aangiften van
elke in- of uitvoer in het kader van het veredelingsverkeerregime
Periode: 1966–1968
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1966, art. 6, lid 2
Waardering: V 10 jaar
508
Handeling: Het bepalen van het toegestane tijdsverloop tussen invoer en uitvoer (en
vice versa) in het kader van het veredelingsverkeer
Periode: 1966–1968
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1966, art. 6, lid 3
Waardering: V 10 jaar
509
Handeling: Het opleggen van een aanvullende heffing die na overschrijding van het
toegestane tijdsverloop van vrijstelling alsnog boven op de reguliere heffing moet
worden betaald
Periode: 1966–1968
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1966, art. 7, lid 2
Opmerking: Wanneer de heffing na afloop van de toegestane termijn hoger zou zijn dan
bij het ingaan van die termijn. Hierbij werd tevens de termijn vastgesteld waarbinnen
het aanvullende bedrag moest worden betaald.
Waardering: V 10 jaar
510
Handeling: Het bepalen van de gevallen waarin compensatie van een in- of uitvoer van
grondstoffen door een uit- of invoer van verwerkte landbouwgoederen die daarmee niet
overeenkomen, niet is toegestaan
Periode: 1966–1968
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1966, art. 7, lid 1
Waardering: V 10 jaar
511
Handeling: Het geven van bijzondere toestemming voor veredelingsverkeer waarbij de
in- of uitvoer van grondstoffen wordt voorafgegaan door de uit- of invoer van verwerkte
landbouwgoederen
Periode: 1966–1968
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1966, art. 7, lid 2
Waardering: V 10 jaar
512
Handeling: Het bepalen in welke gevallen heffingsvrijstelling op veredelingsverkeer
mede inhoudt de vergunningsvrije in- of uitvoer zoals bedoeld in het Invoerbesluit
Landen 1963 of het In- en uitvoerbesluit Landen 1963
Periode: 1966–1968
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1966, art. 13, lid 2
Waardering: B, 5
513
Handeling: Het stellen van nadere regels voor de toepassing van de voorschriften inzake
veredelingsverkeer, wanneer verschillende productschappen bevoegd zijn voor en na
veredeling
Periode: 1966–1968
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1966, art. 15, lid 2
Waardering: B, 5
514
Handeling: Het in bijzondere omstandigheden aan een productschap toestaan om af te
wijken van bepalingen van de Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1966
Periode: 1966–1968
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1966, art. 16, lid 3
Waardering: V 10 jaar
515
Handeling: Het in bijzondere gevallen verlenen van toestemming voor de aanmelding
achteraf van invoer voor actieve veredeling
Periode: 1966–1968
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1966, art. 6, lid 1
Waardering: V 10 jaar
516
Handeling: Het in algemene zin bepalen van de rendementen die ter actieve veredeling
ingevoerde goederen na be- of verwerking geacht worden te hebben opgeleverd
Periode: 1966–1968
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1966, art. 8, lid 1
Opmerking: De bepalingen kunnen zowel voor een bedrijf gelden als voor de hele bedrijfstak.
Met deze rendementen kan de hoeveelheid goederen worden bepaald die moet worden uitgevoerd
ter compensatie van ter veredeling ingevoerde goederen.
Waardering: V 10 jaar
517
Handeling: Het vaststellen van maatstaven voor de berekening van heffingen op de uitvoer
van goederen waaruit na actieve veredeling verschillende soorten goederen zijn verkregen
Periode: 1966–1986
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1966, art. 10, lid 1
Waardering: B, 5
518
Handeling: Het vaststellen van de rendementen na passieve veredeling van landbouwgoederen
Periode: 1966–1991
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1966, art. 8, lid 3
Opmerking: Met deze rendementen kan de hoeveelheid goederen worden bepaald die moet
worden ingevoerd ter compensatie van ter veredeling uitgevoerde goederen.
Waardering: V 10 jaar
519
Handeling: Het vaststellen van maatstaven voor de berekening van heffingen op de uitvoer
van goederen waaruit na passieve veredeling verschillende soorten goederen zijn verkregen
Periode: 1966–1991
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1966, art. 10, lid 2
Waardering: B, 5
520
Handeling: Het vaststellen van regels betreffende de gegevens die moeten worden verstrekt
bij het aanvragen van een vergunning, een restitutie of een ontheffing
Periode: 1958–1968
Grondslag: In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1958, art. 9; In- en uitvoerbesluit
landbouwgoederen 1963, art. 13; In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1963, art.
14, lid 1
Waardering: B, 5
521
Handeling Het vaststellen van modellen van en aanvraagformulieren voor invoer- en
uitvoervergunningen voor landbouwgoederen (algemeen)
Periode: 1958–1968
Grondslag: In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1958, art. 9; In- en uitvoerbesluit
landbouwgoederen 1963, art. 14; In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1963, art.
14, lid 1
Product: Modellenbeschikkingen, bijv. Modellenbeschikking in- en uitvoerdocumenten
landbouwgoederen 1963-I (Stcrt. 1963, 123)
Opmerking: De productschappen konden de modellen aanvullen.
Waardering: V 10 jaar
522
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van de
Landbouwwet
Periode: 1955–
Product: Landbouwwet (Stb. 1957, 342)
Opmerking: De voornaamste wijzigingen vonden plaats in 1966, 1973 en 1979.
Waardering: B, 1
523
Handeling: Het vaststellen van beschikkingen betreffende de oplegging van heffingen
ter zake van de voortbrenging, verwerking en verhandeling van agrarische en visserijproducten
Periode: 1958–
Grondslag: Landbouwwet, art. 13, lid 1
Opmerking: Dit artikel vormt de grondslag voor een zeer groot aantal regelingen. Sinds
1966 gaat het vooral om regelingen ter uitvoering van gemeenschappelijk Europees beleid.
Wanneer in het onderwerp waarop de beschikking gericht is al voorzien wordt door een
PBO-verordening, wordt de ministeriële beschikking ingetrokken.
Waardering: B, 1 en 5
524
Handeling; Het verlenen van ontheffing en eventuele restitutie van door de minister
voorgeschreven heffingen op grond van uit de Landbouwwet voortvloeiende regelingen
Periode: 1958–
Grondslag: Landbouwwet, art. 13, lid 4
Waardering: V 10 jaar
527
Handeling Keuren van ontwerp-verordeningen van product- en bedrijfschappen inzake
het opleggen van heffingen in verband met de voortbrenging, verwerking en verhandeling
van agrarische en visserijproducten
Periode: 1958–
Grondslag: Landbouwwet, art. 14, lid 3
Opmerking: De minister kan bovendien bepalen dat op dergelijke verordeningen gebaseerde
regels en besluiten eveneens zijn goedkeuring behoeven. Het gaat hier om heffingen
die ten goede komen aan het Landbouw-Egalisatiefonds; heffingen ten behoeve van eigen
PBO-fondsen zijn niet aan ministeriële goedkeuring onderworpen.
Waardering: B, 5
529
Handeling: Het vaststellen van regels voor het verlenen van financiële bijdragen aan
(groepen van) producenten en handelaren
Periode: 1958–
Grondslag: Landbouwwet, art. 15
Product: Bijv. Toeslagbeschikkingen lichte gronden, 1962-1968
Opmerking: Artikel 15 fungeert als machtigingsgrondslag voor een zeer groot aantal
steunregelingen, sinds 1966 vooral ter uitvoering van gemeenschappelijk Europees landbouwbeleid.
De op dit artikel gebaseerde regelgeving in het kader van het nationale garantieprijsbeleid
is grotendeels te vinden in het desbetreffende hoofdstuk.
Waardering: B, 1 en 5
530
Handeling: Het verstrekken van kredieten aan openbare lichamen en andere instellingen
op het gebied van de landbouw en de voedselvoorziening
Periode: 1958–
Grondslag: Landbouwwet, art. 16
Opmerking: De kredieten, al dan niet rentedragend, zijn bedoeld voor de bevordering
van de productie, afzet en redelijke prijsvorming van agrarische producten en mede
ten behoeve van de afnemers ervan.
Waardering: V 10 jaar
531
Handeling: Het (mede) vaststellen van regels ten aanzien van de prijzen voor landbouwproducten
Periode: 1958–
Grondslag: Landbouwwet, art. 17; Prijzenwet, art. 2
Product: Prijzenbeschikkingen, zoals Prijzenbeschikking suiker 1958 (Stcrt. 1958,
81) en Prijzenbeschikking keukenboter 1963 (Stcrt. 1963, 44); Prijzenbeschikking brood
1981 (Stcrt. 1981, 12)
Opmerking: Wanneer de beschikkingen bindende regels of concurrentiebeperking inhouden
voor industriële of handelsondernemingen, is overeenstemming met de minister van Economische
Zaken vereist (Stb. 1958, 167). Van medevaststelling is dikwijls sprake wanneer een
prijzenbeschikking ter zake van een landbouwproduct door EZ is opgesteld op basis
van de Prijzenwet (cf. Prijzenbeschikking brood 1981 (Stcrt. 1981, 12)). Wanneer in
het onderwerp waarop de beschikking gericht is, al wordt voorzien door een op grond
van een autonome bevoegdheid vastgestelde PBO-verordening, wordt de ministeriële beschikking
ingetrokken.De uitdrukkelijke vaststelling van garantieprijzen in het kader van het
nationale beleid terzake valt onder een andere, nader gespecificeerde handeling.
Waardering: B, 1 en 5
532
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van algemene
maatregelen van bestuur met betrekking tot de voortbrenging, be- en verwerking en
verhandeling van landbouwproducten
Periode: 1958–
Grondslag: Landbouwwet, art. 18
Opmerking: Deze algemene maatregelen van bestuur worden ingetrokken wanneer in het
desbetreffende onderwerp al voorzien wordt door een door de minister van Landbouw
goedgekeurde PBO-verordening. Sinds 1966 beperken deze algemene maatregelen van bestuur
zich tot gebieden die buiten het GLB vallen.Tegelijk met de afkondiging van de maatregel
in het Staatsblad moet de minister een toelichting op het besluit aan de Staten-Generaal
zenden.
Waardering: B, 1
533
Handeling: Het vaststellen van (aanvullende) regels met betrekking tot de voortbrenging,
be- en verwerking en verhandeling van landbouwproducten
Periode: 1958–
Grondslag: Landbouwwet, art. 19, lid 1
Opmerking: In 1958 is bij KB vastgesteld dat overeenstemming met de minister van Economische
Zaken vereist is, wanneer beschikkingen van de minister van Landbouw bindende regels
of concurrentiebeperking inhouden voor industriële of handelsondernemingen.
Deze regels worden ingetrokken wanneer in het desbetreffende onderwerp al voorzien
wordt door een PBO-verordening. Sinds 1966 beperken deze regels zich tot gebieden
die buiten het gemeenschappelijke Europese landbouwbeleid vallen.
Waardering: B, 1 en 5
534
Handeling: Het vaststellen van regels met betrekking tot grond- en hulpstoffen, verpakkingsmateriaal
voor landbouwproducten, fust en (onderdelen van) machines, werktuigen en gereedschappen
Periode: 1958–
Grondslag: Landbouwwet, art. 20, lid 1
Opmerking: De regels worden vastgesteld op verzoek van een product- of bedrijfschap,
dan wel in verband met art. 18 of 19. Sinds 1966 beperken deze algemene maatregelen
van bestuur zich tot gebieden die buiten het GLB vallen.
Waardering: B, 1 en 5
536
Handeling: Het vaststellen van regels inzake het verlenen van vergoedingen voor ondervonden
ernstig economisch nadeel ten gevolge van maatregelen voortvloeiend uit de Landbouwwet
Periode: 1958–
Grondslag: Landbouwwet, art. 21
Waardering: B,5
537
Handeling: Het opleggen van de verplichting tot het ter beschikking houden van landbouwproducten
voor of het inleveren daarvan bij een door de minister aan te wijzen natuurlijke of
rechtspersoon en het verlenen van vergoedingen of tegemoetkomingen daarvoor
Periode: 1958–
Grondslag: Landbouwwet, art. 22, lid 1
Opmerking: In 1958 is bij KB vastgesteld dat overeenstemming met de minister van Economische
Zaken vereist is, wanneer beschikkingen van de minister van Landbouw bindende regels
of concurrentiebeperking inhouden voor industriële of handelsondernemingen. De maatregelen
worden getroffen op verzoek van een product- of bedrijfschap, dan wel ter uitvoering
van artt.13-15 of 17-19.
Waardering: B, 5
538
Handeling: Het verlenen van vergoedingen of tegemoetkomingen voor het ter beschikking
houden of inleveren van landbouwproducten
Periode: 1958–
Grondslag: Landbouwwet, art. 22, lid 4 en 5
Waardering: V 10 jaar
539
Handeling: Het vorderen van medewerking van (het bestuur van een) product- of bedrijfschap
bij de uitvoering van maatregelen ten aanzien van het binnenlandse agrarische markt-
en prijsbeleid
Periode: 1958–1966
Grondslag: Landbouwwet, art. 23, lid 1
Waardering: B, 5
540
Handeling: Het al dan niet goedkeuren van ontwerp-verordeningen van productschappen
die zijn vastgesteld op basis van een vordering tot medewerking
Periode: 1958–1966
Grondslag: Landbouwwet, art. 23, lid .2 en 3; besluit inzake overeenstemming met de
minister van Economische Zaken, art. 2
Opmerking: Ook krachtens dergelijke verordeningen opgestelde nadere regels en besluiten
konden zijn onderworpen aan goedkeuring, namelijk wanneer de ministers dat bepaalden
in hun goedkeuring van de ontwerp-verordening. Goedkeuring van de minister van Economische
Zaken was vereist, wanneer het voorschrift waarbij de medewerking was ingeroepen,
was vastgesteld in overeenstemming met deze minister. Dit gold voor PBO-verordeningen
op grond van overgedragen bevoegdheden die de minister van Landbouw toekomen krachtens
art. 17, 19 of 22 van de Landbouwwet.Het in 1966 gewijzigde artikel 23 vormt de basis
voor medebewindshandelingen.
Waardering: B,5
541
Handeling: Het vaststellen van regels ten aanzien van het vervaardigen, verhandelen,
gebruiken, enz. van merken en kentekens en instrumenten voor het aanbrengen daarvan
Periode: 1958–
Grondslag: Landbouwwet, art. 26
Opmerking: Doel van deze bevoegdheid is te kunnen optreden tegen het fabriceren en
aanbrengen van valse oormerken e.d.
Waardering: B, 1 en 5
542
Handeling: Het vaststellen van regelingen voor het houden van landbouwtellingen
Periode: 1958–
Grondslag: Landbouwwet, artt. 24 en 25
Product: Beschikkingen c.q. regelingen landbouwtelling, bijv. Beschikking Landbouwtelling
groenten in de open grond, juli 1964 (Stcrt. 1964, 132); Regeling landbouwtelling
bomen en planten 1996 (Stcrt. 1996, 187), Regeling landbouwtelling 1998 (Stcrt. 1998,
61)
Opmerking: Hieronder valt ook het vaststellen van tijdvakken van geldigheid en tijdstippen
van inlevering van uitgereikte beschrijvingsbiljetten, alsook het vaststellen van
nadere uitvoeringsregels.
Waardering: B, 1en 5
543
Handeling: Het registeren van de gegevens van de jaarlijkse landbouwtellingen
Periode: 1958–
Grondslag: Landbouwwet, artt. 24 en 25
Opmerking: Deze handeling levert een zeer omvangrijke (documentaire) neerslag op.
Bepaalde gegevens dienen als referentie, hetgeen gevolgen dient te hebben voor de
vernietigingstermijn.
Waardering: V 10 jaar
546
Handeling: Het verplichten van agrarische producenten en handelaren tot het verstrekken
van inlichtingen over hun bedrijf aan door de minister aan te wijzen gemachtigden
ten behoeve van uitvoering van de Landbouwwet
Periode: 1958–
Grondslag: Landbouwwet, art. 27
Opmerking: Voor nadere administratieve verplichtingen zie art. 28.
Waardering: B, 5
547
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van een
algemene maatregel van bestuur betreffende de verplichting tot het bijhouden van een
correcte en transparante bedrijfsadministratie
Periode: 1958–
Grondslag: Landbouwwet, art. 28
Opmerking: De administratie dient zodanig te zijn ingericht dat de productie, voorraad,
omzet en financiële gegevens altijd goed te herleiden zijn.
Waardering: B, 1 en 5
548
Handeling; Het aanwijzen van ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van
krachtens de Landbouwwet of de In- en uitvoerwet gestelde regels die zijn gelieerd
aan inkomsten of uitgaven van het Landbouw-Egalisatiefonds
Periode: 1979–
Grondslag: Landbouwwet, als gewijzigd, art. 48a
Product: Aanwijzingsbesluiten, bijv. Besluit Aanwijzing toezichthouders Landbouwwet
(Stcrt. 1998, 25)
Opmerking: Met name moet hierbij worden gedacht aan ambtenaren van de Accountantsdienst
en de Algemene Inspectiedienst van het landbouwministerie, LASER-ambtenaren, eventueel
ook ambtenaren van de Rijksbelastingdienst (dan in overeenstemming met de minister
van Financiën).
Waardering: B, 3 en 5
549
Handeling: Het opstellen van kwartaalverslagen met betrekking tot de toepassing van
de bepalingen van de Landbouwwet inzake de binnenlandse markt
Periode: 1958–
Grondslag: Landbouwwet, art. 30
Product: Kwartaalverslagen
Opmerking: De verslagen worden aan het parlement uitgebracht en zijn sinds 1966 gespecificeerd
naar binnenlands en Europees beleid.
