[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Toelichting bij het formulier
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Jaarlijks dienen de gegevens op dit formulier voor 1 mei te worden gerapporteerd aan
de Stichting UO-IMT. Bij voorkeur vindt de rapportage digitaal plaats door de geaccepteerde
deskundige. Bij uitzondering kan de geaccepteerde deskundige de rapportage versturen
aan: UO-Datamanagement, Postbus 18505, 2502 EM Den Haag, servicedesk@uo-glastuinbouw.nl.
De website is www.uo-glastuinbouw.nl.
De bevoegde gezagen (gemeenten, waterschappen, en het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer
en Voedselkwaliteit) hebben de Stichting UO-IMT opgericht met als doel alle registratiegegevens
op één punt te verzamelen. De Stichting UO-IMT zorgt voor de (wettelijk verplichte)
rapportage aan het bevoegd gezag.
De jaarrapportage dient door een geaccepteerde deskundige te worden beoordeeld op
juistheid en volledigheid (bijlage 1, voorschrift 1.1.4 van het Besluit glastuinbouw).
Een bewijs van de beoordeling, afgegeven door of namens degene die de beoordeling
heeft uitgevoerd, wordt bij de rapportage gevoegd. Als bewijs volstaat een handtekening
van de geaccepteerde deskundige of het digitaal aanleveren van de jaarrapportage door
de geaccepteerde deskundige. Een lijst van door het bevoegd gezag geaccepteerde deskundigen
is te vinden op de website www.uo-glastuinbouw.nl.
Het Besluit maakt voor de rapportageverplichting onderscheid tussen telers op substraat
en telers in de grond. Grondtelers rapporteren het verbruik van mineralen en emissiegegevens
en substraattelers rapporteren alleen de emissiegegevens (zoals gevraagd onder 7).
Alle gegevens die u gebruikt voor deze rapportage (meetgegevens, logboek, berekeningen,
facturen, afleveringsbewijzen, etc) dient u ten minste vijf jaar te bewaren. U wordt
aangeraden een kopie van dit formulier te bewaren in uw eigen administratie.
Dit formulier dient ingevuld te worden per inrichting. Meestal is dit een locatie
waarop een glastuinbouwbedrijf is gevestigd. Het kan zijn dat uw bedrijf uit meerdere
inrichtingen / locaties bestaat. Uw gemeente kan u aangeven waar de grens van de inrichting
is gelegen.
-
1. Hier geeft u het kalenderjaar aan waarover deze jaarrapportage gaat (bijvoorbeeld
2009)
-
2. Adresgegevens en UO-nummer: zodra uw gegevens bekend zijn bij het bevoegd gezag krijgt
u via de UO-IMT een UO-nummer. Als u nog geen UO-nummer heeft dan kunt u dit via de
gemeente opvragen.
-
3. Uw teeltwijze bepaalt wat u dient te rapporteren. Zowel substraattelers als grondtelers
worden verzocht de emissiegegevens te rapporteren. Bij een grondteelt moet u daarnaast
ook de verbruiksgegevens rapporteren.
-
4. Verbruik energie: om het door u gerealiseerde verbruik over het gehele kalenderjaar
te berekenen telt u bijvoorbeeld de waarden voor de dertien perioden (zoals u bijhoudt
in uw logboek) bij elkaar op. Het verbruik moet ingevuld worden in de aangegeven eenheden.
-
5. Verbruik aan stikstof en fosfor voor grondteeltbedrijven: om het door u gerealiseerde
verbruik over het hele kalenderjaar te berekenen, telt u bijvoorbeeld de waarden voor
de dertien perioden (zoals u bijhoudt in uw logboek) bij elkaar op. Het verbruik moet
ingevuld worden in de aangegeven eenheden.
-
6. De bedrijfsjaarnorm dient u per milieuveld uit te rekenen in de aangegeven eenheden
(Gigajoule per hectare voor energie, kilogram N en P per hectare voor meststoffen).
U moet dus ook zelf per meststof de hoeveelheid N en P uitrekenen.
De regels voor de berekeningen kunt u vinden in het Besluit glastuinbouw (en dan vooral
in bijlage 1), en de toelichtingen daarop. Uitleg en enkele voorbeeldberekeningen
zijn te vinden in het Handboek Milieumaatregelen Glastuinbouw (te vinden op www.glami.nl).
