Een taxatierapport moet afkomstig zijn van een onafhankelijke, erkende taxateur, die
geen onderdeel uitmaakt van, en evenmin direct of indirect verbonden is aan, een bedrijf
dat handelt in gebruikte motorrijtuigen. Het rapport dient een volledige, gespecificeerde
beschrijving en beoordeling te bevatten van het motorrijtuig en van de technische
staat daarvan. De in het taxatierapport opgegeven waarde dient gerelateerd te zijn
aan de waarde bij verkoop aan particulieren in Nederland, rekening houdend met eventuele
accessoires.
Het rapport dient de waarde aan te geven op het moment van de aangifte. Wanneer het
rapport niet ouder is dan een maand en er geen aanwijzingen zijn dat er sindsdien
veranderingen zijn opgetreden in de waarde van het motorrijtuig, mag worden aangenomen
dat aan deze voorwaarde wordt voldaan.
Wanneer de inspecteur twijfelt aan de opgegeven waarde kan hij de aangever om aanvullend
bewijs verzoeken. Indien het aanvullende bewijs naar het oordeel van de inspecteur
niet of onvoldoende wordt gegeven, kan de inspecteur een hertaxatie laten instellen.
Wordt voor het bepalen van de waarde van het motorrijtuig gebruik gemaakt van een
taxatierapport, dan dient voor de berekening van het werkelijke afschrijvingspercentage
de historische nieuwprijs opgebouwd te worden aan de hand van de catalogusprijs (inclusief
eventuele accessoires) en het bruto bpm-bedrag.
Ter vermijding van ieder misverstand merk ik nog op, dat uiteraard geen beroep op
deze goedkeuring kan worden gedaan als het gaat om een motorrijtuig dat verkeert in
een zodanige staat, dat het volgens de wegenverkeerswetgeving niet aan het verkeer
mag deelnemen. Dit is bijvoorbeeld het geval als een motorrijtuig op essentiële punten
niet voldoet aan de voorwaarden van de zogenoemde APK-keuring hetgeen kan blijken
uit het taxatierapport. Wanneer bij de beoordeling van een aangifte BPM met beroep
op tegenbewijs twijfel ontstaat over de al dan niet rijwaardige staat waarin het voertuig
zich bevindt, kan de inspecteur het voertuig APK laten keuren. Als uit deze keuring
blijkt dat het voertuig op essentiële onderdelen niet voldoet aan de vereisten in
de wegenverkeerswetgeving, zal het beroep op tegenbewijs worden afgewezen.
Wanneer eenmaal is gekozen voor toepassing van deze goedkeuring en de belastingdienst
akkoord is gegaan met een afschrijving die afwijkt van de afschrijving zoals vermeld
in de tabel, kan de aangever uitsluitend nog op deze keuze teruggekomen via bezwaar
tegen de eigen aangifte, binnen de daarvoor gestelde termijn.
Bij toepassing van deze goedkeuring wordt op het kentekenbewijs in plaats van het
bruto bpm-bedrag een herrekend (lager) bruto bpm-bedrag vermeld. Teneinde een juiste
bpm-heffing te garanderen wordt dit herrekende bruto bpm-bedrag voor gebruikte motorrijtuigen
die met tegenbewijs in de bpm-heffing zijn betrokken in de plaats gesteld van het
bruto bpm-bedrag zoals dat geldt voor vergelijkbare motorrijtuigen die al in Nederland
zijn geregistreerd. Bij eventuele latere situaties waarbij de afschrijving van belang
is (bijvoorbeeld bij toepassing van artikel 15 of 16 van de Wet bpm) kan de tabel dan normaal worden toegepast op het vermelde (herrekende) bruto bpm-bedrag.
Hiermee wordt voorkomen dat in dergelijke situaties verschillende procedures moeten
worden gevolgd afhankelijk van de vraag of het voertuig destijds al dan niet via tegenbewijs
in de bpm-heffing werd betrokken.
De inspecteur stelt het herrekende bruto bpm-bedrag vast door vanuit het (via tegenbewijs
vastgestelde) netto verschuldigde bpm-bedrag terug te rekenen naar een fictief (lager)
bruto bpm-bedrag, met toepassing van de tabel. Oftewel:
Herrekend bruto bpm-bedrag =
(netto verschuldigd bpm-bedrag × 100) / (100 – afschrijvingspercentage tabel art. 10.2 Wet bpm)
Een rekenvoorbeeld:
Bruto bpm-bedrag: € 10.000
Leeftijd motorrijtuig sinds eerste ingebruikneming: 3 jaar en 6 maanden
Vermindering volgens tabel: 57%
Verschuldigde bpm volgens tabel: € 4.300
Werkelijk afschrijvingspercentage volgens tegenbewijs: 62%
Netto verschuldigd bpm-bedrag: € 3.800
Herrekend bruto bpm-bedrag
(€ 3.800 × 100) / (100 – 57) = € 3.800 × (100 / 43) = € 8.838
Anders gezegd: wanneer zonder toepassing van tegenbewijs, dus bij normale toepassing
van de tabel, voor een gebruikte auto van 3 jaar en zes maanden het netto verschuldigde
bpm-bedrag zou uitkomen op € 3.800, is het bijbehorende bruto bpm-bedrag € 8.838.
Voor de tegenbewijssituatie wordt nu € 8.838 op het kentekenbewijs vermeld in plaats
van € 10.000.
Volledigheidshalve merk ik op dat op deze goedkeuring geen beroep kan worden gedaan
in de situatie dat geen aangifte is gedaan, bijvoorbeeld wanneer de inspecteur een
naheffingsaanslag oplegt naar aanleiding van een ingestelde controle.