Stcrt. 2005, 53, datum inwerkingtreding 18-03-2005, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2005.
Opschorting en terugvordering voorschotten
[Regeling vervallen per 01-01-2020]
1 Indien het voorlopig verslag, bedoeld in de artikelen 54, tweede lid, van de IOAW
en 54, tweede lid, van de IOAZ, niet op de in artikel 7b, eerste lid, genoemde datum
is ontvangen, kan de minister de betaling van de maandvoorschotten voor het lopende
vergoedingsjaar opschorten met ingang van de kalendermaand volgend op de maand waarop
de ontvangsttermijn is verlopen.
2 Indien het verslag en de daarop betrekking hebbende verklaring, bedoeld in de artikelen
54, eerste lid, van de IOAW, 54, eerste lid, van de IOAZ en 54, eerste lid, van het
Bbz 2004, niet op de in artikel 7, eerste lid, genoemde datum zijn ontvangen, kan
de minister de betaling van de maandvoorschotten voor het lopende vergoedingsjaar
opschorten met ingang van de kalendermaand volgend op de maand waarop de ontvangsttermijn
is verlopen.
3 Indien het verslag en de daarop betrekking hebbende verklaring, bedoeld in de artikelen
54, eerste lid, van de IOAW, 54, eerste lid, van de IOAZ en 54, eerste lid, van het
Bbz 2004, niet zijn ontvangen binnen vijftien maanden na het kalenderjaar waarop zij
betrekking hebben, worden op of omstreeks de vijftiende van de daaropvolgende maand
de maandvoorschotten met betrekking tot het betreffende kalenderjaar teruggevorderd.