Bij twijfel is de tekst van het Besluit glastuinbouw altijd bindend. Anders: een geaccepteerde
deskundige kan voor u de berekeningen uitvoeren.
-
7/8. Hier moet gerapporteerd worden wat bedrijven geloosd hebben: spuiwater of drainwater
voor de substraatteeltbedrijven en drainagewater voor de grondteeltbedrijven. In het
Besluit glastuinbouw is opgenomen dat éénmaal per 4 weken de geloosde hoeveelheid
spuiwater (het niet te gebruiken drainwater) op riolering en/of oppervlaktewater moet
worden gemeten en geregistreerd. Daarnaast dient minimaal 4 keer per jaar (1 keer per 13 weken) het gehalte NH4, NO3 en P van het spuiwater, drainwater of drainagewater te worden gemeten en geregistreerd.
Let op dat u deze metingen verspreidt over het jaar, oftewel in elk kwartaal een meting
uitvoert. Vermeld steeds de datum van monstername. Bij substraatteelten volstaat het
om de analysegegevens van een drain- of matmonster toe te sturen.
-
9. Hier wordt u gevraagd aan te geven wat u het afgelopen kalenderjaar heeft geteeld.
Per gewas, gewasgroep, en energietoepassing geeft u aan in welke weken u dit hebt
geteeld en op welk oppervlak (in hectare, met een nauwkeurigheid van vier cijfers
achter de komma). Als het beteeld oppervlak van een gewas in het jaar wijzigt kunt
u hiervoor twee of meer regels gebruiken. Bijv. Tomaat: van week 1 tot en met 34 op
1,5340 ha en Tomaat van week 34 tot 48 op 2,5280 ha.
Bij meer dan 3,5 dagen van een bepaalde teelt wordt dit afgerond naar één week.
In het eerste deel van de tabel geeft u aan op welke oppervlakken u welke gewassen heeft geteeld. Onbeteeld oppervlak
(uw kas ligt bijvoorbeeld een aantal weken leeg tussen twee teelten) dient u apart
te vermelden. Ook als u een periode van het jaar geen registratieverplichting heeft
dient u dit apart te vermelden. In de tabel zijn de regels voor ‘onbeteeld oppervlak’
en ‘geen registratieverplichting’ al voorgedrukt.
Gewassen waarvoor opkweek plaatsvindt op uw bedrijf dient u apart te vermelden. Voor
opkweek geldt namelijk een andere norm dan voor reguliere teelt, het apart opnemen
is van belang voor de berekening van de juiste bedrijfsnorm voor uw bedrijf.
Geen registratieplicht (code 999):
De term ‘geen registratieplicht’ geldt alleen bij bedrijfsbeëindiging of bij de start
van een nieuw bedrijf tijdens het jaar. Voor de periode in dat jaar dat u dan nog
niet of niet meer teelt geldt de term ‘geen registratieplicht’. Als een deel van uw
kassen niet in gebruik is geldt de term ‘onbeteeld oppervlak’.
Bij verhuur van een deel van de kas behoeft u dat deel niet meer te verantwoorden
en zal dus het geregistreerde totale oppervlak verminderen.
|
In het tweede deel van de tabel geeft u aan welke energietoepassingen u op uw bedrijf heeft gebruikt.
Een energietoepassing is bijvoorbeeld de inzet van assimilatiebelichting. U geeft
aan in welke weken de energietoepassing is ingezet en over welk oppervlakte. Het gebruik
van energietoepassingen is van invloed op het berekenen van uw bedrijfsnorm, de bedrijfsnorm
wordt verhoogd. Als u geen van de vier genoemde toepassingen heeft gebruikt, hoeft
u hier niets in te vullen.
Als u meer ruimte nodig heeft in de tabel dan kunt u daarvoor een extra pagina toevoegen.
Geeft u dit a.u.b. wel aan op het formulier, onder ‘opmerkingen’. Een voorbeeld van
het invullen van deze tabel is onderaan de toelichting bijgevoegd.
