Uitvoeringsregeling Besluit drukapparatuur

[Regeling vervallen per 19-07-2016.]
Geraadpleegd op 05-07-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-09-2003 en zichtdatum 03-07-2024.
Geldend van 01-09-2003 t/m 31-07-2005

Uitvoeringsregeling Besluit drukapparatuur

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst;

Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 4, vijfde en zesde lid, 5 derde lid, 11 eerste lid, 12 eerste lid, eerste zin, en 19 van de Wet op de gevaarlijke werktuigen en artikel 26, derde lid, van het Besluit drukapparatuur,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. het besluit:

het Warenwetbesluit drukapparatuur;

b. drukapparatuur, samenstellen, druksysteem, drukvat, installatieleidingen, aangewezen keuringsinstelling, aangewezen aangemelde keuringsinstelling, aangewezen keuringsdienst van gebruikers, aangewezen aangemelde keuringsdienst van gebruikers, maximaal toelaatbare druk, volume, richtlijn en wet:

hetgeen het besluit daaronder verstaat;

c. ingesloten volume:

volume van door systeembegrenzers begrensde drukapparaten, samenstellen of druksystemen;

d. butaan en propaan:

hetgeen CPR-richtlijn 11-2, getiteld `Propaan (5 m³); De opslag van propaan en butaan in stationaire bovengrondse reservoirs met een inhoud groter dan 0,15 m³ en ten hoogste 5 m³', eerste druk 1986 daaronder verstaat, alsmede gestabiliseerde mengsels van methylacetyleen en propadieen met koolwaterstoffen;

e. wetenschappelijk onderzoek:

onderzoek dat uitsluitend is gericht op het verwerven van kennis over drukapparatuur, samenstellen of druksystemen of is gericht op stoffen of processen die hierbij zijn betrokken.

Artikel 4a

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 De volgende drukapparatuur, samenstellen en druksystemen worden aan een keuring voor ingebruikneming als bedoeld in artikel 12b, eerste lid, van het besluit onderworpen:

    • a. de in artikel 3, punt 1.1, onder a), en eerste streepje van de richtlijn bedoelde drukvaten voor zover ingedeeld in categorie III of IV volgens tabel 1 van bijlage II bij de richtlijn, waarbij voor onstabiele gassen in categorie I of II geen andere indeling geldt, waarbij voor stationaire bovengrondse propaan- en butaanopslagreservoirs met gasafname het volume groter is dan 5000 liter, waarbij voor propaanopslagreservoirs met gasafname op een bouwterrein het volume groter is dan 8000 liter en waarbij voor opslagreservoirs met zuurstof en distikstofoxyde (N2O) het volume groter is dan 25000 liter;

    • b. de in artikel 3, punt 1.1, onder a), en tweede streepje van de richtlijn bedoelde drukvaten voor zover ingedeeld in categorie III of IV volgens tabel 2 van bijlage II bij de richtlijn, waarbij voor drukvaten met lucht het volume groter is dan 5000 liter en waarbij voor opslagreservoirs met stikstof, argon, helium en koolzuur het volume groter is dan 40000 liter;

    • c. de in artikel 3, punt 1.1, onder b), en eerste streepje van de richtlijn bedoelde drukvaten met een volume groter dan 1 liter en het produkt van de maximaal toelaatbare druk en volume groter is dan 400 bar.liter voor zover ingedeeld in categorie I, II of III volgens tabel 3 van bijlage II bij de richtlijn;

    • d. de in artikel 3, punt 1.1, onder b), en tweede streepje van de richtlijn bedoelde drukvaten met een volume groter dan 10 liter voor zover ingedeeld in categorie I of II volgens tabel 4 van bijlage II bij de richtlijn;

    • e. de in artikel 3, punt 1.2 van de richtlijn bedoelde drukapparatuur voor zover ingedeeld in categorie III of IV volgens tabel 5 van bijlage II bij de richtlijn;

    • f. de in artikel 3, punt 1.3, onder a), en eerste streepje van de richtlijn bedoelde installatieleidingen voor zover ingedeeld in categorie II of III volgens tabel 6 van bijlage II bij de richtlijn, waarbij voor onstabiele gassen in categorie I of II geen andere indeling geldt, alsmede installatieleidingen met een produkt van de maximaal toelaatbare druk en ingesloten volume groter dan 200 bar.liter;

    • g. de in artikel 3, punt 1.3, onder a), en tweede streepje van de richtlijn bedoelde installatieleidingen voor zover ingedeeld in categorie II of III volgens tabel 7 van bijlage II bij de richtlijn, alsmede installatieleidingen met een produkt van de maximaal toelaatbare druk en ingesloten volume groter dan 1000 bar.liter;

    • h. de in artikel 3, punt 1.3, onder b), en eerste streepje van de richtlijn bedoelde installatieleidingen voor zover ingedeeld in categorie II of III volgens tabel 8 van bijlage II bij de richtlijn, alsmede installatieleidingen met een produkt van de maximaal toelaatbare druk en ingesloten volume groter dan 400 bar.liter;

    • i. de in artikel 3, punt 1.3, onder b), en tweede streepje van de richtlijn bedoelde installatieleidingen voor zover ingedeeld in categorie II volgens tabel 9 van bijlage II bij de richtlijn, alsmede installatieleidingen, met uitzondering van waterleidingen, met een produkt van de maximaal toelaatbare druk en ingesloten volume groter dan 10000 bar.liter;

    • j. samenstellen en druksystemen, waarin ten minste één drukapparaat als bedoeld in de onderdelen a tot en met i is opgenomen.

