[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Programma Ruimtelijke Ordening en Vervoer
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
§ 1.
Inleiding
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Het Programma Ruimtelijke Ordening en Vervoer is een uitvoeringsprogramma als bedoeld
in artikel 2, eerste lid, van de Subsidieregeling CO2-reductie Verkeer en Vervoer (Staatscourant 2 november 2001, nr. 213), hierna te noemen: de subsidieregeling.
Naast de voorwaarden en criteria zoals neergelegd in het Programma Ruimtelijke Ordening
en Vervoer, hierna te noemen: het subsidieprogramma, zijn de voorwaarden en criteria
zoals neergelegd in de subsidieregeling onverkort van toepassing. Ingevolge de subsidieregeling stelt de minister een programma vast. Het onderhavige subsidieprogramma is het derde
Programma Ruimelijke Ordening en Vervoer.
Doel van het subsidieprogramma is het realiseren van CO2-reductie bij de (her)inrichting van woon- en werklocaties door het stimuleren van
a) het gebruik van integrale ontwerpmethoden met het oog op een duurzame afwikkeling
van de mobiliteit en b) het aanbrengen van infrastructurele voorzieningen die een
duurzame mobiliteit bevorderen.
Het gebruik van integrale ontwerpmethoden wordt gestimuleerd door middel van kennisoverdracht
aan gemeentelijke en provinciale ambtenaren en bestuurders. Het gebruik van integrale
ontwerpmethoden houdt in dat intensieve samenwerking tussen stedenbouwkundigen/ RO
ambtenaren en verkeerskundigen in een vroegtijdig stadium van het planproces voorop
staat. Betrokkenheid van andere belanghebbende organisaties is nadrukkelijk gewenst.
Op deze wijze wordt een ruimtelijk ontwerp gerealiseerd met aandacht voor mobiliteit
én kwaliteit van de leefomgeving, waarbij bewoners en werkenden op een vanzelfsprekende
manier voor die wijze van verplaatsen kiezen die voor hen en voor de omgeving het
meest geschikt is.
Voorbeelden van integrale ontwerpmethoden zijn VervoersPrestatie op Locatie, Langzaam
Rijden Gaat Sneller en VervoersPrestatie Regionaal (hierna respectievelijk VPL, Langzaam
Sneller en VPR genoemd). De VPL en VPR zijn toepasbaar op alle ruimtelijke plannen
op lokaal, respectievelijk regionaal niveau, waarbij met name het verkorten van af
te leggen afstanden en de vervoerwijzekeuze worden beoogd. Langzaam Sneller richt
zich op homogeniseringmaatregelen om de verkeersafwikkeling op doorgaande wegen te
verbeteren en op het verhogen van de stedelijke kwaliteit rond aders en in de omliggende
gebieden. Genoemde methoden zijn toepasbaar in zowel nieuwbouwsituaties als in herstructurerings-
en herinrichtinggebieden. Het is ook mogelijk een andere, hier niet benoemde integrale
aanpak te gebruiken.
Bij het aanbrengen van infrastructurele voorzieningen die een duurzame mobiliteit
bevorderen kan worden gedacht aan maatregelen gericht op de homogenisering van de
rijsnelheid en verbetering van de fietsinfrastructuur die leiden tot een substantiële
modal shift van auto naar fiets.
Het subsidieprogramma heeft een looptijd van 2005 tot en met 2009.
§ 2.
Subsidiabele activiteiten
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
-
a. Het subsidieprogramma staat open voor investeringsprojecten en kennisoverdrachtprojecten
als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de subsidieregeling.
-
b. Het subsidieprogramma ondersteunt projecten die zich richten op:
-
– Het gebruik van integrale ontwerpmethoden gericht op CO2-reductie;
-
– Het realiseren van CO2-reductie door middel van het aanbrengen of aanpassen van infrastructurele voorzieningen
en aanpassingen in de ruimtelijke ordening.