-
10. Opmerkingen: Hier kunt u eventueel ter zake doende opmerkingen noteren.
-
11. Mocht u toch gebruik maken van dit formulier vergeet dan niet het formulier te dateren
en te ondertekenen (en vergeet u ook niet alle pagina’s te paraferen en op alle pagina’s
uw UO-nummer in te vullen).
-
12. De jaarrapportage dient volgens het Besluit glastuinbouw te worden beoordeeld door
een geaccepteerd deskundige. De geaccepteerd deskundige vermeldt in deze tabel of
de jaarrapportage volledig is bevonden. Daarnaast voorziet de geaccepteerd deskundige
het formulier van naam, datum en handtekening.
VOORBEELD
Van het invullen van Tabel 1
|
Gewasgroep (code)
|
Periode
|
Oppervlakte
|
|
Van week1
|
Tot en met week1
|
(in ha)
|
Onbeteeld oppervlak (000)
|
1
|
2
|
2,3000
|
Geen registratieplicht (999)
|
|
|
|
Paprika (82)
|
3
|
42
|
2,3000
|
Courgette (301)
|
1
|
38
|
1,7000
|
Onbeteeld oppervlak (000)
|
39
|
43
|
1,7000
|
Onbeteeld oppervlak (000)
|
44
|
52
|
4,0000
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1 Een week in het rapportagejaar.
Energietoepassing (code)
|
Periode
|
Oppervlakte
|
|
Van week1
|
Tot en met week1
|
(in ha)
|
Dagverlenging (199)
|
|
|
|
Grondkoeling (198)
|
|
|
|
Assimilatiebelichting (197)
|
|
|
|
Overige koeling / preparatie (196)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Een week in het rapportagejaar.
Toelichting op het voorbeeld
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Deze teler heeft op zijn bedrijf een totaal teeltoppervlak van 4 hectare (40.000 m2). Daarvan gebruikt hij dit jaar 2,3 ha voor paprikateelt, en 1,7 ha voor courgettes.
Een gedeelte van het jaar, in de winter, ligt het bedrijf leeg.
In de tabel moet deze teler dus 3 dingen aangeven:
-
1. Wanneer en op welk oppervlak hij paprika’s teelt;
-
2. Wanneer en op welk oppervlak hij courgettes teelt;
-
3. Wanneer welk oppervlak onbeteeld is.
Eerst worden de gewassen ingevuld.
De teler teelt paprika’s van week 3 tot en met week 43 op 2,3 ha. De gewascode voor
paprika is 82.
Dit wordt opgenomen in de tabel l. De teler teelt courgette van week 1 tot en met
38 op 1,7 ha. De gewascode voor courgette is 301. Ook dit wordt vermeld.
In deze rapportage is het belangrijk om ook de periodes te vermelden dat (een deel
van de) tuin leeg staat. De rapportage is namelijk pas volledig als voor alle 52 (of
53) weken is vermeld wat er in de kas geteeld is.
Voor deze tuinder geldt dat de kas zowel in het begin van het jaar als het eind van
het jaar, gedeeltelijk leeg staat. Dit wordt vermeld als onbeteeld oppervlak. Omdat
het oppervlakte onbeteeld aan het eind van het jaar (vanaf week 43) verandert zijn
hier drie regels voor nodig in de tabel.
Per week vergelijkt de teler het oppervlak dat in gebruik is voor paprika en courgette
met het totale teeltoppervlak.
In week 1 en week 2 staan er al wel courgettes in de kas, maar nog geen paprika’s.
2,3 ha van het kasoppervlak is dus onbeteeld. Op de bovenste, voorgedrukte, regel
van de tabel (‘onbeteeld’) geeft hij aan dat in week 1 en 2 2,3 ha onbeteeld is.
In de periode van week 3 tot en met week 38 is het totale kasoppervlak in gebruik
voor paprika’s en courgettes. Er is dus in deze periode geen onbeteeld oppervlak.
In de weken 39 tot en met 42 is 1,7 ha onbeteeld. De tuinder neemt dit op in de tabel.
Vanaf week 43 staat de hele tuin leeg. Ook dit wordt vermeld in de tabel.
Deze teler heeft geen van de aangegeven energietoepassingen gebruikt afgelopen jaar.
Hij vult hier dus niets in.