Tijdelijke regeling beperking capaciteit vissersvaartuigen
De minister van Landbouw en Visserij,
Overwegende, dat naar zijn oordeel de discrepantie tussen de vangstcapaciteit van
de vissersvloot in de zee- en kustvisserij en de beschikbare hoeveelheid vis in die
wateren een onmiddellijke voorziening eist tot beperking van de vangstcapaciteit van
de vissersvloot;
dat hij voornemens is een voordracht te doen tot een maatregel die regelen stelt met
betrekking tot beperking van de vangstcapaciteit van de vissersvloot;
dat hij omtrent de in voorbereiding zijnde maatregel overlegd heeft met het Produktschap
voor Vis en Visprodukten, het Visserijschap en het Bedrijf voor de Groothandel in
Vis en Aanverwante Bedrijven;
Gelet op de artikelen 4 en 9 van de Visserijwet 1963 (Stb. 312)1Laatstelijk gewijzigd bij Wet van 13 mei 1987 (Stb. 362);