  • 2 In afwijking van het eerste lid worden drukapparatuur, samenstellen en druksystemen voor wetenschappelijk onderzoek, alsmede drukapparatuur, samenstellen en druksystemen die deel uitmaken van een koel- of vriesinstallatie met chemische koudemiddelen en flessen voor ademhalingstoestellen niet onderworpen aan een keuring voor ingebruikneming.

Artikel 4b

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 In de verklaring van overeenstemming, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, van het besluit worden de volgende gegevens opgenomen:

    • a. een verwijzing naar artikel 12a, eerste lid, van het besluit;

    • b. de naam en het adres van de gebruiker van het druksysteem;

    • c. het adres en de plaats waar het druksysteem is opgesteld;

    • d. een beschrijving van het druksysteem;

    • e. de gevolgde overeenstemmingsbeoordelingsprocedure van het druksysteem;

    • f. in voorkomend geval, naam en adres van de instantie of dienst die de keuring heeft verricht;

    • g. in voorkomend geval, een verwijzing naar de verklaring van typeonderzoek of verklaring van ontwerponderzoek;

    • h. in voorkomend geval, de technische specificaties die zijn gebruikt;

    • i. de identiteit van de ondertekenaar die gemachtigd is de verklaring namens de gebruiker te ondertekenen;

    • j. de ondertekening en de datum.

  • 2 In de verklaring of voorlopige verklaring van ingebruikneming, bedoeld in artikel 12b, tweede, onderscheidenlijk tiende lid, van het besluit worden de volgende gegevens opgenomen:

    • a. een verwijzing naar artikel 12b, tweede of tiende lid, van het besluit;

    • b. het registratienummer van de verklaring;

    • c. de naam en het adres van de gebruiker van de drukapparatuur, het samenstel of het druksysteem;

    • d. het adres en de plaats waar de drukapparatuur, het samenstel of het druksysteem is opgesteld;

    • e. een verwijzing naar de EG-verklaring van overeenstemming, bedoeld in de artikelen 11, eerste lid, en 12, eerste lid, van het besluit onderscheidenlijk de verklaring van overeenstemming, bedoeld in artikel 12a, tweede lid, van het besluit;

    • f. de gegevens die nodig zijn met betrekking tot de omstandigheden waaronder en de wijze waarop de apparatuur mag worden gebruikt;

    • g. de datum van de keuring voor ingebruikneming;

    • h. ten aanzien van een voorlopige verklaring van ingebruikneming: de geldigheidsduur van de verklaring;

    • i. de datum van de periodieke keuring van de eerst in aanmerking komende apparatuur dat deel uitmaakt van het samenstel, het druksysteem of de groep installatieleidingen;

    • j. de naam en het adres van de instantie of dienst die de keuring heeft verricht;

    • k. de identiteit van de ondertekenaar die gemachtigd is de verklaring namens de instantie of dienst te ondertekenen;

    • l. de ondertekening en de datum.

Artikel 4c

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

In het jaarverslag, bedoeld in artikel 7c, tweede lid, van de wet, worden door de instellingen of de diensten, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, ten minste de volgende onderwerpen behandeld:

  • a. de door de instelling of de dienst afgegeven, ingetrokken dan wel geweigerde certificaten;

  • b. wijzigingen in de op het werkveld van de instelling of de dienst betrekking hebbende accreditaties, reglementen en procedures;

  • c. wijzigingen in de op het werkveld van de instelling of de dienst betrekking hebbende taakverdeling;

  • d. wijzigingen in de bestuurssamenstelling;

  • e. wijzigingen in de statuten of het huishoudelijk reglement;

  • f. aan derden uitbestede werkzaamheden;

  • g. structurele knelpunten op het werkveld van de instelling of de dienst die zich in de uitvoeringspraktijk hebben voorgedaan;

  • h. het gevoerde overleg en de samenwerking op het werkveld met andere instellingen of diensten;

  • i. door de instelling of de dienst ontvangen klachten en de wijze van afhandeling daarvan;

  • j. tegen de besluiten van de instelling of de dienst ingediende bezwaren en ingestelde beroepen en de wijze van afhandeling daarvan;

  • k. een financieel verslag betreffende de activiteiten waarvoor de instelling of de dienst is aangewezen.

Artikel 7a

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 In afwijking van de artikelen 11, 12 en 12a van het besluit is voor de beoordeling van overeenstemming van drukapparatuur als bedoeld in artikel 7 van het besluit en samenstellen en druksystemen als bedoeld in artikel 8 van het besluit die uitsluitend zijn bestemd voor wetenschappelijk onderzoek, module A, genoemd in bijlage III bij de richtlijn, en ten aanzien van apparatuur ingedeeld in categorie III of IV volgens bijlage II bij de richtlijn tevens module B1, genoemd in bijlage III bij de richtlijn, van overeenkomstige toepassing. Voor het in module B1 vermelde begrip `EG-ontwerponderzoek' wordt gelezen: ontwerponderzoek, en voor `verklaring van EG-ontwerponderzoek ` wordt gelezen: verklaring van ontwerponderzoek.

  • 2 Ten aanzien van de apparatuur, bedoeld in het eerste lid, wordt door degene die verantwoordelijk is voor de vervaardiging hiervan, een verklaring van overeenstemming opgesteld. Op deze verklaring is bijlage VII bij de richtlijn van overeenkomstige toepassing, waarbij wordt verwezen naar het eerste lid.

  • 5 Een aangewezen keuringsinstelling of aangewezen aangemelde keuringsinstelling als bedoeld in artikel 20 van het besluit is, indien hiervoor aangewezen, belast met de beoordeling van overeenstemming, bedoeld in het eerste lid.

  • 6 Een gedraging in strijd met dit artikel is verboden.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 29 november 1999.

Artikel 9a

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling Besluit drukapparatuur.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 23 november 1999

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.F. Hoogervorst

Naar boven