-
a. overslaginstallatie: voor het laden en lossen van schepen bedoelde locatie waarop
een milieubelastende activiteit die is aangewezen in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving wordt verricht;
-
b. afzender, ontvanger, onderscheidenlijk vervoerder: de afzender, de ontvanger, onderscheidenlijk
de vervoerder, bedoeld in artikel 929a van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek;
-
c. vloeibare lading: vloeibare in bulk vervoerde lading;
-
d. droge lading: andere lading dan bedoeld in onderdeel c;
-
e. eenheidstransporten: transporten waarbij tijdens opeenvolgende reizen in het laadruim
of de ladingtank van een schip aantoonbaar dezelfde lading of een andere lading, waarvan
het transport geen reiniging van het laadruim of de ladingtank vereist, wordt vervoerd;
-
f. verenigbare transporten: transporten waarbij tijdens opeenvolgende reizen in het laadruim
of de ladingtank van een schip aantoonbaar een lading, waarvan het transport geen
wassen van het laadruim of de ladingtank vereist, wordt vervoerd;
-
g. overslagresten: lading die bij de overslag buiten de laadruimen of de ladingtanks
op het schip terechtkomt;
-
h. leidingsysteem: alle leidingen waarin zich vloeibare of gasvormige lading kan bevinden,
met inbegrip van de bijbehorende pompen, filters en afsluitinrichtingen;
-
i. restlading: lading die na het lossen doch zonder nalossen in de ladingtank, het leidingsysteem
of het laadruim van een schip is achtergebleven;
-
j. uitstoten van dampen: elk afblazen van dampen uit een gesloten ladingtank met uitzondering
van het ontspannen van de tank om de luiken te openen en om de dampconcentratie te
meten alsmede bij het inschakelen van de veiligheidsventielen;
-
k. nalossen: het uit de laadruimen, ladingtanks en het leidingsysteem van een schip verwijderen
van restlading en het van een schip verwijderen van verpakkings- en stuwmateriaal;
-
l. nalenssysteem: een systeem voor het nalossen van de ladingtanks en het leidingsysteem
van een schip;
-
m. nagelensde ladingtank: een ladingtank van een schip waaruit de restlading is verwijderd
met behulp van een nalenssysteem en waarin zich nog slechts ladingrestanten bevinden;
-
n. ladingrestanten: vloeibare lading die zich in een ladingtank of het leidingsysteem
van een schip bevindt en daaruit niet met behulp van het nalenssysteem kan worden
verwijderd, dan wel droge lading die zich in een laadruim van een schip bevindt en
daaruit niet kan worden verwijderd met behulp van bezems of veegmachines, dan wel,
indien de losstandaard vacuümschoon van toepassing is, met behulp van vacuümreinigers;
-
o. bezemschoon laadruim: een laadruim waaruit de restlading is verwijderd met behulp
van bezems of veegmachines en waarin zich nog slechts ladingrestanten bevinden;
-
p. vacuümschoon laadruim: een laadruim waaruit de restlading is verwijderd met behulp
van vacuümreinigers en waarin zich nog slechts ladingrestanten bevinden;
-
q. wassen: het verwijderen van ladingrestanten met behulp van stoom of water;
-
r. gewassen laadruim of ladingtank: een laadruim of ladingtank met aansluitend leidingsysteem,
dat onderscheidenlijk die na het wassen in beginsel voor elke soort lading geschikt
is;
-
s. waswater: afvalwater dat afkomstig is van het wassen van een laadruim dan wel een
ladingtank of het leidingsysteem, dan wel een gangboord of andere licht vervuilde
oppervlakte van een schip;
-
s. losverklaring: een verklaring als bedoeld in artikel 53, derde lid, dan wel een buiten Nederland opgestelde verklaring als bedoeld in artikel 6.03 van
de Uitvoeringsregeling;
-
t. ontgassen: verwijderen van dampen, overeenkomstig aanhangsel IIIa behorende bij de
Uitvoeringsregeling, uit een nagelensde ladingtank bij een ontvangstvoorziening door
gebruik te maken van hiervoor geschikte procedures en technieken;
-
u. ventileren: rechtstreekse afgifte van dampen uit de ladingtank aan de atmosfeer;
-
v. ontgaste of geventileerde tank: ladingtank waaruit de dampen, overeenkomstig de ontgassingsstandaarden
van aanhangsel IIIa, behorende bij de Uitvoeringsregeling, zijn verwijderd.