Waardering: B, 3
550
Handeling: Het aan de Europese Raad of Commissie verzoeken om toestemming voor de
tijdelijke voortzetting van nationale marktordenende maatregelen die buiten de kaders
treden van de desbetreffende gemeenschappelijke marktordening
Periode: 1962–1970
Grondslag: Europese basiverordeningen
Opmerking: Een voorbeeld van toestemming van de Raad is Beschikking 66/235 tot machtiging
van Nederland voor de verkoop van Cheddarkaas tegen een lagere prijs dan de bij Verordening 55/65 vastgestelde minimumprijs.
Waardering: B: jaarverslagen, indien niet aanwezig kwartallverslagen, 1 en 5
V: overig materiaal, 3
551
Handeling: Het bepalen van het tempo en de volgorde van afschaffing van nationale
marktordenende maatregelen die buiten de kaders treden van de desbetreffende gemeenschappelijke
marktordening
Periode: 1962–1970
Grondslag: Europese basisverordeningen
Waardering: B, 1 en 5
552
Handeling: Het in de overgangsperiode naar de Europese markt vaststellen van drempel-,
basisricht- en/of interventieprijzen voor bepaalde landbouwproducten
Periode: 1962–1970
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening nr. 19 houdende de geleidelijke
totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen,
artt. 4,5, 7, 8, 10 en 11
Product: Uitvoeringsbeschikkingen EEG-Graanverordening (bijv. Stcrt. 1962, 149, Stcrt.
1965, 124 en Stcrt. 1966, 121)
Waardering: B, 5
553
Handeling: Het in het kader van de Benelux voorbereiden en inbrengen van standpunten
ten aanzien van een gezamenlijke agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1945–1970
Grondslag: Beneluxverdragen; Overgangsovereenkomst, artt. 10, 14, 19 en 21
Opmerking: Wanneer de besprekingen plaatsvonden op regerings- of ministerieel niveau
konden ze leiden tot verdragen, akkoorden, protocollen, beslissingen of verklaringen.
De standpunten betroffen o.m.: de plaatsing van landbouwproducten op de A-lijst (1947-1962);het
niveau van de minimumprijzen (1947-1962);eenzijdig voorgenomen handelsbelemmeringen
ten aanzien van landbouwproducten (1948-1970); de plaatsing van landbouwproducten
op de B-lijst (1953-1970).
Waardering: B, 1
554
Handeling: Het in het kader van de Benelux voorbereiden en inbrengen van standpunten
ten aanzien van voorstellen van de Europese Commissie voor gemeenschappelijke marktordeningen
Periode: 1958–
Opmerking: Er wordt gestreefd naar gezamenlijke Benelux-standpunten inzake de Commissievoorstellen.
Waardering: B, 1
555
Handeling: Het in het kader van de Benelux-Studiecommissie voor de kostprijzen voorbereiden
en inbrengen van standpunten ten behoeve van een gezamenlijke berekeningsmethode voor
de kostprijzen van landbouwproducten
Periode: 1953–1959
Grondslag: Protocol inzake coördinatie van economisch en sociaal beleid (1953); Overgangsovereenkomst,
art. 25
Waardering: B, 1
556
Handeling: Het vaststellen van regelingen met betrekking tot de uitvoer van landbouwproducten
naar België of Luxemburg
Periode: 1948–1970
Grondslag: Handelspolitiek Protocol 1953; Overgangsovereenkomst, artt. 10 en 19
Product: Uitvoerregelingen, bijv. Heffingsbeschikking uitvoer suiker en suikerhoudende
goederen naar België en Luxemburg (Stcrt. 1955, 246); Beschikking Uitvoerheffing glucose,
verwerkt in suikerwerk, uitgevoerd naar België en Luxemburg (Stcrt. 1963, 123)
Opmerking: De onder deze handeling vallende regelingen maakten ook deel uit van het
nationale garantieprijsbeleid. Zie voor de uitvoeringshandelingen het deel over het
nationale agrarisch markt- en prijsbeleid.
Waardering: B, 1
557
Handeling: Het vaststellen van regelingen met betrekking tot de invoer van landbouwproducten
uit België of Luxemburg
Periode: 1948–1970
Grondslag: Handelspolitiek Protocol 1953; Overgangsovereenkomst, artt. 10 en 19
Opmerking: De onder deze handeling vallende regelingen maakten ook deel uit van het
nationale garantieprijsbeleid. Zie voor de uitvoeringshandelingen het deel over het
nationale agrarisch markt- en prijsbeleid.
Waardering: B, 1
558
Handeling: Het in het kader van landbouwharmonisatie in de Benelux voorbereiden en
inbrengen van standpunten
Periode: 1955–1962
Opmerking: Hiertoe was een Benelux-Landbouwharmonisatiecommissie in het leven geroepen.
Waardering: B, 1
559
Handeling: Het voordragen en/of benoemen van leden van Benelux-commissies en -delegaties
Periode: 1958–
Opmerking: Bijv. Commissie Landbouw, Voedselvoorziening en Visserij, Benelux-studiecommissie
voor de kostprijzen en de Landbouwharmonisatiecommissie.
Waardering: V 2 jaar
560
Handeling: Het bij de Europese Commissie indienen van een verzoek tot derogatie van
een Europese regeling op het gebied van het agrarisch markt- en prijsbeleid
Periode: 1968–
Waardering: B, 5
561
Handeling: Het middels nationale inbreng in de Europese besluitvorming bijdragen aan
de totstandkoming en wijziging van het Europese agromonetaire stelsel
Periode: 1970–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 974/71
Opmerking: Mcb’s bestaan uit heffingen en subsidies om interne prijsverschillen van
interventieproducten te egaliseren. Voor Nederland gaat het om de toekenning van uitvoersubsidies
en het oplegging van invoerheffingen (positieve mcb’s).
Waardering: B, 1
562
Handeling: Het vaststellen van nationale regelgeving verband houdend met de werking
van het agromonetaire stelsel
Periode: 1970–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 974/71
Product: Compensatiebeschikking landbouwgoederen 1971 I (Stcrt. 1971, 90); Compensatiebeschikking
toetreding 1973 (Stcrt. 1973, 21); Beschikking inkomenstoeslag landbouwbedrijven 1974
(Stcrt. 1974, 246); Toeslagbeschikking akkerbouwprodukten 1974 (Stcrt. 1974, 246);
Compensatiebeschikking toetreding 1980 (Stcrt. 1980, 249); Compensatiebeschikking
toetreding Spanje en Portugal (Stcrt. 1986, 52); Regeling agrimonetaire compensatie
1996/1997 (Stcrt. 1996, 169)
Waardering: B, 1
563
Handeling: Het vaststellen van monetair compenserende bedragen (mcb’s)
Periode: 1971–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 974/71
Opmerking: De vaststelling kan gebeuren per product (bijv. varkensvlees). De berekening
kan eenvoudig een omrekening zijn van door de EC vastgestelde bedragen.
Waardering: B, 1
564
Handeling: Het, in het kader van monetaire compensatie, opleggen van extra invoerheffingen
Periode: 1971–1992
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 974/71; Compensatiebeschikking landbouwgoederen 1971 I, artt. 2 en 8; Compensatiebeschikking
toetreding 1973, artt. 2 en 7; Compensatiebeschikking toetreding 1980, artt. 2 en
7; Compensatiebeschikking toetreding Spanje en Portugal, artt. 2 en 5
Waardering: V 10 jaar
565
Handeling: Het, in het kader van monetaire compensatie, verlenen van extra restituties
Periode: 1971–1992
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 974/71; Compensatiebeschikking landbouwgoederen 1971 I, artt. 4 en 8; Compensatiebeschikking
toetreding 1973, artt. 4 en 7; Compensatiebeschikking toetreding 1980, artt. 4 en
7; Compensatiebeschikking toetreding Spanje en Portugal, artt. 3 en 7
Waardering: V 10 jaar
566
Handeling: Het vaststellen van beschikkingen waarmee wordt afgeweken van de verplichting
tot het opleggen van extra invoerheffingen of het verlenen van extra restituties
Periode: 1971–1992
Grondslag: Compensatiebeschikking landbouwgoederen 1971 I, art. 2, lid 3, en art.
4, lid 3
Opmerking: In overeenstemming met de minister van Financiën.
Waardering: B, 5
567
Handeling: Het toekennen van een agromonetaire compensatie
Periode: 1996–1997
Grondslag: Regeling agrimonetaire compensatie 1996/1997, art. 2
Waardering: V 10 jaar
568
Handeling: Het toekennen van directe inkomenstoeslagen aan landbouwers die schade
ondervinden van revaluatie van de nationale munteenheid
Periode: 1974–1975
Bron: Beschikking inkomenstoeslag landbouwbedrijven 1974, artt. 3 en 4
Waardering: V 10 jaar
570
Handeling: Het in het kader van de prijsnoteringen aanwijzen van representatieve markten,
veilingen, slachthuizen, enz.
Periode: 1964–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 610/77; Verordening (EEG) nr. 1557/82, art. 2; Verordening nr. 3310/86, art. 2; Verordening (EEG) nr. 295/96, art. 2, lid 1, en art. 6
Opmerking: De lijst met aangewezen instanties wordt aan de EC gezonden.
Waardering: V 10 jaar
571
Handeling: Het aanwijzen van instanties die ten behoeve van het communautaire agrarisch
markt- en prijsbeleid de prijsontwikkeling van landbouwproducten bijhouden en noteren
Periode: 1964–
Opmerking: De prijsnotering gebeurt vooral door de productschappen. Voor zuivel: Commissie
Officiële Nederlandse Zuivelnoteringen (zie ook specifieke handelingen voor deze commissie).
Waardering: V 10 jaar
572
Handeling: Het instellen van de Commissie Officiële Nederlandse Zuivelnoteringen
Periode: 1964–
Grondslag: Verordening nr. 13/64/EEG (basisverordening zuivel); Instellingsbesluit Commissie Officiële Nederlandse Zuivelnoteringen,
art. 1, lid 3
Product: Instellingsbesluit Commissie Officiële Nederlandse Zuivelnoteringen (Stcrt.
1964, 162), vervangen door Regeling Commissie Officiële Nederlandse Zuivelnoteringen
(Stcrt. 1995, 13) Reglement (Stcrt. 1964, 247) en wijzigingen, vervangen door Regeling
Commissie Officiële Nederlandse Zuivelnoteringen (Stcrt. 1995, 13)
Waardering: B, 4 en 5
573
Het benoemen van de leden en de secretaris van de Commissie Officiële Nederlandse
Zuivelnoteringen
Periode: 1964–
Grondslag: Instellingsbesluit Commissie Officiële Nederlandse Zuivelnoteringen, artt.
2, lid 1 en 3, vervangen door Regeling Commissie Officiële Nederlandse Zuivelnoteringen,
art. 2, lid 1 en 3
Waardering: V 2 jaar
576
Het nemen van maatregelen ten behoeve van de juiste uitvoering van de prijsnoteringen
Periode: 1996–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 295/96, art. 2, lid 1, en art. 7
Opmerking: De maatregelen kunnen betrekking hebben op: de totstandkoming van prijsnoteringen,
de juistheid van de prijsbepaling, de naleving van de verordeningen en de bestraffing
van overtredingen.
Waardering: B, 5
577
Handeling: Het aan de EC verstrekken van gegevens over de in Nederland geldende gemiddelde
marktprijzen van marktordeningsproducten
Periode: 1964–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening nr. 159/66/EEG, art. 5, lid 1; Verordening (EEG) nr. 210/69 en 1498/1999; Verordening (EEG) nr. 1557/82, art. 2; Verordening (EEG) nr. 859/89, art. 2; Verordening (EG) nr. 659/97, art. 7, lid 2 (geconsolideerde versie, 2001)
Opmerking: Deze handeling is van belang voor de hantering van verschillende marktordeningsinstrumenten,
zoals interventie.
Waardering: V 10 jaar
578
Handeling: Het informeren van de EC over de gerealiseerde en te verwachten landbouwproductie
Periode: 1968–
Grondslag: Richtlijn 73/132/EEG; e.a.
Waardering: V 10 jaar
579
Handeling: Het (mede) voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van
wetten en KB’s met betrekking tot de invoer en uitvoer van landbouwgoederen
Periode: 1968–
Grondslag: Achtste wijzigingsbesluit In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1963 (Stcrt.
1968, 338); In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1980 (Stcrt. 1980, 758); In- en
uitvoerbesluit Irak 1991 (Stb. 1991, 123); e.a.
Waardering: B, 1
580
Handeling: Het vaststellen van regelingen met betrekking tot de invoer en uitvoer
van landbouwgoederen
Periode: 1968–
Grondslag: In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1963; In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen
1980, artt. 11 en 17; Europese marktordeningen; e.a.
Product: Algemeen geldende regelingen, zoals Beschikking landbouwheffingen- en restitutieregime
1968 II (Stcrt. 1968, 189);In- en uitvoerbeschikking landbouwgoederen 1981 (Stcrt.
1981, 50); Sectorspecifieke regelingen, zoals Heffingsbeschikking invoer agrarische
alcohol 1984 (Stcrt. 1985, 171)
Opmerking: De sectorspecifieke regelingen van na 1968 zijn gebaseerd op Europese marktordeningen;Voorzover
voor de toepassing van de regels de rijksbelastingdienst (douane) is betrokken, stelt
de minister van Landbouw de regels vast in overeenstemming met de minister van Financiën.
Waardering: B, 1
581
Handeling: Het mandateren van bevoegdheden omtrent vergunningen/certificaten voor
agrarische invoer uit bepaalde landen
Periode: 1968–
Grondslag: Invoerbesluit landen 1963; Invoerbesluit landen 1981
Product: Mandaatsbeschikking landbouwgoederen 1981 Landen (Stcrt. 1981, 51)
Waardering: B, 5
582
Handeling: Het aanwijzen van productschappen die namens de minister bevoegd zijn tot
het verlenen van vergunningen voor de invoer van landbouwgoederen uit bepaalde landen
Periode: 1968–
Grondslag: Mandaatsbeschikking landbouwgoederen 1963 (landen); Mandaatsbeschikking
landbouwgoederen 1981 Landen, art. 3
Opmerking: Dit geldt alleen wanneer deze bevoegdheid nog niet was bepaald in een van
de Mandaatsbeschikkingen landbouwgoederen.
Waardering: B, 5
583
Handeling: Het verlenen van vergunningen/certificaten voor de in- en uitvoer van landbouwgoederen
Periode: 1968–
Grondslag: Invoerbesluit landen 1963, art. 2; Invoerbesluit landen 1981, art. 2; Mandaatsbeschikking
landbouwgoederen 1963 (landen), art. 2; Mandaatsbeschikking landbouwgoederen 1963-I
(landen), art. 2; Mandaatsbeschikking landbouwgoederen 1981 Landen, art. 3; Overdrachtsbeschikking
In- en uitvoerwet 1968, art. 2, lid 1; In- en uitvoerbeschikking landbouwgoederen
1981, art. 35, lid 1b
Opmerking: De vergunning kan aan beperkingen worden gebonden. In bijzondere omstandigheden
kan de betrokkene van bepaalde verplichtingen worden ontslagen. Voor een vergunning
kan een borgsom gevraagd worden. De vergunningen/certificaten worden door de rijksbelastingdienst
(douane) geviseerd en afgeschreven.
Waardering: V 10 jaar
584
Handeling: Het verlenen van vrijstelling of ontheffing van de vergunningsplicht voor
de in- of uitvoer van landbouwgoederen
Periode: 1968–
Grondslag: In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1963, art. 12; Overdrachtsbeschikking
In- en uitvoerwet 1968, art. 2, lid 1; In- en uitvoerbeschikking landbouwgoederen
1981, art. 38 b-e
Waardering: V 10 jaar
585
Handeling; Het verlenen van ontheffing van voorschriften of beperkingen waaraan de
vergunningen/certificaten inzake de in- en uitvoer van landbouwgoederen zijn gebonden
Periode: 1981–
Grondslag: In- en uitvoerbeschikking landbouwgoederen 1981, art. 46, lid 3
Opmerking: Deze ontheffingen worden alleen toegepast wanneer dit vanwege communautaire
regelgeving noodzakelijk is.
Waardering: V 10 jaar
588
Handeling: Het erkennen van drukkerijen tot het drukken van invoer-, uitvoer- of voorfixatiecertificaten
voor landbouwgoederen
Periode: 1970–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 1373/70, art. 12, lid 4; Verordening (EEG) nr. 93/75, art. 13, lid 4; Verordening (EEG) nr. 3183/80, art. 16, lid 4; Verordening (EEG) nr. 3719/88, art. 16, lid 4.
Waardering: V 5 jaar na vervallen of intrekking erkenning
589
Handeling: Het stellen van (nadere) regels met betrekking tot in- en uitvoerheffingen
op landbouwgoederen
Periode: 1968–
Grondslag: In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1963, art. 7, lid 1b, en art. 9,
lid 1b; In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1980, art. 5, lid 1b en art. 6, lid
1b
Product: Uitvoeringsbeschikking
Opmerking: Het kan hierbij gaan om nadere regelgeving betreffende de uitvoering van
de heffingsbeschikkingen, zoals de vaststelling van tijdvakken.
