Bijlage
[Regeling vervallen per 29-08-2018]
[Regeling vervallen per 29-08-2018]
1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 71j, 71k, tweede en derde lid, en 71l, eerste lid, worden in de programma’s van commerciële omroepinstellingen geen namen, (beeld)merken,
producten, diensten of activiteiten van personen, bedrijven of instellingen vermeld
of getoond, indien de desbetreffende commerciële omroepinstelling, naar redelijkerwijs
kan worden aangenomen, daarmee beoogt of mede beoogt het publiek te bewegen tot het
kopen van een bepaald product of het gebruik maken van een bepaalde dienstverlening,
dan wel gunstig te stemmen ten aanzien van een bepaald bedrijf, een bedrijfstak of
een bepaalde instelling teneinde de verkoop van producten of de afname van diensten
te bevorderen.
2. Het vermelden of tonen van een naam, (beeld)merk, product, dienst of activiteit
van een persoon, bedrijf of instelling in een programma wordt geacht te geschieden
met het oogmerk, bedoeld in het eerste lid, indien zulks tegen betaling geschiedt.
3. Het Commissariaat voor de Media kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen
van het eerste lid.
4. Dit artikel is niet van toepassing op reclameboodschappen en telewinkelboodschappen.
[Regeling vervallen per 29-08-2018]
1. De programmaonderdelen van een commerciële omroepinstelling worden uitsluitend
gesponsord, indien die instelling een programmastatuut tot stand heeft gebracht waarin
ten minste waarborgen zijn opgenomen voor de redactionele onafhankelijkheid van haar
werknemers, belast met de samenstelling van de programma’s, ten opzichte van de sponsors.
2. Aan het begin of aan het einde van een gesponsord programmaonderdeel worden, ter
informatie van het publiek, alle sponsors vermeld. De vermelding gebeurt door middel
van naam of (beeld)merk en is zodanig vormgegeven dat zij niet voldoet aan de definitie
van reclameboodschap, bedoeld in artikel 1, onderdeel kk.
3. In een gesponsord programmaonderdeel mogen producten of diensten van een sponsor
worden vermeld of getoond, indien het publiek niet door middel van specifieke aanprijzingen
of anderszins wordt aangespoord tot het kopen of huren van die producten of tot het
afnemen van die diensten.
4. Commerciële omroepinstellingen bedingen of aanvaarden geen sponsorbijdragen van
personen, bedrijven of instellingen:
-
a. die zich voornamelijk bezighouden met de productie of verkoop van sigaretten of andere
tabaksproducten, of
-
b. die gebruik maken van namen of (beeld)merken die tevens worden gebruikt door personen,
bedrijven of instellingen als bedoeld in onderdeel a, of daarmee een zo sterke gelijkenis
vertonen dat het publiek redelijkerwijs de indruk krijgt dat het mede de naam of het
(beeld)merk van een persoon, bedrijf of instelling als bedoeld in onderdeel a betreft.
5. Programmaonderdelen van commerciële omroepinstellingen die toestemming hebben verkregen,
bestaande uit nieuws, actualiteiten of politieke informatie, worden niet gesponsord.
6. Indien een gesponsord programmaonderdeel uit het buitenland is aangekocht en aldaar
ten behoeve van het buitenlandse publiek reeds als programma is uitgezonden, is dit
artikel slechts van toepassing voor zover de sponsorbijdragen worden verstrekt ten
behoeve van de aankoop van het programmaonderdeel door de commerciële omroepinstelling.
7. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op een programmaonderdeel waarvoor
een overheidsinstelling of een andere instelling dan bedoeld in artikel 1, onderdeel ll, een financiële of andere bijdrage heeft verstrekt ten behoeve van de totstandkoming
of aankoop van dat programmaonderdeel, teneinde de uitzending daarvan als programmaonderdeel
te bevorderen of mogelijk te maken.
[Regeling vervallen per 29-08-2018]
1. In de artikelen 71k, tweede lid, en 71l, eerste lid, van de wet wordt onder «aan het begin of aan het einde» mede verstaan: aan het begin en aan
het einde.
2. Vermelding of vertoning van de sponsor als zodanig, op een andere plaats dan aan
het begin of het einde van een programmaonderdeel, of op een andere plaats dan voorafgaand
aan of aansluitend op een onderbreking van een programmaonderdeel voor reclame- of
telewinkelboodschappen, wordt geacht te geschieden met het oogmerk om reclame te maken,
bedoeld in artikel 71m, eerste lid, van de wet.
3. Vermelding of vertoning van de evenementensponsor als zodanig, op een andere plaats
dan aan het begin of het einde van een programmaonderdeel, wordt geacht te geschieden
met het oogmerk om reclame te maken, bedoeld in artikel 71m, eerste lid, van de wet.
In afwijking van de eerste volzin wordt het vermelden of tonen van een naam of (beeld)merk
van een evenementensponsor op een andere plaats dan aan het begin of het einde van
een televisieprogrammaonderdeel, geacht niet te geschieden met het oogmerk om reclame
te maken, bedoeld in artikel 71m, eerste lid, van de wet, indien:
-
a. het programmaonderdeel bestaat uit het verslag of de weergave van een sportwedstrijd
als bedoeld in artikel 1, onderdeel qq van de wet,
-
b. de sportwedstrijd niet voornamelijk bestemd is om als programma te worden uitgezonden,
-
c. de sportwedstrijd niet is geproduceerd door of in opdracht van de omroepinstelling,
-
d. de evenementensponsor niet aan het begin of aan het einde van het programmaonderdeel
is vermeld.
-
e. de vermelding of vertoning slechts gebeurt aan het begin of aan het einde van het
verslag of de weergave van de sportwedstrijd, en,
-
f. de vermelding of vertoning zodanig is vormgegeven dat zij niet voldoet aan de definitie
van reclameboodschap, bedoeld in artikel 1, onderdeel kk, van de wet.
4. Het vermelden of tonen van een naam of (beeld)merk van een sponsor in de titel
of leader van een (gedeelte van een) gesponsord programmaonderdeel is geen sponsorvermelding
als bedoeld in artikel 71k, tweede lid, van de wet, en wordt geacht te geschieden met het oogmerk om reclame te maken, bedoeld in artikel 71m, eerste lid, van de wet.
5. Het vermelden of tonen van een naam of (beeld)merk van een evenementensponsor in
de titel of leader van een programmaonderdeel, bestaande uit het verslag of de weergave
van een evenement, is geen vermelding als bedoeld in artikel 71l, eerste lid, van de wet.
6. Het vermelden of tonen van een beeldmerk van een evenementensponsor in de titel
of leader van een programmaonderdeel, bestaande uit het verslag of de weergave van
een evenement, wordt geacht te geschieden met het oogmerk om reclame te maken als,
bedoeld in artikel 71m, eerste lid, van de wet.
7. Het vermelden of tonen van een naam of merk van een evenementensponsor in de titel
of leader van een programmaonderdeel, bestaande uit het verslag of de weergave van
een evenement, wordt geacht niet te geschieden met het oogmerk om reclame te maken,
bedoeld in artikel 71m, eerste lid, van de wet, voor zover deze vermeldingen en de vermelding van de titel in het programmaonderdeel,
niet overheersend zijn in de zin van artikel 30a, eerste lid, van het besluit.