Reikwijdte vrijstelling
[Regeling vervallen per 05-04-2007]
Fysiotherapeuten houden zich in toenemende mate bezig met andere- of nevenwerkzaamheden.
In verband daarmee zijn vragen gesteld met betrekking tot de reikwijdte van de vrijstelling.
Voor de beoordeling van de vraag of de verrichte werkzaamheden behoren tot het deskundigheidsgebied
van de fysiotherapeut moet als uitgangspunt worden genomen dat de deskundigheid van
de fysiotherapie gericht is op het bewegend functioneren van de patiënt. De fysiotherapeut
houdt zich bezig met het behandelen van de functionele gevolgen van aandoeningen en
niet met de aandoeningen zelf. Het onderzoek, dat vooraf gaat aan het opstellen van
een behandelplan, en het eventuele advies dat de fysiotherapeut aan de patiënt geeft,
zijn geen op zichzelf staande vorm van deskundigheid van de fysiotherapeut, maar moeten
worden gezien in samenhang met de andere in artikel 5 van het Besluit genoemde werkzaamheden.
Hierbij moet in aanmerking worden genomen dat het consult of de behandeling van een
patiënt door de fysiotherapeut als één dienst moet worden beschouwd.
Een en ander betekent dat een fysiotherapeut, die zich gaat bezighouden met andere,
alternatieve, geneeswijzen, en zich in het onderzoek en de behandeling van de patiënt
gaat richten op de aandoeningen zelf, in plaats van op de functionele klachten die
door de aandoening wordt veroorzaakt, daarmee buiten het deskundigheidsgebied van
de fysiotherapeut treedt. Dat de fysiotherapeut vervolgens in de behandeling van de
patiënt gebruik maakt van één van de fysiotherapeutische behandelmethodes van artikel
5 van het Besluit, zoals bijvoorbeeld manuele therapie of massage, doet daar niet
aan af. Omdat het consult of de behandeling als één prestatie beschouwd moet worden,
kan deze niet delen in de vrijstelling.
Dat is anders indien de fysiotherapeut zijn werkzaamheden vanuit een bepaalde levensbeschouwing
verricht. Zolang de fysiotherapeut zich richt op het onderzoeken en behandelen van
klachten met betrekking tot het bewegend functioneren van de patiënt én de behandeling
plaatsvindt met fysiotherapeutische behandelmethoden, is het niet van belang vanuit
welke levensbeschouwing de werkzaamheden worden verricht. In dat geval doet evenmin
ter zake onder welke benaming de fysiotherapeut werkzaam is.
Voorbeelden
In de volgende situaties is er sprake van werkzaamheden die tot het deskundigheidsgebied
van de fysiotherapeut gerekend kunnen worden; de prestaties zijn vrijgesteld op grond
van artikel 11, eerste lid, onderdeel g, van de Wet:
-
– Fysiotherapie op haptonomische of antroposofische basis.
Bij de beoordeling of bepaalde werkzaamheden door een fysiotherapeut tot het hiervoor
omschreven deskundigheidsgebied gerekend kunnen worden, is het voor de toepassing
van de vrijstelling niet van belang vanuit welke levensbeschouwing of maatschappij
opvatting de fysiotherapeut werkt, zolang de patiënt behandeld wordt met fysiotherapeutische
methoden. Er is dan sprake van een behandeling die op zichzelf als fysiotherapie kan
worden gekwalificeerd en die niet afwijkt van andere fysiotherapeutische behandelingen.
De behandelend fysiotherapeut heeft een haptonomische of antroposofische levensbeschouwing
en trekt uit dien hoofde een bepaalde groep van patiënten aan. Voor toepassing van
de BTW-vrijstelling maakt het niet uit vanuit welke levensbeschouwing de fysiotherapeutische
behandeling wordt verricht.
-
– Groepsbehandelingen door fysiotherapeuten aan patiënten met een bepaalde ziekte of
gebrek, of aan bejaarden die met gebreken kampen of aan personen met een sportblessure.
Deze groepsbehandelingen zijn aan te merken als fysiotherapeutische handelingen in
de zin van artikel 29, tweede lid, van de Wet BIG. De handelingen door een fysiotherapeut
moeten namelijk rechtstreeks betrekking hebben op een persoon en ertoe strekken zijn
gezondheidstoestand te bevorderen of te bewaken. Dit betekent dat elke persoon, ook
binnen de groepsbehandeling, wordt behandeld voor zijn of haar specifieke stoornis
of beperking.
In de volgende situaties is er geen sprake van werkzaamheden die tot het deskundigheidsgebied
van de fysiotherapeut gerekend kunnen worden; de prestaties zijn aan de heffing van
omzetbelasting naar het algemene tarief onderworpen:
-
– Een fysiotherapeut heeft een opleiding in de haptotherapie gevolgd en is uitsluitend
werkzaam als haptotherapeut. Een haptotherapeut is een beroepsbeoefenaar die therapeutisch
werkzaam is op basis van de inzichten en de verschijnselen vanuit de haptonomie. Een
haptotherapeut begeleidt en adviseert mensen met emotionele problemen en met vragen
omtrent de kwaliteit van het leven. De dienstverlening door een haptotherapeut is
niet aan te merken als de dienstverlening door een fysiotherapeut als zodanig. De
haptotherapeut verricht geen fysiotherapeutische behandeling. De diensten door een
haptotherapeut zijn niet vrijgesteld.
-
– Een fysiotherapeut heeft een opleiding tot osteopaat gevolgd en is uitsluitend werkzaam
als osteopaat. Een osteopaat zoekt naar de achterliggende oorzaak van de klachten
over het bewegend functioneren en gaat eerst de oorzaak behandelen en richt zich vervolgens
zonodig op de klachten met betrekking tot het bewegend functioneren van de patiënt.
Anders dan een fysiotherapeut stelt de osteopaat zelfstandig diagnosen op basis waarvan
hij komt tot het opstellen, uitvoeren, en eventueel aanpassen van behandelplannen,
al dan niet met toepassing van alternatieve geneeswijzen. Daarmee begeeft de osteopaat
zich op terreinen die niet tot het deskundigheidsgebied van de fysiotherapeut behoren
en maakt hij gebruik van behandelmethoden die niet kunnen worden gerekend tot de in
het Besluit genoemde fysiotherapeutische behandelmethoden. Van belang hierbij is,
dat juist deze verschillen ten opzichte van de reguliere fysiotherapeutische behandeling
essentieel en kenmerkend zijn voor de behandeling door een osteopaat als zodanig.
De omstandigheid dat, afhankelijk van de aard van de aandoening, in meer of mindere
mate gebruik wordt gemaakt van fysiotherapeutische behandelmethoden in de zin van
het Besluit, doet aan deze constatering niet af.
-
– Groepstrainingen door een fysiotherapeut bestaande in het geven van gymnastiek of
fitness (anders dan aan personen in een specifieke hoedanigheid ter bewaking en/of
bevordering van hun gezondheid) c.q. het optreden als sportinstructeur in een sportschool.
De fysiotherapeut verricht deze handelingen niet als zodanig, omdat de deelnemers
aan de trainingen niet individueel worden behandeld na een onderzoek met betrekking
tot hun bewegend functioneren en er geen sprake is van behandelen met fysiotherapeutische
methoden.
Het Besluit van 19 augustus 1999, nr. VB99/1701, heeft zijn belang verloren en wordt
hierbij ingetrokken.