Waardering: B, 5
590
Handeling: Het vaststellen en/of opleggen van in- en uitvoerheffingen op landbouwgoederen
Periode: 1968–
Grondslag: In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1963, art. 7, lid 1, en art. 9,
lid 1; In- en uitvoerbeschikking Produktschappen 1963; Beschikking landbouwheffingen-
en restitutieregime 1968 II, art. 16; In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1980,
artt. 5, lid 1a en 6, lid 1a; In- en uitvoerbeschikking landbouwgoederen 1981, artt.
71-74
Product: O.a. heffingsbeschikkingen
Opmerking: Wanneer de documenten ontoereikend zijn, wordt de invoerheffing berekend
op basis van een grondige opneming van de goederen of op basis van een schatting.
De rijksbelastingdienst (douane) legt de heffing onder andere op in gevallen waarin
de importeur zelf de voorkeur geeft aan onmiddellijke betaling of waarin de gestelde
borg onvoldoende is. De heffing kan sinds 1981 ook worden gelegd op overblijfselen
of afvallen die resteren na ambtelijke vernietiging van ingevoerde goederen en die
niet zelf worden uitgevoerd (art. 71). Sinds 1996 vindt invordering en oplegging van
landbouwheffingen plaats op grond van de Algemene wet rijksbelastingen en zijn de
desbetreffende bepalingen verwijderd uit de In- en uitvoerbeschikking landbouwgoederen
1981 (Stcrt. 1996, 102).
Waardering: V 7 jaar
592
Handeling: Het opleggen van navorderingen op de invoer van landbouwgoederen
Periode: 1981–1996
Grondslag: In- en uitvoerbeschikking landbouwgoederen 1981, artt. 75-77
Opmerking: Geen navordering vindt plaats in de gevallen zoals bepaald in Verordening (EEG) nr. 1697/79 (PbEG L 197). Wanneer machtiging van de Europese Commissie nodig is, worden de benodigde
stukken naar de minister van Landbouw gezonden. Bij het afzien van navordering in
andere gevallen wordt de minister op beknotte wijze geïnformeerd. Deze mogelijkheid
verviel in 1996 bij wijziging van de In- en uitvoerbeschikking landbouwgoederen 1981
(Stcrt. 1996, 102).
Waardering: 7 jaar
593
Handeling: Het stellen van (nadere) regels met betrekking tot het verlenen van restitutie
op de uitvoer van landbouwgoederen
Periode: 1968–
Grondslag: In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1963, lid 13; In- en uitvoerbesluit
landbouwgoederen 1980, art. 8, lid 1b
Waardering: B, 5
594
Handeling: Het verlenen van restitutie op de uitvoer van landbouwgoederen
Periode: 1968–1999
Grondslag: In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1963, art. 8, lid 1; Beschikking
landbouwheffingen- en restitutieregime 1968 II, artt. 31 en 32, lid 3; In- en uitvoerbesluit
landbouwgoederen 1980, art. 8, lid 1a
Waardering: V 10 jaar
596
Handeling: Het verlenen van erkenningen als depothouder voor proviandleveranties en
erkenningen als exploitant van een bevoorradingsschip of -helikopter
Periode: 1981–
Grondslag: In- en uitvoerbeschikking landbouwgoederen 1981, art. 98; In- en uitvoerbeschikking
landbouwgoederen 1981 (zoals gewijzigd in Stcrt. 1992, 52), art. 101c, lid 1a-b
Opmerking: Het HPA is hiermee belast namens de minister van Landbouw. Erkenningen
als exploitant zijn mogelijk sinds 1992 en kunnen gebonden worden aan aanvullende
voorwaarden.
Waardering: V 10 jaar
598
Handeling: Het stellen van (nadere) regels met betrekking tot het verlenen van subsidie
op de invoer van landbouwgoederen
Periode: 1980–
Grondslag: In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1980, art. 10, lid 1b
Waardering: B, 5
599
Handeling: Het verlenen van subsidie op de invoer van landbouwgoederen
Periode: 1980–1999
Grondslag: In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1980, art. 10, lid 1a
Waardering: V 10 jaar
600
Handeling: Het vaststellen van algemene vrijstellingsregelingen voor de in- en uitvoer
van landbouwproducten
Periode: 1968–
Grondslag: In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1963, art. 12; In- en uitvoerbesluit
landbouwgoederen 1980, art. 13
Product: Vrijstellingsbeschikkingen, bijv. Vrijstellingsbeschikking klein grensverkeer
landbouwgoederen 1963 (Stcrt. 1963, 124); Vrijstellingsbeschikking militaire zendingen
(landbouwgoederen) 1963 (Stcrt. 1963, 124); Veredelingsverkeersbeschikking landbouwgoederen
1968 (Stcrt. 1968, 189); Beschikking actief veredelingsverkeer landbouwgoederen 1986
(Stcrt. 1986, 252); Regeling passief veredelingsverkeer landbouwgoederen (Stcrt. 1991,
81)
Waardering: B, 1
601
Handeling: Het vaststellen van nadere regels ten aanzien van de toepassing van vrijstellingsbeschikkingen
voor de in- en uitvoer van landbouwproducten
Periode: 1968–
Grondslag: Vrijstellingsbeschikking militaire zendingen (landbouwgoederen) 1963, art.
4; e.a.
Waardering: B, 5
602
Handeling: Het vaststellen van vrijstellingsregelingen of -verordeningen betreffende
het veredelingsverkeer van landbouwproducten
Periode: 1968–
Grondslag: Veredelingsbeschikking landbouwgoederen 1968, art. 4, lid 2, art. 13, lid
2; Beschikking actief veredelingsverkeer landbouwgoederen 1986, art. 6, lid 2, art.
8, lid 4; Regeling passief veredelingsverkeer landbouwgoederen, art. 3, lid 3; art.
5, lid 1, art. 8
Product: Vrijstellingsregelingen c.q. -verordeningen veredelingsverkeer
Opmerking: De regeling of verordening moest in ieder geval de voor be- of verwerking
in het binnen- of buitenland bestemde goederen of groepen van goederen aangeven waarop
zij betrekking had, alsmede de na te leven voorschriften.
Waardering: B, 5
603
Handeling: Het verlenen van een vergunning voor de in- of uitvoer van landbouwgoederen
voor veredeling
Periode: 1968–
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking landbouwgoederen 1968, art. 5, lid 1; Beschikking
actief veredelingsverkeer landbouwgoederen 1986, art. 5, lid 1; Regeling passief veredelingsverkeer
landbouwgoederen, art. 3, lid 1; Douaneregeling, artt. 56; 68
Opmerking: De vergunning kan aan beperkingen worden gebonden.In bijzondere omstandigheden
kan de betrokkene van bepaalde verplichtingen worden ontslagen.Voor een vergunning
kan een borgsom gevraagd worden.
Waardering: V 10 jaar
604
Handeling: Het verlenen van restitutie, vrijstelling of ontheffingen ten aanzien van
het veredelingsverkeer van landbouwgoederen
Periode: 1968–
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking landbouwgoederen 1968, art. 3; Beschikking
actief veredelingsverkeer landbouwgoederen 1986, art. 2; Regeling passief veredelingsverkeer
landbouwgoederen, art. 2; Vrijstellingsregelingen c.q. -verordeningen veredelingsverkeer
Waardering: V 10 jaar
606
Handeling: Het in bijzondere omstandigheden en gevallen opschorten van de vrijstellingsverlening
van in- of uitvoerheffingen op veredelingsverkeer van landbouwgoederen
Periode: 1968–1991
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking landbouwgoederen 1968, art. 2, lid 2
Opmerking: Vooraf moesten de meest betrokken productschappen worden gehoord.
Waardering: V 10 jaar
607
Handeling: Het bepalen van het toegestane tijdsverloop tussen invoer en uitvoer (en
vice versa) in het kader van het veredelingsverkeer van landbouwgoederen
Periode: 1968–
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1968, art. 6, lid 3; Beschikking
actief veredelingsverkeer landbouwgoederen 1986, art. 8, lid 4; Regeling passief veredelingsverkeer
landbouwgoederen, art. 3, lid 3
Waardering: V 10 jaar
608
Handeling: Het bepalen van de gevallen waarin compensatie van een in- of uitvoer van
landbouwgrondstoffen, door een uit- of invoer van verwerkte landbouwgoederen die daarmee
niet overeenkomen, niet is toegestaan
Periode: 1968–1991
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1968, art. 7, lid 1
Waardering: V 10 jaar
609
Handeling: Het geven van bijzondere toestemming voor veredelingsverkeer waarbij de
in- of uitvoer van grondstoffen wordt voorafgegaan door de uit- of invoer van verwerkte
landbouwgoederen
Periode: 1968–1991
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1968, art. 7, lid 2
Waardering: V 10 jaar
610
Handeling: Het stellen van nadere regels voor de toepassing van de voorschriften inzake
veredelingsverkeer van landbouwgoederen, wanneer verschillende productschappen bevoegd
zijn voor en na veredeling
Periode: 1968–1991
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1968, art. 13, lid 2
Waardering: B, 5
611
Handeling: Het in bijzondere omstandigheden aan een productschap toestaan om af te
wijken van bepalingen van de Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1968
Periode: 1968–1991
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1968, art. 14, lid 2
Waardering: V 10 jaar
612
Handeling: Het geven van toestemming voor de overdracht van de vrijstelling van heffingen
op ter actieve veredeling in- of uitgevoerde landbouwgoederen
Periode: 1968–1986
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking landbouwgoederen 1968, art. 12, lid 1
Waardering: V 10 jaar
613
Handeling: Het in algemene zin bepalen van de rendementen die ter actieve veredeling
ingevoerde goederen na be- of verwerking geacht worden te hebben opgeleverd
Periode: 1968–1986
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1968, art. 8, lid 1
Opmerking: De bepalingen kunnen zowel voor een bedrijf gelden als voor de hele bedrijfstak.
Met deze rendementen kan de hoeveelheid goederen worden bepaald die moet worden uitgevoerd
ter compensatie van ter veredeling ingevoerde goederen.
Waardering: V 10 jaar
614
Handeling: Het vaststellen van maatstaven voor de berekening van heffingen op de uitvoer
van landbouwgoederen waaruit na actieve veredeling verschillende soorten goederen
zijn verkregen
Periode: 1968–1986
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1968, art. 10, lid 1
Waardering: B, 5
616
Handeling: Het vaststellen van de rendementen na passieve veredeling van landbouwgoederen
Periode: 1966–1991
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1968, art. 8, lid 3
Opmerking: Met deze rendementen kan de hoeveelheid goederen worden bepaald die moet
worden ingevoerd ter compensatie van ter veredeling uitgevoerde goederen.
Waardering: V 10 jaar
617
Handeling: Het vaststellen van maatstaven voor de berekening van heffingen op de uitvoer
van landbouwgoederen waaruit na passieve veredeling verschillende soorten goederen
zijn verkregen
Periode: 1968–1991
Grondslag: Veredelingsverkeersbeschikking Landbouwgoederen 1968, art. 10, lid 2
Criterium B, 5
618
Handeling: Het vaststellen van regels betreffende de gegevens die moeten worden verstrekt
bij het aanvragen van een vergunning, een restitutie of een ontheffing inzake de in-
en uitvoer van landbouwgoederen
Periode: 1968–
Grondslag: In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1963, art. ;7, lid 1b, art. 9, lid
1b, art. 13, lid 1; In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1980, art. 2, lid 3, art.
3, lid 2; e.a.
Waardering: B, 5
619
Handeling: Het verlenen van ontheffing van opgave van de vereiste gegevens bij de
aanvraag van vergunningen/certificaten inzake de in- en uitvoer van landbouwgoederen
Periode: 1981–
Grondslag: In- en uitvoerbeschikking landbouwgoederen 1981, art. 46, lid 3
Opmerking: Deze ontheffingen worden alleen toegepast wanneer dit vanwege communautaire
regelgeving noodzakelijk is.
Waardering: V 10 jaar
620
Handeling: Het vaststellen van modellen van en aanvraagformulieren voor invoer- en
uitvoervergunningen voor landbouwgoederen
Periode: 1968–
Grondslag: In- en uitvoerbesluit landbouwgoederen 1963, art. 14, lid 1; In- en uitvoerbesluit
landbouwgoederen 1980, art. 19, lid 1
Product: Modellenbeschikkingen
Opmerking: De productschappen kunnen de modellen aanvullen.
Waardering: V 10 jaar
621
Handeling; Het geven van voorschriften inzake de administratie van proviandleveranties
Periode: 1981–
Grondslag: In- en uitvoerbeschikking landbouwgoederen 1981, art. 99; In- en uitvoerbeschikking
landbouwgoederen 1981 (zoals gewijzigd in Stcrt. 1992, 52), artt. 101b.2 en 101c.1c
Opmerking: Het HPA is hiermee belast namens de minister van Landbouw.Het betreft zowel
de inrichting van de maandstaten als de aanvullende gegevens die vermeld moeten worden
in registers voor de proviandering.
Waardering: V 5 jaar
622
Handeling: Het verlenen van een ontheffing op het in- en uitvoerverbod van landbouwgoederen
dat geldt voor een bepaald land
Periode: 1968–
Grondslag: O.a. In- en uitvoerbesluit Irak 1991, art. 5
Opmerking: In mandaat uitgevoerd door productschappen.
Waardering: V 10 jaar
623
Handeling: Het informeren van de EC over de instanties die belast zijn met de uitvoering
van de communautaire in- en uitvoerregelingen
Periode: 1970–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 1373/70, art. 15, lid 4; Verordening (EEG) nr. 93/75, art. 16, lid 4; Verordening (EEG) nr. 3183/80, art. 28; Verordening (EEG) nr. 3719/88, art. 28
Opmerking: De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft de instanties
aangewezen op basis van de Overdrachtsbeschikking In- en uitvoerwet 1968 (Stcrt. 1968,
189).De informatie betreft ook de officiële stempels van deze instanties.
Waardering: B, 2 en 3
625
Handeling: Het informeren van de EC over geconstateerde onregelmatigheden bij de handel
in landbouwgoederen met derde landen
Periode: 1970–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 1373/70, art. 15, lid 2; Verordening (EEG) nr. 93/75, art. 16, lid 2; Verordening (EEG) nr. 3183/80, art. 28, lid 2; Verordening (EEG) nr. 3719/88, art. 28, lid 2
Opmerking: Tot 1980 werd de informatie ieder kwartaal naar Brussel gezonden, gespecificeerd
per sector; sindsdien worden onregelmatigheden zo snel mogelijk gemeld.
Waardering: B, 3
627
Handeling: Het geven van opdrachten en aanwijzingen aan het VIB betreffende de in-
of verkoop van interventieproducten of daaraan verwante werkzaamheden
Periode: 1958–1998
Grondslag: Landbouwwet, art. 32; Mandaatsbeschikking VIB, artt. 2 en 6; Tabaksbeschikking
1971-I, art. 3
Opmerking: Wanneer het gaat om interventie buiten de kaders van het Europese landbouwbeleid
is het productschap gehouden aan de aanwijzingen van de minister en aan diens voorafgaande
toestemming. De opdrachten hebben sinds 1968 vooral betrekking op de uitvoering van
communautaire interventieregelingen en werden tussen 1966 en 1978 namens de minister
gegeven door het betrokken productschap (cf. Tabaksbeschikking 1971-I). Sindsdien
heeft het VIB daartoe zelf de bevoegdheid en is de reikwijdte van dit artikel verminderd.
Waardering: V 10 jaar
629
Handeling: Het goedkeuren van opdrachten en aanwijzingen van algemene aard die productschappen
aan het VIB willen geven
Periode: 1966–1998
Grondslag: Mandaatsbeschikking VIB, art. 3, lid 2
Opmerking: Deze goedkeuring betreft sinds 1978 alleen de opdrachten en algemene aanwijzingen
die niet met het Europese interventiebeleid samenhangen.
Waardering: V 10 jaar
630
Handeling: Het behandelen van bezwaren van het VIB tegen door productschappen gegeven
opdrachten
Periode: 1966–1998
Grondslag: Mandaatsbeschikking VIB, art. 5, lid 1
Opmerking: Hangende de behandeling van het bezwaar kan de minister zo nodig een voorlopige
voorziening treffen.
Waardering: V 10 jaar
631
Handeling: Het opstellen van instructies voor het overleg dat het VIB in het kader
van zijn interventiewerkzaamheden voert met het ministerie van Landbouw en met de
productschappen
Periode: 1978–1998
Grondslag: Wijziging Mandaatsbeschikking VIB (1978), art. 2, lid 4
Waardering: B, 5
632
Handeling: Het vaststellen van regelgeving betreffende het opdragen van interventiewerkzaamheden
aan andere instanties dan het VIB
Periode: 1978–
Grondslag: Wijziging Mandaatsbeschikking VIB (1978), art. 2, lid 1
Product: Beschikking classificatiewerkzaamheden bij interventie (Stcrt. 1988, 69);
Regeling instelling Commissie kwaliteitsbewaking classificatie (Stcrt. 1988, 69)
Waardering: B, 5
633
Handeling: Het vaststellen welke de registers zijn die erkende interventiebureaus
dienen bij te houden
Periode: 1980–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EG) nr. 454/95, art. 3, lid 1, onder b
Opmerking: De bureaus dienen hierin onder andere te vermelden: oorsprong van de grondstoffen,
hoeveelheden, aanbiedingsvorm, data.
Waardering: B, 5
634
Handeling: Het verlenen en intrekken van erkenningen van instanties of personen die
voor het uitvoeren van interventiewerkzaamheden zijn gebonden aan een formele erkenning
Periode: 1972–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 985/68; Suikerbeschikking 1968-II, art. 18, lid 2; Beschikking VIB-erkenningen 1978, art.
