Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-02-2007]
- wet:
-
de IJkwet;
- taxi:
-
een auto waarmee taxivervoer, bedoeld in artikel 1, onder j, van de Wet personenvervoer 2000 wordt verricht;
- ritbedrag:
-
het totale bedrag dat, afgezien van een eventuele toeslag, aan de passagier in rekening
wordt gebracht voor de geleverde dienst;
- taxameter:
-
een toestel dat is bestemd om in een taxi het ritbedrag te bepalen op basis van de
afgelegde afstand, de duur van de taxirit en het gehanteerde tarief;
- onderzoek tot toelating van een model:
-
het onderzoek, bedoeld in artikel 11, tweede lid, van de wet;
- keuring:
-
de keuring, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de wet;
- herkeuring:
-
de herhaalde keuring, bedoeld in artikel 11, vierde lid, van de wet;
- toezicht:
-
het onderzoek, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene wet bestuursrecht;
- verklaring van toelating:
-
de verklaring, bedoeld in artikel 11a, tweede lid, van de wet;
- ijkmerk:
-
het ijkmerk, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de wet;
- zegelmerk:
-
het eerste deel van het ijkmerk;
- mechanische taxameter:
-
een taxameter waarbij de meting en de berekening van het ritbedrag geheel of hoofdzakelijk
plaatsvindt door middel van mechanische componenten;
- elektronische taxameter:
-
een taxameter waarbij de meting en de berekening van het ritbedrag geheel of hoofdzakelijk
plaatsvindt door middel van elektronische componenten;
- dubbelsysteemmeter:
-
een taxameter waarbij het ritbedrag, afgezien van eerste aanslag, gelijktijdig door
tijd- en afstandstarief wordt bepaald;
- enkelsysteemmeter:
-
een taxameter waarbij het ritbedrag, afgezien van eerste aanslag, afhankelijk van
de snelheid, hetzij door het tijdtarief hetzij door het afstandstarief wordt bepaald;
- tarief:
-
het samenstel van de geldbedragen die aan de passagier in rekening worden gebracht
per tijdseenheid, per afstandseenheid, als vast bedrag voor de eerste aanslag en,
in voorkomend geval, de toeslag;
- tijdtarief:
-
het bedrag dat aan de passagier in rekening wordt gebracht per tijdseenheid;
- afstandstarief:
-
het bedrag dat aan de passagier in rekening wordt gebracht per afstandseenheid;
- omschakelsnelheid:
-
de snelheidswaarde verkregen door de deling van het tijdtarief door het afstandstarief;
- toeslag:
-
het bedrag dat aan de passagier in rekening wordt gebracht voor extra diensten;
- eerste aanslag:
-
het bedrag dat aan de passagier in rekening wordt gebracht als vast bedrag, ongeacht
de duur en de afstand van de taxirit;
- geldsprong:
-
het bedrag waarmee de aanwijzing van het ritbedrag sprongsgewijs wordt verhoogd nadat
de prestatie voor de eerste aanslag is geleverd;
- begintijd:
-
de tijd gedurende welke beneden de omschakelsnelheid van de taxi gebruik kan worden
gemaakt voordat de eerste geldsprong plaatsvindt;
- beginafstand:
-
de afstand over welke vanaf de omschakelsnelheid van de taxi gebruik kan worden gemaakt
voordat de eerste geldsprong plaatsvindt;
- prestatie-eenheid:
-
de prestatie bestaande uit afstand, in meters, dan wel tijd, in seconden, die bij
gebruik van de dubbelsysteemmeter per cent wordt geleverd;
- beginprestatie:
-
het aantal prestatie-eenheden dat wordt geleverd op basis van de eerste aanslag;
- tariefstand:
-
de instelling van de taxameter waarbij een bepaald tarief wordt gehanteerd voor de
berekening van het ritbedrag;
- rekeninrichting:
-
de inrichting die de gemeten tijd en de gemeten afstand omrekent naar het ritbedrag;
- normomstandigheden:
-
de condities van voertuig en meting, waarbij een aantal invloedsfactoren is geëlimineerd
of beperkt, met als doel te komen tot vergelijkbare metingen of vaststelling van correctiefactoren;
- weggetal:
-
de grootheid die getal en aard van de signalen aangeeft, die worden gebruikt bij
het meten van de afgelegde weg;
- apparaatconstante:
-
de grootheid die getal en aard van de signalen aangeeft, die nominaal aan de taxameter
worden toegevoegd per kilometer afgelegde weg.