Toelichting
[Regeling vervallen per 29-06-2007]
Op grond van artikel 11, eerste lid, onderdeel v, van de Wet zijn fondswervende leveringen
en diensten van onder meer sportverenigingen onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld
van de heffing van omzetbelasting. Bij fondswervende leveringen en diensten van sportverenigingen
gaat het om leveringen en diensten die voortvloeien uit activiteiten ter verkrijging
van financiële steun voor de sportverenigingen, mits de ontvangsten ter zake van deze
leveringen en diensten niet meer bedragen dan € 68.067 respectievelijk € 31.765 per
jaar.
Uit de redactie van punt 4 van het besluit van 5 november 2001, nr. CPP2001/2158M
blijkt, dat het gaat om een goedkeuring. Vanwege het goedkeurende karakter van punt
4 kan dit punt geen nadere uitleg c.q. uitwerking vormen van de in artikel 11, eerste
lid, onderdeel v, van de Wet opgenomen vrijstelling voor fondswervende leveringen
en diensten. Deze goedkeuring kan dus, los van de in artikel 11, eerste lid, onderdeel
v, van de Wet opgenomen vrijstelling voor fondswervende activiteiten worden toegepast.
Dit betekent dat de met het plaatsen van advertenties in het clubblad behaalde inkomsten
geen invloed hebben op de in artikel 11, eerste lid, onderdeel v, van de Wet voor
sportverenigingen opgenomen grenzen voor fondswervende leveringen en diensten.
Overigens dient het clubblad van de amateursportvereniging te voldoen aan de in punt
4 van het onderhavige besluit opgenomen voorwaarde dat de informatieverstrekking een
bijkomstige activiteit vormt in de totaliteit van diensten die de vereniging via het
blad aan de leden verleent en dient de betrokken sportvereniging terzake af te zien
van de aftrek van voorbelasting.