2, vervangen door de Regeling erkenningen interventie, art. 2; Beschikking denaturatie-
en verwerkingssteun magere melkpoeder 1980, art. 4, lid 1 en 2
Opmerking: De erkenning kan aan voorwaarden worden gebonden. Het HPA had tot 1972
(cf. wijziging Suikerbeschikking 1968-II, Stcrt. 1972, 60) de bevoegdheid tot het
namens de minister erkennen van de suikeropslagplaatsen waar bij uitsluiting de overneming
tot interventie plaatsvond, alsook van monsternemers en onderzoekslaboratoria. De
minister erkent krachtens de wijziging van de Suikerbeschikking 1968-II sinds 1972
de personen die als gespecialiseerde suikerhandelaren die zijn gerechtigd tot het
doen van een aanbieding tot interventie.
Waardering: B, 4
635
Handeling: Het geven van nadere aanwijzingen aan het VIB inzake het verlenen of intrekken
van erkenningen aan personen of instellingen die als enige bevoegd zijn om bepaalde
handelingen te verrichten in verband met interventie
Periode: 1968–1998
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 985/68; Beschikking VIB-erkenningen 1978, art. 5
Opmerking: Aangezien de erkenningstaak van het VIB in 1998 overging naar LASER, geldt
deze handeling tot dat jaar.
Waardering: B,5
637
Handeling: Het aan de EC verstrekken van institutionele gegevens betreffende de interventiebureaus
en opslaglocaties
Periode: 1968–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 985/68, art. 4
Waardering: V 5 jaar
638
Handeling: Het informeren van de EC over aan interventiebureaus geleverde en door
deze bureaus aanvaarde hoeveelheden
Periode: 1968–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 859/89, art. 27
Opmerking: Het gaat hierbij om de operationele gegevens over bijv. de omvang van de
wekelijkse en maandelijkse interventieaankopen of die van de voorraden.
Waardering: V 5 jaar
646
Handeling: Het in crisissituaties bepalen van de aankoopprijs van uit de markt te
nemen groenten en fruit
Periode: 1967–1969
Grondslag: Verordening nr. 159/66/EEG, art. 8, lid 1
Product: Beschikking aankoopprijzen bloemkool 1967/1968 (Stcrt. 1967, 121); Beschikking
aankoopprijzen appelen 1967/1968 (Stcrt. 1967, 164); Beschikking aankoopprijzen peren
1967/1968 (Stcrt. 1967, 164); Beschikking aankoopprijzen tomaten 1967/1968 (Stcrt.
1967, 164); Beschikking aankoopprijzen appelen 1968/1969 (Stcrt. 1968, 152); Beschikking
aankoopprijzen peren 1968/1969 (Stcrt. 1968, 152); Beschikking aankoopprijzen tomaten
1968/1969 (Stcrt. 1968, 152)
Opmerking: Van een crisissituatie is al sprake indien de producentenprijzen die op
representatieve markten zijn genoteerd, drie dagen achter elkaar beneden de aankoopprijs
liggen. De EC moest van de vastgestelde prijzen op de hoogte worden gesteld.
Waardering: V 10 jaar
649
Handeling: Het verrichten van classificatiewerkzaamheden in het kader van in interventie
te nemen producten
Periode: 1998–
Grondslag: Beschikking classificatiewerkzaamheden bij interventie, art. 1
Opmerking: Het Centraal Bureau Slachtveediensten verricht deze handeling voor wat
betreft geslachte varkens en runderen.
Waardering: V 5 jaar
650
Handeling: Het toewijzen van classificatiewerkzaamheden ten aanzien van geslachte
dieren aan een andere instantie dan het VIB
Periode: 1988–
Grondslag: Beschikking classificatiewerkzaamheden bij interventie, art. 1
Product: Overeenkomst Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)-Productschap
voor Vee en Vlees (PVV)
Opmerking: Wat betreft de classificatie van geslachte varkens en runderen werd hiertoe
de Besloten Vennootschap Centraal Bureau Slachtveediensten aangewezen.
Waardering: B, 5
651
Handeling: Het instellen van een Commissie kwaliteitsbewaking classificatie
Periode: 1988–
Grondslag: Regeling instelling Commissie kwaliteitsbewaking classificatie, art. 1,
lid 1
Crieterium: B, 4
652
Handeling: Het benoemen van de leden van de Commissie kwaliteitsbewaking classificatie
Periode: 1988–
Grondslag: Regeling instelling Commissie kwaliteitsbewaking classificatie, art. 4,
lid 2
Opmerking: Het productschap benoemt één lid en een adviserend lid, de Minister van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) benoemt de overige maximaal twee leden,
waaronder de voorzitter.
Waardering: V 5 jaar
653
Handeling: Het goedkeuren van het reglement van de Commissie kwaliteitsbewaking classificatie
Periode: 1988–
Grondslag: Regeling instelling Commissie kwaliteitsbewaking classificatie, art. 3
Waardering: B, 5
658
Handeling: Het stellen van (nadere) voorwaarden voor de aankoop van interventieproducten
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 985/68, art. 1, lid 3 (boter en room); Verordening (EG) nr. 454/95, artt. 3 en 4 (boter en room); Verordening (EEG) nr. 322/96, art. 1, lid 3 (magere melkpoeder)
Opmerking: Het kan hierbij gaan om de wijze van aanbieden van de producten of over
de minimumhoeveelheden die moeten worden aangeboden. Het kan verder zowel kwaliteits-
of verpakkingseisen betreffen als administratieve bepalingen. Ook het later wijzigen
van de voorwaarden valt onder deze handeling.
Waardering: B, 1
659
Handeling: Het organiseren van openbare inschrijvingen voor de aankoop van interventieproducten
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 727/70, art. 5, lid 1 (tabak); Verordening (EEG) nr. 859/89, art. 7 (rundvlees), Verordening (EEG) nr. 2456/93, art. 9, lid 1 (rundvlees); Tabaksbeschikking 1971-I, art. 2
Opmerking: De inschrijvingen moeten worden gepubliceerd in het Publikatieblad van
de Europese Gemeenschappen. In dit kader kunnen zekerheden worden gesteld, om te waarborgen
dat de aanbieders aan hun verplichtingen zullen voldoen.
Waardering: V 5 jaar
660
Handeling: Het aankopen van voor interventie in aanmerking komende (partijen) landbouwproducten
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 1569/77, art. 3, lid 2-4 (granen); Verordening (EEG) nr. 2456/93, art. 18, lid 1 (rundvlees); Suikerbeschikking 1968-II, art. 18, lid 1; Tabaksbeschikking
1971-I, art. 2; Regeling suiker, isoglucose en inulinestroop, art. 30, lid 1
Opmerking: Voorafgaand aan de daadwerkelijke aankoop wordt eerst mededeling gedaan
van de gunning, bijv. middels toezending van een leveringsbon. De producten moeten
aan bepaalde voorwaarden voldoen. In het kader van de overname kunnen vooraf kwaliteitscontroles
worden uitgevoerd (zie volgende handeling).
Waardering: V 5 jaar
661
Handeling: Het rapporteren in het kader van controles die zijn uitgevoerd in het kader
van de overname van ter interventie aangeboden producten
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2456/93, art. 17 (rundvlees)
Waardering: V 5 jaar
663
Handeling: Het nemen van maatregelen om ervoor te zorgen dat ook niet bij telersverenigingen
aangesloten telers gebruik kunnen maken van communautaire interventieregelingen voor
groenten en fruit
Periode: 1997–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 659/97, art. 8, lid 3
Waardering: V 10 jaar
666
Handeling: Het vaststellen van nationale richtsnoeren betreffende het opstellen van
bestekken inzake methoden voor het op milieuvriendelijke wijze uit de markt nemen
van groenten- en fruitproducten
Periode: 1997–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 2200/97, art. 25
Opmerking: Het ontwerp van de richtsnoeren wordt ter beoordeling toegezonden aan de
EC.
Waardering: B, 5
667
Handeling: Het rapporteren in het kader van bij de telersverenigingen uitgevoerde
controles betreffende het uit de markt nemen van groenten en fruit
Periode: 1972–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 659/97, art. 17, lid 2
Opmerking: De controles kunnen fysiek zijn en/of aan de hand van documenten worden
uitgevoerd.
Waardering: V 5 jaar
668
Handeling: Het aangaan van overeenkomsten met instanties die zorgdragen voor de aan
opslag of verkoop voorafgaande bewerking van interventieproducten
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 727/70, art. 7, lid 1 (tabak); Verordening (EEG) nr. 859/89, art. 19, lid 1 (rundvlees); Verordening (EEG) nr. 2456/93, art. 22, lid 1 (rundvlees)
Opmerking: Bijvoorbeeld in de vleessector: het uitbenen van vlees. Voor tabak: bewerken
en verpakken.
Waardering: V 5 jaar
669
Handeling: Het aanwijzen van instanties voor de uitvoering van fysieke controles op
de aan opslag of verkoop voorafgaande bewerking van interventieproducten
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2456/93, art. 23, lid 1 (rundvlees)
Waardering: B, 4
670
Handeling: Het rapporteren in het kader van de uitvoering van fysieke controles op
de aan opslag of verkoop voorafgaande bewerking van interventieproducten
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 859/89, art. 20, lid 1(rundvlees); Verordening (EEG) nr. 2456/93, art. 23, lid 1 (rundvlees)
Opmerking: Indien de fysieke controle is uitbesteed, verricht het interventiebureau
toch steeksproefgewijs nog fysieke controles op de werkzaamheden van de aangewezen
controle-instanties.
Waardering: V 5 jaar
671
Handeling: Het bijhouden van lijsten van opslaglocaties en daarin opgeslagen hoeveelheden
interventieproducten
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2409/86, art. 18, lid 1 (boter); Verordening (EEG) nr. 3398/91, art. 5, lid 1 (magere melkpoeder)
Opmerking: Deze lijsten kunnen op aanvraag ter beschikking worden gesteld aan belanghebbenden
en moeten op gezette tijden worden gepubliceerd.
Waardering: V 5 jaar
672
Handeling: Het aanwijzen van locaties voor de openbare opslag van interventieproducten
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 1014/68, art. 3, lid 1 (magere melkpoeder); Verordening (EEG) nr. 859/89, art. 6, lid 1 (rundvlees); Verordening (EEG) nr. 2456/93, art. 5, lid 1, en art. 12, lid 1
Opmerking: Hiertoe kan aan bijv. vrieshuizen de mogelijkheid worden geboden om offertes
aan te bieden.
Waardering: V 5 jaar
673
Handeling: Het vaststellen van voorschriften om een goede bewaring van interventievoorraden
te waarborgen
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2456/93, artt. 6 en 30 (rundvlees); Verordening (EG) nr. 454/95, art. 6 (boter en room)
Opmerking: De voorschriften kunnen bijv. technische normen voor koelhuizen inhouden.
Waardering: B, 5
674
Handeling: Het verhuren van opslagruimte aan buitenlandse interventiebureaus
Periode: 1998–
Waardering: V 7 jaar
675
Handeling: Het aangaan van overeenkomsten met instanties voor de particuliere opslag
van interventieproducten
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 985/68, art. 8, lid 2; Beschikking particuliere opslag zuivelprodukten en vlees 1980, art.
4
Opmerking: De sluiting van het contract kan afhankelijk worden gesteld van het stellen
van een waarborgsom als garantie voor de verplichting van het opslagbedrijf om de
opslag ook daadwerkelijk te realiseren.Nadere voorwaarden voor het aangaan van een
contract worden door de minister in ‘Mededelingen’ bekendgemaakt.
Waardering: V 5 jaar
676
Handeling: Het opstellen van een bestek voor de particuliere opslag van interventieproducten
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EG) nr. 454/95, art. 10, lid 5 (boter en room)
Opmerking: In het contract moet naar dit bestek worden verwezen.
Waardering: V 5 jaar
677
Handeling: Het vaststellen van maatregelen ten aanzien van particuliere opslag ingeval
de contractant wegens overmacht de contractvoorwaarden niet kan nakomen
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 1091/80 (rundvlees), art. 9; Verordening (EEG) nr. 3445/90 (rundvlees), art. 10
Waardering: V 5 jaar
678
Handeling: Het informeren van de EC over de hoeveelheden producten waarvoor contracten
voor particuliere opslag zijn afgesloten
Periode: 1968–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EG) nr. 904/95, art. 6 (bewaarkaas)
Waardering: V 5 jaar
679
Handeling: Het vaststellen welke de openbare registers zijn waarin aanvragers van
steun voor particuliere opslag dienen te zijn ingeschreven
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 3445/90, art. 2, lid 1
Opmerking: Vanaf 1980 moesten aanvragers ook al ingeschreven zijn in een openbaar
register, maar de lidstaat bepaalde toen nog niet welke dat moest zijn.
Waardering: V 5 jaar
680
Handeling: Het toekennen en uitkeren van financiële steun aan instanties voor de particuliere
opslag van interventieproducten
Periode: 1968–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2763/75, art. 1, lid 3 (varkensvlees); Verordening (EG) nr. 454/95, art. 12 (bewaarkaas); Vlas- en lijnzaadbeschikking 1976, artt. 7 en 8; Beschikking
particuliere opslag zuivelprodukten en vlees 1980, art. 4
Opmerking: In dit kader kan een waarborgsom of garantie worden gevraagd. Het Productschap
voor Zuivel (PZ) verleent aan degenen die een overeenkomst hebben gesloten met het
VIB, een vergoeding voor magere melkpoeder.
Waardering: V 5 jaar
681
Handeling: Het beoordelen van offertes voor de met steun uit te voeren particuliere
opslag van interventieproducten
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) 275/74, art. 7 (rundvlees); Verordening (EEG) nr. 1091/80, art. 11 (rundvlees); Verordening (EEG) nr. 3445/90, art. 12 (rundvlees)
Opmerking: De offertes worden vervolgens anoniem ingediend bij de EC, die beslist
over toewijzing.
Waardering: V 5 jaar
682
Handeling: Het informeren van de EC over de uitvoering van Europese verordeningen
inzake steun voor particuliere opslag van interventieproducten
Periode: 1968–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 1091/80, artt. 9 en 12 (rundvlees); Verordening (EEG) nr. 1524/71, art. 7, lid 2 (vlas en hennep)
Opmerking: Het kan gaan om de omvang van de verleende steun, de nationale maatregelen
op dit gebied, enz.
Waardering: V 5 jaar
683
Handeling: Het rapporteren in het kader van de controle op de nakoming van voorgeschreven
voorwaarden en verplichtingen voor de particuliere opslag van interventieproducten
Periode: 1968–
Grondslag: Mededelingen Boter, bijv. nr. 1/2002
Opmerking: Het gaat bijv. om inslagcontrole, controle tijdens de opslagperiode en
controle voor afloop van de contractuele opslag.
Waardering: V 5 jaar
684
Handeling: Het houden van openbare inschrijvingen voor de verkoop van interventieproducten
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 727/70, art. 7, lid 2 (tabak); Verordening (EEG) nr. 2738/75, art. 3, lid 1 (granen); Verordening (EEG) nr. 1836/82, art. 1, lid 1 (granen); Verordening (EEG) nr. 2409/86, art. 17 (boter); Verordening (EEG) nr. 3398/91, art. 4, lid 2 (magere melkpoeder)
Opmerking: Hiertoe worden berichten van verkoop van interventieproducten bij openbare
inschrijving opgesteld en worden lijsten met nadere gegevens bijgehouden. Er kunnen
in het kader van de offertes zekerheden worden gesteld ter waarborging van de nakoming
van verplichtingen.
Waardering: V 5 jaar
685
Handeling: Het vaststellen van aanvullende voorschriften voor de verkoop van interventievoorraden
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2991/82, artt. 2 en 5 (boter)
Opmerking: Het kan gaan om minimum- of maximumhoeveelheden, termijnen, enz.
Waardering: V 5 jaar
686
Handeling: Het verkopen van interventieproducten
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 262/79, art. 19 (boter); Suikerbeschikking 1968-II, art. 18, lid 1
Opmerking: Hierbij worden overrenkomsten gesloten en afhaalbonnen verstrekt.
Waardering: V 5 jaar
687
Handeling: Het in geval van overmacht vaststellen van maatregelen inzake de verkoop
van interventieproducten
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2315/76, art. 3 (boter), Verordening (EEG) nr. 262/79, art. 23 (boter)
Waardering: V 5 jaar
688
Handeling: Het informeren van de EC over de hoeveelheden verkochte interventieproducten
en de verleende steun voor de afzet van deze producten
Periode: 1968–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2315/76, art. 3, lid 5 (boter)
Waardering: V 5 jaar
689
Handeling: Het organiseren van openbare inschrijvingen voor de denaturering van bepaalde
(interventie)producten bestemd voor verdere verwerking
Periode: 1968–1999
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2049/69, art. 4; Verordening (EEG) nr. 1844/77, art. 1, lid 3 (mager melkpoeder); Suikerbeschikking 1975, art. 12; Beschikking Suiker
en Isoglucose 1981 (later: Regeling suiker, isoglucose en inulinestroop), art. 17,
lid 1
Waardering: V 10 jaar
690
Handeling: Het toekennen en uitbetalen van denatureringspremies voor interventieproducten
Periode: 1968–1999
Grondslag: Suikerbeschikking 1968-II, art. 10, lid 2; Suikerbeschikking 1975, art.