-
c. projectkosten als bedoeld in artikel 5, derde lid, van de subsidieregeling, die voor subsidie van kennisoverdrachtprojecten in aanmerking komen zijn:
-
– de extra tijdsbesteding van gemeentelijke en provinciale ambtenaren en – bestuurders
die benodigd is voor het doorlopen van het plan – en ontwerpproces volgens de methodieken
VPL, Langzaam Sneller, VPR of een andere integrale aanpak, ten opzichte van het volgen
van een regulier planproces;
-
– advieswerkzaamheden ten behoeve van de integrale ontwerpstudie door externe deskundigen
op stedenbouwkundig/ RO, verkeerskundig of infrastructureel terrein; komen uitsluitend
in aanmerking voor subsidie;
-
– werkzaamheden met betrekking tot het aanpassen of bouwen van een (uni- of multimodaal)
verkeersmodel, indien het gebruik van een dergelijk model voorwaarde is om de effecten
van mogelijke ontwerpvarianten, of varianten behorend bij een ander gebruikt model,
aan te kunnen tonen.
-
d. Voor de subsidiabele projectkosten van investeringsprojecten geldt onverkort artikel 5 van de subsidieregeling.
§ 3.
beoordelingscriteria
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Een project moet aan de volgende criteria voldoen om voor subsidie in aanmerking te
komen.
-
a. Het resultaat van het project mag niet in strijd zijn met andere doelstellingen van
het huidige rijksbeleid op het gebied van verkeer en vervoer, ruimtelijke ordening
en milieu.
-
b. Een kennisoverdrachtproject moet aan de volgende criteria voldoen om voor subsidie
in aanmerking te komen:
-
– Het project wordt uitgevoerd met behulp van een integrale ontwerpmethodiek. Dit betekent
dat bij de uitvoering van het project – blijkend uit de projectorganisatiestructuur
– tenminste de verkeers- en de stedenbouwkundig/RO verantwoordelijken samenwerken;
-
– Eén van de doelstellingen van het project is het ontwikkelen van ontwerpvarianten
gericht op CO2-reductie in het verkeer. Het ambitieniveau ten aanzien van de te behalen CO2-emissiereductie wordt uitgedrukt in tonnen en bedraagt tenminste 5% ten opzichte
van de referentiesituatie;
-
– Tijdens het project worden, naast de referentiesituatie, tenminste drie alternatieve
planvarianten uitgewerkt. De CO2-uitstoot wordt voor de referentievariant en alle planvarianten berekend in ton/jaar;
-
– Wanneer sprake is van een project dat betrekking heeft op een of meerdere woonlocatie(s),
behelzen deze tenminste 500 woningen;
-
– Wanneer sprake is van een project dat betrekking heeft op een of meerdere werklocatie(s),
behelzen deze tenminste 1000 werkenden.
-
c. Een investeringsproject moet aan de volgende criteria voldoen om in aanmerking te
komen voor subsidie:
-
– De investering heeft betrekking op een infrastructurele voorziening op het wegprofiel
of in de directe omgeving daarvan;
-
– Het project levert een CO2-reductie in het verkeer en vervoer ten opzichte van de referentiesituatie van tenminste
75 ton per jaar gemiddeld berekend over de technische levensduur van de voorziening.
-
d. Een project dient binnen twee jaar na de startdatum te zijn voltooid.
§ 4.
Maximaal subsidiebedrag per project
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
-
a. Voor kennisoverdrachtprojecten bedraagt de subsidie ten hoogste 50% van de subsidiabele
projectkosten, tot een maximum van € 24.950,– per project.
-
b. Voor investeringsprojecten bedraagt de subsidie ten hoogste 30% van de subsidiabele
projectkosten. De hoogte van het subsidiebedrag wordt tevens bepaald door de subsidie-effectiviteit.
De maximale waarde van de subsidie-effectiviteit bedraagt € 45,– per ton te vermijden
CO2over de gehele levensduur van de voorziening.
§ 5.
Subsidieplafond
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Het subsidieplafond is gesteld op € 500.000,–. Hiervan is € 200.000,– gereserveerd
voor kennisoverdrachtprojecten en € 300.000,– voor investeringsprojecten. Indien bij
de beslissing op de aanvragen mocht blijken dat één van beide budgetten niet volledig
wordt benut, worden de resterende middelen uit dat budget toegevoegd aan het andere
budget.
§ 6.
