Regeling vluchten militaire onbemande luchtvaartuigen

Geraadpleegd op 09-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2004 en zichtdatum 02-02-2007.
Geldend van 11-02-2000 t/m 24-01-2007

Regeling vluchten militaire onbemande luchtvaartuigen

De Staatssecretaris van Defensie;

Handelende in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat;

Gelet op artikel 56 van het Luchtverkeersreglement,

Besluit:

Artikel 1

Ten aanzien van vluchten met door de Minister van Defensie ingevolge artikel 5.7 van de Wet luchtvaart aangewezen onbemande luchtvaartuigen, waarbij door de aard van het luchtvaartuig of het doel van de vlucht niet kan worden voldaan aan de artikelen 11, 12, 14, 16, eerste lid, 28 en 42 tot en met 55 van het Luchtverkeersreglement, gelden de volgende nadere regels:

  • a. de vlucht wordt uitgevoerd in een gebied waar het uitoefenen van de burgerluchtvaart is verboden tijdens het gebruik van het gebied ten behoeve van militaire oefeningen;

  • b. de vlucht wordt afgestemd met eventueel ander militair luchtverkeer.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit van 1 december 1998, houdende enige voorzieningen met betrekking tot onbemande luchtvaartuigen (Stb. 1998, 674) in werking treedt.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vluchten militaire onbemande luchtvaartuigen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 januari 2000

De

Staatssecretaris

van Defensie ,

H.A.L. van Hoof

Naar boven