12; Beschikking denaturatie- en verwerkingssteun magere melkpoeder 1980, art. 2, lid
2, en art. 16c, lid 1; Beschikking Suiker en Isoglucose 1981 (later: Regeling suiker,
isoglucose en inulinestroop), art. 18, lid 2
Opmerking: Voor de denaturatie van melkpoeder verleent het Productschap voor Zuivel
steun. Het Hoofdproductschap voor Akkerbouwproducten gaat over de denatureringspremie
voor suiker, tot 1999 in mandaat, daarna krachtens gedelegeeerde bevoegdheid. De productschappen
kunnen zelf nadere voorschriften (verordeningen) geven m.b.t. het verlenen van steun.
De steunverlenende productschappen informeren het VIB / LASER en de AID omtrent de
verleende steunbedragen.
Waardering: V 10 jaar
691
Handeling: Het rapporteren in het kader van het uitoefenen van toezicht op de denaturatie
Periode: 1998–
Grondslag: Beschikking denaturatie- en verwerkingssteun magere melkpoeder 1980, art.
8, lid 1
Opmerking: Het VIB hield toezicht op de denaturatie van magere melkpoeder. Deze rapportage
werd door het Productschap voor Zuivel gebruikt voor de toekenning van de denatureringssteun.
Waardering: V 5 jaar
693
Handeling: Het sluiten van overeenkomsten met partijen die interventieproducten voor
verdere verwerking aankopen
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 1560/70, art. 5, lid 2, en art. 7, lid 1 (groenten en fruit); Verordening (EG) nr. 2571/97, artt. 20 en 21 (room, boter, boterconcentraat)
Opmerking: Ter waarborging van nakoming van verplichtingen kan een zekerheid worden
gesteld.
Waardering: V 5 jaar
692
Handeling: Het organiseren van openbare inschrijvingen voor de verkoop van bepaalde
interventieproducten bestemd voor verdere verwerking
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 262/79, art. 11 e.v. (boter); Verordening (EEG) nr. 429/90, art. 2 (boterconcentraat); Verordening (EEG) nr. 3398/91, art. 2 (magere melkpoeder); Verordening (EG) nr. 2571/97, art. 13, lid 2 (room, boter, boterconcentraat)
Opmerking: Het betreft met name ook zuivelproducten (bijv. magere-melkpoeder), die
moeten worden verwerkt in of tot andere producten. De producten kunnen in dit kader
tegen verlaagde prijs worden verkocht. Ook voor groenten en fruit was het VIB aangewezen
als bevoegde instantie (zie bijv. bijlage bij Verordening (EEG) nr. 1559/70).
Waardering: V 5 jaar
694
Handeling: Het organiseren van openbare inschrijvingen voor de be- of verwerking van
interventieproducten in of tot andere producten
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 1035/72, art. 21, lid 3 (groenten en fruit)
Waardering: V 12 jaar
695
Handeling: Het sluiten van overeenkomsten met partijen die interventieproducten be-
of verwerken in of tot andere producten
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2515/69, art. 7ter, lid 3 (groenten en fruit); Verordening (EEG) nr. 1562/70, art. 1 (fruit); Verordening (EEG) nr. 1035/72, art. 21, lid 3 (groenten en fruit)
Opmerking: In bepaalde gevallen mocht de door de lidstaat aangewezen instantie de
verwerking (bijv. distillatie) onderhands uitbesteden (cf. Verordening (EEG) nr. 1885/70) i.p.v. via openbare inschrijving, dit o.a. in verband met bederfelijkheid van de
waar in relatie tot lange procedures.Ter waarborging van nakoming van verplichtingen
kan een zekerheid worden gesteld.
Waardering: V 12 jaar
696
Handeling: Het toekennen en uitbetalen van verwerkingssteun (productierestitutie)
voor interventieproducten
Periode: 1968–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 986/68 (ondermelk, magere melkpoeder), art. 3; Verordening (EEG) nr. 429/90, art. 8, lid 3 (boterconcentraat); Verordening (EG) nr. 2571/97, art. 22, lid 4 (room, boter, boterconcentraat); Suikerbeschikking 1968-II, art.
14; Beschikking denaturatie- en verwerkingssteun magere melkpoeder 1980, art. 2, lid
2, en art. 16c, lid 1; Beschikking Suiker en Isoglucose 1981 (later: Regeling suiker,
isoglucose en inulinestroop), art. 22
Opmerking: Het Hoofdproductschap voor Akkerbouwproducten gaat over de verwerking van
mager melkpoeder of ondermelk en de verwerking van suiker (voor suiker tot 1999 in
mandaat, daarna krachtens gedelegeerde bevoegdheid).De productschappen kunnen zelf
nadere voorschriften (verordeningen) geven m.b.t. het verlenen van steun.- De steunverlenende
productschappen informeren het VIB / LASER en de AID omtrent de verleende steunbedragen.
Waardering: V 5 jaar
697
Handeling: Het erkennen van bedrijven die bepaalde interventieproducten denatureren
dan wel in of tot andere producten verwerken
Periode: 1968–1999
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 1725/79, art. 8 (ondermelk, magere melkpoeder); Suikerbeschikking 1968-II, art. 10, lid 3;
Beschikking denaturatie- en verwerkingssteun magere melkpoeder 1980, art. 4, lid 2
Opmerking: Het betreft hier met name de erkenningen, namens de minister, door het
Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten in het kader van de verwerking van magere
melkpoeder of ondermelk tot mengvoeder en de denaturatie van suiker. De erkenningen
komen tot stand na overleg met de AID. Overige erkenningen (bijv. op grond van Verordening (EEG) nr. 1844/77) worden door het VIB krachtens de VIB-erkenningsregeling verricht.
Waardering: V 5 jaar
698
Handeling: Het toekennen van steun voor de particuliere opslag in het kader van de
afzet tegen verlaagde prijs van interventieproducten bedoeld voor verdere verwerking
Periode: 1968–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 1468/79, art. 4 (boter)
Waardering: V 5 jaar
699
Handeling: Het informeren van de EC over de uitvoering van de verordeningen betreffende
de verwerking van interventieproducten
Periode: 1968–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 1562/70, art. 7, lid 2, art. 8; Verordening (EEG) nr. 2409/86, art. 31
Opmerking: Het kan gaan om bijv. de voorgenomen aanbestedingen en de hoeveelheden
toegewezen producten en de prijzen waarvoor de toewijzingen zijn gedaan.
Waardering: V 5 jaar
700
Handeling: Het vaststellen van nadere voorschriften inzake de verkoop tegen verlaagde
prijs van landbouwproducten uit interventie of uit de markt
Periode: 1998–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 1717/72, art. 4, lid 3 (boter); Verordening (EEG) nr. 2991/82, art. 5, lid 2 en 3, en art. 10 (boter); Beschikking steun boter met bijzonder gebruik
of bijzondere bestemming 1981, art. 17, lid 2, en art. 18
Opmerking: Deze voorschriften betroffen o.a. welke instellingen de producten tegen
verlaagde prijs kunnen kopen, de hoeveelheden interventieboter die instellingen konden
kopen, maximumprijzen, verpakkingsvoorschriften, de bij aanvraag vereiste gegevens
en de controlevoorschriften. Het kan ook gaan om de wijze van melding aan het interventiebureau
van voorgenomen of gerealiseerde verkopen of bewerkingen, enz. Deze handeling heeft
betrekking op alle modaliteiten van de steun voor verkoop tegen verlaagde prijs: aan
instellingen zonder winstoogmerk of aan het leger dan wel aan leveranciers ten behoeve
van directe consumptie of verdere verwerking (boterconcentraat).
Waardering: B, 5
701
Handeling: Het tegen verlaagde prijs uit openbare voorraden verkopen van interventieproducten
voor bijzondere bestemmingen
Periode: 1998–1999
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 1282/72, art. 3, Verordening (EEG) nr. 1717/72, art. 3; Verordening (EEG) nr. 2374/79, art. 1, lid 1; Verordening (EEG) nr. 2370/77, art. 1; Verordening (EEG) 1269/79, art. 2, lid 1; Verordening (EEG) nr. 3143/85, art. 2, lid 1; Beschikking steun boter met bijzonder gebruik of bijzondere bestemming
1981, art. 17
Opmerking: Het gaat hierbij om verkoop aan (sociale) instellingen zonder winstoogmerk,
het leger, leveranciers en verwerkers (ten behoeve van directe consumptie), enz. In
de Nederlandse regeling ging het om de verkoop van boter.
Waardering: V 5 jaar
702
Handeling: Het toekennen van steun voor de particuliere opslag in het kader van de
afzet tegen verlaagde prijs van interventieproducten bedoeld voor rechtstreekse consumptie
Periode: 1968–
Grondslag: Zuivelverordening 1977, Kerstboter (PZ), art. 3
Opmerking: Het gaat hierbij om bijv. steun voor van de particuliere opslag betrokken
kerstboter en later ook om steun in het kader van bevordering van de afzet voor rechtstreekse
consumptie.
Waardering: V 5 jaar
703
Handeling: Het toekennen van steun aan (erkende) leveranciers voor de afzet tegen
verlaagde prijs van interventieproducten bedoeld voor rechtstreekse consumptie
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 1762/78 (boter); Verordening (EEG) 1269/79, art. 2, lid 1 (boter); Verordening (EEG) nr. 2990/82, art. 1 (boter); Beschikking steun boter met bijzonder gebruik of bijzondere bestemming
1981, art. 13
Opmerking: Het gaat in de meeste gevallen om boter bestemd voor het leger of sociale
instellingen of voor rechtstreekse consumptie (bijv. kerstboter, bak- en braadboter).
Het Productschap voor Zuivel regelde de uitbetaling van steun voor kerstboter.
Waardering: V 5 jaar
704
Handeling: Het informeren van de EC over de uitvoering van de verordeningen betreffende
de verkoop tegen verlaagde prijs van interventieproducten en marktproducten
Periode: 1968–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2191/81, art. 6; Verordening (EEG) nr. 3143/85, art. 10
Opmerking: Het kan gaan om bijv. geleverde hoeveelheden en toegekende steun.
Waardering: V 5 jaar
705
Handeling: Het organiseren van de gratis uitreiking van interventieproducten via liefdadigheidsinstanties
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 1035/72, art. 21, lid 3 (groenten en fruit); Verordening (EG) 2200/96, art. 30, lid 3 (groenten en fruit)
Opmerking: De lidstaten zorgen voor de totstandkoming van de contacten tussen de telersverenigingen
en de liefdadigheidsinstellingen of -organisaties die de op hun grondgebied uit de
markt genomen producten kunnen gebruiken voor de gratis uitreiking. Voor de sector
groenten en fruit zijn de telersverenigingen verantwoordelijk, onder toezicht van
de lidstaat. Eventueel kunnen in dit verband contractuele afspraken worden gemaakt.
Waardering: V 10 jaar
706
Handeling: Het erkennen van liefdadigheidsorganisaties die interventieproducten willen
uitdelen
Periode: 1997–
Grondslag: Verordening (EG) nr. 2200/96, art. 30, lid 1, onder a)
Opmerking: Sinds maart 2000 dienen de namen van de erkende organisaties aan de EC
te worden doorgegeven.
Waardering: V 10 jaar
707
Handeling: Het informeren van de EC over de uitvoering van de verordeningen betreffende
de gratis uitreiking van interventieproducten via liefdadigheidsinstanties
Periode: 1968–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv.
Opmerking: Het kan gaan om bijv. geleverde hoeveelheden.
Waardering: V 10 jaar
713
Handeling: Het informeren van de EC over de uitvoering van de toeslagregeling inzake
de levering van zuivelproducten aan scholen
Periode: 1977–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 1598/77, art. 5; Verordening (EEG) nr. 2167/83, art. 10; Verordening (EG) nr. 3392/93, art. 11
Opmerking: Het betreft o.m. de algemene bepalingen inzake de schoolmelkprogramma’s,
de genomen controlemaatregelen, de instellingen die aangewezen zijn om bijdragen te
ontvangen voor de verstrekking van schoolmelk, de hoeveelheden waarvoor steun is uitbetaald
en (tot 1983) de verstrekte hoeveelheden schoolmelk.
Waardering: V 10 jaar
714
Handeling: Het organiseren van inschrijvingsprocedures voor de verwerking van interventieproducten
bestemd voor gratis uitreiking
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2515/69, art. 7ter, lid 4 (boter); Verordening (EEG) nr. 1560/70, art. 1; Verordening (EEG) nr. 659/97, art. 14ter, lid 1
Opmerking: In bepaalde gevallen mocht de door de lidstaat aangewezen instantie de
verwerking (tot bijv. tomatensap of -pasta) onderhands uitbesteden (cf. Verordening nr. 159/66/EEG in combinatie met Verordening (EEG) nr. 846/72) i.p.v. via openbare inschrijving, dit o.a. in verband met bederfelijkheid van de
waar in relatie tot lange procedures.
Waardering: V 10 jaar
715
Handeling: Het sluiten van contracten voor de verwerking van interventieproducten
bestemd voor gratis uitreiking
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2515/69, art. 7ter, lid 4 (boter); Verordening (EEG) nr. 1560/70, art. 5; Verordening (EG) nr. 659/97, art. 14ter, lid 1
Opmerking: Sinds 2000: beloning in natura.
Waardering: V 10 jaar
716
Handeling: Het informeren van de EC over de uitvoering van de verordeningen betreffende
de be- of verwerking van interventieproducten bedoeld voor gratis uitreiking
Periode: 1968–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 1560/70, art. 7
Opmerking: Het kan gaan om bijv. de gedane aanbestedingen en toegewezen hoeveelheden
producten en prijzen.
Waardering: V 10 jaar
717
Handeling: Het aanwijzen van organisaties waaraan voedsel uit interventievoorraden
kan worden geleverd ter verstrekking aan behoeftigen in de Gemeenschap
Periode: 1987–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 3730/87, art. 2, lid 1
Waardering: V 5 jaar
718
Handeling: Het op nationaal niveau uitwerken van plannen voor de levering van voedsel
uit interventievoorraden aan behoeftigen in de Gemeenschap in het kader van een door
de EC opgesteld jaarprogramma
Periode: 1987–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 3744/87, art. 1
Opmerking: De gegevens worden alleen verstrekt door de lidstaten die het jaarprogramma
wensen uit te voeren.Het betreft de benodigde hoeveelheden om het EC-plan op het eigen
grondgebied te kunnen uitvoeren en de voorgestelde nationale uitvoering (bijv. betrokken
organisaties) en financiering daarvan. Hiervan wordt mededeling gedaan aan de EC.
Waardering: V 5 jaar
719
Handeling: Het overleggen met de EC over de nationale toepassing van het EC-jaarprogramma
voor hulp aan behoeftigen
Periode: 1987–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 3744/87, art. 4
Opmerking: Het overleg kan verzoeken tot substantiële wijzigingen behelzen, alsook
waarschuwingen dat het aangegeven hulpniveau niet zal worden bereikt.
Waardering: V 5 jaar
720
Handeling: Het leveren van voedsel uit interventievoorraden aan organisaties ter verstrekking
aan behoeftigen
Periode: 1998–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 3744/87, artt. 1-4
Waardering: V 5 jaar
721
Handeling: Het informeren van de EC over de nationale uitvoering van het EC-jaarprogramma
betreffende de levering van voedsel uit interventievoorraden aan behoeftigen in de
Gemeenschap
Periode: 1987–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 3744/87, art. 8
Waardering: V 5 jaar
722
Handeling: Het vaststellen van regelgeving betreffende de controle op het juiste gebruik
of de juiste bestemming van uit interventievoorraden of uit de markt verkochte landbouwproducten
Periode: 1968–
Product: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 262/79, art. 21; Verordening (EG) 2571/97, art. 23 e.v.; Beschikking controlevoorschriften interventieprodukten 1976, Beschikking
controlevoorschriften inzake het gebruik of de bestemming van bepaalde landbouwprodukten
1979 (Stcrt. 1978, 253)
Waardering: B, 5
723
Handeling: Het vaststellen van aanvullende controlemaatregelen ter verzekering van
het juiste gebruik of de juiste bestemming van uit interventievoorraden verkochte
landbouwproducten
Periode: 1968–
Opmerking: Het gaat om aanvulling ten opzichte van bestaande bepalingen in de vele
verschillende verordeningen.
Waardering: B, 5
724
Handeling: Het rapporteren in het kader van de controle op het juiste gebruik of de
juiste bestemming van uit interventie of uit de markt verkochte landbouwproducten
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 262/79, art. 21; Verordening (EEG) nr. 3143/85, art. 6, lid 1; Beschikking denaturatie- en verwerkingssteun magere melkpoeder 1980,
art. 8 en art. 14, lid 1
Opmerking: Vanaf 1976 is de controle aanzienlijk uitgebreid.
Waardering: V 5 jaar
725
Handeling: Het rapporteren aan de EC betreffende de controle op de gesubsidieerde
verwerking of de bijzondere bestemming van uit interventie of uit de markt afkomstige
landbouwproducten
Periode: 1968–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 2192/81, art. 5; Verordening (EEG) nr. 2921/90, art. 5
Waardering: V 10 jaar
726
Handeling: Het uitwisselen van informatie met buitenlandse interventiebureaus inzake
de steunverlening voor het gebruik of de bestemming van bepaalde landbouwprodukten
Periode: 1998–
Grondslag: Diverse Europese verordeningen
Opmerking: Het gaat landbouwproducten die in de ene lidstaat geproduceerd zijn en
in een andere de verwerking ondergaan waarvoor steun is toegekend.