Verdeling van de gelden
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
-
a. Voor kennisoverdrachtprojecten geldt dat bij de subsidieverlening wordt beslist in
volgorde van ontvangst van de aanvragen, met die verstande dat, wanneer de subsidieaanvrager
krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag voldoende
is aangevuld, als datum van de ontvangst van de aanvraag geldt.
-
b. Voor investeringsprojecten geldt dat de beschikbare gelden worden verdeeld naar rangschikking
van de subsidieaanvragen, zoals opgenomen in § 7.
§ 7.
Criteria voor rangschikking van investeringsprojecten
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
De rangschikking van investeringsprojecten wordt bepaald aan de hand van een drietal
criteria:
-
a. De subsidie-effectiviteit, waarbij een project hoger wordt gewaardeerd naarmate de
subsidie effectiever is;
-
b. De slaagkans, waarbij een project hoger wordt gewaardeerd naarmate de slaagkans groter
is. Bij de slaagkans wordt gelet op de technische en financiële slaagkans en op het
(bestuurlijk) draagvlak;
-
c. De omvang van een project, waarbij een project hoger wordt gewaardeerd naarmate de
omvang van de CO2-reductie groter is.
Bij vergelijkbare projecten genieten projecten die innovatief zijn en een groot herhalingspotentieel
hebben de voorkeur.
§ 8.
Verplichtingen van de subsidieontvanger
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Bij de subsidieverlening worden naast de verplichtingen uit de subsidieregeling de volgende verplichtingen opgelegd:
De subsidieontvanger vult na afloop van het project een factsheet in met betrekking
tot de kenmerken en resultaten van het project zoals dat door de subsidieverlener
wordt verstrekt.
De subsidieontvanger geeft aan de minister toestemming om, gedurende de looptijd van
het project en een periode van ten hoogste drie jaar na afloop van het project, gegevens
over het project te gebruiken ten behoeve van communicatieactiviteiten van de subsidieverlener.
§ 9.
Procedures
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
-
a. Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend door Nederlandse gemeenten, provincies en
regionale samenwerkingsverbanden.
-
b. Indien het project door meerdere partijen gezamenlijk zal worden uitgevoerd, wordt
de aanvraag op één formulier ingediend met vermelding van alle deelnemers van het
project. Tevens wordt in de aanvraag vermeld welke deelnemer zal optreden als projectleider
en penvoerder namens de overige deelnemers en als contactpersoon voor SenterNovem.
De aanvraag wordt ondertekend door alle deelnemers aan het project.
-
c. Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin dit programma wordt geplaatst en dienen uiterlijk op 23 december
2005 te zijn ontvangen door SenterNovem.
§ 10.
Nadere informatie
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend bij SenterNovem, waar tevens het aanvraagformulier
verkrijgbaar is.
Het adres is:
SenterNovem
Secretariaat RO&V, kamer 4.44
Catharijnesingel 59
Postbus 8242
3503 RE Utrecht
Tel.: 030-239 37 67
Fax: 030-231 64 91
De volgende informatie inzake VPL, VPR en Langzaam Sneller is beschikbaar:
-
– De website www.senternovem.nl/ROenV;
-
– Voorbeeldenboek Langzaam Sneller. De publicatie is aan te vragen bij SenterNovem;
-
– Conceptbeschrijving Langzaam Sneller. De publicatie is aan te vragen bij SenterNovem;
-
– VPR basisboek en werkboek. De publicatie is aan te vragen bij SenterNovem;
-
– ‘Slimme inrichting voor woonwijken’, projectbeschrijvingen van RO&V projecten – 2001/2002.
De publicatie is aan te vragen bij SenterNovem;
-
– CROW-publicatie 163 ‘Vervoersprestatie op locatie (VPL)’. De publicatie is te bestellen
via www.crow.nl;
-
– CROW-publicatie 191 ‘Langzaam Rijden Gaat Sneller – een handreiking voor verkeerskundigen’.
Op cd-rom een simulatieprogramma toegevoegd, waarmee voor lokale situaties een inschatting
mogelijk is van de toepassingsmogelijkheden van het concept. De publicatie is te bestellen
via www.crow.nl;