In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
de Minister, de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM);
dubo-voorzieningen, voorzieningen waarvan het bewezen milieurendement hoger is dan dat van conventionele
voorzieningen;
de bouwkosten, de stichtingskosten verminderd met de grondkosten;
de meerkosten, het verschil in prijs tussen enerzijds conventionele voorzieningen en anderzijds
dubo-voorzieningen; en
ontheffing, toestemming van de Minister als bedoeld in artikel 7a, lid 2 en 3 van de Woningwet.
In deze beleidsregels wordt onder een project verstaan de op bepaalde percelen nieuw
te bouwen bouwwerken of het op een bepaald perceel nieuw te bouwen bouwwerk óf de
te verrichten werkzaamheden aan bouwwerken op bepaalde percelen of aan het bouwwerk
op een bepaald perceel, waarvoor door burgemeester en wethouders een aanvraag om ontheffing
bij de Minister is ingediend.
Artikel 3. Inhoudelijke voorwaarden verkrijgen ontheffing
Een ontheffing kan slechts door de Minister worden verleend indien is voldaan aan
de volgende inhoudelijke criteria:
-
a. een project komt zonder ontheffing niet tot stand, gezien het te verwachten economische
rendement in verhouding tot het risico en het milieubelang;
-
b. de in het project toegepaste dubo-voorzieningen zijn voor de categorie waartoe het
bouwwerk behoort nog onvoldoende toegepast, zodat nog onvoldoende inzicht is verkregen
in
-
1° de milieuwinst die met de toegepaste dubo-voorzieningen wordt bereikt of
-
2° de consequenties van deze voorzieningen voor kosten, uitvoering of beheer;
-
c. het project kent geen grotere omvang dan nodig is om inzicht te krijgen in de milieuwinst,
meerkosten of consequenties voor uitvoering en beheer van de dubo-voorzieningen als
toegepast bij de categorie waartoe het bouwwerk behoort; en
-
d. de resultaten van het project zijn met de toegepaste dubo-voorzieningen bruikbaar
voor andere projecten.
Artikel 4. Procedurele voorwaarde verkrijgen ontheffing
Een ontheffing kan slechts door de Minister worden verleend indien door burgemeester
en wethouders, voordat een aanvraag om ontheffing wordt ingediend, met de voor het
project relevante bouw- en milieupartijen overleg is gevoerd om tot vrijwillige uitvoering
van het project te komen.
Artikel 5. Procedure verlenen ontheffing
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2004. Zie het
overzicht van wijzigingen]
Artikel 6. Aanvraag bouwvergunning
Aan een ontheffing wordt het voorschrift verbonden dat de ontheffing slechts ten uitvoer
kan worden gelegd met ingang van 14 maanden na het bekendmaken daarvan.
Artikel 7. Verslaglegging
Artikel 8. Inwerkingtreding
Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 2 dagen na de dagtekening van
de Staatscourant waarin zij worden geplaatst.
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels voor de uitvoering van artikel
7a van de Woningwet.