Waardering: V 5 jaar
727
Handeling: Het als gelijkwaardig erkennen van andere dan de voorgeschreven controledocumenten
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 1687/76, art. 14, lid 1 en 2; Verordening (EEG) nr. 569/88, artt.12 en 20
Waardering: B, 5
728
Handeling: Het periodiek informeren van de EC inzake de gevallen waarin andere dan
de voorgeschreven controledocumenten als gelijkwaardig zijn erkend
Periode: 1976–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 1687/76, art. 14, lid 3; Verordening (EEG) nr. 569/88, art. 27, lid 2
Waardering: V 5 jaar
729
Handeling: Het beslissen dat in geval van overmacht ten aanzien van de controle op
gebruik en bestemming wordt afgeweken van de standaardvoorschriften
Periode: 1998–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 1687/76, art. 11, lid 3; Verordening (EEG) nr. 569/88, art.27, lid 1; Beschikking controlevoorschriften interventieproducten 1976, art.
6, lid 1; Beschikking controlevoorschriften inzake het gebruik of de bestemming van
bepaalde landbouwprodukten 1979, art. 11
Opmerking: Het kan zijn dat wordt besloten om de gegeven termijn voor het bijzonder
gebruik en/of de bijzondere bestemming van interventieproducten te verlengen, of dat
bij onherroepelijke teloorgang de controle als verricht is beschouwd. De EC moet van
deze beslissingen periodiek op de hoogte worden gesteld.
Waardering: V 5 jaar
730
Handeling: Het vaststellen van opgaveformulieren voor de levering van interventieproducten
en het bepalen van de termijnen en perioden waarbinnen deze ingeleverd dienen te worden
Periode: 1998–
Grondslag: Beschikking controlevoorschriften inzake het gebruik of de bestemming van
bepaalde landbouwprodukten 1979, artt. 3 en 6a
Opmerking: De formulieren worden opgesteld in overleg met het betrokken productschap.Het
Produktschap voor Zuivel is bevoegd ten aanzien van de verwerking van ondermelk tot
caseïne of caseïnaten.
Waardering: V 5 jaar
731
Handeling: Het rapporteren in het kader van de uitoefening van toezicht op de bewerking
van interventieproducten
Periode: 1998–
Grondslag: Beschikking controlevoorschriften inzake het gebruik of de bestemming van
bepaalde landbouwprodukten 1979, art. 12
Opmerking: Het betreft met name toezicht op de denaturatie. Het productschap kan de
denaturatie ook in eigen beheer laten uitvoeren.
Waardering: B 5
732
Handeling: Het aan het productschap afgeven van verklaringen inzake de geconstateerde
denaturatie, be- of verwerking, bestemming of het gebruik van interventieproducten
en daarmee gelijkgestelde producten
Periode: 1998–
Grondslag: Beschikking controlevoorschriften inzake het gebruik of de bestemming van
bepaalde landbouwprodukten 1979, art. 13
Opmerking: Het productschap heeft deze verklaringen nodig voor het uitbetalen van
de steun of voor het afgeven van controledocumenten.
Waardering: V 5 jaar
733
Handeling: Het rapporteren in het kader van controle en toezicht op de uitvoering
van de gratis uitreiking van interventieproducten
Periode: 1972–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 659/97, art. 18, lid 1 en 2
Opmerking: De controles kunnen fysiek zijn en/of aan de hand van documenten worden
uitgevoerd.
Waardering: V 10 jaar
734
Handeling: Het in geval van niet-tijdige afzet van hun producten toekennen van een
bijzondere vergoeding aan telers van groenten en fruit
Periode: 1972–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 1035/72, art. 21, lid 2
Waardering: V 10 jaar
735
Handeling; Het nemen van maatregelen tegen marktdeelnemers die onder verdenking staan
van misbruik van Europese interventiemaatregelen
Periode: 1998–
Grondslag: Wijziging Mandaatsbeschikking VIB (Stcrt. 1996, 122), art. 6, lid 2; Verordening (EG) nr. 1469/95
Opmerking: Moedwillig misbruik of grove nalatigheid kan voorkomen worden door de opschorting
van zowel betalingen als vrijgave van zekerheden, of door de uitsluiting van verdachte
deelnemers van inschrijvingen voor een bepaalde periode.
Waardering: B, 5
736
Handeling: Het informeren van de EC over de nationale uitvoering van de Europese verordeningen
betreffende de slacht van koeien, de omschakeling van het veebestand en het niet in
de handel brengen van melk en zuivelproducten
Periode: 1970–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 1821/73, art. 13, lid 1; Verordening (EG) nr. 1078/77, art. 11, lid 1
Opmerking: Het betreft met name gegevens over aantallen ingediende en ingewilligde
aanvragen, alsook over terugvorderingsmaatregelen.
Waardering: V 10 jaar
741
Handeling: Het informeren van de EC over de nationale uitvoering van de Europese verordeningen
betreffende het slachten van koeien en het niet in de handel brengen van melk en zuivelproducten
Periode: 1970–1971
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 1975/69, art. 13, lid 1; Verordening (EEG) nr. 2195/69, art. 17, lid 1, en art. 18, lid 2
Waardering: V 10 jaar
747
Handeling: Het vaststellen van nationale regelgeving ter uitvoering van Europese dierpremieregelingen
Periode: 1980–
Product: Besluit uitvoering EEG-verordening betreffende aanhouden zoogkoeienbestand
(Stcrt. 1980, 128); Beschikking uitvoering EEG-premieregeling aanhouden zoogkoeienbestand
(Stcrt. 1980, 160); Beschikking uitvoering EEG-premie schapevleesproducenten (Stcrt.
1980, 225); Uitvoeringsregeling EEG-premie aanhouden zoogkoeienbestand 1993 (Stcrt.
1993, 71); Uitvoeringsregeling EEG-premie rundvleesproducenten 1993 (Stcrt. 1993,
39); Uitvoeringsregeling EEG-premie schapevleesproducenten 1993 (Stcrt. 1992, 253);
Regeling toekenning specifieke premierechten zoogkoeienhouders (Stcrt. 1995, 90);
Regeling dierlijke EG-premies (Stcrt. 1996, 80 en 1996, 82)
Waardering: B, 1 en 5
748
Handeling: Het informeren van de EC over de nationale uitvoering van de Europese verordeningen
betreffende de verschillende dierpremieregelingen
Periode: 1980–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. Verordening (EEG) nr. 1885/80, art. 6 (zoogkoeien); Verordening (EEG) nr. 3886/92, artt. 18, 29 en 30 (verschillende rundvleespremieregelingen)
Opmerking: Het betreft met name gegevens over aantallen ingediende en ingewilligde
aanvragen, alsook over terugvorderingsmaatregelen. Ook info over de nationale regelgeving
dient te worden verstrekt.
Waardering: V 5 jaar
749
Handeling: Het vaststellen van de perioden waarin zoogkoeienpremies kunnen worden
aangevraagd
Periode: 1981–
Grondslag: Beschikking uitvoering EEG-premieregeling aanhouden zoogkoeienbestand 1981,
art. 4, lid 1; Uitvoeringsregeling EEG-premie aanhouden zoogkoeienbestand 1993, art.
34, lid 1; Regeling dierlijke EG-premies, art. 2.4, lid 1
Product: o.a. Beschikking Vaststelling periode voor het aanvragen van een premie (Stcrt.
1981, 138); Regeling Vaststelling termijn indiening aanvrage EEG-premieregeling aanhouden
zoogkoeienbestand 1981 (Stcrt. 1987, 119); Regeling bekendmaking aanvraagperiode specifieke
rechten uit hoofde van artikel 12a en aanvraagperiode zoogkoeienpremie 1995 (Stcrt.
1995, 166); Regeling vaststelling perioden zoogkoeienpremie 1998 (Stcrt. 1998, 71)
Waardering: V 10 jaar
750
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot verlening van een zoogkoeienpremie
Periode: 1989–
Grondslag: Beschikking uitvoering EEG-premieregeling aanhouden zoogkoeienbestand,
art. 5, lid 1; Beschikking uitvoering EEG-premieregeling aanhouden zoogkoeienbestand
1981, art. 5, lid 1; Uitvoeringsregeling EEG-premie aanhouden zoogkoeienbestand 1993,
art. 41, lid 1; Regeling dierlijke EG-premies, art. 2.7
Opmerking: Inclusief behandeling van de aanvragen en berekening, uitbetaling en eventuele
terugvordering van de bedragen.
Waardering: V 10 jaar
751
Handeling: Het vaststellen van het maximumaantal zoogkoeien waarvoor recht op premie
bestaat
Periode: 1993–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie aanhouden zoogkoeienbestand 1993, art. 6
Opmerking: Uit de toelichting op de regeling van 1993: ‘Bij wijze van serviceverlening
wordt aan de producent van het uiteindelijk aan hem toebehorende premierecht [...]
mededeling gedaan’.
Waardering: V 10 jaar
752
Handeling: Het vaststellen van de perioden waarin een aanvraag voor toekenning van
specifieke premierechten voor producenten van zoogkoeien kan worden gedaan
Periode: 1993–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie aanhouden zoogkoeienbestand 1993, art. 14,
lid 1
Product: o.a. Regeling bekendmaking aanvraagperiode specifieke rechten uit hoofde
van artikel 12a en aanvraagperiode zoogkoeienpremie 1995 (Stcrt. 1995, 166)
Opmerking: Het betreft specifieke premierechten vanuit de nationale reserve.
Waardering: V 10 jaar
753
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot het uit de nationale reserve verlenen
van specifieke premierechten aan producenten van zoogkoeien
Periode: 1993–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie aanhouden zoogkoeienbestand 1993, art. 15,
lid 1
Waardering: V 10 jaar
754
Handeling: Het vaststellen van de perioden waarin een aanvraag voor toekenning van
extra premierechten voor in probleemgebieden gevestigde producenten van zoogkoeien
kan worden gedaan
Periode: 1993–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie aanhouden zoogkoeienbestand 1993, art. 16,
lid 4
Opmerking: Het betreft extra premierechten vanuit de afzonderlijke extra nationale
reserve.
Waardering: V 10 jaar
755
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot het uit de extra nationale reserve verlenen
van extra premierechten aan producenten van zoogkoeien in probleemgebieden
Periode: 1993–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie aanhouden zoogkoeienbestand 1993, art. 16,
lid 1
Opmerking: Het aanvragen van de extra premierechten staat los van de aanvraag voor
een zoogkoeienpremie.
Waardering: V 10 jaar
756
Handeling: Het vaststellen van de perioden waarin een aanvraag voor toekenning van
aanvullende premierechten voor producenten van zoogkoeien kan worden gedaan
Periode: 1993–1999
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie aanhouden zoogkoeienbestand 1993, art. 19,
lid 1
Product: o.a. Regeling Vaststelling aanvraagperiode voor toekenning aanvullende premierechten
(Stcrt. 1993, 71)
Opmerking: Het betreft aanvullende premierechten vanuit de aanvullende nationale reserve.
Deze handeling verviel bij wijziging van de Regeling dierlijke EG-premies (Stcrt.
1999, 246).
Waardering: V 10 jaar
757
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot het uit de aanvullende nationale reserve
verlenen van aanvullende premierechten aan producenten van zoogkoeien
Periode: 1993–1999
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie aanhouden zoogkoeienbestand 1993, art. 17,
lid 1
Opmerking: Deze handeling verviel bij wijziging van de Regeling dierlijke EG-premies
(Stcrt. 1999, 246).
Waardering: V 10 jaar
758
Handeling: Het vaststellen van de perioden waarin de overdracht van premierechten
voor zoogkoeien dient te worden aangemeld
Periode: 1993–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie aanhouden zoogkoeienbestand 1993, art. 24,
lid 1
Product: Regeling vaststelling aanmeldperiode overdracht premierechten zoogkoeien
1995 (Stcrt. 1995, 101); Regeling dierlijke EG-premies, art. 3.8; Regeling Bekendmaking
periodes dierlijke premieregeling (Stcrt. 1996, 117); Regeling vaststelling perioden
zoogkoeienpremie 1998 (Stcrt. 1998, 71)
Waardering: V 10 jaar
759
Handeling: Het toekennen van door een producent zoogkoeien aan een andere producent
van zoogkoeien overgedragen premierechten
Periode: 1993–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie aanhouden zoogkoeienbestand 1993, art. 24,
lid 2; Regeling dierlijke EG-premies, art. 3.8
Waardering: V 10 jaar
760
Handeling: Het vaststellen van het geconstateerde veebezettingsgetal en het daaruit
voortvloeiende aantal GVE waarvoor zoogkoeienpremie kan worden verleend
Periode: 1993–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie aanhouden zoogkoeienbestand 1993, art. 30,
lid 5
Opmerking: Het betreft een mededeling aan de producent. Er is dus geen sprake van
een voor bezwaar vatbare beslissing.
Waardering: V 10 jaar
761
Handeling: Het toekennen van een aanvullende premie aan producenten van zoogkoeien
met een laag veebezettingsgetal
Periode: 1993–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie aanhouden zoogkoeienbestand 1993, art. 30,
lid 3
Waardering: V 10 jaar
762
Handeling: Het vaststellen van de perioden waarin premies voor rundvleesproducenten
kunnen worden aangevraagd
Periode: 1987–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie rundvleesproducenten 1993, art. 10, lid
1; Regeling dierlijke EG-premies, art. 2.4, lid 1
Product: o.a. Regeling vaststelling aanvraagperioden 1998 EG-premies ooien, stieren
en ossen (Stcrt. 1997, 227)
Waardering: V 10 jaar
763
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot verlening van premies voor rundvleesproducenten
Periode: 1987–
Grondslag: Uitvoeringsbeschikking EEG-premie rundvleesproducenten 1987, art. 10, lid
1; Uitvoeringsbeschikking EEG-premie rundvleesproducenten 1989, art. 7, lid 1; Uitvoeringsbeschikking
EEG-premie rundvleesproducenten 1993, art. 10, lid 1; Uitvoeringsregeling EEG-premie
rundvleesproducenten 1993, art. 20, lid 1; Regeling dierlijke EG-premies, art. 2.7
Opmerking: Inclusief behandeling van de aanvragen en berekening, uitbetaling en eventuele
terugvordering van de bedragen. Ook de verlening van extra premies achteraf uit de
nationale enveloppe valt onder deze handeling.
Waardering: V 10 jaar
764
Handeling: Het vaststellen van het veebezettingsgetal van een rundvleesproducent en
daarmee van het daaruit voortvloeiende aantal grootvee-eenheden (GVE) waarvoor premie
kan worden verleend
Periode: 1993–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie rundvleesproducenten 1993, art. 5, lid 4;
Regeling dierlijke EG-premies, art. 4.3
Opmerking: De mededeling van het veebezettingsgetal en het aantal GVE is niet een
voor bezwaar vatbare beslissing, maar een mededeling van een constatering.
Waardering: V 10 jaar
765
Handeling: Het toekennen van een aanvullende premie aan rundvleesproducenten met een
geringe veedichtheid
Periode: 1993–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie rundvleesproducenten 1993, art. 8
Waardering: V 10 jaar
766
Handeling: Het afgeven van nationale administratieve documenten voor dieren die in
aanmerking komen voor een stierenpremie en die ingevoerd worden vanuit een andere
EU-lidstaat
Periode: 1993–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 3886/92, art. 3, lid 3
Opmerking: De afgifte gebeurt op basis van een Administratief Document voor het Handelsverkeer
uit het land van herkomst. Daaruit kan worden opgemaakt of aan het betreffende dier
in het land van herkomst al eerder premie is verstrekt.
Waardering: V 10 jaar
767
Handeling: Het stellen van nadere regels betreffende de boekhouding die gevoerd moet
worden door rundvleesproducenten die stierenpremies ontvangen
Periode: 1987–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie rundvleesproducenten 1993, art. 12, lid
2; Regeling dierlijke EEG-premies, art. 4, lid 5
Opmerking: Pas in 1993 kreeg deze praktijk een formele grondslag; het gaat om het
voorschrijven van de vereiste bewijsstukken. De relevante gegevens moeten in de bedrijfsadministratie
worden bewaard.
Waardering: V 5 jaar
769
Handeling: Het beslissen over het aan rundvleesproducenten toekennen van slachtpremies
Periode: 2000–
Grondslag: Verordening (EG) nr. 1254/1999, art. 11; Verordening (EEG) nr. 2342/1999; Regeling dierlijke EG-premies, als gewijzigd (Stcrt. 1999, 246), art. 2.3, lid 2
Opmerking: De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is verantwoordelijk
voor de toekenning van de slachtpremie voor runderen ouder dan acht maanden, de PVV
voor de slachtpremie voor kalveren. Indien de runderen in een Nederlands abattoir
worden geslacht, wordt de premieaanvraag namens de producent door dit abattoir ingediend.
Waardering: V 12 jaar
770
Handeling: Het aan rundvleesproducenten toekennen van extra premies achteraf uit de
‘nationale enveloppe’
Periode: 2000–
Grondslag: Verordening (EG) nr. 1254/1999, art. 14
Opmerking: De premies kunnen betrekking hebben op de bestaande dierpremies (stieren,
zoogkoeien) en op de bij Agenda 2000 ingevoerde slachtpremies.
Waardering: V 5 jaar
771
Handeling: Het beslissen over het aan rundvleesproducenten toekennen van een premietoeslag
voor het aanhouden van runderen op extensieve rundveehouderijen
Periode: 2000–
Grondslag: Verordening (EG) nr. 1254/1999, art. 13
Opmerking: Het extensiveringsbedrag is bestemd voor producenten die de vleesstierenpremie
en/of de zoogkoeienpremie ontvangen.
