Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-09-2010]
-
a. aardewerkindustrie:
de ondernemingen waarin wordt vervaardigd huishoudelijk aardewerk en porcelein, sieraardewerk,
wand- en vloertegels, sanitair aardewerk, keramische dakpannen, vuurvaste materialen,
steengaas of portland-cements;
-
b. vezelcementwaren-, glas- en kalkindustrie: de ondernemingen waarin:
-
1. fabrieksmatig vezelcementwaren worden vervaardigd;
-
2. grondstoffen tot glas worden versmolten en daaruit voorwerpen worden vervaardigd;
-
3. schelpkalk, extra-gezeefde schelpkalk, schelpkalkbloem of poederkalk wordt vervaardigd;
-
4. uit mergel kalk wordt geproduceerd of mergel wordt gewonnen en gemalen;
-
c. baksteenindustrie:
de ondernemingen waarin baksteen wordt vervaardigd, waaronder te rekenen zowel metselsteen
als straatsteen of daaruit samengestelde elementen, in welke productiestadia, formaten
of soorten dan ook, doch met uitzondering van zuur- en vuurvaste steen;
-
d. betonwarenindustrie:
de ondernemingen waarin, elders dan op bouwwerken, betonwaren worden vervaardigd;
-
e. confectie-industrie:
de ondernemingen of gedeelten van ondernemingen die op fabrieksmatige wijze kleding
en/of textielstukgoederen of hetgeen ter vervanging daarvan dient, zoals: gerubberd
doek, plastic, leder, bont en dergelijke, ver- en/of bewerken dan wel doen ver- en/of
bewerken tot een ge- of verbruiksvoorwerp dan wel halffabrikaten daarvan, met inbegrip
van in Nederland gevestigde ondernemingen of afdelingen daarin, waar in hoofdzaak
of uitsluitend gordijnen, vitrages, draperieën en dergelijke worden vervaardigd, alles
met uitzondering van ondernemingen:
-
1. waarin de verwerking geschiedt door detailhandelsondernemingen, die uitsluitend de
in de detailhandel gebruikelijke bewerkingen verrichten;
-
2. die uitsluitend of in hoofdzaak eindproducten vervaardigen, waarvan de verwerkte textielstukgoederen,
of hetgeen ter vervanging daarvan dient, niet een overwegend bestanddeel uitmaken,
zoals schoen-, matrassen- en meubelfabrieken;
-
3. die in hoofdzaak artikelen vervaardigen, terzake waarvan de CAO voor de lederwarenindustrie
dan wel de CAO voor de textielindustrie van toepassing is;
-
4. die in hoofdzaak het maatkledingbedrijf uitoefenen;
voor de toepassing van onderdeel e wordt een onderneming of afdeling geacht zich in
hoofdzaak met de vervaardiging van gordijnen, vitrages, draperieën e.d. bezig te houden,
indien het aantal daarbij betrokken werknemers groter is dan het aantal werknemers
dat betrokken is bij eventuele andere werkzaamheden van de werkgever;
-
f. chemische- en aanverwante industrieën:
-
1. chemische industrie:
- -
de ondernemingen waarin cokes, stikstofmeststoffen, salpeterzuur, ammoniak, superfosfaat,
zwavelzuur, watervrije soda, monochloorazijn, koolzure potas, dubbelkoolzure soda,
carbid of – tenzij dat binnen het ressort van een andere bedrijfscommissie valt –
andere gassen worden vervaardigd, alsmede de ondernemingen waarin het winnen en/of
zieden van zout wordt beoefend;
- -
de ondernemingen waarin chemische kantoorbehoeften, chemische verfstoffen en organische
kleurstoffen, organische plakmiddelen en zetmeelderivaten, textielhulpstoffen, etherische
oliën, essences, synthetische reukstoffen of poetsmiddelen worden vervaardigd;
- -
destructieondernemingen;
- -
de ondernemingen waarin beenderen worden verwerkt;
- -
de ondernemingen waarin kaarsen, stearine, oleïne, glycerine, gedistilleerde vetzuren,
vetalcoholen, koolteerproducten, kunstharsen of harde vloerbedekking worden vervaardigd;
- -
de ondernemingen waarin actieve kool, insecticiden, fungiciden, harslijmen, waterglas,
silicaten, galvanische badzouten, melkzuur en zouten daarvan, fotografische chemicaliën,
slijp- en polijstmiddelen of vuurwerk worden vervaardigd;
- -
de ondernemingen die gist-, spiritus- of graanzetmeel en daarmee samenhangende producten
vervaardigen;
- -
de ondernemingen waarin knopen (behalve uitsluitend uit metaal bestaande knopen) worden
vervaardigd;
-
2. aardolie-industrie:
de ondernemingen voor de winning en/of be- of verwerking van aardolie en/of aardoliederivaten
en/of verkoop van aardolieproducten;
-
3. industrie van bereide verf en drukinkten:
de ondernemingen waarin fabrieksmatig worden vervaardigd:
- -
organische deklagen (coatings), verven, vernissen, lakken, pastaverven, plamuren,
stopverven, welpasta’s, afdichtingsmaterialen (kitten), kunststof gebonden pleisters,
waterverven in poedervorm, meercomponentenverven, verfverharders, spuitpoeders c.q.
