Stcrt. 2017, 54986, datum inwerkingtreding 03-10-2017, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-08-2017.
De terugwerkende kracht betreft opleidingen in het beroepsonderwijs.
1 In de aanvraag om toekenning van studiefinanciering worden de basisbeurs, de aanvullende
beurs, de basislening, de aanvullende lening, het collegegeldkrediet of het levenlanglerenkrediet
aangevraagd.
3 Indien de aanvrager het collegegeldkrediet aanvraagt, voegt hij bij de aanvraag een
bewijs van het door hem verschuldigde collegegeld voor de opleiding waarvoor hij studiefinanciering
aanvraagt indien het bedrag dat hij per maand aanvraagt hoger ligt dan een twaalfde
deel van het bedrag, genoemd in artikel 7.43, eerste lid, van de Wet op het hoger
onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
4 Indien de aanvrager het levenlanglerenkrediet aanvraagt en indien het bedrag dat hij
per maand aanvraagt hoger ligt dan een twaalfde deel van het bedrag, genoemd in artikel
7.45, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek,
onderscheidenlijk artikel 5, tweede lid, van de Les- en cursusgeldwet, voegt hij bij
de aanvraag een bewijs van het door hem verschuldigde collegegeld of lesgeld voor
de opleiding waarvoor hij levenlanglerenkrediet aanvraagt.
Stcrt. 2017, 54986, datum inwerkingtreding 03-10-2017, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-09-2017.
De terugwerkende kracht betreft opleidingen in het hoger onderwijs.
1 In de aanvraag om toekenning van studiefinanciering worden de basisbeurs, de aanvullende
beurs, de basislening, de aanvullende lening, het collegegeldkrediet of het levenlanglerenkrediet
aangevraagd.
3 Indien de aanvrager het collegegeldkrediet aanvraagt, voegt hij bij de aanvraag een
bewijs van het door hem verschuldigde collegegeld voor de opleiding waarvoor hij studiefinanciering
aanvraagt indien het bedrag dat hij per maand aanvraagt hoger ligt dan een twaalfde
deel van het bedrag, genoemd in artikel 7.43, eerste lid, van de Wet op het hoger
onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
4 Indien de aanvrager het levenlanglerenkrediet aanvraagt en indien het bedrag dat hij
per maand aanvraagt hoger ligt dan een twaalfde deel van het bedrag, genoemd in artikel
7.45, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek,
onderscheidenlijk artikel 5, tweede lid, van de Les- en cursusgeldwet, voegt hij bij
de aanvraag een bewijs van het door hem verschuldigde collegegeld of lesgeld voor
de opleiding waarvoor hij levenlanglerenkrediet aanvraagt.