Waardering: V5 jaar
772
Handeling: Het vaststellen van de perioden waarin premies voor schapenvleesproducenten
kunnen worden aangevraagd
Periode: 1980–
Grondslag: Beschikking uitvoering EEG-premie schapevleesproducenten, art. 13; Uitvoeringsregeling
EEG-premie schapevleesproducenten 1984, art. 3, lid 1; Uitvoeringsregeling EEG-premie
schapevleesproducenten 1990, art. 7, lid 1; Uitvoeringsregeling EEG-premie schapevleesproductie
1993, art. 37, lid 1; Regeling dierlijke EG-premies, art. 2.4, lid 1
Product; o.a. Regeling vaststelling aanvraagperioden 1998 EG-premies ooien, stieren
en ossen (Stcrt. 1997, 227)
Waardering: V 10 jaar
773
Handeling: Het beslissen op een aanvraag tot verlening van een premie voor schapenvleesproducenten
Periode: 1991–
Grondslag: Beschikking uitvoering EEG-premie schapevleesproducenten, art. 5, lid 1;
Uitvoeringsregeling EEG-premie schapevleesproducenten 1984, art. 4, lid 1; Uitvoeringsregeling
EEG-premie schapevleesproducenten 1990, art. 15, lid 1; Uitvoeringsregeling EEG-premie
schapevleesproducenten 1993, art. 45, lid 1; Regeling dierlijke EG-premies, art. 2.7
Opmerking: Inclusief behandeling van de aanvragen en berekening, uitbetaling en eventuele
terugvordering van de bedragen.
Waardering: V 10 jaar
774
Handeling: Het vaststellen van het maximumaantal ooien waarvoor recht op premie bestaat
Periode: 1993–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie schapevleesproducenten 1993, art. 8
Opmerking: Uit de toelichting op de regeling van 1993: ‘Bij wijze van serviceverlening
wordt de producent van het uiteindelijk aan hem toebehorende premierecht [...] voor
het einde van de voor het indienen van de premie-aanvraag 1993 vastgestelde periode
[...] mededeling gedaan’.
Waardering: V 10 jaar
775
Handeling: Het vaststellen van de perioden waarin schapenvleesproducenten een aanvraag
kunnen doen voor toekenning van specifieke premierechten uit de nationale reserve
Periode: 1993–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie schapevleesproducenten 1993, art. 16, lid
1
Product: Beschikking Vaststelling aanvraagperiode toekenning specifieke premierechten
(Stcrt. 1992, 253)
Waardering: V 10 jaar
776
Handeling: Het beslissen op een aanvraag tot toekenning van specifieke premierechten
voor schapenvleesproducenten vanuit de nationale reserve
Periode: 1993–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie schapevleesproducenten 1993, art. 19, lid
1
Waardering: V 10 jaar
777
Handeling: Het toekennen van premierechten vanuit de extra nationale reserve voor
schapenvleesproducenten die in een probleemgebied zijn gevestigd
Periode: 1993–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie schapevleesproducenten 1993, art. 20, lid
1
Criteriium: V 10 jaar
778
Handeling: Het vaststellen van de perioden waarin de overdracht van premierechten
voor schapen dient te worden aangemeld
Periode: 1993–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie schapevleesproducenten 1993, art.25, lid
1; Regeling dierlijke EG-premies, art. 3.8
Product: o.a. Regeling Bekendmaking periodes dierlijke premieregeling (Stcrt. 1996,
117), Regeling melding overdracht premierechten ooien 1997 (Stcrt. 1997, 152)
Waardering: V 5 jaar
779
Handeling: Het toekennen van door een schapenvleesproducent aan een andere schapenvleesproducent
overgedragen premierechten
Periode: 1993–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie schapevleesproducenten 1993, art. 25, lid
2; Regeling dierlijke EG-premies, art. 3.8
Waardering: V 10 jaar
780
Handeling: Het vaststellen van het veebezettingsgetal van een zoogkoeienproducent
en daarmee van het daaruit voortvloeiende aantal grootvee-eenheden (GVE) waarvoor
premie kan worden verleend
Periode: 1996–
Grondslag: Regeling dierlijke EG-premies, art. 4.3
Opmerking: De mededeling van het veebezettingsgetal en het aantal GVE is niet een
voor bezwaar vatbare beslissing, maar een mededeling van een constatering.
Waardering: V 10 jaar
781
Handeling: Het vaststellen van verplaatsingsformulieren
Periode: 1993–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie schapevleesproducenten 1993, art. 30, lid
1
Opmerking: Dit formulier moet door de schapenvleesproducent worden gebruikt om te
melden dat hij de dieren op een andere plaats aanhoudt dan op zijn eigen bedrijf.
Waardering: V 5 jaar
782
Handeling: Het vaststellen van de perioden waarin schapenvleesproducenten een intentieverklaring
inzake het vetmesten van lichte lammeren moeten indienen
Periode: 1990–
Grondslag: Uitvoeringsregeling EEG-premie schapevleesproducenten 1990, art. 10, lid
1; Uitvoeringsregeling EEG-premie schapevleesproducenten 1993, art. 34, lid 1
Product: o.a. Regeling Vaststelling periode voor indiening intentieverklaring (Stcrt.
1991, 16)
Waardering: V 10 jaar
783
Handeling: Het erkennen van schapenmesters die in verband met de toekenning van premies
voor zware dieren lammeren vetmesten
Periode: 1996–
Grondslag: Regeling dierlijke EG-premies, als gewijzigd, art. 5.7, lid 2
Opmerking: Dit formulier moet door de schapenvleesproducent worden gebruikt om te
melden dat hij de dieren op een andere plaats aanhoudt dan op zijn eigen bedrijf.
Waardering: V 10 jaar
784
Handeling: Het aanwijzen van de instantie die wordt belast met de uitvoering van Europese
rooipremieregelingen
Periode: 1969–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 2637/69; art. 4
Product: Beschikking uitvoering EEG-verordening betreffende sanering fruitproduktie
(Stcrt. 1976, 87); (brede) Mandaatregelingen LASER, bijv. Stcrt. 1998, 149 en Stcrt.
1999, 22
Waardering: B, 1 en 2
785
Handeling: Het vaststellen van bijdrageregelingen voor het rooien van fruitbomen
Periode: 1990–
Product: Bestuursbesluit O&S-fonds nr. 30, nr. 58 en nr. 159 (jaarverslagen O&S-fonds);
Uitvoeringsregeling EEG-rooipremie appelbomen 1990; Uitvoeringsregeling EG-rooipremie
appelbomen 1994 (Stcrt. 1994, 208)
Opmerking: De verschillende regelingen waren steeds slechts voor bepaalde jaren geldig.
De aangegeven periodisering duidt derhalve op het startpunt van de eerste Europese
verordening terzake en op de periodiek terugkerende regelingen.
Waardering: V 2 jaar na verlopen geldigheid regeling (omdat deze vervangen of opgeheven
is);
V 10 jaar na verlopen geldigheid regeling indien er beroep of bezwaar wordt gevoerd
tegen de regeling
786
Handeling: Het beslissen over het toekennen van een premie voor het rooien van fruitbomen
Periode: 1990–
Grondslag: Bestuursbesluit O&S-fonds nr. 30, artt. 7 en 9; Bestuursbesluit O&S-fonds
nr. 58, artt. 9 en 10; Bestuursbesluit O&S-fonds nr. 159, art. 4; Uitvoeringsregeling
EEG-rooipremie appelbomen 1990, art. 7, lid 1; Uitvoeringsregeling EG-rooisubsidie
1998, art. 9, lid 1
Opmerking: Onder deze handeling valt ook de uitbetaling van het toegekende bedrag,
alsmede – in voorkomend geval – terugvordering van bedragen. Bij een positieve beslissing
wordt een overeenkomst met de aanvrager gesloten over uitvoering en naleving van de
voorwaarden. Hierop wordt ook regelmatig gecontroleerd.
Waardering: V 13 jaar
787
Handeling: Het informeren van de EC over de nationale uitvoering van de Europese rooipremieverordeningen
Periode: 1970–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 2604/90, art. 7, Verordening (EG) nr. 2467/97, art. 8
Opmerking: Het betreft met name gegevens over de oppervlakten waarvoor rooipremies
zijn aangevraagd en over de daadwerkelijk gerooide oppervlakten (gespecificeeerd naar
regio en boomras).
Waardering: V 10 jaar
788
Handeling: Het toekennen en uitkeren van productiesteun aan telers van gewassen met
oliehoudende zaden
Periode: 1968–1992
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 136/66; Beschikking steunverlening producenten oliehoudende zaden, art. 6, lid 2
Waardering: V 10 jaar
789
Handeling: Het vaststellen van de datums voor het indienen van steunaanvragen en oogstaangiftes
voor gewassen met oliehoudende zaden
Periode: 1992–1993
Grondslag: Beschikking steunverlening producenten oliehoudende zaden, art. 4, lid
2, en art. 8, lid 2
Product: Beschikking Vaststelling uiterste datum indiening aanvraag en oogstaangifte(Stcrt.
1992, 85)
Waardering: V 5 jaar
790
Handeling: Het vaststellen van regelingen betreffende het toekennen van tabakspremies
Periode: 1971–
Product: Tabaksbeschikking 1971-I (Stcrt. 1971, 44)
Waardering: B, 1
791
Handeling: Het beslissen over toekenning van tabakspremies
Periode: 1998–
Grondslag: Tabaksbeschikking 1971-I, art. 5, lid 2
Criterium; V 10 jaar
792
Handeling: Het uitkeren van productiesteun in de vorm van geldelijke bijdragen aan
telers of kopers van vlas, hennep of lijnzaad
Periode: 1972–1997
Grondslag: Vlasbeschikking 1972, art. 6; Vlas- en lijnzaadbeschikking 1976, art. 6,
lid 2, en art. 13; Vlasregeling 1994, art. 6, lid 2); Vlasregeling 1997, art. 3, lid
3
Opmerking: De uitkeringen werden tot 1997 namens de minister gedaan door de voorzitter
van het Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten. Het betreft directe hectaresteun
aan de teler of uitbetaling van door de eerste koper ter verzilvering aangeboden certificaten.
Waardering: V 13 jaar
794
Handeling: Het, met het oog op verlening van een communautaire bijdrage, erkennen
van verwerkers van vlas
Periode: 1997–
Grondslag: Vlasregeling 1997, art. 8, lid 1
Opmerking: Tot medio 1997 in mandaat uitgevoerd door het HPA. Daarna door het HPA
op grond van gedelegeerde bevoegdheid.
Waardering: V 5 jaar
795
Handeling: Het beslissen op een aanvraag tot toekenning van steun voor de zijderupsenteelt
Periode: 1972–
Grondslag: Beschikking zijderupsenteelt, art. 3, lid 1
Opmerking: Deze bevoegdheid wordt in mandaat uitgeoefend door het HPA.
Waardering: V 10 jaar
796
Handeling: Het vaststellen van nationale regelgeving ter uitvoering van Europese premieregelingen
in het kader van de ondersteuning van de akkerbouw
Periode: 1988–
Product: Beschikking ter zake van het uit produktie nemen van bouwland (Stcrt. 1988,
158); Beschikking ter zake van tijdelijk uit produktie nemen van bouwland (Stcrt.
1991, 203); Beschikking steunverlening producenten akkerbouwgewassen 1992 (Stcrt.
1992, 231), later: Regeling steunverlening producenten akkerbouwgewassen; Regeling
EG-steunverlening akkerbouwgewassen (Stcrt. 1996, 211)
Waardering: B, 1 en 5
797
Handeling: Het informeren van de EC over de nationale uitvoering van de Europese verordeningen
betreffende de ondersteuning van de akkerbouw
Periode: 1988–
Opmerking: Het betreft met name gegevens over aantallen ingediende en ingewilligde
aanvragen, alsook over terugvorderingsmaatregelen.
Waardering: V 5 jaar
798
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot verlening van een bijdrage voor het uit
productie nemen van bouwland
Periode: 1988–
Grondslag: Beschikking ter zake van het uit produktie nemen van bouwland, artt. 2
en 17; Beschikking ter zake van tijdelijk uit produktie nemen van bouwland, artt.
2 en 12; Beschikking steunverlening producenten akkerbouwgewassen 1992, art. 10, lid
4; Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen, art. 16, lid 8
Opmerking: In eerste instantie als autonome handeling, later (vanaf 1992) in combinatie
met verlening van compenserende hectaresteun voor bepaalde gewassen (algemene regeling).
Inclusief behandeling van de aanvragen en berekening, uitbetaling en eventuele terugvordering
van de bedragen.
Waardering: V 5 jaar
799
Handeling: Het, in het kader van de EG-steunverlening akkerbouwgewassen, vaststellen
van regioplannen
Periode: 1992–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 1765/92, art. 3
Opmerking: In een regioplan, die bij de EC moet worden ingediend, worden onder meer
de instelling van afzonderlijke productieregio’s, de vastgestelde graanrendementen
en de omvang van de basisarealen verantwoord (zie voor uitleg de verordening zelf).
Waardering: B, 5
800
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot verlening van compenserende hectaresteun
voor bepaalde landbouwgewassen
Periode: 1992–
Grondslag: Beschikking steunverlening producenten akkerbouwgewassen 1992, art. 7,
lid 1; Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen, art. 7, lid 4, en art. 10
Opmerking: Deze handeling kan voor wat betreft de algemene regeling voor verlening
van hectaresteun voorkomen in combinatie met verlening van een bijdrage voor het uit
productie nemen van bouwland. Inclusief behandeling van de aanvragen en berekening,
uitbetaling en eventuele terugvordering van de bedragen.
Waardering: V 5 jaar
801
Handeling: Het vaststellen van de perioden waarin compenserende hectaresteun kan worden
aangevraagd dan wel braakaangifte kan worden gedaan
Periode: 1992–
Grondslag: Beschikking steunverlening producenten akkerbouwgewassen 1992, art. 30,
lid 4; Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen, art. 8, lid 1
Product: o.a. Beschikking vaststelling indieningsperiode braakaangifte (Stcrt. 1992,
231); Regeling vaststelling indienisperiode 1996 aanvraag oppervlakten producenten
akkerbouwgewassen (Stcrt. 1996, 63)
Waardering: V 3 jaar
802
Handeling: Het, in het kader van de EG-steunverlening akkerbouwgewassen, erkennen
van eerste kopers van gewassen voortkomend uit toegelaten rassen en kwaliteiten zaaizaad
Periode: 1992–
Grondslag: Beschikking steunverlening producenten akkerbouwgewassen 1992, art. 18,
lid 3; Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen, art. 14, lid 5
Waardering: V 5 jaar
804
Handeling: Het vaststellen van een model voor de door aanvragers van dierpremies bij
te houden boekhouding
Periode: 1993–
Grondslag: Regeling dierlijke EG-premies, art. 4.5, lid 2
Waardering: V 5 jaar
805
Handeling: Het bijhouden van een register van stieren die voor een premie in aanmerking
komen
Periode: 1989–1993
Grondslag: Uitvoeringsbeschikking EEG-premie rundvleesproducenten 1989, art. 11
Opmerking: Hierdoor kan controle worden uitgeoefend op het per producent toegewezen
maximum aantal premierechten. De verplichting voor de minister om een dergelijk register
bij te houden, stond alleen in de regeling van 1989.
Waardering: V 5 jaar
806
Handeling: Het vaststellen van regelingen betreffende directe inkomensondersteuning
ter compensatie van door dierziekten veroorzaakte schade
Periode: 1996–
Product: Wijziging Mandaatsbeschikking VIB (Stcrt. 1996, 82 en Stcrt. 1997, 238);
Regeling tegemoetkoming schade kalvereigenaren BSE 1996 (Stcrt. 1996, 68); Regeling
tegemoetkoming schade kalvermesters BSE 1996 (Stcrt. 1996, 88); Regeling compensatie
gevolgen BSE-crisis 1996 (Stcrt. 1996, 169); Regeling ondersteuning producenteninkomen
rundvleessector in verband met de BSE-situatie 1997 (Stcrt. 1997, 177)
Waardering: B, 1 en 5
808
Handeling: Het aan kalvermesters verlenen van tegemoetkomingen voor de periode van
leegstand in hun stallen als gevolg van wegens BSE gedode kalveren
Periode: 1996–1997
Grondslag: Regeling tegemoetkoming schade kalvermesters BSE 1996, art.2, lid 1
Opmerking: De tegemoetkoming aan de kalvermesters werd niet door het VIB geregeld.
Waardering: V 5 jaar
810
Handeling: Het informeren van de EC over de uitvoering van de Europese verordeningen
betreffende directe inkomensondersteuning ter compensatie van door dierziekten veroorzaakte
schade
Periode: 1996–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EG) nr. 413/97, artt. 5 en 6
Waardering: V 5 jaar
811
Handeling: Het vaststellen van regels betreffende de uitvoering van de Europese agrarische
heffings- en quotaregelingen
Periode: 1968–
Grondslag: Beschikking medeverantwoordelijkheidsheffing granen; Beschikking medeverantwoordelijkheidsheffing
granen 1988; Beschikking superheffing; Beschikking superheffing 1985; Beschikking
superheffing zure boerderijzuivelproducten; Beschikking superheffing 1993; e.a.
Waardering: B, 1
812
Handeling: Het informeren van de EC over de uitvoering van de Europese agrarische
heffings- en quotaregelingen
Periode: 1968–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 1983/86, art. 3, lid a; Beschikking superheffing 1988, art. 32; e.a.
