-
a. de gemeente Amsterdam: € 2.487.592,– twee behandeleenheden, 145 behandelplaatsen;
-
b. de gemeente Den Haag: € 1.493.607,– één behandeleenheid, 75 behandelplaatsen;
-
c. de gemeente Groningen: € 1.107.796,– één behandeleenheid, 50 behandelplaatsen;
-
d. de gemeente Heerlen: € 758.902,– één behandeleenheid, 35 behandelplaatsen;
-
e. de gemeente Rotterdam: € 2.406.680,– twee behandeleenheden, 140 behandelplaatsen;
-
f. de gemeente Utrecht: € 959.181,– één behandeleenheid, 45 behandelplaatsen;
-
g. de gemeente Apeldoorn: € 558.511,– één behandeleenheid, 30 behandelplaatsen;
-
h. de gemeente Arnhem: € 462.949,– één behandeleenheid, 25 behandelplaatsen;
-
i. de gemeente ’s-Hertogenbosch: € 380.199,– één behandeleenheid, 20 behandelplaatsen;
-
j. de gemeente Deventer: € 467.561,– één behandeleenheid, 25 behandelplaatsen;
-
k. de gemeente Enschede: € 558.511,– één behandeleenheid, 30 behandelplaatsen;
-
l. de gemeente Eindhoven: € 471.148,– één behandeleenheid, 25 behandelplaatsen;
-
m. de gemeente Leeuwarden: € 475.247,– één behandeleenheid, 25 behandelplaatsen;
-
n. de gemeente Maastricht: € 462.949,– één behandeleenheid, 25 behandelplaatsen;
-
o. de gemeente Tilburg: € 380.199,– één behandeleenheid, 20 behandelplaatsen;
-
p. de gemeente Nijmegen: € 461.196,– één behandeleenheid, 25 behandelplaatsen.