poedercoatings, siccatieven, wegenmarkeringsproducten, pigmentpreparaten, bewerkte
plantaardige oliën, verfverdunningsmiddelen, beitsen, verfafbijtmiddelen en vulmassa’s,
zowel op één- als op meercomponentenbasis;
- -
vernissen, drukinkten en aanverwante producten, waaronder mede worden verstaan hulpmiddelen
zoals droogstoffen, verdunningsmiddelen en pasta’s die de eigenschappen van inkt beïnvloeden;
-
4. kunststoffenindustrie:
de ondernemingen waarin kunststoffen worden verwerkt volgens de pers-, spuit-, en
spuitgiet-, extrusie-, kalander- of dompelmethode, kunststoffen worden bewerkt of
verwerkt tot constructie- en bekledingsmateriaal dan wel geslaagde materialen, caseïneplastics
of schuimplastics worden vervaardigd, een en ander met uitzondering van:
- -
de ondernemingen waarin natuurrubber en synthetische rubber worden verwerkt;
- -
de ondernemingen waarin kunstleer wordt vervaardigd;
- -
de ondernemingen die kunststoffen verwerken of bewerken tot onderdelen van de door
hen vervaardigde metalen artikelen of apparaten, dan wel elektrotechnische artikelen
of apparaten;
- -
de ondernemingen die papier of karton vervaardigen of verwerken en daarbij kunststoffen
toepassen;
-
5. rubber- en thermoplastische industrie:
de ondernemingen welke rubber en/of thermoplastische artikelen vervaardigen of bewerken;
-
6. medisch-farmaceutische industrie:
- -
de ondernemingen waarin geneesmiddelen, verbandwatten, verbandstoffen, pleisters of
maandverband worden vervaardigd;
- -
de ondernemingen waarin de groothandel in geneesmiddelen, verbandstoffen, medische
en tandheelkundige benodigdheden, laboratoriumbenodigdheden of ziekenverplegingsartikelen
wordt uitgeoefend;
-
g. grind- en zandwinningsbedrijf:
de ondernemingen waarin de natte winning van grint- beton-, metsel-, of industriezand
plaats vindt;
-
h. kalkzandsteenindustrie:
de ondernemingen waarin kalkzandsteen wordt vervaardigd;
-
i. lederindustrie:
de ondernemingen waarin het bedrijf wordt uitgeoefend van het vervaardigen van leder
uit al dan niet bewerkte dierenhuiden of -vellen; onder het vervaardigen van leder
wordt mede verstaan het bewerken van dierenhuiden en -vellen tot producten die bestemd
zijn om verder tot leder te worden bewerkt, alsmede het afwerken van leder;
-
j. lederwaren- en schoenindustrie:
-
1. de ondernemingen waarin het bedrijf wordt uitgeoefend van het vervaardigen van leerwaren
en het verkopen daarvan aan wederverkopers; onder verkopen aan wederverkopers wordt
mede verstaan het verkopen aan instellingen of aan personen die het gekochte in een
door hen gedreven onderneming aanwenden, tenzij dit gepaard gaat met het verkopen
aan particulieren;
-
2. de ondernemingen waarin het bedrijf van het in serie vervaardigen van schoeisel wordt
uitgeoefend, alsmede de ondernemingen waarin door middel van stanzerij-, stikkerij-
of lasserijwerkzaamheden, dan wel daaraan voorafgaande of daarbij aansluitende werkzaamheden,
bedrijfsmatige onderdelen van schoeisel worden vervaardigd of bewerkt; onder deze
uitoefening van bedrijf wordt niet verstaan het in serie vervaardigen van schoeisel
voorzien van een rubberzool en een bovenwerk van textiel of daaraan verwant schoeisel,
alsmede het vervaardigen of bewerken van onderdelen van zodanig schoeisel mits dit
geschiedt in een onderneming waarin niet tevens ander schoeisel in serie wordt vervaardigd
onderscheidenlijk onderdelen van dit schoeisel worden vervaardigd of bewerkt;
-
k. papier- en kartonproducerende en -verwerkende industrie:
-
l. textielindustrie:
de ondernemingen of gedeelten van ondernemingen waarin op fabriekmatige wijze één
of meer van de volgende activiteiten wordt uitgeoefend:
-
1. het vervaardigen van ééndimensionale in dikte variërende langgerekte structuren, zoals
garens, band, touw en dergelijke, door middel van het
verwerken van dierlijke, plantaardige, halfsynthetische, synthetische en minerale
vezels;
-
2. het, uitgaande van de onder 1 bedoelde structuren, vervaardigen van tweedimensionale
vlakke structuren, zoals weefsels, breisels, netten en dergelijke, met uitzondering
van papier;
-
3. het, uitgaande van de onder 1 bedoelde structuren, al dan niet met als tussenstap
de onder 2 bedoelde activiteit, vervaardigen van driedimensionale producten, zoals
sokken, slangen en dergelijke;
-
4. het veredelen van de structuren als bedoeld onder 1, 2 en 3 door middel van een bewerking
of oppervlaktebewerking (het aanpassen van eigenschappen en/of uiterlijk), zoals bleken,
verven, drukken en finishen;
-
5. het be- en verwerken van textiele afvallen ten behoeve van hergebruik (recycling);
-
6. het bewerken van kapok en degelijk vezelmateriaal;
in afwijking van het onder 1 tot en met 3 bepaalde worden niet tot de textielindustrie
gerekend de ondernemingen of gedeelten van ondernemingen die eindproducten vervaardigen
door middel van confectiehandelingen terzake waarvan de CAO voor de confectie-industrie
van toepassing is, tenzij het vervaardigen van deze eindproducten plaats vindt in
ondernemingen of gedeelten van ondernemingen die in hoofdzaak voor deze eindproducten
zelf de activiteiten verrichten als bedoeld onder 1 tot en met 3;
-
m. de ondernemingen waarin in hoofdzaak andere industriële activiteiten dan bedoeld in
dit besluit worden uitgevoerd, voor zover die activiteiten niet vallen binnen het
ressort van een andere bedrijfscommissie.