Waardering: B, 3
813
Handeling: Het vaststellen van nadere regels in het kader van de uitvoering van de
Europese agrarische heffingsregelingen
Periode: 1977–1993
Grondslag: Beschikking medeverantwoordelijkheidsheffing granen, art. 6, lid 2; Beschikking
medeverantwoordelijkheidsheffing granen 1988, art. 7, lid 3, art. 8, lid 1; e.a.
Opmerking: Onder deze handeling valt tevens het opstellen van formulieren.
Waardering: B, 5
814
Handeling: Het verlenen van een ontheffing in het kader van de uitvoering van de Europese
agrarische heffingsregelingen
Periode: 1977–1993
Grondslag: Beschikking medeverantwoordelijkheidsheffing granen, art. 7; e.a.
Waardering: V 10 jaar
818
Handeling: Het terugbetalen van teveel betaalde (extra) medeverantwoordelijkheidsheffing
granen
Periode: 1988–1992
Grondslag: Beschikking medeverantwoordelijkheidsheffing granen 1988, art. 8, lid 1
Waardering: V 10 jaar
820
Handeling: Het vaststellen van nadere regels in het kader van de uitvoering van de
Europese agrarische quotaregelingen
Periode: 1968–
Grondslag: Suikerbeschikking 1968 II, art. 5. (IZ)Regeling suiker, isoglucose en inulinestroop
1999; art. 7 e.a.; Beschikking superheffing 1984, art. 10, lid 2; e.a.
Opmerking: Onder deze handeling valt tevens het opstellen van formulieren.
Waardering: B, 5
821
Handeling: Het verlenen van een ontheffing in het kader van de uitvoering van de Europese
agrarische quotaregelingen
Periode: 1968–
Grondslag: Beschikking superheffing 1988, art. 32; Regeling superheffing 1993, art.
12; e.a.
Waardering: V 10 jaar
822
Handeling: Het vaststellen van productiequota voor de fabrikanten van suiker, isoglucose
en inulinestroop
Periode: 1968–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 1009/67, artt. 23 en 24; Verordening (EEG) nr. 1785/81, art. 24, lid 1; Regeling suiker, isoglucose en inulinestroop 1999, art. 7; e.a.
Vo. EEG 1260/01, art. 11, lid 1(IZ).
Product: Beschikking vaststelling quota suiker en isoglucose 1981 (gewijzigd door
toevoeging inulinequota in 1994). Regeling vaststelling quota suiker, isoglucose en
inulinestroop 2001-2006(IZ).
Waardering: V 5 jaar
823
Handeling: Het opleggen van een heffing op de productie van hoeveelheden suiker, isoglucose
en inulinestroop tussen basisquotum en maximumquotum
Periode: 1969–1999
Grondslag: Suikerbeschikking 1968-II, als gewijzigd, art. 18c; Suikerbeschikking 1975,
art. 26; Beschikking Suiker en Isoglucose 1981 (later: Regeling suiker, isoglucose
en inulinestroop), art. 28
Opmerking: In mandaat uitgevoerd door het HPA. Vanaf medio 1999 betreft het een gedelegeerde
bevoegdheid.
Waardering: V 5 jaar
825
Handeling: Het instellen van de Suikerbegeleidingscommissie
Periode: 1982–
Grondslag: Beschikking Suiker en Isoglucose 1981 (later: Regeling suiker, isoglucose
en inulinestroop), als gewijzigd, art. 2bis; Regeling suiker, isoglucose en inulinestroop
1999, art. 2, lid 1
Opmerking: Hieronder valt ook het geven van voorschriften betreffende de samenstelling
van de commissie. Zo is de commissie diverse malen uitgebreid, van zeventien leden
in 1982 tot twintig in 1999.
Waardering: B, 4
826
Handeling: Het aanwijzen van organisaties en bedrijven die leden van de Suikerbegeleidingscommissie
mogen leveren
Periode: 1981–
Grondslag: Wijziging Beschikking suiker en isoglucose 1981, art. 2bis, lid 1h (later
Regeling suiker, etc. Zie tekst 825.(IZ))
Opmerking: Deze organisaties en bedrijven mogen elk een bepaald aantal commissieleden
leveren.
Waardering: V 5 jaar
827
Handeling: Het aanwijzen van een of meer personen die de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit (LNV) vertegenwoordigen in vergaderingen van de Suikerbegeleidingscommissie
Periode: 1982–
Grondslag: Wijziging Beschikking suiker en isoglucose 1981, art. 1, lid 5
Opmerking: Het gaat om vergaderingen die naar het oordeel van de minister een onderwerp
bevatten dat daartoe aanleiding geeft.
Waardering: V 10 jaar
830
Handeling: Het goedkeuren van het huishoudelijk reglement van de Suikerbegeleidingscommissie
Periode: 1982–
Grondslag: Wijziging Beschikking suiker en isoglucose 1981, art. 1, lid 6
Waardering: V 10 jaar
834
Handeling: Het vaststellen van het quotum van een producent van melk en zuivelproducten
in bijzondere situaties
Periode: 1984–
Grondslag: Beschikking superheffing, artt. 7, 8, 13; Beschikking superheffing 1985,
art. 12; Beschikking superheffing 1988, art. 24, lid 3; Beschikking superheffing 1993,
art. 37, lid 2; Beschikking superheffing SLOM-deelnemers; Beschikking superheffing
SLOM-concessionarissen, art. 2
Opmerking: In de jaren1984 en 1985 adviseerde de Provinciale Adviescommissie de minister
inzake de toewijzing van extra quotum aan producenten die wegens investeringsverplichtingen
hierop recht meenden te hebben. Bij het toekennen van extra quotum adviseerde tevens
de Cultuurtechnische dienst.
Waardering: V 25 jaar
835
Handeling: Het vaststellen van het quotum van een producent van melk en zuivelproducten
in geval van overdracht van (een deel van) het bedrijf
Periode: 1984–
Grondslag: Beschikking superheffing 1984, art. 15, lid 2; Beschikking superheffing
1985, art. 7, lid 1, art. 8, lid 2, art. 9, lid 3; art. 10, lid 2; art. 11, lid 2-4;
Beschikking superheffing 1988, artt. 23 en 24, lid 3, art. 25, art. 1-4
Opmerking: Aan de toewijzing van een quotum kan de minister nadere voorwaarden en
beperkingen stellen.
Waardering: V 10 jaar
836
Handeling: Het, bij overdracht van grond, toekennen van een vergoeding voor het niet
erkende deel van het melkquotum
Periode: 1993–
Grondslag: Regeling superheffing 1993, art. 17, lid 4
Opmerking: De vergoeding wordt aan de verkrijger van de grond toegekend.
Waardering: V 20 jaar
837
Handeling: Het bij beschikking vaststellen van het percentage waarmee het in de vorige
heffingsperiode vastgestelde quotum van de melk- en zuivelproducent verminderd wordt
Periode: 1985–1993
Grondslag: Beschikking superheffing 1985, art. 5, lid 1; Beschikking superheffing
1988, art. 6
Waardering: V 5 jaar
838
Handeling: Het vaststellen van het quotum van een producent van zure boerderijzuivelproducten
Periode: 1991–
Grondslag: Beschikking superheffing zure boerderijzuivelprodukten, art. 11, lid 3
Waardering: V 5 jaar
840
Handeling: Het, in geval van overdracht van een quotum, vaststellen van het nieuwe
gemiddelde vetgehalte
Periode: 1988–1993
Grondslag: Beschikking superheffing 1988, art. 15, lid 4
Opmerking: Geïnformeerd worden betrokken producenten en het productschap.
Waardering: V 5 jaar
841
Handeling: Het instellen van de Landelijke adviescommissie inzake de superheffing
Periode: 1984–1985
Grondslag: Beschikking superheffing, art. 9
Waardering: B, 4
842
Handeling: Het benoemen van leden van de Landelijke adviescommissie inzake de superheffing
Periode: 1984–1985
Grondslag: Beschikking superheffing, art. 9
Opmerking: De minister benoemde twee leden en de voorzitter. Het Landbouwschap benoemde
eveneens twee leden.
Waardering: V 10 jaar
851
Handeling: Het toekennen van een vergoeding aan SLOM-deelnemers
Periode: 1993–
Grondslag: Regeling schadevergoeding SLOM-deelnemers, art. 3; Regeling schadevergoeding
SLOM-concessionarissen, art. 2
Waardering: V 10 jaar
855
Handeling: Het vaststellen van regels betreffende de uitvoering van de Europese regelgeving
inzake steun aan kleine graanproducenten
Periode: 1987–1992
Grondslag: Beschikking steunverlening kleine graanproducenten (Stcrt. 1987, 104)
Waardering: B, 5
856
Handeling: Het toekennen van steun aan kleine graanproducenten
Periode: 1987–1992
Grondslag: Beschikking steunverlening kleine graanproducenten, art. 6
Opmerking: Bij deze handeling hoort tevens het terugvorderen van het toegekende bedrag
in geval door de producent onjuiste informatie is aangeleverd.
Waardering: V 10 jaar
857
Handeling: Het beslissen tot terugbetaling van de ingehouden medeverantwoordelijkheidsheffing
granen
Periode: 1989–1992
Grondslag: Beschikking terugbetaling ingehouden medeverantwoordelijkheidsheffing granen
(1989), art. 4; Beschikking terugbetaling ingehouden medeverantwoordelijkheidsheffingen
granen in verband met het uit productie nemen van bouwland (1989), art. 9
Opmerking: Hieronder valt ook de uitbetaling.
Waardering: V 5 jaar
858
Handeling: Het aanwijzen van instanties die kaderprogramma’s voor reclamecampagnes
opstellen
Periode: 1977–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EEG) nr. 3461/85, art. 2, lid 2
Opmerking: Bedoelde instanties zijn bijv. producenten, telersverenigingen en verwerkende
bedrijven.
Waardering: V 5 jaar
865
Handeling: Het aanwijzen van een externe instantie belast met de evaluatie van de
uitvoering van de kaderprogramma’s voor promotieactiviteiten
Periode: 2000–
Grondslag: Verordening (EG) nr. 481/1999, art. 6, lid 2
Opmerking: De keuze voor de beoordelingsinstantie moet door de EC worden goedgekeurd.De
evaluatiestudie dient vervolgens zo spoedig mogelijk aan de Commissie te worden meegedeeld.
Criterium; V 6 jaar
866
Handeling: Het medefinancieren van kaderprogramma’s voor promotieactiviteiten
Periode: 2000–
Grondslag: Europese verordeningen, bijv. Verordening (EG) nr. 2702/1999, art. 7, lid 1, en art. 9, lid 3; Verordening (EG) nr. 2826/2000, art. 9, lid 2
Waardering: V 7 jaar
867
Handeling: Het voordragen van leden van een EU-Toezichtsgroep belast met toezicht
op de uitvoering van promotieactiviteiten in derde landen
Periode: 2000–
Grondslag: Verordening (EG) nr. 2702/1999, art. 8, lid 3
Criterium; V 3 jaar
868
Handeling: Het vaststellen van (controle)voorschriften betreffende de verlening van
bijzondere exportrestituties voor rundvleesproducten
Periode: 1982–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 32/82, art. 3; Verordening (EEG) nr. 1964/82, art. 7 en 8; Verordening (EEG) nr. 74/84 (ingetrokken 1989)
Product: Beschikking bijzondere restitutie bij uitvoer rundvlees 1982 (Stcrt. 81),
Beschikking bijzondere restitutie bij uitvoer uitgebeend rundvlees 1982 (Stcrt. 145)
en Beschikking bijzondere restituties bij uitvoer bepaalde soorten rundvlees 1984
(Stcrt. 46)
Waardering: B, 5
870
Handeling: Het afgeven van attesten in het kader van de toekenning van bijzondere
exportrestituties voor rundvlees
Periode: 1998–
Grondslag: Beschikking bijzondere restitutie bij uitvoer rundvlees 1982, art. 9, lid
1; Beschikking bijzondere restitutie bij uitvoer uitgebeend rundvlees 1982, art. 5,
lid 1, en art. 10, lid 1; Beschikking bijzondere restituties bij uitvoer bepaalde
soorten rundvlees 1984, art. 7, lid 1, en art. 12, lid 2
Product: Identificatie-attesten en attesten ‘uitgebeend vlees’
Opmerking: Het originele attest vergezelt de partij en dient bij het doen van aangifte
ten uitvoer te worden overgelegd. Een afschrift blijft bij de VIB/LASER-functionaris,
het ndere gaat naar het PVV. Douanefunctionarissen controleren of partijen rundvlees
overeenkomen met de begeleidende attesten en viseren de originele attesten, die vervolgens
naar het PVV worden verzonden. Het uitbenen mag alleen gebeuren door uitsnijderijen
die door het VIB en LASER (na 1998) zijn erkend.
Waardering: V 5 jaar
871
Handeling: Het verlenen van een ontheffing om rundvlees in andere delen uit te benen
of uit te snijden dan is gespecificeerd in de voor verlening van bijzondere restitutie
opgestelde limitatieve lijst
Periode: 1998–
Grondslag: Beschikking bijzondere restituties bij uitvoer bepaalde soorten rundvlees
1984, art. 14, lid 3
Waardering: V 5 jaar
872
Handeling: Het, in het kader van de verevening van opslagkosten, aan fabrikanten opleggen
van een heffing op in Nederland bereide suiker en isoglucose
Periode: 1968–2001
Grondslag: Suikerbeschikking 1968-II, art. 4, lid 1; Suikerbeschikking 1975, art.
9, lid 1; Isoglucosebeschikking 1977, art. 3; Beschikking Suiker en Isoglucose 1981
(later: Regeling suiker, isoglucose en inulinestroop), art. 9, lid 1
Opmerking: In mandaat uitgevoerd door het HPA. Vanaf medio 1999 betreft het een gedelegeeerde
bevoegdheid.
Waardering: V 5 jaar
873
Handeling: Het verlenen van een vergoeding voor het voorhanden of in voorraad hebben
van suiker uit de Gemeenschap
Periode: 1968–2001
Grondslag: Suikerbeschikking 1968-II, art. 4, lid 2; Suikerbeschikking 1975, art.
9, lid 2; Isoglucosebeschikking 1977, art. 3; Beschikking Suiker en Isoglucose 1981
(later: Regeling suiker, isoglucose en inulinestroop), art. 9, lid 2
Opmerking: In mandaat uitgevoerd door het HPA. Vanaf medio 1999 betreft het een gedelegeeerde
bevoegdheid.
Waardering: V 5 jaar
874
Handeling: Het erkennen van opslagplaatsen voor suiker en isoglucose, alsmede – in
voorkomend geval – van rechthebbenden op een opslagvergoeding
Periode: 1981–2001
Grondslag: Beschikking Suiker en Isoglucose 1981 (later: Regeling suiker, isoglucose
en inulinestroop), art. 10, lid 1 en 2
Opmerking: In mandaat uitgevoerd door het HPA. Vanaf medio 1999 betreft het een gedelegeeerde
bevoegdheid.
Waardering: V 5 jaar
875
Handeling: Het toezien op naleving van bepalingen betreffende het aanhouden van een
minimumvoorraad (A-quotum) suiker of isoglucose
Periode: 1968–2001
Grondslag: Beschikking Suiker en Isoglucose 1981 (later: Regeling suiker, isoglucose
en inulinestroop), artt. 14 en 15
Opmerking: In mandaat uitgevoerd door het HPA. Vanaf medio 1999 betreft het een gedelegeeerde
bevoegdheid. Het kan gaan om vrijstelling van verplichtingen, maar ook om het opleggen
van boetes bij niet-nakoming.
Waardering: V 5 jaar
877
Handeling: Het tegen de gegarandeerde prijs aankopen van preferentiële suiker
Periode: 1998–
Grondslag: Beschikking Suiker en Isoglucose 1981 (later: Regeling suiker, isoglucose
en inulinestroop), art. 31
Waardering: V 10 jaar
880
Handeling: Het instellen van het Nationaal Comité voor Samenwerking met de Voedsel-
en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties
Periode: 1952–1960
Waardering: B 1
881
Handeling: Het mede voorbereiden van een KB tot benoeming van leden van het Nationaal
Comité voor Samenwerking met de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties
Periode: 1952–1960
Grondslag: Benoemings-KB (Stcrt. 1954, 47)
Opmerking: Het KB werd met name ook door de Minister-President (minister van Algemene
Zaken) voorbereid.
Waardering: V 2 jaar
882
Handeling: Het presenteren van Nederlandse standpunten in het kader van de FAO betreffende
(aspecten van) het nationale en Europese voedselvoorzienings- en agrarisch markt-
en prijsbeleid
Periode: 1945–
Opmerking: In dit verband onderhield het Nationaal Comité voor Samenwerking met de
Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties tot 1960 de contacten met
de VN.
Waardering: B, 1
883
Handeling: Het opstellen van verzoeken om IEFC-allocatie van landbouwproducten
Periode: 1945–1949
Waardering: V 10 jaar
884
Handeling: Het indienen en verdedigen van verzoeken om IEFC-allocatie van landbouwproducten
Periode: 1945–1949
Waardering: V 10 jaar
885
Handeling: Het opstellen van overzichten van het totaalbedrag aan in Nederland uitgekeerde
communautaire en nationale landbouwsubsidies
Periode: 1994–
Grondslag: GATT-verdrag (Uruguay-ronde)
Opmerking: De EC verzamelt de overzichten en stuurt ze door naar de WTO.
Waardering: V 10 jaar